Verordening 2011/420 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) nr. 420/2011 van de Commissie van 29 april 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen Voor de EER relevante tekstofficiële Engelstalige titel
Commission Regulation (EU) No 420/2011 of 29 April 2011 amending Regulation (EC) No 1881/2006 setting maximum levels for certain contaminants in foodstuffs Text with EEA relevanceRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2011/420 |
Celex-nummer i | 32011R0420 |
Document | 29-04-2011 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 30-04-2011; OJ L 111, 30.4.2011,Special edition in Croatian: Chapter 13 Volume 048 |
Inwerkingtreding | 20-05-2011; in werking datum publicatie +20 zie art 2 |
Einde geldigheid | 24-05-2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915 |
30.4.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 111/3 |
VERORDENING (EU) Nr. 420/2011 VAN DE COMMISSIE
van 29 april 2011
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (2) zijn maximumgehalten voor verontreinigingen in een aantal levensmiddelen vastgesteld. |
(2) |
Rekening houdend met de verschillende interpretaties ten aanzien van het deel van krabben dat moet worden geanalyseerd met het oog op een vergelijking met het maximumgehalte voor cadmium, moet daarom worden verduidelijkt dat het in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 vastgestelde maximumgehalte voor cadmium bij schaaldieren geldt voor het vlees van aanhangsels (poten en scharen) en buik. Voor krabben en krabachtige schaaldieren is het maximumgehalte alleen van toepassing op de aanhangsels. Deze definitie sluit andere delen van schaaldieren uit, zoals de cephalothorax van krabben en niet-eetbare delen (schaal, staart). De cephalothorax omvat de spijsverteringsorganen (hepatopancreas) waarvan bekend is dat zij hoge cadmiumgehalten bevatten. Aangezien de consumenten in sommige lidstaten regelmatig delen van de cephalothorax eten, kan advies aan de consumenten op het niveau van een lidstaat om de consumptie van deze delen te beperken, bijdragen tot een verminderde blootstelling aan cadmium. Een informatienota over deze kwestie staat op de website van directoraat-generaal Gezondheid en consumenten van de Commissie (3). |
(3) |
Ter wille van de consistentie moet het deel van schaaldieren waarvoor de maximumgehalten gelden, dienovereenkomstig worden gewijzigd voor andere verontreinigingen (lood, kwik, dioxinen en pcb’s, en polycyclische aromatische koolwaterstoffen). |
(4) |
Tweekleppige weekdieren zoals groenlipmosselen en oesters kunnen net zoals zeewier cadmium opslaan. Aangezien groenlipmosselpoeder en oesterpoeder, net zoals gedroogd zeewier, als voedingssupplementen worden verkocht, moet het maximumgehalte voor cadmium bij gedroogde tweekleppige weekdieren hetzelfde zijn als dat wat thans is vastgesteld voor gedroogd zeewier en van zeewier afgeleide producten. |
(5) |
De bepalingen voor bladkoolachtigen moeten worden afgestemd op die voor andere bladgroenten. Het algemene maximumgehalte voor cadmium bij „groenten en fruit” in punt 3.2.15 geldt daarom niet voor bladkoolachtigen, die moeten worden opgenomen in punt 3.2.17. |
(6) |
De algemene maximumgehalten voor lood en cadmium in groenten en fruit zijn niet realistisch voor zeewier, dat van nature hogere gehalten kan bevatten. De maximumgehalten voor lood en cadmium in groenten en fruit (punten 3.1.10 en 3.2.15) gelden daarom niet voor zeewier. Er moeten meer gegevens over het vóórkomen van verontreinigingen worden verzameld om een besluit te kunnen nemen over de noodzaak van specifieke, meer realistische maximumgehalten voor lood en cadmium in zeewier. |
(7) |
Er bestaan enkele inconsequenties in verband met de namen van de levensmiddelen/productgroepen in Verordening (EG) nr. 1881/2006 en de namen van de levensmiddelen/productgroepen in Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.