Brief minister met voortgangsrapportage over de oprichting van het Nationaal Historisch Museum - Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 31495 - Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum; Brief minister met voortgangsrapportage over de oprichting van het Nationaal Historisch Museum |
---|---|
Documentdatum | 16-03-2009 |
Publicatiedatum | 01-04-2009 |
Nummer | KST129021 |
Kenmerk | 31495, nr. 3 |
Van | Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2008–2009
31 495
Oprichting Stichting Nationaal Historisch Museum
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2009
Op 12 februari jongstleden heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mij verzocht om een voortgangsrapportage over het Nationaal Historisch Museum (kenmerk 2009Z02381/2009D06155). Met deze brief stel ik u op de hoogte van de vorderingen.
Op 26 september 2008 is de stichting Nationaal Historisch Museum opgericht, in overeenstemming met de statuten zoals die op 10 juni 2008 aan u en de Eerste Kamer zijn voorgelegd (2007/2008, 31 495, nr. A/1, Eerste/ Tweede Kamer). Met mijn brief van 18 juni 2008 zijn de kamervragen beantwoord die naar aanleiding van het aanbieden van de statuten zijn gesteld over de sturingsrelatie tussen de stichting en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (kamerstuk 31 495, nr. 2).
De stichting Nationaal Historisch Museum heeft ten doel het bevorderen van het historisch besef en de kennis van de geschiedenis van Nederland. De stichting beoogt haar doel te bereiken onder meer door:
-
a.het realiseren en exploiteren van een voor het publiek toegankelijk gebouw in Arnhem;
-
b.samenwerking aan te gaan met organisaties op het gebied van in ieder geval cultureel erfgoed, geschiedenis, media, onderzoek en onderwijs;
-
c.te fungeren als een podium voor debat.
Binnen de kaders van deze statutaire opdracht is de stichting Nationaal Historisch Museum verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het museum. De stichting werkt daarbij volgens het raad-van-toezicht-model dat gebruikelijk is voor de rijksgesubsidieerde musea. Inmiddels heb ik de volgende personen benoemd als lid van de raad van toezicht van het Nationaal Historisch Museum: – Atzo Nicolaï (voorzitter); de heer Nicolaï heeft een ruime bestuurlijke
ervaring en uitgebreide kennis van de culturele sector; – Pauline Kruseman; mevrouw Kruseman heeft een grote deskundigheid
op het gebied van musea en cultureel erfgoed;
– Frits van Oostrom, brengt expertise in op het terrein van geschiedenis en wetenschap;
– Victor van der Chijs, deskundig en ervaren op het gebied van bouwprojecten;
– Ad van Liempt, ruime ervaring met geschiedenis en nieuwe media.
Het dagelijks bestuur van het Nationaal Historisch Museum is in handen van algemeen directeur Erik Schilp. Valentijn Bijvanck is inhoudelijk directeur. Beide heren hebben zich bewezen als cultureel ondernemer en hebben als directeur van respectievelijk het Zuiderzeemuseum en het Zeeuws Museum ervaring met het succesvol en eigentijds presenteren van geschiedenis. Met deze directeuren en genoemde leden van de raad van toezicht beschikt het Nationaal Historisch Museum over de benodigde grote deskundigheid en expertise om de uitdagende opgave van de ontwikkeling van een nieuw museum op te pakken.
Het Nationaal Historisch Museum heeft een subsidierelatie met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Net als andere rijks-gesubsidieerde musea is het Nationaal Historisch Museum een instelling met een onafhankelijke status. Die zelfstandigheid geldt ook voor de in 2009 gesubsidieerde activiteiten. Dit jaar richt de stichting zich vooral op de conceptontwikkeling, waaronder de ontwikkeling van het merk Nationaal Historisch Museum. Ook wordt reeds een aantal concrete activiteiten uitgevoerd, waaronder een prijsvraag die oproept tot het maken van korte films die de geschiedenis van Nederland verbeelden. Ten slotte worden digitale pakketten ontwikkeld die vooruitlopen op de inrichting van het Nationaal Historisch Museum.
In december 2008 heeft de directie een pamflet gepubliceerd dat op hoofdlijnen de contouren van het Nationaal Historisch Museum schetst. Op basis van dit pamflet wordt met alle belanghebbenden gesproken over het concept van het Nationaal Historisch Museum. De ontwikkeling van het concept is een dynamisch proces, dat vanaf deze zomer zal worden ondersteund met een uitgebreide publiciteitscampagne. Dit najaar zal ik u kennis laten nemen van de voortgang en informeren over het programma van het Nationaal Historisch Museum, de thema’s, de beoogde doelgroepen en de uitwerking van de relatie met het onderwijs.
De stichting Nationaal Historisch Museum richt zich in 2009 behalve op de conceptontwikkeling ook op het voorbereiden van de bouw. Het uitgewerkte concept van het museum vormt de grondslag voor een programma van eisen voor het gebouw. Dit zal eind 2009 gereed zijn. Het programma van eisen zal op zijn beurt aan de basis liggen van de ontwerp- en architectenselectie. Wanneer deze mijlpaal is bereikt, naar verwachting begin 2010, zal ik de Tweede Kamer uiteraard opnieuw informeren en u op de hoogte stellen van de vervolgstappen. Voor de wijze waarop de aanbesteding vorm zal krijgen, verwijs ik naar mijn antwoorden op de Kamervragen van 16 januari (Tweede Kamer 2008– 2009, nr. 1559, aanhangsel).
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R. H. A. Plasterk