Uitvoeringsbesluit 2025/852 - 14 april 2025 Machtiging van Slowakije af te wijken van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/852

5.5.2025

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2025/852 VAN DE RAAD

van 14 april 2025

waarbij Slowakije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffen het recht op aftrek van belastingplichtigen ter zake van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op leveringen van goederen en diensten die zij ten behoeve van zijn belaste activiteiten gebruiken. Krachtens artikel 26, lid 1, punt a), van die richtlijn geldt er een aangifteplicht voor de btw wanneer een tot het bedrijf behorend goed wordt gebruikt voor privédoeleinden van de belastingplichtigen of van hun personeel of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

 

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 5 november 2024, heeft Slowakije de Commissie overeenkomstig artikel 395, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2006/112/EG verzocht om een machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van die richtlijn, waarbij het recht op aftrek van de btw ter zake van uitgaven voor bepaalde voertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, tot 50 % wordt beperkt en het niet-zakelijke gebruik van dat voertuig dat tot het bedrijf van een belastingplichtige behoort, niet wordt gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel wanneer het voertuig aan die aftrekbeperking is onderworpen (de “bijzondere maatregel”).

 

(3)

De gevraagde bijzondere maatregel heeft betrekking op voertuigen die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, namelijk in categorie M1, zoals omschreven in Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad (2), en motorfietsen in categorieën L1e en L3e, zoals omschreven Verordening (EU) nr. 168/2013 (3) van het Europees Parlement en de Raad. De betrokken transacties zien op de aankoop, intracommunautaire verwerving en invoer van deze voertuigen, alsook de leasing ervan. De beperking van het recht op aftrek van de btw ziet ook op uitgaven voor reserveonderdelen, accessoires, diensten en brandstof bestemd voor deze voertuigen.

 

(4)

Bepaalde voertuigen moeten worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel omdat het niet-zakelijke gebruik ervan — gelet op het soort activiteit waarvoor zij worden gebruikt — onbeduidend wordt geacht. De bijzondere maatregel mag derhalve niet gelden voor motorvoertuigen of motorfietsen die worden gekocht voor wederverkoop, verhuur of leasing of die worden gebruikt voor het vervoer van personen onder bezwarende titel, daaronder begrepen taxidiensten, het geven van rijlessen, het uitvoeren van tests of als vervanging van voertuigen die worden gerepareerd.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 29 november 2024 van het verzoek ingediend door Slowakije in kennis gesteld. Bij brief van 2 december 2024 heeft de Commissie Slowakije meegedeeld dat zij over alle nodige gegevens beschikt voor de beoordeling van het verzoek.

 

(6)

Slowakije heeft in zijn verzoek een toelichting opgenomen waarin het de vaststelling van de beperking van het recht op aftrek van de btw op 50 % heeft onderbouwd. Slowakije heeft daartoe gegevens gebruikt afkomstig uit controleactiviteiten en audits, in combinatie met een enquête onder bedrijven. Volgens Slowakije hebben de resultaten van de analyse van die gegevens geleid tot de vaststelling van het tarief op 50 % als een nauwkeurige weerspiegeling van de opsplitsing van het privé en het zakelijke gebruik van de voertuigen waarvoor de bijzondere maatregel is bestemd.

 

(7)

Slowakije is van mening dat de bijzondere maatregel een positief effect zal hebben op de administratieve lasten van belastingplichtigen en van belastingautoriteiten doordat hij de inning van de btw vereenvoudigt en belastingontduiking door onjuiste administratie voorkomt. Om die redenen acht de Commissie het passend Slowakije te machtigen tot toepassing van de bijzondere maatregel tot en met 30 juni 2028.

 

(8)

De bijzondere maatregel moet beperkt blijven tot de tijd die nodig is om de doeltreffendheid en de geschiktheid van het percentage van de beperking te evalueren.

 

(9)

Gezien de beperkte werkingssfeer en toepassingsduur van de bijzondere maatregel staat deze in verhouding tot het beoogde doel, namelijk de inning van de btw vereenvoudigen en bepaalde vormen van belastingontduiking of -ontwijking voorkomen. De bijzondere maatregel houdt ook niet het risico in dat de fraude zal verschuiven naar andere sectoren of andere lidstaten.

 

(10)

Indien Slowakije een verlenging van de bijzondere maatregel na 30 juni 2028 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk 30 september 2027 een daartoe strekkend verzoek voorleggen. Dat verzoek dient vergezeld te gaan van een verslag over de toepassing van de bijzondere maatregel, met inbegrip van een evaluatie van het toegepaste percentage van de beperking.

 

(11)

Volgens de door Slowakije verstrekte informatie zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst die Slowakije in het stadium van het eindverbruik int, en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    In afwijking van de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG wordt Slowakije gemachtigd om het recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) ter zake van uitgaven voor de volgende voertuigcategorieën die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, tot 50 % te beperken:
 

a)

motorvoertuigen in categorie M1 als omschreven in artikel 4, lid 1, punt a), i), van Verordening (EU) 2018/858;

 

b)

motorfietsen in categorie L1e als omschreven in artikel 4, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 168/2013;

 

c)

motorfietsen in categorie L3e als omschreven in artikel 4, lid 2, punt c), van Verordening (EU) nr. 168/2013.

  • 2. 
    Lid 1 is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt of aangekocht voor:
 

a)

wederverkoop, verhuur of leasing;

 

b)

het vervoer van personen onder bezwarende titel, daaronder begrepen taxidiensten;

 

c)

het geven van rijlessen;

 

d)

het uitvoeren van tests;

 

e)

als vervanging van voertuigen die worden gerepareerd.

Artikel 2

In afwijking van artikel 26, lid 1, punt a), van Richtlijn 2006/112/EG wordt de Slowaakse Republiek gemachtigd het niet-zakelijke gebruik van een tot het bedrijf van een belastingplichtige behorend voertuig als bedoeld in artikel 1, lid 1, niet gelijk te stellen aan een dienst onder bezwarende titel, wanneer het recht op aftrek voor dat voertuig krachtens artikel 1 van dit besluit is beperkt.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde uitgaven omvatten al het volgende:

 

a)

de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van in artikel 1, lid 1, bedoelde voertuigen;

 

b)

uitgaven voor leveringen van goederen of diensten die betrekking hebben op de in artikel 1, lid 1, bedoelde voertuigen en het gebruik ervan, met inbegrip van de aankoop van brandstof.

Artikel 4

  • 1. 
    Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving ervan.
  • 2. 
    Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 juli 2025 tot en met 30 juni 2028.
  • 3. 
    Een verzoek om verlenging van de bij dit besluit verleende machtiging wordt uiterlijk op 30 september 2027 bij de Commissie ingediend, vergezeld van een verslag dat ook een evaluatie van het in artikel 1 vastgestelde percentage bevat.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de Slowaakse Republiek.

Gedaan te Luxemburg, 14 april 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    KALLAS
 

  • (2) 
    Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2018/858/oj).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2025/852/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.