Besluit 2025/1295 - Standpunt EU in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk over een gezamenlijke verklaring van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in de Partnerschapsraad van die handels- en samenwerkingsovereenkomst

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/1295

30.6.2025

BESLUIT (EU) 2025/1295 VAN DE RAAD

van 17 juni 2025

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, over een gezamenlijke verklaring van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in de Partnerschapsraad van die handels- en samenwerkingsovereenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”), werd door de Unie bij Besluit (EU) 2021/689 van de Raad (1) gesloten en is op 1 mei 2021 in werking getreden nadat zij vanaf 1 januari 2021 voorlopig werd toegepast.

 

(2)

De doelstellingen van deel twee, rubriek een, titel VIII inzake energie, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (“titel VIII”) zijn het bevorderen van de handel en investeringen op het gebied van energie en grondstoffen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) en het verbeteren van de voorzieningszekerheid en milieuduurzaamheid, met name door bij te dragen aan de bestrijding van klimaatverandering op die gebieden.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 331, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is titel VIII van toepassing tot en met 30 juni 2026.

 

(4)

De Partnerschapsraad kan overeenkomstig artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen 1 juli 2026 en 31 december 2026 besluiten om de toepassing van titel VIII tot en met 31 maart 2027 te verlengen. Tussen 1 april 2027 en 31 december 2027 en op enig moment in een daaropvolgend jaar kan de Partnerschapsraad bovendien besluiten de toepassing van titel VIII te verlengen tot en met 31 maart van het daaropvolgende jaar.

 

(5)

Om de doelstellingen van titel VIII te verwezenlijken, is het passend dat de Unie en het Verenigd Koninkrijk in de Partnerschapsraad een gezamenlijke verklaring afleggen waarin zij uiting geven aan hun politieke overeenstemming over het feit dat het passend zou zijn de toepassing van titel VIII te verlengen.

 

(6)

De Unie en het Verenigd Koninkrijk moeten in de Partnerschapsraad van de handels- en samenwerkingsovereenkomst een gezamenlijke verklaring aannemen.

 

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen over een gezamenlijke verklaring van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in de Partnerschapsraad waarin zij uiting geven aan hun politieke overeenstemming over het feit dat het passend zou zijn de toepassing van titel VIII te verlengen. Dat zou gebeuren overeenkomstig artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en op basis van een duurzaam behoud van het algemeen evenwicht tussen rechten en plichten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen over een gezamenlijke verklaring van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, is opgenomen in het aan dit besluit gehechte ontwerp van gezamenlijke verklaring van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in de Partnerschapsraad.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 17 juni 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    HENNIG-KLOSKA
 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/689/oj).
 

ONTWERP

GEZAMENLIJKE VERKLARING …/2025 VAN DE UNIE EN HET VERENIGD KONINKRIJK IN DE PARTNERSCHAPSRAAD DIE IS OPGERICHT BIJ DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, ENERZIJDS, EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND, ANDERZIJDS,

van …

De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (het “Verenigd Koninkrijk”) herbevestigen hun verbintenis om de handels- en samenwerkingsovereenkomst volledig uit te voeren als onderdeel van een ambitieus, breed en evenwichtig economisch partnerschap dat wederzijdse voordelen oplevert.

In dat kader en gezien de doelstellingen van deel twee, rubriek een, titel VIII inzake energie, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (“titel VIII”), te weten bevordering van de handel en investeringen op het gebied van energie en grondstoffen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk en doorlopende verbetering van de voorzieningszekerheid en milieuduurzaamheid, met name door bij te dragen aan de bestrijding van klimaatverandering op die gebieden, delen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk de politieke opvatting dat die doelstellingen doorlopend moeten worden nagestreefd en dat het passend zou zijn om de toepassing van titel VIII te verlengen.

Daartoe zouden opeenvolgende besluiten overeenkomstig artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst moeten worden genomen.

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/1295/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.