Gedelegeerde verordening 2014/1392 - Teruggooiplan voor bepaalde kleine pelagische visserijen in de Middellandse Zee

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze gedelegeerde verordening was geldig van 1 januari 2015 tot 31 december 2017.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1392/2014 van de Commissie van 20 oktober 2014 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde kleine pelagische visserijen in de Middellandse Zee

officiële Engelstalige titel

Commission Delegated Regulation (EU) No 1392/2014 of 20 October 2014 establishing a discard plan for certain small pelagic fisheries in the Mediterranean Sea
 
Rechtsinstrument Gedelegeerde verordening
Wetgevingsnummer Gedelegeerde verordening 2014/1392
Celex-nummer i 32014R1392

3.

Key dates

Document 20-10-2014
Bekendmaking in Publicatieblad 30-12-2014; PB L 370 p. 21-24
Inwerkingtreding 01-01-2015; Toepassing zie art 4
19-01-2015; in werking datum publicatie +20 zie art 4
Einde geldigheid 31-12-2017; zie art. 4

4.

Wettekst

30.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 370/21

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1392/2014 VAN DE COMMISSIE

van 20 oktober 2014

tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde kleine pelagische visserijen in de Middellandse Zee

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (1), en met name artikel 15, lid 6, en artikel 18, leden 1 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) nr. 1380/2013 heeft tot doel de teruggooi geleidelijk uit te bannen in alle visserijen van de Unie middels de invoering van een aanlandingsverplichting voor vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden.

 

(2)

Artikel 15, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 geeft de Commissie de bevoegdheid om door middel van een gedelegeerde handeling teruggooiplannen vast te stellen voor een termijn van ten hoogste drie jaar, op basis van door de lidstaten in overleg met de relevante adviesraden opgestelde gezamenlijke aanbevelingen.

 

(3)

Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Slovenië hebben een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserij in de Middellandse Zee. Die lidstaten hebben, na overleg met de adviesraad voor de Middellandse Zee, bij de Commissie gezamenlijke aanbevelingen (2) ingediend. Er is een wetenschappelijke bijdrage verkregen van bevoegde wetenschappelijke instanties. Overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 mogen enkel de maatregelen in de gezamenlijke aanbevelingen die in overeenstemming zijn met artikel 15, lid 6, van die verordening, in de onderhavige verordening worden opgenomen.

 

(4)

Met betrekking tot de Middellandse Zee is in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 een aanlandingsverplichting vastgesteld voor alle vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden alsook voor vangsten van soorten waarvoor minimummaten in de zin van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad (3) gelden. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is de aanlandingsverplichting uiterlijk vanaf 1 januari 2015 van toepassing op de kleine pelagische visserijen, de grote pelagische visserijen en visserijen voor industriële doeleinden.

 

(5)

Overeenkomstig de gezamenlijke aanbeveling moet het teruggooiplan vanaf 1 januari 2015 van toepassing zijn op alle in de kleine pelagische visserijen in de Middellandse Zee met pelagische trawls en/of ringzegens gedane vangsten van soorten waarvoor minimummaten in de zin van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 gelden (i.e. visserijen op ansjovis, sardine, makreel en horsmakreel).

 

(6)

Om disproportioneel hoge kosten voor het behandelen van ongewenste vangsten te voorkomen en overeenkomstig artikel 15, lid 5, onder c), ii), van Verordening (EU) nr. 1380/2013, is het passend een de-minimisvrijstelling van de aanlandingsverplichting vast te stellen in termen van het percentage van de totale jaarlijkse vangsten van soorten die onder de aanlandingsverplichting in de kleine pelagische visserijen vallen. De de-minimisvrijstelling vindt steun in de door de betrokken lidstaten ingediende gezamenlijke aanbevelingen, vanwege de extra kosten die het beheer van ongewenste vangsten, zowel aan boord (sorteren en in dozen doen, opslag en bewaring) als aan de wal (vervoer en opslag, bewaring, vermarkting en verwerking of vernietiging als bijzonder afval) meebrengt ten opzichte van de beperkte en soms niet bestaande...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

 

5.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.