Lijst van vragen en antwoorden over brief minister van OCW d.d. 2 juni 2008 inzake Oprichting Nationaal Historisch Museum (Kamerstuk 31495, nr. 1). - Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum

Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 31495 - Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum; Lijst van vragen en antwoorden over brief minister van OCW d.d. 2 juni 2008 inzake Oprichting Nationaal Historisch Museum (Kamerstuk 31495, nr. 1). 
Document­datum 18-06-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST120139
Kenmerk 31495, nr. 2
Van Staten-Generaal (SG)
Commissie(s) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2007–2008

31 495

Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum

Nr. 2

LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 juni 2008

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd over de brief d.d. 2 juni 2008 inzake Oprichting Nationaal Historisch Museum (Kamerstuk 31 495, nr. 1). De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 18 juni 2008. De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van de Camp

Adjunct-griffier van de commissie Arends

1 Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Depla (PvdA), Slob (CU), Remkes (VVD), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Dijk (CDA), Aptroot (VVD), Leerdam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Verdonk (Verdonk), Van Leeuwen (SP), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Van Dijk (SP), Besselink (PvdA), De Rooij (SP), Ouwe-hand (PvdD), Dibi (GL) en Vacature (SP). Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Ferrier (CDA), Gill’ard (PvdA), Anker (CU), Van Miltenburg (VVD), Atsma (CDA), Uitslag (CDA), Schinkels-hoek (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Dijken (PvdA), Hamer (PvdA), Vietsch (CDA), Van Dam (PvdA), Van der Burg (VVD), Gesthuizen (SP), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Ten Broeke (VVD), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Peters (GL) en Van Bommel (SP).

1

Op welke wijze legt de stichting Nationaal Historisch Museum (NHM)

financiële verantwoording af en tegenover wie?

De stichting legt jaarlijks, net als de andere rijksgesubsidieerde musea, financiële verantwoording af door middel van het indienen van een bestuursverslag en (toegelicht) financieel jaarverslag, vergezeld van een accountantsverklaring, op basis van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen en de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen.

2

Hoe is de stichting Nationaal Historisch Museum betrokken bij het bepalen van de aard en inhoud van de permanente en tijdelijke presentaties?

De stichting bepaalt zelf aard en inhoud van de permanente en tijdelijke presentaties, het is een onafhankelijke stichting.

3

Wat is de relatie tussen de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de stichting Nationaal Historisch Museum?

Het Nationaal Historisch Museum heeft een subsidierelatie met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap conform de wet op het specifiek cultuurbeleid. Voorts benoemt de Minister de leden van de raad van toezicht: artikel 8.1.

4

Kunt u de Kamer voorzien van een kopie van de brief of het verslag van het gesprek met de Algemene Rekenkamer dat conform artikel 96, tweede lid van de Comptabiliteitswet dient plaats te vinden?

Zie bijlage.1

5

Kunt u nader toelichten wat de code «cultural governance» ten aanzien

van de stichting Nationaal Historisch Museum inhoudt?

De code Cultural Governance beoogt goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording in de culturele sector. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap verwacht van culturele instellingen dat zij werken volgens deze code. Bij de vormgeving van de statuten van de stichting Nationaal Historisch Museum is gebruik gemaakt van de principes en best-practice bepalingen van het «raad-van-toezicht-model» van de code Cultural Governance van Kunst en Zaken.

6

Is inmiddels meer informatie bekend over de financiële situatie van de op

te richten stichting en zo ja, kunt u deze informatie aan de Kamer sturen?

De financiële reeks die in mijn begroting gereserveerd staat voor de op te richten stichting bedraagt € 2 mln. (2008), € 3 mln. (2009), € 5 mln. (2010) en € 12 mln. structureel vanaf 2011.

1 Noot: de bijlage bij de antwoorden, de brief van de Algemene Rekenkamer d.d. 29 mei 2008, is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

7

Wordt voor de specifieke financiële relatie die het ministerie met de stichting aangaat een goedkeurende accountantsverklaring geëist? Zo ja, waar wordt dit geregeld? Zo neen, waarom niet?

Ja: dit is geregeld in het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen en de Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen.

8

Waarom is er niet voor gekozen in artikel 11.1 over de vergaderfrequentie op te nemen dat de raad van toezicht minimaal eenmaal per kalenderjaar bij elkaar komt?

De vergaderfrequentie van de raad van toezicht is geregeld in artikel 11.6: «De raad van toezicht vergadert tezamen met de directie zo dikwijls de raad van toezicht of de directie dat nodig acht doch ten minste eenmaal per jaar.»

3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.