Mr. J. Limburg - Hoofdinhoud
Knappe en sympathieke jurist en gerenommeerde advocaat uit een joods middenstandsgezin, die als veelzijdig vrijzinnig-democratisch Tweede Kamerlid onder meer een initiatiefwet tot stand bracht over de toegang voor hbs'ers tot de universiteit. Werd in 1905 Kamerlid en wist zijn zetel daarna - soms met moeite - te behouden, onder andere via het rode district Schoterland. Was tevens ruim achttien jaar gedeputeerde van Zuid-Holland. Trad in 1916 terug als fractiesecretaris nadat Marchant i, die veel militanter was dan hij, tot fractievoorzitter was gekozen. Slaagde er in 1926 net niet in een 'zakenkabinet' te formeren waarin hijzelf minister van Justitie zou worden. Deze formatiepoging leidde tot een breuk met zijn partij. Werd daarna staatsraad.
VDB
functie(s) in de periode 1905-1940: lid Tweede Kamer, lid Raad van State
Inhoudsopgave
Joseph
geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 29 december 1866
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 15 mei 1940 partij(en)
VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond), tot februari 1926
-
-advocaat te 's-Gravenhage, van 1890 tot april 1926
-
-rechter-plaatsvervanger Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage, van 1 januari 1898 tot april 1926
-
-lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 6 juli 1904 tot 15 maart 1926 (1904-1919 voor het kiesdistrict 's-Gravenhage)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1905 tot 17 september 1918 (1905-1909 voor het kiesdistrict 's-Gravenhage I, 1909-1913 voor het kiesdistrict Schoterland, 1913-1918 voor het kiesdistrict Groningen)
-
-lid Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van 3 juli 1907 tot 15 maart 1926
-
-lid Raad van State, van 1 mei 1926 tot 15 mei 1940 (benoemd bij K.B. van 10 april 1926)
(in)formateurschap(pen)
-
-kabinetsformateur, van 23 januari 1926 tot 26 februari 1926 (poging mislukt)
-
-fractiesecretaris VDB Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 30 september 1909 tot mei 1916
-
-lid hoofdbestuur VDB, van 22 mei 1916 tot juli 1916
-
-ondervoorzitter VDB, van juli 1916 tot december 1920
-
-voorzitter Rijkswoningcollege, van 1909 tot januari 1920
-
-voorzitter curatorium "Het Nederlandsch Lyceum" te 's-Gravenhage, van 1909 tot 1940 (medeoprichter)
-
-voorzitter Staatscommissie inzake de redactie der bepalingen omtrent de ouderlijke macht en de voogdij, vanaf 7 september 1910
-
-lid Staatscommissie tot voorbereiding van de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Staatscommissie-Gratama), van 25 november 1911 tot maart 1920
-
-lid Staatscommissie inzake het Bioscoopvraagstuk (Staatscommissie-Ledeboer), vanaf november 1918
-
-lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-Ruijs de Beerenbrouck), van 20 december 1918 tot 27 december 1920
-
-lid Staatscommissie inzake herziening van de Nederlandse Burgerlijke Wetgeving, vanaf 4 oktober 1919
-
-voorzitter Staatscommissie tot voorbereiding voor de herziening van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, vanaf 4 maart 1920
-
-ondervoorzitter Centrale Commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken, vanaf 1919
-
-lid dagelijks bestuur Vereniging voor Volkenbond en Vrede, van 1919 tot 1933 (voorzitter 1919-1924 en 1927-1928)
-
-voorzitter College van Bijstand bedoeld in art. 35 der Woningwet, omstreeks 1919
-
-voorzitter Rijkswoningraad, van 20 januari 1920 tot 1 november 1922
-
-voorzitter Staatscommissie scheepvaartverbinding van Amsterdam met de Boven-Rijn, van 26 januari 1921 tot januari 1925
-
-deken Orde van Advocaten bij de Hoge Raad, vanaf 1921
-
-lid permanent scheidsgericht Nederlands-Duits Verdrag inzake krediet en steenkolen, 1921
-
-lid Raad van Defensie, van 15 mei 1922 tot 15 mei 1940
-
-voorzitter Commissie van Advies voor Volkenrechtelijke vraagstukken, van 6 maart 1924 tot 15 mei 1940
-
-lid Staatscommissie voorbereiding Codificatie Internationaal Privaatrecht, van 15 mei 1924 tot 15 mei 1940
-
-lid College van Curatoren Rijksuniversiteit Leiden, van 1 november 1924 tot mei 1940
-
-lid Commissie van Advies inzake aardolie-aangelegenheden, omstreeks 1930
-
-lid Nederlandse delegatie bij de Volkenbond
-
-congresvoorzitter Unie van Volkenbondsverenigingen te Genève, Boedapest en Perugia (in 1930 en 1931)
-
-lid commissie belast met het afnemen van het examen voor benoembaarheid tot gezantschapssecretaris der tweede klasse, van 20 november 1937 tot 15 mei 1940
-
-lid Technische Commissie intellectuele toenadering tussen Nederland en België, omstreeks 1938
afgeleide functies, presidia etc.
-
-voorzitter Commissie van Rapporteurs voor de ontwerp-wet Verlening van ouderdomsrenten aan behoeftigen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van februari 1914 tot mei 1916
-
-lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1917 tot november 1917
-
-lid afdeling Buitenlandse Zaken (Raad van State)
-
-lid afdeling Economische Zaken (en Arbeid) (Raad van State)
-
-lid afdeling Arbeid, Handel en Nijverheid (Raad van State)
-
-lid afdeling Justitie (Raad van State)
-
-lid afdeling Landbouw (Raad van State)
-
-lid afdeling Sociale zaken (Raad van State)
-
-lid afdeling geschillen van bestuur (Raad van State)
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
voortgezet onderwijs-
-gymnasium te 's-Gravenhage
academische studie
-
-rechtsgeleerdheid (gepromoveerd op dissertatie), Rijksuniversiteit Leiden, van 22 september 1885 tot 30 juni 1890
-
-Hield zich als Tweede Kamerlid onder meer bezig met justitie, arbeidszaken en onderwijs
-
-Bracht in 1917 met Albarda (SDAP), Bongaerts (R.K.) en De Savornin Lohman (CHU) een initiatiefwet tot wijziging van de Hoger-Onderwijswet tot stand, waardoor afgestudeerden aan de HBS toegang kregen tot de universitaire studies wis- en natuurkunde en geneeskunde
opvallend stemgedrag
-
-Behoorde in 1911 tot de vier VDB-leden die vóór het wetsvoorstel tot bestrijding van zedeloosheid stemden
-
-Was de verdediger van Troelstra in 1898 toen deze wegens belediging van de officier van justitie te Leeuwarden terecht stond
-
-Was in 1923 een serieuze kandidaat voor het burgemeesterschap van Rotterdam, maar bedankte daarvoor
-
-In 1926 (26 februari) mislukte zijn poging om een kabinet te vormen op het allerlaatste moment. De namen van de ministers waren al bekend, maar de CHU weigerde in te stemmen met de oplossing voor het geschil over het gezantschap bij de Paus. Hij was zelf de beoogde minister van Justitie.
-
-Trad uit de VDB, omdat Marchant zich afkeurend had uitgelaten over zijn poging een extraparlementair kabinet te vormen
uit de privésfeer
-
-Er waren vermoedens dat hij op 15 mei 1940 zelfmoord pleegde. Uit het medisch attest over zijn overlijden blijkt echter dat dit niet zo was. Een in Den Haag wonende neef van hem pleegde wel zelfmoord.
verkiezingen (5/7)
-
-Versloeg in 1909 bij een naverkiezing in het district Schoterland J.A. Bergmeijer (sdap). Werd gekozen, nadat Th.H. de Meester geopteerd had voor Den Helder.
-
-Werd in 1913 in het district Schoterland na herstemming verslagen door M. Mendels (sdap) en in het district Zaandam na herstemming door J.E.W. Duijs (sdap)
-
-Versloeg in 1913 bij een naverkiezing in het district Groningen E. Rugge (sdap). Werd gekozen, nadat D. Bos geopteerd had voor Winschoten.
-
-Versloeg in 1917 S. van Houten (comité anti-grondwetsherziening) en G. Sterringa (sdp)
-
-Was in 1918 tweede op de VDB-kandidatenlijst in de westelijke provincies, maar werd niet gekozen omdat E.A. van Beresteyn meer (voorkeur)stemmen kreeg
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-P.J. Oud, "Het Jongste Verleden", deel III, 70 e.v.
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
-
-Onze Afgevaardigden, 1905, 1909 en 1913
-
-Wie is dat? 1931
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.