Jhr.Mr.dr. H.A. van Karnebeek - Hoofdinhoud
Onberispelijke diplomaat en minister, die wel vond dat hij het goed met zichzelf had getroffen. Warm pleitbezorger van de Nederlandse zelfstandigheidspolitiek. Was ambtenaar bij Koloniën en daarna burgemeester van Den Haag. Kreeg in die functie onder meer te maken met massademonstraties op Prinsjesdag voor algemeen kiesrecht. Maakte als conservatieve liberaal deel uit van de rechtse kabinetten-Ruijs de Beerenbrouck I i en II en -Colijn I i. Trad in 1927 als minister in het kabinet-De Geer i af na verwerping door de Eerste Kamer van het Verdrag met België, dat hij als zijn levenswerk beschouwde. Nadien Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland. Werd door veel tijdgenoten als de beste Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken beschouwd die ons land tot dan had gehad.
Liberaal, maar partijloos
functie(s) in de periode 1918-1942: minister, Commissaris van de Koning(in), burgemeester van 's-Gravenhage
Inhoudsopgave
Herman Adriaan
geboorteplaats en -datum
's-Gravenhage, 21 augustus 1874
overlijdensplaats en -datum
's-Gravenhage, 29 maart 1942 stroming(en)
oud-liberaal
partij(en)
partijloos
-
-medewerker secretariaat, Eerste Haagse Vredesconferentie, van 1899 tot 1901
-
-adjunct-commies afdeling Justitie, Onderwijs, Eredienst en Nijverheid, ministerie van Koloniën, van 1901 tot maart 1904
-
-commies afdeling Justitie, Onderwijs, Eredienst en Nijverheid, ministerie van Koloniën, van 7 maart 1904 tot 1 augustus 1906
-
-hoofdcommies afdeling Justitie, Onderwijs, Eredienst en Nijverheid, ministerie van Koloniën, van 1 augustus 1906 tot februari 1908
-
-toegevoegd gedelegeerde tweede Vredesconferentie, 1907
-
-chef afdeling Justitie, Onderwijs, Eredienst en Nijverheid (rang: referendaris), ministerie van Koloniën, van 3 februari 1908 tot 1 augustus 1911
-
-burgemeester van 's-Gravenhage, van 1 augustus 1911 tot 9 september 1918 (benoemd bij K.B. van 30 mei 1911)
-
-minister van Buitenlandse Zaken, van 9 september 1918 tot 1 april 1927
-
-Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, van 1 maart 1928 tot 29 maart 1942 (benoemd bij K.B. van 14 januari 1928)
ambtstitel
-
-minister van staat, van 25 augustus 1927 tot 29 maart 1942 (t.g.v. verjaardag koningin)
-
-lid hoofdbestuur Vereniging "Onze Vloot"
-
-kamerjonker Koningin Wilhelmina, vanaf 4 februari 1904
-
-kamerheer in buitengewone dienst van koningin Wilhelmina, van 4 februari 1910 tot 29 maart 1942
-
-lid Staatscommissie betreffende de organisatie der protestantse kerk in Nederlands-Indië (Staatscommissie-De Marez Oyens), van 8 december 1910 tot mei 1913
-
-voorzitter tweede assemblée Volkenbond, van 1921 tot 1922
-
-lid curatorium "Het Nederlandsch Lyceum" te 's-Gravenhage, van 1921 tot 1938
-
-voorzitter Vereniging voor Volkenbond en Vrede, van 1930 tot 1932
-
-lid Internationale schikkingscommissies
-
-lid Permanent Hof van Arbitrage, van 1935 tot 29 maart 1942
-
-voorzitter Carnegiestichting, van 1 januari 1936 tot 29 maart 1942
-
-lid Raad van Toezicht Vereeniging voor Luchtbescherming, vanaf januari 1937
-
-ambassadeur in bijzondere zending, voorzitter handelsmissie naar Zuid-Amerika, 1937
afgeleide functies, presidia etc.
ondervoorzitter van de ministerraad (kabinet-De Geer I), van 8 maart 1926 tot 1 april 1927
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
-
-erevoorzitter VNG (Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten)
-
-erevoorzitter Koninklijke Nederlandsche Brandweervereeniging
-
-Gymnasium Haganum te 's-Gravenhage, tot juli 1893
academische studie
-
-rechtswetenschap (gepromoveerd op stellingen), Rijksuniversiteit Utrecht, van 1893 tot 6 april 1900
-
-staatswetenschap (gepromoveerd op dissertatie), Rijksuniversiteit Utrecht, tot 6 april 1900 (cum laude)
-
-Tijdens zijn ministerschap trad Nederland (in 1920) toe tot de Volkenbond
-
-Zette in 1920 het sinds 1915 bestaande tijdelijke gezantschap bij de Paus om in een permanente missie
-
-Legde op 3 juni 1920 een verklaring af over de opschorting van de onderhandelingen met België over herziening van het verdrag ui 1839. De opschorting vanwege de Wielingen-kwestie (vaargeul vanuit de Schelde) werd betreurd en wekte verbazing vanwege de Nederlandse bereidheid tot arbitrage. De verklaring werd met instemming begroet.
-
-Leidde van 4 november 1921 tot en met 14 januari 1922 de Nederlandse delegatie naar de ontwapeningsconferentie te Washington. Besproken werd onder meer vermindering van het aantal oorlogsschepen in de Stille Oceaan.
-
-Vertegenwoordigde Nederland van 7 april tot 15 mei 1922 op de Conferentie van Genua over de Duitse en Russische schulden. Vanwege zijn afwezigheid werd op voorstel van Oud (VDB) besloten de behandeling van de omstreden 'Vlootwet' uit te stellen tot na de verkiezingen. Ook Ruijs de Beerenbrouck was enige tijd aanwezig.
-
-Formuleerde in 1922 de zogenaamde "Zelfstandigheidspolitiek", waarbij Nederland actief moest zijn in de Volkenbond, maar tevens een krachtige defensie moest hebben ter verdediging van de neutraliteit
-
-Verdedigde in oktober 1923 samen met de ministers Westerveld, De Graaff en Colijn zonder succes de ontwerp-Vlootwet in de Tweede Kamer. Dat ontwerp behelsde de bouw van een marinevloot met een kern van zestien onderzeeboten, twee kruisers, twee onderzeebootmijnenleggers, twaalf jagers en vier flottieljevaartuigen, alsmede honderd vliegtuigen. De kosten hiervan werden over zes jaar verdeeld. Het wetsvoorstel werd met 50 tegen 49 stemmen verworpen.
-
-Nam het initiatief om in samenwerking met de Scandinavische landen en Zwitserland een voorontwerp betreffende de oprichting van een Permanent Hof van Internationale Justitie uit te werken
-
-Herstelde de relatie met België en sloot op 3 april 1925 in Den Haag een Verdrag met dat land over onder meer de verbinding van de Schelde met de Rijn en gemeenschappelijk beheer van de Westerschelde
-
-De Tweede Kamer verwierp op 24 maart 1927 het door hem voorgestelde (nieuwe) begrotingsartikel over gelden voor het gezantschap bij de Heilige Stoel in Rome. Hij had de post bij nota van wijziging opgevoerd, nadat in november 1925 aanneming van een amendement-Kersten/Zandt tot schrapping van de gelden had geleid. De verwerping van het artikel met 48 tegen 41 stemmen betekende het (voorlopige) einde van het gezantschap bij de paus.
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen-
-Stond tot de jaren dertig bekend als pro-Duits
-
-Weigerde op 4 januari 1924 een geheime opdracht tot vorming van een extraparlementair kabinet
-
-Kon in november 1925 tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van de begroting van Buitenlandse Zaken niet verhinderen dat een amendement (ingediend door de SGP'ers Kersten en Zandt) met 52 tegen 42 stemmen werd aangenomen, waardoor de gelden voor het gezantschap bij de Paus werden geschrapt. Aanneming van het amendement leidde tot ontslagname van de vier katholieke ministers en de val van het kabinet.
-
-Kon in maart 1926 niet verhinderen dat het gezantschap bij de Paus door verwerping van het begrotingsartikel werd opgeheven. Voor stemden Katholieken en ARP. Duymaer van Twist, Visscher en Scheurer waren afwezig, bij de CHU was De Visser afwezig.
-
-Trad af als minister naar aanleiding van de verwerping in de Eerste Kamer op 24 maart 1927 van het wetsvoorstel tot Goedkeuring van het Verdrag met België. Het wetsvoorstel werd verworpen met 33 tegen 17 stemmen.
uit de privésfeer
-
-Was op het gymnasium klasgenoot van jhr. B.C. de Jonge
-
-Sinds 1923 eigenaar van landgoed "De Eese" bij Steenwijkerwold
-
-Eén van zijn zoons was burgemeester van Zwolle
anekdotes en citaten
-
-Toen hij in 1912 commissaris werd van een dochterbedrijf van het Amerikaanse Standard Oil maakte Wilhelmina hem daarover een verwijt. Zij vond het een onvaderlandslievende daad. Hij mocht in oliekringen nooit laten merken dat hij ook in hofkringen verkeerde.
-
-Wilhelmina en Emma noemden hem in hun onderlinge correspondentie vanwege zijn Indische uiterlijk 'de neger'
-
-Aan het einde van zijn lage rede op 4 november 1926 in de Tweede Kamer ter verdediging van het Verdrag met België zei hij: "(...) omdat ik de overtuiging heb, dat het voorstel dat u wordt voorgelegd, ook uw goedkeuring waardig is. Ik huiver bij de gedachte dat er een andere uitspraak door dit Parlement zou worden gedaan."
-
-Na zijn vijf uur durende verdediging in de Eerste Kamer van het Nederlands-Belgische Verdrag kreeg hij applaus van voor- en tegenstanders
-
-C.K. Elout, "Een Europeesch staatsman, Jhr.Mr.Dr. H.A. van Karnebeek" (1942) 114-117
-
-C.B. Wels, "Karnebeek, jhr. Herman Adriaan van (1874-1942)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel I, 286
-
-R. Schuursma, "De beste van het Interbellum", in: "De Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken in de twintigste eeuw" (1999)
-
-D. Hillenius, "Jhr.mr. H.A. van Karnebeek", in VNG-Magazine, 18 augustus en 8 september 2000
-
-Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld (1938)
-
-R. Schuursma, "Het onaannemelijk tractaat, het verdrag met België van 3 april 1925 in de Nederlandse publieke opinie" (dissertatie, 1975)
-
-C.B. Wels, "Van Karnebeeks breuk met de traditie", in: "Figuren en Figuraties" (1979) p. 193-221
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.