Verordening 2013/1407 - Toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de EU op de-minimissteun - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun Voor de EER relevante tekstofficiële Engelstalige titel
Commission Regulation (EU) No 1407/2013 of 18 December 2013 on the application of Articles 107 and 108 of the Treaty on the Functioning of the European Union to de minimis aid Text with EEA relevanceRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2013/1407 |
Celex-nummer i | 32013R1407 |
Document | 18-12-2013 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 24-12-2013; PB L 352 p. 1-8 |
Inwerkingtreding | 01-01-2014; in werking zie art 8 |
Einde geldigheid | 31-12-2023; verlengd door 32020R0972 |
24.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 352/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 1407/2013 VAN DE COMMISSIE
van 18 december 2013
betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 108, lid 4,
Gezien Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen (1),
Na bekendmaking van de ontwerpverordening (2),
Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overheidsfinanciering die aan de criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag voldoet, vormt staatssteun en moet krachtens artikel 108, lid 3, van het Verdrag bij de Commissie worden aangemeld. Op grond van artikel 109 van het Verdrag kan de Raad evenwel bepalen welke soorten van steunmaatregelen van die aanmeldingsverplichting zijn vrijgesteld. Overeenkomstig artikel 108, lid 4, van het Verdrag kan de Commissie verordeningen vaststellen betreffende die soorten van staatssteun. Bij Verordening (EG) nr. 994/98 heeft de Raad, overeenkomstig artikel 109 van het Verdrag, besloten dat de-minimissteun een van die soorten kan zijn. Op basis daarvan wordt de-minimissteun, d.w.z. aan één onderneming over een bepaalde periode toegekende steun die een bepaald vastgesteld bedrag niet overschrijdt, geacht niet aan alle criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag te voldoen en derhalve niet onder de aanmeldingsprocedure te vallen. |
(2) |
In talrijke besluiten heeft de Commissie het begrip „steun” in de zin van artikel 107, lid 1, van het Verdrag verduidelijkt. De Commissie heeft ook haar beleid met betrekking tot een de-minimisplafond beneden hetwelk artikel 107, lid 1, van het Verdrag kan worden geacht niet van toepassing te zijn, uiteengezet, eerst in haar mededeling inzake de-minimissteun (3) en vervolgens in Verordeningen (EG) nr. 69/2001 (4) en (EG) nr. 1998/2006 (5) van de Commissie. In het licht van de ervaring die bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 1998/2006 is opgedaan, is het passend een aantal van de in die verordening vastgestelde voorwaarden te herzien en die verordening te vervangen. |
(3) |
Het is passend het plafond van 200 000 EUR voor het bedrag aan de-minimissteun dat één onderneming over een periode van drie jaar per lidstaat mag ontvangen, te behouden. Dat plafond blijft nog steeds noodzakelijk om te garanderen dat maatregelen die onder deze verordening vallen, geacht kunnen worden het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig te beïnvloeden en de mededinging niet te vervalsen of dreigen te vervalsen. |
(4) |
Een onderneming is, voor de toepassing van de mededingingsregels van het Verdrag, elke entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd (6). Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bepaald dat alle entiteiten die (juridisch of feitelijk) onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming dienen te worden beschouwd (7). Met het oog op rechtszekerheid en om de administratieve rompslomp te verminderen, moet in deze verordening een uitputtende lijst van duidelijke criteria worden vastgesteld aan de hand waarvan kan worden bepaald wanneer twee of meer ondernemingen binnen dezelfde lidstaat als één onderneming moeten worden beschouwd. De Commissie heeft uit de vaststaande criteria voor het definiëren van „verbonden ondernemingen” in de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (hierna „kmo’s” genoemd) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (8) en van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de geconsolideerde versie, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie en tot slot een overzicht van relevante raadplegingen.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.