Besluit 2025/1267 - Toekenning van macrofinanciële bijstand aan Egypte

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/1267

27.6.2025

BESLUIT (EU) 2025/1267 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 24 juni 2025

tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Arabische Republiek Egypte

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De betrekkingen tussen de Unie en de Arabische Republiek Egypte (“Egypte”) worden ontwikkeld in het kader van de Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (2) (de “associatieovereenkomst”), die sinds 2004 van kracht is. Op 19 juni 2022 hebben de Unie en Egypte de recentste prioriteiten van het partnerschap EU-Egypte voor de periode 2021-2027 aangenomen tijdens de negende Associatieraad EU-Egypte, die werd opgericht bij de associatieovereenkomst (de “partnerschapsprioriteiten”). In de partnerschapsprioriteiten wordt opnieuw bevestigd dat de Unie en Egypte samen tot doel hebben de gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken waarmee zij worden geconfronteerd, de gemeenschappelijke belangen te bevorderen en stabiliteit op de lange termijn en duurzame ontwikkeling aan weerszijden van de Middellandse Zee te waarborgen. De gezamenlijke inzet voor de universele waarden van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten blijft de basis vormen voor de partnerschapsprioriteiten, zoals ook tot uiting komt in het indicatieve meerjarenprogramma EU-Egypte voor de periode 2021-2027 (het “MIP EU-Egypte”).

 

(2)

De partnerschapsprioriteiten weerspiegelen de gezamenlijke inzet van de Unie en Egypte om nauwer samen te werken ter ondersteuning van de “duurzame ontwikkelingsstrategie — visie 2030” van Egypte en de vastbeslotenheid van de Unie om het partnerschap met haar zuidelijke nabuurschap te hernieuwen en te versterken. Met name in de conclusies van de Europese Raad van 10-11 december 2020 heeft de Unie verklaard dat een democratisch, stabieler, groener en welvarender zuidelijk nabuurschap een strategische prioriteit is. In de EU-agenda voor het Middellandse Zeegebied en het bijbehorende economisch en investeringsplan voor de zuidelijke buurlanden, die beide zijn opgenomen in de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 9 februari 2021 getiteld “Hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap: Een nieuwe agenda voor het Middellandse Zeegebied”, worden de doelstellingen van de Unie uiteengezet, met name het tot stand brengen van een duurzaam sociaal-economisch herstel en veerkracht op lange termijn en het bevorderen van de groene en de digitale transitie in de regio.

 

(3)

Op 17 maart 2024 hebben Egypte en de Unie gezamenlijk besloten hun betrekkingen op te schalen naar een strategisch en breed partnerschap, gestoeld op de waarden gelijkheid en wederzijds respect en vertrouwen, teneinde hun gemeenschappelijke stabiliteit, vrede en welvaart te versterken.

 

(4)

In overeenstemming met de partnerschapsprioriteiten beloven de Unie en Egypte verantwoordingsplicht, de rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te waarborgen alsook om democratie, gendergelijkheid en gelijke kansen te bevorderen als grondwettelijke rechten van al hun burgers. Die toezeggingen bevorderen het partnerschap en dragen bij tot de duurzame sociale en economische ontwikkeling, het goede bestuur en de sociaal-economische stabiliteit van Egypte. De nauwere en constructieve samenwerking tussen de Unie en Egypte in de afgelopen periode heeft het pad geëffend voor een zinvollere dialoog over mensenrechtenaangelegenheden. In het kader van de associatieovereenkomst voorzien het subcomité “politieke aangelegenheden, mensenrechten en democratie, internationale en regionale vraagstukken” en het Associatiecomité in de institutionele platforms om van gedachten te wisselen over een reeks mensenrechtenaangelegenheden, hetgeen de Unie wil blijven doen en waarop zij wil voortbouwen. De gestage toekomstige verbetering van de mensenrechtensituatie in Egypte op belangrijke gebieden in verband met burgerlijke, politieke, economische en sociale rechten en fundamentele vrijheden, die door beide partners regelmatig worden aangekaart in bilaterale en internationale fora, zal een positief effect hebben op de betrekkingen tussen de Unie en Egypte.

 

(5)

De bijstand aan Egypte wordt voornamelijk gefinancierd via het nieuwe instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (“NDICI — Europa in de wereld”), dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad (3). De indicatieve toewijzing van de Unie aan Egypte in het kader van het NDICI — Europa in de wereld voor de eerste periode (2021-2024) van het MIP EU-Egypte bedroeg 240 miljoen EUR. Dat komt bovenop de lopende samenwerkingsportefeuille van 1,3 miljard EUR en andere begrotingssteun en noodmaatregelen in reactie op de COVID-19-pandemie en op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne ten belope van 307 miljoen EUR. De partnerschapsprioriteiten voor 2021-2027 komen tot uiting in het MIP EU-Egypte, dat in nauw overleg met alle relevante belanghebbenden is opgesteld, en bestrijken drie brede gebieden: i) duurzame modernisering van de economie en sociale ontwikkeling, ii) partnerschap op het gebied van buitenlands beleid en iii) versterking van de stabiliteit. NDICI — Europa in de wereld vervangt het Europees nabuurschapsinstrument in het kader waarvan de bilaterale bijstand van de Unie aan Egypte voor de periode 2014-2020 756 miljoen EUR bedroeg.

 

(6)

De Unie erkent de sleutelrol van Egypte voor de regionale veiligheid en stabiliteit en heeft er groot belang bij te voorkomen dat Egypte op korte termijn economisch onstabiel wordt, wat bredere gevolgen zou kunnen hebben en het geopolitieke landschap negatief zou kunnen beïnvloeden. Terrorisme, georganiseerde misdaad (zoals mensenhandel), irreguliere migratie, desinformatie en conflicten zijn een gemeenschappelijke bedreiging voor de gemeenschappelijke veiligheid en het sociale weefsel van landen aan weerszijden van de Middellandse Zee. De Unie erkent de bijdrage van Egypte aan de aanpak van dergelijke kwesties. Voorts is energiezekerheid een van de urgentste uitdagingen waar landen aan weerszijden van de Middellandse Zee mee te kampen hebben. Samenwerking op energiegebied tussen de Unie en Egypte kan niet alleen economische welvaart voor de regio betekenen, maar ook de energiezekerheid vergroten door de energieaanvoer te diversifiëren en regionale samenwerking te stimuleren. Daarom hebben de Unie en Egypte een gemeenschappelijk belang bij het versterken van de samenwerking die in de partnerschapsprioriteiten wordt belicht, met volledige inachtneming van het internationaal recht, met inbegrip van het recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht, en bij het bevorderen van gezamenlijke belangen en het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen.

 

(7)

Wijzend op de mondiale en regionale geopolitieke uitdagingen, zoals de humanitaire crisis in Gaza als gevolg van de nasleep van de terroristische aanslagen van Hamas in Israël op 7 oktober 2023, de escalerende spanningen in de Hoorn van Afrika en de veiligheid van de scheepvaart in de Rode Zee, alsook op de migratiedruk door het conflict in Sudan, de onzekere situatie in Syrië, de instabiliteit in Libië, de rol van Egypte als gastland voor grote aantallen vluchtelingen en migranten, en het strategische belang van Egypte als grootste land in de regio en als pijler van stabiliteit voor het hele Midden-Oosten, is de Unie een strategisch en breed partnerschap met Egypte aangegaan, zoals uiteengezet in de gezamenlijke verklaring van de Unie en Egypte, ondertekend in Caïro op 17 maart 2024 (de “gezamenlijke verklaring”).

 

(8)

Doel van het strategisch en breed partnerschap met Egypte is de politieke betrekkingen tussen de Unie en Egypte op te tillen tot een strategisch partnerschap en Egypte in staat te stellen zijn sleutelrol, namelijk het bieden van stabiliteit in de regio, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, te vervullen. Dat partnerschap heeft tot doel bij te dragen tot de ondersteuning van de macro-economische veerkracht van Egypte en de uitvoering van ambitieuze sociaal-economische hervormingen mee mogelijk te maken op een wijze die het hervormingsproces waarin het programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor Egypte voorziet, aanvult en versterkt. Zoals uiteengezet in de gezamenlijke verklaring, zal het strategisch en breed partnerschap betrekking hebben op een breed scala aan beleidsmaatregelen die zijn verdeeld over zes interventiepijlers, namelijk politieke betrekkingen, economische stabiliteit, investeringen en handel, migratie, samenwerking op het gebied van veiligheid en rechtshandhaving, demografie en menselijk kapitaal. Het strategisch en breed partnerschap moet worden ontwikkeld in overeenstemming met initiatieven op het niveau van de Unie en de lidstaten.

 

(9)

Het strategisch en breed partnerschap wordt ondersteund door een financieel pakket van 7,4 miljard EUR dat bestaat uit steun op korte en langere termijn voor de macrobudgettaire en sociaal-economische hervormingsagenda, en uit verhoogde bedragen die beschikbaar zijn om investeringen in Egypte te ondersteunen en gerichte steun voor de uitvoering van de verschillende strategische prioriteiten, waaronder hernieuwbare energie en migratie. Een onderdeel van het steunpakket is het pakket macrofinanciële bijstand van de Unie van maximaal 5 miljard EUR aan leningen, bestaande uit twee macrofinanciële-bijstandsoperaties, één op korte termijn voor maximaal 1 miljard EUR en één op middellange termijn voor maximaal 4 miljard EUR. Dat financiële pakket omvat ook financieringsinstrumenten, zoals garanties en blendinginstrumenten, om publieke en particuliere investeringen aan te trekken met als doel aanzienlijke nieuwe investeringen te genereren met positieve economische gevolgen die alle Egyptenaren ten goede kunnen komen. Dit zal worden aangevuld met programma’s ter ondersteuning van specifieke prioriteiten in het kader van het strategisch en breed partnerschap via individuele projecten en technische bijstand in het kader van NDICI — Europa in de wereld.

 

(10)

Zijn macro-economische begrotingssituatie heeft Egypte de afgelopen maanden voor aanzienlijke uitdagingen gesteld en is aanzienlijk verslechterd, aangezien de externe druk is toegenomen en de overheidsschuld verder is gestegen, met aanhoudende aanzienlijke neerwaartse risico’s voor de economische vooruitzichten. De gevolgen van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de geopolitieke spanningen en conflicten in het Midden-Oosten hebben geleid tot langdurige kapitaaluitstroom en lagere ontvangsten van buitenlandse valuta, met name door een sterke afname van inkomsten uit het toerisme, de opbrengsten van het Suezkanaal, en de gasproductie in een periode van zwalpend vertrouwen onder buitenlandse investeerders. Dat is met name problematisch in de moeilijke begrotingssituatie in Egypte, die wordt gekenmerkt door constante begrotingstekorten en hoge en stijgende schuldquotes. Ondanks die moeilijke externe context is Egypte er in 2024 in geslaagd hervormingen door te voeren, zoals de eenmaking van de wisselkoersen en een strakker monetair beleid, om het behoud van zijn macro-economische stabiliteit te ondersteunen.

 

(11)

De economische en financiële situatie van Egypte wordt sinds 2016 ondersteund door verschillende uitkeringsprogramma’s van het IMF. Deze zijn een driejarige uitgebreide financieringsfaciliteit van 12 miljard USD die in 2016 werd goedgekeurd, financiële noodhulp in het kader van het instrument voor snelle financiering voor een bedrag van 2,8 miljard USD die in 2020 werd goedgekeurd, een eenjarige stand-by-overeenkomst van 5,2 miljard USD die in 2020 werd goedgekeurd, en een vierjarige uitgebreide financieringsfaciliteit van 3 miljard USD die in 2022 werd goedgekeurd en in 2024 tot 8 miljard USD werd verhoogd. Egypte heeft tijdens het eerste deel van zijn contacten met het IMF in 2016-2021 aanzienlijke hervormingsinspanningen geleverd. De hervormingen omvatten een aanzienlijke devaluatie van de munteenheid, in combinatie met hervormingen van het monetaire beleid die gericht waren op een inflatiedoelzone. De hervorming van de brandstofsubsidies ging gepaard met een aanzienlijke versterking van een gericht systeem voor sociale overdrachten. Het beheer van de overheidsfinanciën werd versterkt door strategieën voor inkomsten- en schuldbeheer op middellange termijn te ontwikkelen. De Egyptische autoriteiten zijn ook begonnen met de verbetering van het bestuur van staatsbedrijven.

 

(12)

Na de goedkeuring van een vervolgprogramma van het IMF in december 2022 was de vooruitgang bij de hervormingen minder merkbaar, hoewel Egypte stappen heeft gezet om een gelijk speelveld tussen publieke en particuliere ondernemingen tot stand te brengen door middel van een wet tot afschaffing van de fiscale voorrechten van staatsbedrijven, zij het met vrijstellingen op basis van de nationale veiligheid, en door de vaststelling van een beleid inzake staatseigendom, om de aanwezigheid van de staat in de economie — die ondanks de recente beperkte vooruitgang nog steeds groot en verstorend is — te verminderen, en door te verduidelijken waarom de staat betrokken blijft bij bepaalde strategische sectoren. Egypte is zijn toezegging om de valuta in 2023 duurzaam flexibel te maken echter niet nagekomen, wat heeft geleid tot een grotendeels stabiele officiële wisselkoers en een aanzienlijke parallelle valutamarkt met een aanzienlijk gedevalueerde en zeer volatiele wisselkoers. Die versnippering heeft zware gevolgen gehad voor buitenlandse investeringen en binnenlandse bedrijfsactiviteiten.

 

(13)

Egypte heeft begin 2024 opnieuw betrekkingen aangeknoopt met het IMF en bereikte op 6 maart 2024 een overeenkomst op technisch niveau over een vernieuwd programma van de uitgebreide financieringsfaciliteit, dat werd opgeschaald tot 8 miljard USD. Het nieuwe programma werd bij besluit van de raad van bestuur van het IMF goedgekeurd op 29 maart 2024 en het heeft tot doel: i) geloofwaardige wisselkoersflexibiliteit; ii) een duurzame verstrakking van het monetaire beleid; iii) begrotingsconsolidatie om de houdbaarheid van de schuld te waarborgen; iv) een nieuw kader om de infrastructuuruitgaven te beperken; v) voorzien in toereikende sociale uitgaven ter bescherming van kwetsbare groepen, onder meer tegen stijgingen van de kosten van levensonderhoud en de energieprijzen, en vi) uitvoering van het staatseigendomsbeleid en hervormingen om een gelijk speelveld tot stand te brengen met het oog op het bevorderen van de ontwikkeling van de particuliere sector in de economie. Samen met de ondertekening van de overeenkomst op technisch niveau heeft Egypte ook een flexibilisering van de wisselkoers ingevoerd en de belangrijkste beleidskoers van de centrale bank verhoogd met een aanzienlijke 600 basispunten, in overeenstemming met de prioriteiten van het IMF-programma. In december 2024 werd op technisch niveau overeenstemming bereikt over de vierde evaluatie van het economische hervormingsprogramma van Egypte en in maart 2025 heeft de raad van bestuur van het IMF de evaluatie afgerond.

 

(14)

In het licht van de verslechterende economische situatie en de vooruitzichten die door aanzienlijke neerwaartse risico’s in verband met aanhoudende externe schokken werden gekenmerkt, heeft Egypte de Unie op 12 maart 2024 om aanvullende macrofinanciële bijstand verzocht.

 

(15)

Aangezien Egypte onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

 

(16)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, gericht op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van Egypte, en dienen ter ondersteuning van de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige onmiddellijke aanpassingsmaatregelen en structurele hervormingsmaatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de betalingsbalans van Egypte.

 

(17)

Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Egypte dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen en regionale partners verstrekte middelen te boven gaat, wordt de aan Egypte toe te kennen macrofinanciële bijstand van de Unie, onder de huidige uitzonderlijke omstandigheden, aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Egypte aan de Unie om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie van Egypte te ondersteunen. Het pakket macrofinanciële bijstand van de Unie ter waarde van 5 miljard EUR, met inbegrip van macrofinanciële bijstand van maximaal 4 miljard EUR in het kader van dit besluit, heeft tot doel de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Egypte te ondersteunen en vormt een aanvulling op de middelen die in het kader van het IMF-programma beschikbaar worden gesteld. Het eerste deel van het pakket, een lening voor macrofinanciële bijstand ter waarde van 1 miljard EUR, werd in december 2024 uitbetaald na een positieve beoordeling door de Commissie.

 

(18)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financieringspositie voor Egypte en aldus de economische en sociale ontwikkeling van het land ondersteunen. Door stabiliteit en welvaart in haar nabuurschap te bevorderen, kan de verlening van macrofinanciële bijstand van de Unie aan Egypte ook bijdragen tot de groei en de economische veerkracht van de Unie.

 

(19)

Het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet gebaseerd zijn op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Egypte, en bij de bepaling ervan moet rekening worden gehouden met het vermogen van Egypte om zichzelf te financieren met eigen middelen, in het bijzonder de internationale reserves die het ter beschikking heeft. De macrofinanciële bijstand van de Unie maakt deel uit van een internationale gezamenlijke inspanning en is complementair aan de programma’s van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Egypte en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie in Egypte wordt geboden.

 

(20)

De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de verschillende onderdelen van het externe optreden, met de maatregelen die met betrekking tot die onderdelen zijn vastgesteld, en met andere relevante beleidsdomeinen en waarden van de Unie, zoals democratie, mensenrechten en de rechtsstaat.

 

(21)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens Egypte ondersteunen. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) moeten tijdens de gehele macrofinanciële-bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de consistentie ervan te waarborgen.

 

(22)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet Egypte ondersteunen in zijn inspanningen met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn inspanningen met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

 

(23)

Een basisvoorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Egypte moet zijn dat Egypte concrete, geloofwaardige en tastbare stappen blijft zetten in de richting van het naleven van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel, en de rechtsstaat, en van het garanderen van de eerbiediging van de mensenrechten. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën en het bestuur en het toezicht in de financiële sector in Egypte versterken en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, fatsoenlijk werk en begrotingsconsolidatie. De Commissie en de EDEO moeten er regelmatig op toezien dat aan die basisvoorwaarde is voldaan en dat die specifieke doelstellingen worden verwezenlijkt.

 

(24)

De koppeling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan een op schema liggend uitkeringsprogramma van het IMF, met zijn sterke macrobudgettaire kader en een strenge schuldhoudbaarheidsanalyse, biedt garanties met betrekking tot de terugbetalingscapaciteit van Egypte. Met het oog op een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie, moet Egypte bovendien passende maatregelen nemen voor de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot die bijstand. Een transparant beheer van de in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie toegewezen middelen is van essentieel belang. Daarnaast moet een tussen de Commissie en de Egyptische autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst bepalingen bevatten waarbij het Europees Bureau voor fraudebestrijding wordt gemachtigd om overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (5) onderzoeken, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, uit te voeren, de Commissie en de Rekenkamer worden gemachtigd audits uit te voeren en het Europees Openbaar Ministerie wordt gemachtigd zijn bevoegdheden uit te oefenen met betrekking tot de verlening van macrofinanciële bijstand van de Unie tijdens en na de beschikbaarheidsperiode van die bijstand.

 

(25)

De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad als begrotingsautoriteit onverlet.

 

(26)

De bedragen van de voorziening voor in de vorm van leningen verstrekte macrofinanciële bijstand moeten stroken met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

 

(27)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot die macrofinanciële bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

 

(28)

Het jaarverslag over de uitvoering van dit besluit moet informatie bevatten over concrete, tastbare en geloofwaardige stappen van Egypte in de richting van het naleven van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel, en de rechtsstaat, en van het garanderen van de eerbiediging van de mensenrechten.

 

(29)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

 

(30)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan voorwaarden inzake economisch beleid, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgelegd. Ter wille van de efficiëntie en om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen, moet de Commissie worden gemachtigd om met de Egyptische autoriteiten onderhandelingen over die voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens Verordening (EU) nr. 182/2011 moet in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet, in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt. Gezien de mogelijk aanzienlijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure, zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 182/2011, wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan Egypte moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, schorsen of annuleren van de bijstand die onderzoeksprocedure worden toegepast.

 

(31)

Daar de doelstelling van dit besluit, namelijk het voorzien in de externe financieringsbehoeften van Egypte, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

 

(32)

Om Egypte snel macrofinanciële bijstand te kunnen verlenen moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Unie stelt Egypte macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar voor een maximumbedrag van 4 miljard EUR (de “macrofinanciële bijstand van de Unie”) teneinde de economische stabilisatie van Egypte en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na vaststelling van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De macrofinanciële bijstand van de Unie draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Egypte die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.
  • 2. 
    Met het oog op de financiering van de macrofinanciële bijstand van de Unie is de Commissie bevoegd om namens de Unie op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en die aan Egypte door te lenen.
  • 3. 
    De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en Egypte, en met de hoofdbeginselen en -doelstellingen van de economische hervormingen die in de associatieovereenkomst zijn vastgelegd.

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, met inbegrip van de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

  • 4. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt beschikbaar gesteld voor een periode van tweeënhalf jaar, die ingaat op de eerste dag na de datum van inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.
  • 5. 
    Indien de financieringsbehoeften van Egypte tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst of annuleert zij die.

Artikel 2

  • 1. 
    Een basisvoorwaarde voor toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie bestaat erin dat Egypte concrete en geloofwaardige stappen blijft zetten in de richting van het naleven van doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel, en de rechtsstaat, en van het garanderen van de eerbiediging van de mensenrechten.
  • 2. 
    De Commissie en de EDEO zien er tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie op toe dat aan de in lid 1 uiteengezette basisvoorwaarde is voldaan.
  • 3. 
    De leden 1 en 2 van dit artikel worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad (7).

Artikel 3

  • 1. 
    De Commissie bereikt, volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de Egyptische autoriteiten overeenstemming over duidelijk bepaalde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie onderworpen is. Die voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming, waarin een tijdschema is opgenomen voor het vervullen ervan. Die voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma’s voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door Egypte met steun van het IMF worden uitgevoerd.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheerssystemen voor de overheidsfinanciën in Egypte te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, ook voor kleine en middelgrote ondernemingen, de ontwikkeling van op regels gebaseerde en eerlijke handel, duurzame ontwikkeling, goed bestuur en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie ziet regelmatig toe op de vooruitgang die Egypte bij het verwezenlijken van die doelstellingen boekt.
  • 3. 
    De financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden in detail vastgelegd in een overeenkomstig artikel 223 van Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van het Europees Parlement en de Raad (8) (het “Financieel Reglement”) tussen de Commissie en de Egyptische autoriteiten te sluiten leningsovereenkomst (de “leningsovereenkomst”).
  • 4. 
    De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, eerste alinea, bedoelde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van Egypte verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Met het oog op dat onderzoek werkt de Commissie nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en met de Raad.

Artikel 4

  • 1. 
    De Commissie stelt de macrofinanciële bijstand van de Unie onder de in lid 3, eerste alinea, bedoelde voorwaarden beschikbaar in tranches. De omvang van die tranches wordt vastgelegd in het memorandum van overeenstemming. Een tranche kan in een of meer deeltranches worden uitbetaald.
  • 2. 
    De in de vorm van een lening verstrekte bedragen van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien voorgeschreven, beschikbaar gesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2021/947.
  • 3. 
    De Commissie besluit tot uitkering van de tranches mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de in artikel 2, lid 1, vastgestelde basisvoorwaarde;

 

b)

een constante bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige aanpassingsmaatregelen en structurele hervormingsmaatregelen, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF, en

 

c)

de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden.

De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de eerste tranche uitbetaald. De derde tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitkering van de tweede tranche uitgekeerd.

  • 4. 
    Indien de in lid 3, eerste alinea, bedoelde voorwaarden niet zijn vervuld, schorst de Commissie tijdelijk de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie of annuleert zij die. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad onverwijld in over de redenen voor die schorsing of annulering.
  • 5. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald aan de centrale bank van Egypte. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde bepalingen, onder meer betreffende een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie door de centrale bank van Egypte aan het Egyptische ministerie van Financiën als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 5

  • 1. 
    Voor de financiering van de macrofinanciële bijstand van de Unie in de vorm van leningen wordt de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, de nodige financiële middelen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen te lenen overeenkomstig artikel 224 van het Financieel Reglement.
  • 2. 
    De Commissie sluit de in artikel 3, lid 3, bedoelde leningsovereenkomst voor het in artikel 1 bedoelde bedrag. In de leningsovereenkomst worden de beschikbaarheidsperiode en de gedetailleerde voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie vastgesteld, onder meer met betrekking tot de internecontrolesystemen. Egypte lost de lening af, die wordt verstrekt tegen voorwaarden die het land in staat stellen ze af te lossen over een lange periode, met inbegrip van een eventuele aflossingsvrije periode. De maximale looptijd van de lening bedraagt 35 jaar.
  • 3. 
    De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad in over ontwikkelingen met betrekking tot de in lid 2 bedoelde verrichtingen.

Artikel 6

  • 1. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgevoerd overeenkomstig het Financieel Reglement.
  • 2. 
    De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer uitgevoerd.
  • 3. 
    Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie door middel van een operationele beoordeling de deugdelijkheid van de voor de bijstand geldende financiële regelingen, administratieve procedures en interne- en externecontrolemechanismen van Egypte.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 8

  • 1. 
    De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dat verslag:
 

a)

wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

 

b)

worden de economische situatie en de vooruitzichten van Egypte, alsook de bij de uitvoering van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen gemaakte vorderingen beoordeeld;

 

c)

wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, de actuele economische en budgettaire prestaties van Egypte en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie, en worden concrete en geloofwaardige stappen uiteengezet die zijn genomen om de democratische mechanismen en de rechtsstaat te eerbiedigen en de mensenrechten te waarborgen.

  • 2. 
    Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 24 juni 2025.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    SZŁAPKA
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 18 juni 2025 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 23 juni 2025.
  • (3) 
    Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/947/oj).
  • (4) 
    Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/883/oj).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/1267/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.