Besluit 2025/1258 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Thailand over de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité, en over de oprichting van gespecialiseerde werkgroepen en de vaststelling van de mandaten van die werkgroepen - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/1258 |
26.6.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/1258 VAN DE RAAD
van 23 juni 2025
betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds, over de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité, en over de oprichting van gespecialiseerde werkgroepen en de vaststelling van de mandaten van die werkgroepen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 209, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), werd op 14 december 2022 door de Unie ondertekend en wordt sinds 20 oktober 2024 voorlopig toegepast overeenkomstig Besluit (EU) 2022/2562 van de Raad (2). |
(2) |
Op grond van artikel 52, lid 5, van de overeenkomst stelt het Gemengd Comité zijn eigen reglement van orde vast. |
(3) |
Het Gemengd Comité zal tijdens zijn eerste vergadering zijn reglement van orde vaststellen, gespecialiseerde werkgroepen oprichten en de mandaten van die werkgroepen vaststellen. |
(4) |
Het is passend het standpunt vast te stellen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité over de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité, de oprichting van gespecialiseerde werkgroepen en de vaststelling van de mandaten van die werkgroepen, aangezien de besluiten van het Gemengd Comité voor de Unie bindend zullen zijn. |
(5) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet daarom worden gebaseerd op de aangehechte ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds, over de vaststelling van het reglement van orde van het Gemengd Comité, en over de oprichting van gespecialiseerde werkgroepen en de vaststelling van de mandaten van die werkgroepen, wordt gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité.
Kleine wijzigingen van de ontwerpbesluiten van het Gemengd Comité kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 23 juni 2025.
Voor de Raad
De voorzitter
-
K.KALLAS
-
Besluit (EU) 2022/2562 van de Raad van 24 oktober 2022 betreffende de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (PB L 330 van 23.12.2022, blz. 70, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/2562/oj).
ONTWERP
BESLUIT nr. 1/2025 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-THAILAND DAT IS OPGERICHT BIJ DE KADEROVEREENKOMST INZAKE EEN BREED PARTNERSCHAP EN SAMENWERKING TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS, EN HET KONINKRIJK THAILAND, ANDERZIJDS,
van…
tot vaststelling van zijn reglement van orde
HET GEMENGD COMITÉ EU-THAILAND,
Gezien de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (de “overeenkomst”), en met name artikel 52,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bepaalde onderdelen van de overeenkomst worden sinds 20 oktober 2024 voorlopig toegepast. |
(2) |
Het Gemengd Comité moet daarom zijn reglement van orde vaststellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het reglement van orde van het Gemengd Comité, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt vastgesteld.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor het Gemengd Comité EU-Thailand
De voorzitter en de medevoorzitter
BIJLAGE
REGLEMENT VAN ORDE VAN HET GEMENGD COMITÉ
Artikel 1
Taken en samenstelling
-
1.Het Gemengd Comité, dat is opgericht overeenkomstig artikel 52 van de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (de “overeenkomst”), voert zijn taken uit zoals bepaald in de overeenkomst en in dit reglement van orde.
-
2.Op grond van artikel 52, lid 4, van de overeenkomst heeft het Gemengd Comité de bevoegdheid om de werking en de uitvoering van specifieke overeenkomsten als bedoeld in artikel 53, lid 1, te bespreken. Als onderdeel van het gemeenschappelijk institutioneel kader bespreekt het Gemengd Comité de aangelegenheden die het Gemengd Comité worden voorgelegd door in het kader van specifieke overeenkomsten als bedoeld in artikel 53, lid 1, opgerichte comités en door de subcomités van die comités die zijn opgericht in het kader van de specifieke overeenkomsten.
-
3.Het Gemengd Comité bestaat uit vertegenwoordigers van beide partijen op het hoogst mogelijke niveau.
Artikel 2
Voorzitterschap
-
1.De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Thailand zitten het Gemengd Comité voor wanneer het op ministerieel niveau wordt bijeengeroepen. Die functie kan worden overdragen aan een hoge ambtenaar.
-
2.Het Gemengd Comité wordt beurtelings voorgezeten door een van beide partijen, voor een periode van één kalenderjaar, d.w.z. van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde jaar. De andere partij treedt op als medevoorzitter.
Artikel 3
Bijeenkomsten
-
1.Het Gemengd Comité komt normaal gesproken eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Brussel en in Bangkok, of zoals anders overeengekomen door de medevoorzitters. De vergaderingen van het Gemengd Comité worden bijeengeroepen door de voorzitter die als gastheer optreedt op een datum die in onderling overleg is bepaald. Op verzoek van een van de partijen kunnen in onderling overleg buitengewone vergaderingen van het Gemengd Comité worden belegd.
-
2.Indien beide partijen daarmee instemmen, kunnen de vergaderingen van het Gemengd Comité bij uitzondering via video- of teleconferentie plaatsvinden.
-
3.Het Gemengd Comité komt bijeen op ministerieel niveau, maar kan op het niveau van hoge ambtenaren bijeenkomen indien de partijen dat overeenkomen.
-
4.Bijeenkomsten van het Gemengd Comité zijn niet openbaar, tenzij de medevoorzitters anders besluiten.
Artikel 4
Deelnemers
-
1.Vóór elke vergadering stelt elke partij de medevoorzitters via het secretariaat in kennis van de voorgenomen samenstelling van haar delegatie.
-
2.Indien nodig kunnen deskundigen of vertegenwoordigers van andere organen met toestemming van de partijen voor de vergaderingen van het Gemengd Comité worden uitgenodigd, als waarnemer of om informatie over een specifiek onderwerp te verstrekken.
Artikel 5
Secretariaat
Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Thailand treden gezamenlijk op als secretarissen van het Gemengd Comité. Alle mededelingen van en aan de medevoorzitters van het Gemengd Comité worden doorgestuurd naar de secretarissen. Correspondentie van en aan de medevoorzitters van het Gemengd Comité kan verlopen in om het even welke schriftelijke vorm, ook e-mail.
Artikel 6
Agenda voor de bijeenkomsten
-
1.De voorzitter stelt voor elke vergadering een voorlopige agenda op. De voorlopige agenda wordt, samen met de nodige documenten, ten laatste 15 kalenderdagen voor de start van de vergadering aan de andere partij doorgestuurd.
-
2.Punten die op de voorlopige agenda moeten worden opgenomen, worden ten laatste 21 kalenderdagen voor de start van de vergadering aan de voorzitter voorgelegd.
-
3.De agenda wordt aan het begin van elke vergadering door het Gemengd Comité vastgesteld. Indien beide partijen zulks overeenkomen, kan een punt dat niet op de voorlopige agenda staat, als agendapunt worden toegevoegd.
-
4.De voorzitter kan met instemming van de medevoorzitter de in lid 1 genoemde termijnen inkorten als dat in een bepaald geval noodzakelijk is.
Artikel 7
Notulen
-
1.De twee secretarissen stellen gezamenlijk ontwerpnotulen van elke vergadering op, normaliter binnen 30 kalenderdagen na de datum van de vergadering. De ontwerpnotulen zijn gebaseerd op een samenvatting van de conclusies van het Gemengd Comité door de voorzitter.
-
2.De notulen worden binnen 45 kalenderdagen na de vergaderdatum of uiterlijk op een andere door de partijen overeengekomen datum door beide partijen goedgekeurd. Zodra overeenstemming is bereikt over de ontwerpnotulen, worden twee originelen ondertekend door de voorzitter en de medevoorzitter. Iedere partij krijgt een origineel.
Artikel 8
Besluiten en aanbevelingen
-
1.Het Gemengd Comité kan besluiten nemen en aanbevelingen doen met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst. Besluiten en aanbevelingen van het Gemengd Comité worden goedgekeurd in onderling overleg tussen de partijen. Besluiten en aanbevelingen worden goedgekeurd nadat de partijen hun eigen interne procedures overeenkomstig hun wet- en regelgeving hebben voltooid.
-
2.Elk besluit is bindend vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld.
-
3.Als het Gemengd Comité besluiten en aanbevelingen vaststelt, krijgen die respectievelijk de titel “Besluit” of “Aanbeveling”, gevolgd door een volgnummer, de datum van vaststelling en een beschrijving van het onderwerp.
-
4.Het Gemengd Comité kan, indien beide partijen daarmee instemmen, besluiten of aanbevelingen via de schriftelijke procedure vaststellen. In onderling overleg tussen de partijen kan een termijn worden vastgesteld waarbinnen de schriftelijke procedure moet zijn afgerond, waarna de voorzitter en de medevoorzitter van het Gemengd Comité kunnen verklaren dat de partijen tot een onderling akkoord zijn gekomen, tenzij een van de partijen het tegenovergestelde meedeelt.
-
5.De besluiten en aanbevelingen van het Gemengd Comité worden geauthenticeerd door twee originelen.
-
6.De partijen kunnen beslissen om de besluiten en aanbevelingen van het Gemengd Comité op te nemen in hun respectieve publicatieblad.
Artikel 9
Correspondentie
-
1.De voor het Gemengd Comité bestemde correspondentie wordt gericht aan een van de secretarissen, die op zijn beurt de andere secretaris inlicht.
-
2.Het secretariaat ziet erop toe dat de correspondentie die aan het Gemengd Comité is gericht, naar de voorzitter en de medevoorzitter wordt doorgestuurd, en in voorkomend geval als een in artikel 10 van dit reglement van orde bedoeld document wordt rondgezonden.
-
3.De correspondentie van de voorzitter en de medevoorzitter wordt door het secretariaat naar de partijen gezonden en in voorkomend geval als een in artikel 10 van dit reglement van orde bedoeld document rondgezonden.
Artikel 10
Documenten
-
1.Wanneer de beraadslagingen van het Gemengd Comité gebaseerd zijn op schriftelijke documenten, worden deze door het secretariaat genummerd en onder de leden verspreid.
-
2.Elke secretaris is verantwoordelijk voor de verspreiding van de documenten aan de vertegenwoordigers van zijn kant in het Gemengd Comité en voor het systematisch verstrekken van kopieën aan de andere secretaris.
-
3.Wanneer een partij informatie indient die vertrouwelijk moet worden behandeld, behandelt de andere partij die informatie als zodanig.
Artikel 11
Onkosten
-
1.Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan vergaderingen van het Gemengd Comité.
-
2.Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
Artikel 12
Wijziging van het reglement van orde
Dit reglement van orde kan worden gewijzigd in onderling overleg tussen de partijen, via een besluit van het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 8.
Artikel 13
Gespecialiseerde werkgroepen
-
1.Het Gemengd Comité kan besluiten gespecialiseerde werkgroepen in te stellen om zich bij de uitvoering van zijn taken te laten bijstaan.
-
2.Het Gemengd Comité stelt de mandaten van de op grond van lid 1 ingestelde gespecialiseerde werkgroepen vast.
-
3.De gespecialiseerde werkgroepen brengen na iedere vergadering bij het Gemengd Comité verslag uit.
-
4.De gespecialiseerde werkgroepen hebben geen beslissingsrecht maar kunnen aanbevelingen doen aan het Gemengd Comité.
ONTWERP
BESLUIT nr. 2/2025/ VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-THAILAND DAT IS OPGERICHT BIJ DE KADEROVEREENKOMST INZAKE EEN BREED PARTNERSCHAP EN SAMENWERKING TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HAAR LIDSTATEN, ENERZIJDS, EN HET KONINKRIJK THAILAND, ANDERZIJDS
van…
inzake de oprichting van gespecialiseerde werkgroepen van het Gemengd Comité en de vaststelling van de mandaten van die werkgroepen
HET GEMENGD COMITÉ EU-THAILAND,
Gezien de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds (de “overeenkomst”), en met name artikel 52, en gezien artikel 13 van het reglement van orde van het Gemengd Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 13 van zijn reglement van orde kan het Gemengd Comité gespecialiseerde werkgroepen instellen om zich te laten bijstaan bij het uitvoeren van zijn taken. |
(2) |
De vaststelling van de mandaten van de gespecialiseerde werkgroepen, die in bijlage II zijn opgenomen, laat de voortzetting en de procedures van de arbeidsdialoog tussen de EU en Thailand of de werkgroep EU-Thailand inzake de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) onverlet, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.De gespecialiseerde werkgroepen van het Gemengd Comité, zoals opgenomen in bijlage I bij dit besluit, worden opgericht.
-
2.De mandaten van de gespecialiseerde werkgroepen van het Gemengd Comité, zoals opgenomen in bijlage II bij dit besluit, worden vastgesteld.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor het Gemengd Comité EU-Thailand
De voorzitter en de medevoorzitter
BIJLAGE I
GESPECIALISEERDE WERKGROEPEN VAN HET GEMENGD COMITÉ
(1) |
Gespecialiseerde werkgroep voor mensenrechten en goed bestuur |
(2) |
Gespecialiseerde werkgroep voor handel en investeringen |
(3) |
Gespecialiseerde werkgroep voor duurzame ontwikkeling en groene transitie |
BIJLAGE II
Mandaten van de gespecialiseerde werkgroepen die zijn opgericht uit hoofde van de Kaderovereenkomst inzake een breed partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Thailand, anderzijds
Artikel 1
-
1.Tijdens haar vergaderingen kan elke gespecialiseerde werkgroep de uitvoering van de overeenkomst behandelen op de domeinen die binnen haar werkterrein vallen.
-
2.De gespecialiseerde werkgroepen kunnen ook onderwerpen of specifieke projecten bespreken die verband houden met het relevante gebied van de bilaterale samenwerking.
-
3.Als een van beide partijen daarom verzoekt, kunnen ook afzonderlijke gevallen ter sprake worden gebracht.
Artikel 2
De gespecialiseerde werkgroepen werken onder het gezag van het Gemengd Comité. Zij brengen verslag uit en sturen hun notulen en conclusies binnen 30 kalenderdagen na iedere vergadering toe aan de voorzitter van het Gemengd Comité.
Artikel 3
Elke gespecialiseerde werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de partijen die bevoegd zijn voor de aangelegenheden die binnen haar werkterrein vallen. Na onderling overleg tussen de partijen kunnen de gespecialiseerde werkgroepen indien nodig deskundigen uitnodigen en die raadplegen met betrekking tot specifieke punten op de agenda.
Artikel 4
De gespecialiseerde werkgroepen worden afwisselend voorgezeten door de partijen, overeenkomstig het reglement van orde van het Gemengd Comité. De andere partij treedt op als medevoorzitter. De voorzitter en de medevoorzitter zijn een vertegenwoordiger van de autoriteit die bevoegd is voor de aangelegenheden die onder het werkterrein van elke gespecialiseerde werkgroep vallen.
Artikel 5
Een vertegenwoordiger van de Europese Dienst voor extern optreden en een vertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Thailand treden gezamenlijk op als secretarissen van de gespecialiseerde werkgroepen, tenzij elke partij anders bepaalt op basis van de taken van de desbetreffende gespecialiseerde werkgroep. Alle mededelingen betreffende een bepaalde gespecialiseerde werkgroep worden naar de twee secretarissen gezonden.
Artikel 6
-
1.De gespecialiseerde werkgroepen komen ten minste eenmaal per twee jaar bijeen, afwisselend in Bangkok en in Brussel. Elke vergadering wordt gehouden op een door de partijen overeengekomen plaats en datum.
-
2.Na ontvangst van het verzoek van de ene partij om een vergadering van een gespecialiseerde werkgroep, antwoordt de secretaris van de andere partij binnen 15 kalenderdagen.
-
3.In bijzonder dringende gevallen kunnen de gespecialiseerde werkgroepen op kortere termijn in overleg tussen de partijen worden bijeengeroepen.
-
4.Indien beide partijen daarmee instemmen, kunnen de vergaderingen van de gespecialiseerde werkgroepen bij uitzondering via video- of teleconferentie plaatsvinden.
-
5.De voorzitter en de medevoorzitter worden vóór elke vergadering in kennis gesteld van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van beide partijen.
-
6.Vergaderingen van de gespecialiseerde werkgroepen worden gezamenlijk door de twee secretarissen bijeengeroepen.
Artikel 7
Agendapunten worden ten minste 20 kalenderdagen voor de vergadering van de gespecialiseerde werkgroep bij de secretarissen ingediend. Alle stukken worden ten laatste 15 kalenderdagen voor de vergadering bij de secretarissen ingediend. De secretarissen delen de ontwerpagenda mee ten laatste 10 kalenderdagen voor de vergadering. De definitieve agenda wordt bepaald in onderling overleg tussen de partijen. Onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen agendapunten met instemming van de partijen op kortere termijn aan de agenda worden toegevoegd.
Artikel 8
-
1.Van elke vergadering worden notulen opgesteld.
-
2.Tenzij anders wordt beslist, zijn de vergaderingen van de gespecialiseerde werkgroepen niet openbaar.
Artikel 9
-
1.Elke partij draagt haar eigen personeels-, reis- en verblijfskosten en haar eigen kosten voor post en telecommunicatie in verband met de deelname aan een vergadering van een gespecialiseerde werkgroep.
-
2.Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
Artikel 10
Voor andere aspecten die niet in deze mandaten zijn geregeld, is het reglement van orde van het Gemengd Comité naar analogie van toepassing.
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/1258/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.