Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten (herschikking) (Voor de EER relevante tekst)

1.

Tekst

18.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 153/1

 

RICHTLIJN 2010/30/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 19 mei 2010

betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten

(herschikking)

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 194, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comite van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van huishoudelijke apparaten (3) is ingrijpend gewijzigd (4). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze verordening te worden overgegaan.

 

(2)

Het toepassingsgebied van Richtlijn 92/75/EEG is beperkt tot huishoudelijke apparaten. De mededeling van de Commissie van 16 juli 2008 over het actieplan inzake duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid is aangetoond dat de uitbreiding van het toepassingsgebied van Richtlijn 92/75/EEG tot alle energiegerelateerde producten die tijdens hun gebruik een significant direct of indirect effect hebben op het energieverbruik, kan leiden tot sterkere synergieën tussen de bestaande wetgevende maatregelen, en met name Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (5). Deze richtlijn laat de toepassing van Richtlijn 2009/125/EG onverlet. Deze richtlijn maakt samen met laatstgenoemde richtlijn en andere instrumenten van de Unie deel uit van een ruimer wetgevingskader en leidt, in de context van een holistische aanpak tot extra energiebesparingen en milieuvoordelen.

 

(3)

In de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 wordt beklemtoond dat de energie-efficiëntie in de Unie moet worden verhoogd teneinde te komen tot een besparing van 20 % van het energieverbruik van de Unie voor 2020, worden streefcijfers vastgesteld voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen op EU-niveau en de reductie van de broeikasgasemissies, en wordt opgeroepen tot een volledige en snelle uitvoering van de hoofdprioriteiten die zijn bepaald in de mededeling van de Commissie van 19 oktober 2006 met als titel „Actieplan voor energie-efficiëntie — Het potentieel realiseren”. Het actieplan vestigde de aandacht op de enorme mogelijkheden tot energiebesparing in de sector van de producten.

 

(4)

Het verbeteren van de efficiëntie van energiegerelateerde producten doordat de consument met kennis van zaken een keuze maakt, komt ten goede aan de economie van de Europese Unie in het algemeen.

 

(5)

De verstrekking van nauwkeurige, zinnige en vergelijkbare informatie over het specifieke energieverbruik van energiegerelateerde producten moet de eindgebruiker ertoe aanzetten te kiezen voor producten die tijdens hun gebruik minder energie of andere essentiële hulpbronnen verbruiken of het energieverbruik indirect doen dalen, zodat fabrikanten ertoe worden gebracht maatregelen te nemen om het energieverbruik en het verbruik van andere essentiële hulpbronnen van de producten die zij vervaardigen, te verminderen; hierdoor moet indirect ook een efficiënt gebruik van deze producten worden gestimuleerd, teneinde bij te dragen tot het EU-streefcijfer van 20 % energie-efficiëntie. De werking van de markt alleen, zonder deze informatie, kan het rationele gebruik van energie en van andere essentiële hulpbronnen voor deze producten niet afdoende bevorderen.

 

(6)

Gememoreerd wordt dat er wetgeving van de Unie en nationale wetgeving bestaat die bepaalde rechten toekent aan consumenten wat betreft aangekochte producten, onder meer het recht op schadevergoeding of op vervanging van het product.

 

(7)

De Commissie dient een prioriteitenlijst op te stellen van de energiegerelateerde producten die onder een gedelegeerde handeling uit hoofde van deze richtlijn kunnen vallen. Die lijst kan worden opgenomen in het werkplan als bedoeld in Richtlijn 2009/125/EG.

 

(8)

Informatie speelt een sleutelrol bij de werking van de markt en het is derhalve nodig voor alle producten van hetzelfde type een uniform etiket in te voeren, potentiële klanten gestandaardiseerde aanvullende informatie te verschaffen over de kosten inzake energie en het verbruik van andere essentiële hulpbronnen van deze producten en maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat ook potentiële eindgebruikers die het product niet uitgestald zien en dus geen gelegenheid hebben het etiket te bekijken, deze informatie krijgen; om efficiënt en doeltreffend te zijn, moet het etiket voor de eindgebruiker gemakkelijk herkenbaar, eenvoudig en beknopt zijn. Hiertoe moet de bestaande lay-out van het etiket worden gehandhaafd als basis om de eindgebruikers te informeren over de energie-efficiëntie van producten. Informatie over het energieverbruik en andere informatie over de producten moet worden verkregen door metingen volgens geharmoniseerde normen en methoden.

 

(9)

Zoals wordt opgemerkt in de effectbeoordeling van de Commissie die het voorstel voor een richtlijn begeleidt, is de energie-etiketteringsregeling als model gevolgd in verschillende landen over de hele wereld.

 

(10)

De lidstaten zien regelmatig toe op de naleving van deze richtlijn, en nemen de relevante informatie op in het verslag dat zij uit hoofde van deze richtlijn om de vier jaar moeten indienen bij de Commissie, in het bijzonder wat de verantwoordelijkheden van leveranciers en handelaars betreft.

 

(11)

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (6) bevat algemene bepalingen over markttoezicht in verband met het verhandelen van producten. Teneinde de doelstellingen van deze richtlijn te bereiken, voorziet deze richtlijn in nadere bepalingen op dat gebied. Die bepalingen stroken met Verordening (EG) nr. 765/2008.

 

(12)

Een systeem op een louter vrijwillige basis zou ertoe leiden dat slechts sommige producten zouden worden geëtiketteerd of van standaardproductinformatie zouden worden voorzien, met het risico dat dit sommige eindgebruikers in verwarring brengt, of zelfs dat onjuiste informatie wordt verschaft. De huidige maatregelen moeten er derhalve toe leiden dat bij alle betrokken producten het verbruik van energie en van andere essentiële hulpbronnen door middel van etikettering en standaardproductinformatie is aangegeven.

 

(13)

Energiegerelateerde producten hebben een direct of indirect effect op het verbruik van een grote verscheidenheid van energievormen tijdens het gebruik, waarbij elektriciteit en gas de belangrijkste zijn. Deze richtlijn moet derhalve van toepassing zijn op alle energiegerelateerde producten die een direct of indirect effect hebben op het verbruik van gelijk welke vorm van energie tijdens het gebruik.

 

(14)

Energiegerelateerde producten die een significant direct of indirect effect op het energieverbruik hebben of, waar van toepassing, op het verbruik van essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik en die voldoende mogelijkheden bieden voor een hogere efficiëntie, dienen te worden opgenomen in een gedelegeerde handeling, waarbij de verstrekking van informatie via etikettering de eindgebruikers ertoe kan aanzetten efficiëntere producten te kopen.

 

(15)

Teneinde tegemoet te komen aan de doelstellingen van de Unie inzake klimaatverandering en energiezekerheid, en gelet op het feit dat de totale hoeveelheid energie die door producten wordt verbruikt naar verwachting verder zal blijven toenemen op de langere termijn, zouden de uit hoofde van deze richtlijn genomen gedelegeerde handelingen op het etiket ook, waar van toepassing, het hoge totale energieverbruik van het product kunnen beklemtonen.

 

(16)

Een aantal lidstaten hant eert een aankoopbeleid waarbij de aanbestedende diensten verplicht worden energie-efficiënte producten aan te kopen. Een aantal lidstaten biedt ook stimulansen voor energie-efficiënte producten. De criteria voor producten om in aanmerking te komen voor openbare aanbestedingen of stimulansen verschillen sterk van lidstaat tot lidstaat. Gebruikmaken van prestatieklassen voor specifieke producten, zoals bepaald in de gedelegeerde handelingen uit hoofde van deze richtlijn, kan de versnippering van openbare aanbestedingen en stimulansen tegengaan en de opmars van efficiënte producten bevorderen.

 

(17)

De door de lidstaten geboden stimulansen voor efficiënte producten kunnen de vorm aannemen van staatssteun. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan het resultaat van enigerlei toekomstige, uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) ingeleide procedure inzake dergelijke stimulansen en heeft geen betrekking op en fiscale of budgettaire aangelegenheden. De lidstaten kunnen vrij beslissen over de aard van die stimulansen.

 

(18)

De bevordering van energie-efficiënte producten via etikettering, openbare aanbestedingen en stimulansen mag geen afbreuk doen aan de algemene milieuprestaties of aan de werking van dergelijke producten.

 

(19)

De Commissie dient de bevoegdheid te worden verleend overeenkomstig artikel 290 VWEU gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot etikettering en standaardproductinformatie over het verbruik van energie en van andere essentiële hulpbronnen door energiegerelateerde producten tijdens het gebruik. Het is van bijzonder belang dat de Comissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen vericht, ook op deskundigenniveau.

 

(20)

De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad regelmatig een synthese in te dienen van de door de lidstaten krachtens deze richtlijn uitgebrachte verslagen over handhavingsactiviteiten en de mate van naleving; in die synthese moet de Europese Unie als geheel en elke lidstaat apart aan bod komen.

 

(21)

De Commissie dient verantwoordelijk te zijn voor de bijwerking van de etiketteringsklassen, zodat ze voorspelbaar zijn voor de industrie en begrijpelijk voor de consument.

 

(22)

De technologische ontwikkeling en het gegeven dat bijkomende aanzienlijke energiebesparingen mogelijk blijken, kunnen naargelang van het betrokken product in mindere of meerdere mate een verdere productdifferentiatie nodig maken en een evaluatie van de classificatie rechtvaardigen; die evaluatie moet in het bijzonder de mogelijkheid omvatten om de indeling te wijzigen. Deze evaluatie moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd in het geval van producten die door hun zeer innovatieve kenmerken een aanzienlijk bijdrage tot de energie-efficiëntie kunnen leveren.

 

(23)

De Commissie zal bij de evaluatie van de vorderingen en bij het uitbrengen van verslagen over de uitvoering van het actieplan voor duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid in 2012 in het bijzonder nagaan of verdere maatregelen voor de verbetering van de energie- en milieuprestaties van producten nodig zijn, en zal daarbij onder meer de mogelijkheid onderzoeken om consumenten informatie te verstrekken over de koolstofvoetafdruk van producten of de milieueffecten van producten gedurende hun levenscyclus.

 

(24)

De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot die bepalingen die ten opzichte van Richtlijn 92/75/EEG materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit Richtlijn 92/75/EEG.

 

(25)

Bij de uitvoering van de bepalingen van deze richtlijn dienen de lidstaten te voorkomen dat er maatregelen worden vastgesteld die nodeloos bureaucratische en omslachtige verplichtingen zouden kunnen opleggen aan de betrokken marktdeelnemers, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen.

 

(26)

Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage I, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van Richtlijn 92/75/EEG onverlet te laten.

 

(27)

Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord „Beter wetgeven” (7) worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Unie hun eigen tabellen op te stellen, die voor zover mogelijk het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze richtlijn biedt een kader voor de harmonisatie van nationale voorschriften met betrekking tot eindgebruikersinformatie, met name door middel van etikettering en verstrekking van standaard productinformatie over het energieverbruik en, waar van toepassing, het verbruik van andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik, alsmede aanvullende informatie op dat gebied voor energiegerelateerde producten, zodat de eindgebruiker kan kiezen voor efficiëntere producten.
  • 2. 
    Deze richtlijn is van toepassing op energiegerelateerde producten met een significant direct of indirect effect op het energieverbruik en, waar van toepassing, op het verbruik van andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik.
  • 3. 
    Deze richtlijn is niet van toepassing op:
 

a)

tweedehandsproducten;

 

b)

middelen voor personen- of goederenvervoer;

 

c)

het plaatje waarop het vermogen is vermeld of het equivalent daarvan, dat met het oog op de veiligheid op de producten wordt aangebracht.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

  • a) 
    „energiegerelateerd product”, hierna „product” genoemd: elk in de Unie in de handel gebracht en/of in gebruik genomen goed dat tijdens het gebruik een effect heeft op het energieverbruik, met inbegrip van onderdelen die bedoeld zijn om in onder deze richtlijn vallende energiegerelateerde producten te worden ingebouwd en die ten behoeve van eindgebruikers in de handel worden gebracht en/of in gebruik worden genomen als losse onderdelen waarvan de milieuprestaties onafhankelijk kunnen worden beoordeeld;
  • b) 
    „fiche”: een standaardtabel met informatie betreffende een product;
  • c) 
    „andere belangrijke hulpbronnen”: water, chemische stoffen en alles wat een product bij normaal gebruik voorts verbruikt;
  • d) 
    „aanvullende informatie”: andere informatie over de prestaties en kenmerken van een product, die verband houdt met het energieverbruik van het product of het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen, of die nuttig is om zulks te evalueren, en die is gebaseerd op meetbare gegevens;
  • e) 
    „direct effect”: het effect van producten die werkelijk energie verbruiken tijdens het gebruik;
  • f) 
    „indirect effect”: het effect van producten die geen energie verbruiken, maar die bijdragen tot energiebehoud tijdens het gebruik;
  • g) 
    „handelaar”: een detailhandelaar of andere persoon die producten aan eindgebruikers verkoopt, verhuurt, in huurkoop aanbiedt of voor hen uitstalt;
  • h) 
    „leverancier”: de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger in de Unie of de invoerder die het product in de Unie in de handel brengt of in gebruik neemt. Bij gebreke daarvan wordt iedere natuurlijke of rechtspersoon die onder deze richtlijn vallende producten in de handel brengt of in gebruik neemt, als leverancier beschouwd;
  • i) 
    „in de handel brengen”: een product voor het eerst op de markt van de Unie aanbieden, tegen vergoeding of kosteloos, met het oog op de distributie of het gebruik ervan binnen de Unie, ongeacht de verkooptechniek;
  • j) 
    „ingebruikneming”: het eerste gebruik van een product in de Unie, overeenkomstig het gebruiksdoel;
  • k) 
    „onrechtmatig gebruik van het etiket”: ieder gebruik van het etiket, anders dan door autoriteiten van een lidstaat of door instellingen van de Unie, op een wijze waarin niet is voorzien in deze richtlijn, noch in enige gedelegeerde handeling.

Artikel 3

Verantwoordelijkheden van de lidstaten

  • 1. 
    Elke lidstaat zorgt ervoor dat:
 

a)

dat alle op hun grondgebied gevestigde leveranciers en handelaren aan hun verplichtingen als bedoeld in de artikelen 5 en 6 voldoen;

 

b)

dat, met betrekking tot de producten die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen, indien dit tot misleiding of verwarring bij de eindgebruikers over het verbruik van energie of, waar van toepassing, andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik kan leiden, het aanbrengen van andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die niet voldoen aan de eisen van deze richtlijn en van de desbetreffende gedelegeerde handelingen, verboden wordt;

 

c)

dat de invoering van het systeem van etiketten en fiches met betrekking tot het energieverbruik of -behoud gepaard gaat met educatieve voorlichtingscampagnes en promotiecampagnes om energie-efficiëntie en een meer verantwoord energiegebruik door eindgebruikers te stimuleren;

 

d)

dat passende maatregelen worden genomen om de betrokken nationale of regionale instanties die voor de uitvoering van deze richtlijn verantwoordelijk zijn, ertoe aan te moedigen onderling samen te werken en elkaar en de Commissie informatie te verstrekken teneinde bij te dragen tot de goede werking van deze richtlijn. De administratieve samenwerking en uitwisseling van informatie geschieden met maximale gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen, dienen kosteneffectief te zijn en kunnen door relevante EU-programma’s worden ondersteund. Die samenwerking zal de veiligheid en betrouwbaarheid van de verwerking garanderen, alsmede, waar nodig, de bescherming van gevoelige informatie die tijdens de procedure werd verstrekt. De Commissie neemt passende maatregelen om de in dit punt bedoelde samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en te ondersteunen.

  • 2. 
    Wanneer een lidstaat vaststelt dat een product niet voldoet aan de in deze richtlijn en de uitvoeringsmaatregelen bepaalde vereisten inzake etikettering en fiches, is de leverancier verplicht ervoor te zorgen dat het product aan die vereisten voldoet onder de door die lidstaat bepaalde doeltreffende en evenredige voorwaarden.

Als er voldoende bewijs is dat een product mogelijk niet aan de vereisten voldoet, neemt de lidstaat in kwestie de nodige preventieve maatregelen, alsmede maatregelen die gericht zijn op het naleven van de vereisten binnen een precies tijdschema, rekening houdend met het veroorzaakte nadeel.

Wanneer de niet-naleving voortduurt, beperkt of verbiedt de betrokken lidstaat het in de handel brengen en/of in gebruik nemen van het product in kwestie of zorgt hij ervoor dat het product uit de handel wordt genomen. Indien het product uit de handel wordt genomen of niet in de handel mag worden gebracht, worden de Commissie en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk in kennis gesteld.

  • 3. 
    Om de vier jaar dienen de lidstaten bij de Commissie een verslag in met nadere gegevens over hun handhavingsactiviteiten en de mate van naleving binnen hun grondgebied.

De Commissie kan de details van de gemeenschappelijke inhoud van die verslagen vastleggen door richtsnoeren uit te vaardigen.

  • 4. 
    De Commissie verstrekt regelmatig een synthese van die verslagen aan het Europees Parlement en aan de Raad bij wijze van informatie.

Artikel 4

Informatievereisten

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

a)

de informatie over het verbruik van elektrische energie, van andere vormen van energie en, waar van toepassing, van andere belangrijke hulpbronnen tijdens het gebruik, alsmede de aanvullende informatie, overeenkomstig de gedelegeerde handelingen uit hoofde van deze richtlijn, onder de aandacht van de eindgebruikers worden gebracht door middel van een fiche en een etiket dat betrekking heeft op producten die aan eindgebruikers direct of indirect via enige vorm van verkoop op afstand, inclusief via het internet, te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, dan wel voor hen worden uitgestald;

 

b)

de onder a) bedoelde informatie wordt slechts verstrekt met betrekking tot ingebouwde of geïnstalleerde producten, indien de desbetreffende gedelegeerde handeling dat zo bepaalt;

 

c)

reclame voor een specifiek model van energiegerelateerde producten dat onder een gedelegeerde handeling uit hoofde van deze richtlijn valt en waarin energiegerelateerde informatie of informatie over de prijs wordt vermeld, een verwijzing naar de energie-efficiëntieklasse van het product bevat;

 

d)

al het technisch reclamemateriaal betreffende energiegerelateerde producten waarin de specifieke technische parameters van een product beschreven worden, te weten technische handleidingen en brochures van de fabrikant, in gedrukte vorm of online, de eindgebruikers de nodige informatie over het energieverbruik verschaft of een verwijzing naar de energie-efficiëntieklasse van het product bevat.

Artikel 5

Verantwoordelijkheden van de leveranciers

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

a)

de leveranciers in een gedelegeerde handeling behandelde producten in de handel brengen of in dienst stellen, overeenkomstig deze richtlijn en de gedelegeerde handeling een etiket en een fiche verstrekken;

 

b)

de leveranciers technische documentatie opstellen, die toereikend is om te controleren of de informatie op het etiket en het fiche juist is. De technische documentatie moet het volgende omvatten:

 

i)

een algemene beschrijving van het product;

 

ii)

indien zinvol, de resultaten van uitgevoerde ontwerpberekeningen;

 

iii)

testrapporten, indien beschikbaar, met inbegrip van die welke door de desbetreffende aangemelde instanties — zoals gedefinieerd in andere wetgeving van de Unie — zijn opgesteld;

 

iv)

de referenties voor de identificatie van soortgelijke modellen, indien waarden worden gebruikt voor die modellen.

Daartoe mogen de leveranciers gebruikmaken van reeds op grond van de desbetreffende wetgeving van de Unie voorgeschreven documentatie;

 

c)

de leveranciers de technische documentatie beschikbaar houden voor inspectiedoeleinden gedurende een periode van vijf jaar nadat het laatste product in kwestie werd vervaardigd.

De leveranciers stellen op verzoek een elektronische versie van de technische documentatie ter beschikking van de autoriteiten voor markttoezicht in de lidstaten en van de Commissie binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek van de bevoegde autoriteit van een lidstaat of van de Commissie;

 

d)

de leveranciers gratis de nodige etiketten verstrekken aan de handelaars met het oog op de etikettering en de productinformatie.

Zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de leveranciers wat hun systeem voor de levering van etiketten betreft, leveren de leveranciers zij de door de handelaars aangevraagde etiketten ten spoedigste worden geleverd;

 

e)

de leveranciers naast de etiketten, een fiche met productinformatie verstrekken;

 

f)

de leveranciers alle brochures over het product van een fiche voorzien. Indien door de leverancier geen brochures over het product worden verstrekt, voegt hij fiches bij andere schriftelijke informatie die met het product wordt verstrekt;

 

g)

de leveranciers verantwoordelijk zijn voor de juistheid van de door hen verstrekte etiketten en fiches;

 

h)

de leveranciers geacht worden hun toestemming te hebben gegeven voor de bekendmaking van de informatie op het etiket of het fiche.

Artikel 6

Verantwoordelijkheden van de handelaars

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

a)

de leveranciers de etiketten naar behoren aanbrengen, goed zichtbaar en gemakkelijk leesbaar, en het fiche beschikbaar stellen in de productbrochure of in andere schriftelijke informatie die met het product wordt verstrekt wanneer het wordt verkocht aan eindgebruikers.

 

b)

wanneer een onder een gedelegeerde handeling vallend product wordt uitgestald, de handelaren een passend etiket bevestigen in de daarvoor in aanmerking komende taal op de in de desbetreffende gedelegeerde handeling gespecificeerde, duidelijk zichtbare plaats.

Artikel 7

Verkoop op afstand en andere vormen van verkoop

Wanneer de producten te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden door postorderbedrijven, aan de hand van catalogi, via het internet, via telemarketing of op een andere wijze die inhoudt dat de potentiële eindgebruiker het product waarschijnlijk niet uitgestald ziet, wordt in de gedelegeerde handelingen bepaald dat potentiële eindgebruikers de informatie krijgen die op het etiket voor dit product en op het fiche wordt vermeld, alvorens zij het product kopen. In gedelegeerde handelingen wordt, waar van toepassing, bepaald op welke wijze het etiket of de fiche of de op het etiket of de fiche vermelde informatie wordt aangebracht of aan de potentiële eindgebruiker ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 8

Vrij verkeer

  • 1. 
    De lidstaten mogen het binnen hun grondgebied in de handel brengen of in dienst stellen van producten die onder deze richtlijn en de geschikte gedelegeerde handeling vallen en eraan voldoen, niet verbieden, beperken of verhinderen.
  • 2. 
    Tenzij het tegendeel wordt bewezen, gaan de lidstaten ervan uit dat met het etiket of het fiche in kwestie is voldaan aan de bepalingen van deze richtlijn en de gedelegeerde handelingen. De lidstaten eisen van leveranciers dat deze bewijzen als bedoeld in artikel 5 overleggen van de juistheid van de op hun etiketten of fiches verstrekte informatie, indien er gegronde vermoedens bestaan dat deze informatie niet juist is.

Artikel 9

Openbare aanbestedingen en stimulansen

  • 1. 
    Wanneer een product onder een gedelegeerde handeling valt, streven aanbestedende diensten die openbare contracten voor leveringen, werken of diensten sluiten als bedoeld in Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (8), die niet zijn uitgesloten uit hoofde van de artikelen 12 tot 18 van die richtlijn, ernaar uitsluitend producten aan te kopen die aan de hoogste prestatieniveaus voldoen en tot de hoogste energie-efficiëntieklasse behoren. De lidstaten kunnen van aanbestedende diensten eisen dat zij uitsluitend producten aankopen die aan voornoemde criteria voldoen. De lidstaten kunnen de toepassing van die criteria laten afhangen van de kosteneffectiviteit, de economische haalbaarheid en de technische geschiktheid, en voldoende mededinging.
  • 2. 
    Lid 1 is van toepassing op contracten waarvan de waarde gelijk is aan of groter is dan de in artikel 7 van Richtlijn 2004/18/EG bepaalde drempelbedragen.
  • 3. 
    Wanneer lidstaten stimulansen verstrekken voor een product dat onder een gedelegeerde handeling valt, nemen zij als doelstelling het hoogste prestatieniveau en de hoogste energie-efficiëntieklasse die in de toepasselijke gedelegeerde handeling is vastgelegd. Fiscale en budgettaire maatregelen worden niet beschouwd als stimulansen voor de toepassing van deze verordening.
  • 4. 
    Wanneer de lidstaten stimulansen verstrekken voor producten, zowel voor eindgebruikers die zeer efficiënte producten gebruiken als voor bedrijven die dergelijke producten aanprijzen en produceren, drukken zij de prestatieniveaus uit in klassen als bepaald in de desbetreffende gedelegeerde handeling, behalve wanneer zij hogere prestatieniveaus opleggen dan de drempel voor de hoogste energie-efficiëntieklasse in de gedelegeerde handeling. De lidstaten kunnen hogere prestatieniveaus opleggen dan de drempel voor de hoogste energie-efficiëntieklasse in de gedelegeerde handeling.

Artikel 10

Gedelegeerde handelingen

  • 1. 
    De Commissie stelt overeenkomstig dit artikel voor ieder soort product details betreffende het etiket en het fiche vast in gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 11, 12 en 13.

Wanneer een product voldoet aan de criteria zoals opgesomd in lid 2, dient daarop een gedelegeerde handeling overeenkomstig lid 4 van toepassing te zijn.

Dankzij bepalingen in gedelegeerde handelingen betreffende de op het etiket en het fiche verstrekte informatie over het verbruik van energie en van andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik, kunnen de eindgebruikers hun aankoopbeslissingen met meer kennis van zaken nemen en kunnen de autoriteiten voor markttoezicht nagaan of de producten overeenstemmen met de verstrekte informatie.

Wanneer in een gedelegeerde handeling bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de energie-efficiëntie en het verbruik van essentiële hulpbronnen van een product, wordt in het ontwerp en de inhoud van het etiket de energie-efficiëntie van het product benadrukt.

  • 2. 
    De in lid 1 genoemde criteria zijn de volgende:
 

a)

volgens de meest recente cijfers en rekening houdend met de hoeveelheden die in de Unie in de handel worden gebracht, hebben de producten een significant potentieel voor besparingen van energie en, waar van toepassing, andere essentiële hulpbronnen;

 

b)

op de markt beschikbare producten met een soortgelijke werking verschillen sterk wat de prestatieniveaus betreft;

 

c)

de Commissie houdt rekening met de relevante wetgeving van de Unie en vormen van zelfregulering, zoals vrijwillige overeenkomsten, aan de hand waarvan de beleidsdoelstellingen sneller of goedkoper kunnen worden gerealiseerd dan met verplichte vereisten.

  • 3. 
    Wanneer de Commissie een ontwerp voor een gedelegeerde handeling opstelt:
 

a)

houdt zij rekening met de in bijlage I, deel 1, van Richtlijn 2009/125/EG bepaalde parameters, die als significant zijn aangemerkt in de overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG genomen gedelegeerde handeling en die relevant zijn voor de eindgebruiker tijdens het gebruik;

 

b)

voert zij een analyse uit waarin de gevolgen van de handeling voor milieu, eindgebruikers en fabrikanten, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, beoordeeld worden uit het oogpunt van concurrentievermogen, ook op markten buiten de Unie, innovatie, markttoegang en kosten en baten;

 

c)

pleegt zij naar behoren overleg met de belanghebbenden;

 

d)

bepaalt zij de uitvoeringsdatum c.q. uitvoeringsdata en een eventuele gefaseerde of overgangsmaatregel of -periode, met inachtneming van met name eventuele consequenties voor kleine en middelgrote ondernemingen of voor specifieke productgroepen die in hoofdzaak door kleine en middelgrote ondernemingen worden vervaardigd.

  • 4. 
    De gedelegeerde handelingen bevatten met name:
 

a)

de exacte omschrijving van het betrokken soort product;

 

b)

de meetnormen en -methoden die moeten worden gebruikt bij het verkrijgen van de in artikel 1, lid 1, bedoelde informatie;

 

c)

de bijzonderheden van de uit hoofde van artikel 5 vereiste technische documentatie;

 

d)

de voor alle producten zo uniform mogelijke lay-out en inhoud van het in artikel 4 bedoelde etiket, dat altijd goed zichtbaar en gemakkelijk leesbaar moet zijn. Het formaat van het etiket gebruikt als basis de indeling in klassen waarbij gebruik wordt gemaakt van letters van A tot G; de stappen van de indeling in klassen stemmen overeen met significante energie- en kostenbesparingen vanuit het oogpunt van de eindgebruiker.

Er kunnen drie bijkomende klassen aan de indeling worden toegevoegd indien dat gelet op de technologische vooruitgang nodig is. Die bijkomende klassen zijn A+, A++ en A+++ voor de meest efficiënte klasse; in principe wordt het totale aantal klassen beperkt tot zeven, tenzij er nog meer klassen met producten zijn.

De kleurenschaal bestaat uit niet meer dan zeven verschillende kleuren, van donkergroen tot rood. De kleur van uitsluitend de hoogste klasse is altijd donkergroen. Indien er meer dan zeven klassen zijn, mag uitsluitend de rode kleur worden herhaald.

De indeling in klassen wordt geëvalueerd in het bijzonder wanneer een significant aandeel van de producten op de interne markt in de twee hoogste energie-efficiëntieklassen wordt ingedeeld en wanneer bijkomende besparingen mogelijk worden door de producten verder te differentiëren.

De nadere criteria voor een mogelijke herindeling van producten worden, waar van toepassing, per geval bepaald in de betrokken gedelegeerde handeling;

 

e)

de plaats waar het etiket op het uitgestalde product moet worden aangebracht en de manier waarop het etiket en/of de informatie moeten worden verstrekt wanneer het product op een van de onder artikel 7 vallende wijzen te koop wordt aangeboden. Zo nodig kan in de gedelegeerde handelingen worden bepaald dat het etiket op het product moet worden aangebracht of op de verpakking moet worden afgedrukt, of kunnen de details worden bepaald van de etiketteringsvereisten voor afdrukken in catalogi, voor verkoop op afstand en verkoop via het internet;

 

f)

de inhoud en, zo nodig, het formaat en andere bijzonderheden betreffende het fiche of nadere informatie als aangegeven in artikel 4 en artikel 5, onder c). De op het etiket gegeven informatie moet ook op het fiche staan;

 

g)

de specifieke inhoud van het etiket voor reclamedoeleinden, inclusief, indien aangewezen, de energieklasse en de andere relevante prestatieniveaus van het product in kwestie, in een leesbare en zichtbare vorm;

 

h)

de duur van de etiketteringsklasse(n), waar van toepassing, overeenkomstig punt d);

 

i)

de mate van nauwkeurigheid van de informatie op het etiket en de fiches;

 

j)

de datum voor de evaluatie en de eventuele herziening van de gedelegeerde handeling, rekening houdend met de snelheid van de technologische vooruitgang.

Artikel 11

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De in artikel 10 bedoelde bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vijf jaar beginnende op 19 juni 2010. De Commissie stelt niet later dan zes maanden voor het verstrijken van de periode van vijf jaar een verslag over de gedelegeerde bevoegdheden op. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met eenzelfde periode verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 12.
  • 2. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.
  • 3. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend onder de voorwaarden van de artikelen 12 en 13.

Artikel 12

Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De in artikel 10 bedoelde delegatie van bevoegdheden kan door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.
  • 2. 
    De instelling die een interne procedure heeft ingeleid om na te gaan of de delegatie van bevoegdheden moet worden ingetrokken, spant zich in om de andere instelling en de Commissie daarvan binnen een redelijke periode vóór het definitieve besluit wordt genomen in kennis te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden ingetrokken kunnen worden, alsmede de eventuele motivering daarvoor.
  • 3. 
    Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheden. Het besluit wordt onmiddellijk of op een in dat besluit bepaalde latere datum van kracht. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 13

Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

  • 1. 
    Het Europees Parlement of de Raad kunnen tegen de gedelegeerde handeling bezwaar maken binnen een periode van maanden na de datum van kennisgeving.

Op initiatief van het Europees Parlement en de Raad wordt deze periode met twee maanden verlengd.

  • 2. 
    Indien het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze periode een bezwaar heeft gemaakt tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de datum die daarin is vastgesteld.

De gedelegeerde handeling kan voor het verstrijken van die termijn in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden, indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie hebben medegedeeld dat zij voornemens zijn geen bezwaar te maken.

  • 3. 
    Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt tegen een gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. De instelling die bezwaar maakt, motiveert haar bezwaar tegen de gedelegeerde handeling.

Artikel 14

Evaluatie

Uiterlijk 31 december 2014 evalueert de Commissie de doeltreffendheid van deze richtlijn en de gedelegeerde handelingen ervan, en brengt zij verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad.

Bij die gelegenheid evalueert de Commissie tevens:

 

a)

de bijdrage van artikel 4, onder c), aan de doelstelling van deze richtlijn;

 

b)

de doeltreffendheid van artikel 9, lid 1;

 

c)

in het licht van de technische evolutie en van de bevattelijkheid van de lay-out van het etiket voor de consumenten, of een wijziging van artikel 10, lid 4, onder d), nodig is.

Artikel 15

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens deze richtlijn en de gedelegeerde handelingen vastgestelde nationale bepalingen, inclusief het onrechtmatige gebruik van het etiket, en treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 20 juni 2011 in kennis van deze bepalingen en stellen de Commissie onverwijld in kennis van elke latere wijziging van die bepalingen.

Artikel 16

Omzetting

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 20 juni 2011 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Zij passen die bepalingen toe met ingang van 20 juli 2011.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar Richtlijn 92/75/EEG, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. De regels voor die verwijzing en de formulering van die vermelding worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 17

Intrekking

Richtlijn 92/75/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage I, deel A, genoemde verordening, wordt met ingang van 21 juli 2011 ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de termijnen voor omzetting in nationaal recht en de toepassing van de in bijlage I, deel B, genoemde richtlijn.

Verwijzingen naar Richtlijn 92/75/EEG gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5, onder d), g) en h), is van toepassing met ingang van 31 juli 2011.

Artikel 19

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 19 mei 2010.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • J. 
    BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

  • D. 
    LÓPEZ GARRIDO
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 5 mei 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), standpunt van de Raad in eerste lezing van 14 april 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), standpunt van het Europees Parlement van 18 mei 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (4) 
    Zie bijlage I, deel A.
 

BIJLAGE I

DEEL A

Ingetrokken richtlijn en wijziging ervan

(bedoeld in artikel 17)

 

Richtlijn 92/75/EEG van de Raad

(PB L 297 van 13.10.1992, blz. 16)

 

Verordening (EG) nr. 1882/2003

(PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

uitsluitend bijlage III, punt 32

DEEL B

Termijnen voor omzetting in nationaal recht

(bedoeld in artikel 16)

 

Richtlijn

Omzettingstermijn

92/75/EEG

1 januari 1994

 

BIJLAGE II

Concordantietabel

 

Richtlijn 92/75/EEG

De onderhavige richtlijn

Artikel 1, lid 1, inleidende tekst, eerste zin

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1, inleidende tekst, tweede zin

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 1, eerste tot en met vierde streepje

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 3, onder a) en b)

Artikel 1, lid 3

Artikel 1, lid 3, onder c)

Artikel 2, onder a) en b)

Artikel 1, lid 4, eerste en tweede streepje

Artikel 2, onder g) en h)

Artikel 1, lid 4, derde streepje

Artikel 1, lid 4, vierde streepje

Artikel 2, onder c)

Artikel 1, lid 4, vijfde streepje

Artikel 2, onder d)

Artikel 2, onder e), f), i), j) en k)

Artikel 1, lid 5

Artikel 2, lid 1

Artikel 4, onder a)

Artikel 4, onder b), c) en d)

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 3

Artikel 5, onder b)

Artikel 2, lid 4

Artikel 5, onder b) en c)

Artikel 3, lid 1

Artikel 5, onder a)

Artikel 3, lid 2

Artikel 5, onder e) en f)

Artikel 3, lid 3

Artikel 5, onder g)

Artikel 3, lid 4

Artikel 5, onder h)

Artikel 6, onder a)

Artikel 4, onder a)

Artikel 6, onder b)

Artikel 4, onder b)

Artikel 5, onder d)

Artikel 5

Artikel 7

Artikel 6

Artikel 7, onder a)

Artikel 3, lid 1, onder a)

Artikel 7, onder b)

Artikel 3, lid 1, onder b)

Artikel 7, onder c)

Artikel 3, lid 1, onder c)

Artikel 3, lid 1, onder d)

Artikel 3, leden 2, 3 en 4

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 2

Artikel 8, lid 2

Artikel 9

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10, leden 1, 2 en 3

Artikel 11

Artikel 12, onder a)

Artikel 10, lid 4, onder a)

Artikel 12, onder b)

Artikel 10, lid 4, onder b)

Artikel 12, onder c)

Artikel 10, lid 4, onder c)

Artikel 12, onder d)

Artikel 10, lid 4, onder d)

Artikel 12, onder e)

Artikel 10, lid 4, onder e)

Artikel 12, onder f)

Artikel 10, lid 4, onder f)

Artikel 12, onder g)

Artikel 10, lid 4, onder g), h), i) en j)

Artikel 11, 12, 13, 14 en 15

Artikel 13

Artikel 17

Artikel 14

Artikel 16

Artikel 18

Artikel 15

Artikel 19

Bijlage I

Bijlage II

 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.