Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een kader voor energie-efficiëntie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU - Bespreking van de definitieve compromistekst met het oog op een akkoord

1.

Kerngegevens

Document­datum 30-03-2017
Publicatie­datum 31-03-2017
Kenmerk 7568/17
Van General Secretariat of the Council
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 maart 2017

PUBLIC

(OR. en)

7568/17 Interinstitutioneel dossier:

2015/0149 (COD) i LIMITE

ENER 118 ENV 283 CONSOM 107 CODEC 464

NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers Nr. Comdoc.: 11012/15 ENER 284 ENV 493 CONSOM 131 CODEC 1054

  • ADD 1 + ADD 2 + ADD 3

Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vaststelling van een kader voor energie-efficiëntieetikettering

en tot intrekking van Richtlijn 2010/30 i/EU - Bespreking van de definitieve compromistekst met het oog op een akkoord

  • 1. 
    Op 21 maart 2017 is de vierde en laatste trialoog over energie-etikettering gehouden en is een informeel akkoord bereikt op basis van de tekst in de bijlage. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het op 8 maart door het Coreper verleende mandaat zijn de volgende:
    • - 
      voor schaalaanpassingen worden gedelegeerde handelingen aanvaard; daarbij hoort een interinstitutionele verklaring (bijlage III), ondertekend door de drie instellingen, die een precedentwerking uitsluit;
    • - 
      de algemene termijn voor de eerste schaalaanpassing van bestaande producten wordt vastgesteld op 6 jaar, opdat het etiket 18 maanden na de vaststelling van de

      gedelegeerde handeling in winkels kan worden uitgestald;

    • - 
      de termijn voor de eerste schaalaanpassing van producten met de snelste technologische ontwikkeling ("witgoed") wordt vastgesteld op 15 maanden, opdat het etiket

      12 maanden na de vaststelling van de gedelegeerde handeling in winkels kan worden uitgestald;

    • - 
      met betrekking tot de uitzonderingen voor weesproducten en dubbele tests in artikel 11 wordt de termijn voor handelaren om deze producten te verkopen met een etiket zonder aangepaste schaal verlengd tot 9 maanden;
    • - 
      op grond van artikel 12 bis mogen leveranciers extra technische documentatie in de databank opnemen indien zij meer dan alleen de vereiste gegevens willen verstrekken.
  • 2. 
    Wat betreft mogelijke financiële compensatie voor consumenten (EP-amendement 96) heeft de Commissie ermee ingestemd een verklaring af te leggen waarin zij zegt de kwestie te

zullen bestuderen in het kader van haar lopende werkzaamheden inzake de handhaving van de harmonisatiewetgeving van de Unie voor producten. De ontwerpverklaring staat in bijlage IV.

  • 3. 
    De tekst weerspiegelt niet alleen het akkoord van 21 maart, maar ook het resultaat van de technische bespreking met het Europees Parlement op 23 maart, die bedoeld was om de

    overwegingen aan te passen. Ter bevordering van het vertaalproces bevat de tekst tevens taalkundige verbeteringen, zodat hij strookt met de standaardformuleringen, en biedt hij een duidelijke structuur voor het ontwerp van wetgevingshandeling. Alle schrappingen ten opzichte van het Commissievoorstel zijn aangegeven met ▌. Toevoegingen staan vetgedrukt en cursief.

  • 4. 
    Het Comité van permanente vertegenwoordigers wordt verzocht:
    • de bijgaande compromistekst, zoals in de trialoog overeengekomen, te analyseren en goed te keuren, en
    • het voorzitterschap opdracht te geven het Europees Parlement mee te delen dat, indien het Europees Parlement, overeenkomstig artikel 294, lid 3, van het Verdrag, zijn

      standpunt in eerste lezing vaststelt in de vorm van het in bijlage dezes vervatte compromispakket (zoals bijgewerkt door de juristen-vertalers van beide instellingen), de Raad overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag het standpunt van het Europees Parlement zal goedkeuren en de handeling zal worden vastgesteld in de formulering die overeenstemt met het standpunt van het Europees Parlement.

_____________________

PE-CONS Nr./YY – 2015/0148 (COD) i

VERORDENING (EU) Nr. .../2017 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van …

tot vaststelling van een kader voor energie- ▌etikettering en tot intrekking van

Richtlijn 2010/30 i/EU

(voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1 ,

Na raadpleging van het Comité van de Regio's ▌ ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 2 ,

1 PB C 82 van 3.3.2016, blz. 6.

2 Standpunt van het Europees Parlement van … (nog niet bekendgemaakt in het

Publicatieblad) en besluit van de Raad van … Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De Europese Unie is vastbesloten een energie-unie met een toekomstgericht klimaatbeleid op te bouwen. Energie-efficiëntie is een cruciaal aspect van het beleidskader voor klimaat en energie 2030 van de Europese Unie en is essentieel voor de matiging van de vraag naar energie.
  • (2) 
    Door middel van energie- ▌etikettering kunnen de consumenten geïnformeerde keuzes maken op basis van het energieverbruik van producten ▌. Informatieverstrekking over efficiënte en duurzame energiegerelateerde producten levert een belangrijke bijdrage aan energiebesparing en aan lagere energiefacturen en bevordert tevens innovatie en investeringen op het gebied van de vervaardiging van energie-efficiëntere producten. Als de efficiëntie van energiegerelateerde producten wordt verbeterd dankzij een

    geïnformeerde keuze van de consument en de harmonisering van daarmee samenhangende voorschriften op Unieniveau, hebben ook de producenten, de industrie en de economie van de EU daar in het algemeen profijt van.

Parlement en de Raad 1geëvalueerd. Bij de evaluatie is geconstateerd dat het kader voor

energie-etikettering moet worden geactualiseerd om de doeltreffendheid ervan te verhogen.

1 Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010

betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten (PB L 153 van 18.6.2010, blz. 1).

  • (4) 
    Het is passend Richtlijn 2010/30 i/EU te vervangen door een verordening waarvan de werkingssfeer in essentie ongewijzigd blijft, maar waarin een aantal bepalingen is

    gewijzigd en versterkt teneinde de inhoud ervan te verduidelijken en te actualiseren, gezien

    de technologische vooruitgang van de voorbije jaren op het gebied van energieefficiëntie

    van producten. Aangezien voor vervoermiddelen voor personen of goederen

    het energieverbruik direct of indirect wordt geregeld in andere wetgeving en beleidslijnen

    van de Unie, dienen deze vervoermiddelen buiten de werkingssfeer van deze

    verordening te blijven, met inbegrip van vervoermiddelen met een stationaire motor,

    zoals liften, roltrappen en transportbanden.

  • (5) 
    Het is dienstig te verduidelijken dat alle producten die in de Unie in de handel worden gebracht, met inbegrip van tweedehands ingevoerde producten, binnen de werkingssfeer van de verordening dienen te vallen. Dit heeft geen betrekking op producten die niet

    voor het eerst op de markt van de Unie worden aangeboden.

  • (6) 
    Een verordening is het geschikte rechtsinstrument, aangezien hierbij duidelijke en gedetailleerde regels worden opgelegd die niet op uiteenlopende wijze door de lidstaten kunnen worden omgezet, waardoor een hogere mate van harmonisering in de hele Unie wordt gewaarborgd. Doordat het regelgevingskader op het niveau van de Unie en niet op het niveau van de lidstaten wordt geharmoniseerd, dalen de kosten voor fabrikanten ▌, ontstaat een gelijk speelveld en wordt het vrije verkeer van goederen op de hele interne markt gewaarborgd.
  • (7) 
    Matiging van de vraag naar energie wordt in de Europese strategie voor energiezekerheid

genoemd als kernactie ▌ . In de kaderstrategie ▌ voor een energie-unie wordt voorts benadrukt

dat het energie-efficiëntie-eerstbeginsel moet worden toegepast en dat de bestaande Uniewetgeving op het gebied van energie volledig ten uitvoer moet worden gelegd. Het ▌stappenplan van de kaderstrategie voor de energie-unie voorzag voor 2015 in een herziening van het kader inzake de energie-efficiëntie van producten. Met deze verordening wordt het wetgevings- en handhavingskader voor etikettering van het energieverbruik verbeterd.

  • (8) 
    Het verbeteren van de efficiëntie van energiegerelateerde producten via de geïnformeerde keuze van de consument, komt de economie van de Unie ten goede, verlaagt de vraag

    naar energie en bespaart geld op de energiefacturen. Het draagt eveneens bij aan innovatie en investeringen op het gebied van energie-efficiëntie, en levert een concurrentievoordeel op voor sectoren die de meest energie-efficiënte producten ontwikkelen en produceren. Het zal tevens bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie op het gebied van energie-efficiëntie voor 2020 en 2030, en van de milieu- en klimaatdoelstellingen van de Unie. Doel is eveneens de milieuprestatie van het energiegerelateerde product en de onderdelen daarvan gunstig te beïnvloeden, onder meer wat het gebruik van andere hulpbronnen dan energie betreft.

  • (9) 
    Deze verordening moet bijdragen aan de ontwikkeling, de erkenning door de consument, en de marktopname van energieslimme producten, die kunnen worden geactiveerd voor interactie met andere toepassingen en systemen, onder meer met het energienet zelf,

    teneinde de energie-efficiëntie of de marktopname van hernieuwbare energie te verbeteren, het energieverbruik terug te dringen en de innovatie van de Europese industrie te bevorderen.

  • (10) 
    Als klanten over nauwkeurige, relevante en vergelijkbare informatie over het specifieke energieverbruik van energiegerelateerde producten beschikken, kiezen zij eerder producten die tijdens het gebruik minder energie en andere essentiële hulpbronnen verbruiken. Een gestandaardiseerd verplicht etiket voor energiegerelateerde producten is een doeltreffend middel om vergelijkbare informatie over de energie-efficiëntie van energiegerelateerde producten aan potentiële klanten te verstrekken. Het etiket moet worden aangevuld met een productinformatieblad. Het etiket moet gemakkelijk herkenbaar, eenvoudig en beknopt zijn. Hiertoe moet de bestaande kleurenschaal van het etiket (van donkergroen tot rood) worden gehandhaafd als basis om de klanten te informeren over de energie-efficiëntie van producten. Om echt nuttig te zijn voor consumenten die energie en geld willen besparen, moet de schaalverdeling op het etiket overeenkomen met besparingen qua energie en kosten die voor de consument iets te betekenen hebben. Voor de meeste productgroepen dient op het etiket, waar passend, behalve de schaalverdeling tevens het absolute

    energieverbruik te worden opgegeven, zodat de consument een idee heeft van de directe gevolgen van zijn keuze voor zijn energiefactuur. Die informatie kan echter niet worden vermeld voor energiegerelateerde producten die zelf geen energie verbruiken.

  • (11) 
    De bekende indeling met de letters A tot en met G is voor klanten kosteneffectief gebleken. De eenvormige toepassing ervan over de productgroepen heen moet zorgen voor meer transparantie en inzicht bij de klanten. In situaties waarin producten door maatregelen betreffende ecologisch ontwerp overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG i van

    het Europees Parlement en de Raad 1 niet meer tot de klassen "E", "F" of "G" kunnen

    behoren, dienen die klassen toch op het etiket te worden weergegeven in het grijs. In uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde gevallen, bijvoorbeeld wanneer de besparingen over de hele linie van de zeven klassen niet groot genoeg zijn, mag het etiket minder klassen bevatten dan een gewone A-tot-G-schaal. In die gevallen dient de kleurenschaal van het etiket (van donkergroen tot rood) te worden gehandhaafd voor de overige hogere klassen en uitsluitend van toepassing te zijn op nieuwe producten die in de handel worden gebracht.

1 Richtlijn 2009/125/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009

betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

  • (12) 
    Indien leveranciers een product in de handel brengen, dient elke eenheid van het product vergezeld te gaan van een etiket in gedrukte vorm dat beantwoordt aan de eisen van de desbetreffende gedelegeerde handeling. Indien de gedelegeerde handeling zulks toestaat, mag het etiket in plaats daarvan worden afgedrukt op de verpakking van het product. De desbetreffende gedelegeerde handelingen die overeenkomstig deze

verordening worden vastgesteld, moeten de meest doeltreffende wijze voorschrijven voor het presenteren van de etiketten, rekening houdend met de gevolgen voor consumenten,

leveranciers en handelaren. De handelaar moet in staat zijn het verstrekte etiket samen met de eenheid weer te geven in de positie die de desbetreffende gedelegeerde handeling vereist. De consument moet, zonder de merknaam of het modelnummer te hoeven lezen, het etiket duidelijk kunnen zien en herkennen als het etiket van het desbetreffende product.

  • (13) 
    Zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de verplichting van de leverancier om bij elke eenheid een afgedrukt etiket te voegen, moeten vorderingen op het gebied van digitale technologie worden benut om het elektronische etiket te gebruiken ▌als aanvulling op het afgedrukte energie-etiket. De optie waarbij de handelaar het productinformatieblad downloadt uit de productendatabank dient ook te worden toegestaan.
  • (14) 
    Indien het niet haalbaar is het energie-etiket weer te geven, zoals bij bepaalde vormen van verkoop op afstand alsmede in advertenties en technisch promotiemateriaal, moeten ten

    minste de energieklasse van het product en de reeks op het etiket vermelde efficiëntieklassen aan potentiële klanten worden verstrekt.

  • (15) 
    Fabrikanten reageren op het energie-etiket door steeds efficiëntere producten te ontwikkelen en in de handel te brengen. Daarnaast neigen zij ernaar de productie van minder efficiënte producten stop te zetten, daartoe aangemoedigd door het Unierecht over ecologisch ontwerp. Deze technologische ontwikkeling leidt ertoe dat de meeste productmodellen ▌binnen de hoogste klassen van het energie-etiket vallen. Om ervoor te zorgen dat klanten producten op een deugdelijke manier kunnen vergelijken, kan het nodig zijn de producten verder te differentiëren en dus in schaalaanpassing te voorzien. ▌Om te zorgen voor een optimale rechtspositie van leveranciers en handelaren moeten bij deze verordening gedetailleerde regelingen betreffende schaalaanpassing worden vastgesteld.
  • (16) 
    Voor diverse etiketten die zijn vastgesteld overeenkomstig een uit hoofde van

    Richtlijn 2010/30 i/EU aangenomen gedelegeerde handeling, zijn slechts of meestal enkel producten in de hoogste klassen beschikbaar, hetgeen ten koste gaat van de doeltreffendheid van het etiket. De schaal van de klassen op bestaande etiketten is, afhankelijk van de productgroep, variabel: de hoogste klasse kan A of A+++ zijn, of iets daartussenin. Consumenten die etiketten van verschillende productgroepen onderling vergelijken, kunnen dan ook denken dat er voor een bepaald etiket betere energieklassen bestaan dan de uitgestalde klassen. Om eventuele verwarring te voorkomen, is het passend dat de bestaande etiketten vooraf een eerste schaalaanpassing krijgen, zodat een homogene A-tot-G-schaal wordt gewaarborgd, overeenkomstig drie productcategorieën van deze verordening.

  • (17) 
    Energie-etikettering an producten voor ruimte- en waterverwarming is slechts recentelijk ingevoerd en de technologische vooruitgang van deze productgroepen verloopt relatief traag. In het huidige systeem van etikettering bestaat een duidelijk onderscheid tussen door conventionele fossiele brandstof aangedreven technologieën, die in het beste geval tot de A-klasse behoren, en door hernieuwbare energie

    aangedreven technologieën, waaraan de klassen A+, A++ en A+++ zijn voorbehouden, maar die vaak aanmerkelijk duurder zijn. Een grote energiebesparing is al haalbaar door gebruik te maken van de meest efficiënte door fossiele brandstof aangedreven technologieën, waardoor de verdere aanprijzing als A-klasse passend lijkt. Aangezien de markt langzaam zal verschuiven naar hernieuwbare technologieën, is het passend de schaal van energie-etiketten voor ruimte- en waterverwarming in een later stadium aan te passen.

  • (18) 
    Na de eerste schaalaanpassing dient de frequentie van verdere schaalaanpassingen te worden bepaald op basis van het percentage verkochte producten dat in de hoogste

    klassen is ingeschaald. Daarbij moet rekening worden gehouden met de snelheid van de technologische vooruitgang en met de noodzaak om bovenmatige lasten voor leveranciers en handelaren, en met name kleine bedrijven, te vermijden. Dergelijke schaalaanpassingen zouden daarom ongeveer om de tien jaar wenselijk zijn. De hoogste klasse van een nieuw etiket met aangepaste schaal dient leeg te blijven om de technologische vooruitgang te bevorderen, te zorgen voor stabiliteit van de regelgeving, de frequentie van schaalaanpassing te beperken en ervoor te zorgen dat er steeds efficiëntere producten worden ontwikkeld en erkend. In uitzonderlijke gevallen, wanneer wordt verwacht dat de technologie zich sneller zal ontwikkelen, moeten voorschriften worden vastgesteld zodat naar verwachting geen enkel product in de hoogste twee klassen zal vallen op het moment waarop het nieuwe etiket met aangepaste schaal wordt ingevoerd.

  • (19) 
    Voor elke schaalaanpassing moet de Commissie een passende voorbereidende studie uitvoeren.
  • (20) 
    Bij schaalaanpassing van een etiket van een productgroep moeten de ▌etiketten op de betrokken producten die in winkels zijn uitgestald op korte termijn worden vervangen om verwarring bij de klant te vermijden, en moeten passende voorlichtingscampagnes

worden opgezet om de consument duidelijk te maken dat een nieuwe versie is ingevoerd.

  • (21) 
    In het geval van een etiket met aangepaste schaal moeten de leveranciers gedurende een bepaalde periode zowel het oude etiket als het etiket met aangepaste schaal verstrekken. Bestaande etiketten op uitgestalde producten, met inbegrip van op internet aangeboden producten, moeten zo spoedig mogelijk na de vervangingsdatum die in de gedelegeerde handeling betreffende het etiket met aangepaste schaal is vastgesteld, worden vervangen door etiketten met aangepaste schaal. Handelaren mogen de etiketten met aangepaste

    schaal niet uitstallen vóór de vervangingsdatum.

  • (22) 
    Er moet worden gezorgd voor een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen. De marktdeelnemers moeten de regelgeving naleven die op hun rol in de toeleveringsketen van toepassing is en ▌waarborgen dat zij uitsluitend producten op de markt aanbieden die in overeenstemming met deze verordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen zijn.
  • (23) 
    Om het vertrouwen van de klant in het energie-etiket te behouden, mogen voor energiegerelateerde producten waarvoor energie-etiketteringsvoorschriften gelden geen andere etiketten worden gebruikt die het energie-etiket nabootsen. Zolang dergelijke producten evenwel niet vallen onder andere energiegerelateerde voorschriften op het niveau van de Unie, moeten de lidstaten nationale regelingen voor de etikettering van deze producten kunnen handhaven of nieuwe kunnen invoeren. Aanvullende etiketten, markeringen, symbolen of opschriften die wat betreft het energieverbruik van het betrokken product misleidend of verwarrend kunnen zijn voor de klant, zijn om dezelfde reden niet

    toegestaan. Etiketten op grond van EU-wetgeving, zoals de etikettering van banden met betrekking tot brandstofefficiëntie en andere milieuparameters, en bijkomende labels zoals de Energy Star en het ecolabel van de EU, mogen niet als misleidend of verwarrend worden beschouwd.

  • (24) 
    Klanten krijgen in toenemende mate software- of firmware-updates van hun producten aangeboden nadat deze in de handel zijn gebracht en in gebruik zijn genomen. Hoewel deze updates doorgaans de prestaties van het product moeten verbeteren, kunnen zij ook gevolgen hebben voor de energie-efficiëntie en andere productparameters die op het

    energie-etiket zijn vermeld. Indien deze wijzigingen een achteruitgang inhouden ten opzichte van hetgeen op het etiket staat, moet de consument over de wijzigingen worden ingelicht en de mogelijkheid krijgen om de update al dan niet te weigeren.

  • (25) 
    Ter wille van de rechtszekerheid moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening

    (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad 1 vastgestelde voorschriften

    inzake markttoezicht in de Unie en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen, op energiegerelateerde producten van toepassing zijn. Met het oog op het beginsel vrij verkeer van goederen is het essentieel dat de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten doeltreffend met elkaar samenwerken. Deze samenwerking betreffende energieetikettering dient te worden versterkt door middel van ondersteuning, door de Commissie, voor de ADCO-groepen (Administrative Co-operation) inzake milieuvriendelijk productontwerp en inzake energie-etikettering.

  • (26) 
    Het Commissievoorstel voor een nieuwe verordening betreffende markttoezicht op producten integreert de bepalingen van Verordening (EG) nr. 765/2008 i, Richtlijn

    2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad 2 en verschillende sectorspecifieke

    besluiten inzake harmonisatiewetgeving van de Unie. Dat voorstel bevat bepalingen inzake vrijwaringsclausules uit Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en

    de Raad 3 die op alle harmonisatiewetgeving van de Unie van toepassing zouden zijn.

    Zolang de nieuwe verordening in behandeling blijft bij de medewetgevers, is het passend

    naar Verordening (EG) nr. 765/2008 i te verwijzen en vrijwaringsclausules op te nemen

    in deze verordening.

1 Verordening (EG) nr. 765/2008 i van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008

tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 i (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

2 Richtlijn 2001/95/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4).

3 Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008

betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot

intrekking van Besluit 93/465/EEG i van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

  • (27) 
    Markttoezichtactiviteiten die vallen onder Verordening (EG) nr. 765/2008 i zijn niet uitsluitend gericht op de bescherming van de gezondheid en veiligheid, maar hebben ook betrekking op de handhaving van Uniewetgeving die andere openbare belangen tracht te beschermen, met inbegrip van energie-efficiëntie. In overeenstemming met het actieplan van de Commissie voor markttoezicht voor veiligere en conforme producten voor

    Europa, is de algemene risicobeoordelingsmethode van de EU geactualiseerd, zodat deze alle risico's dekt, met inbegrip van de risico's met betrekking tot energie-etikettering.

  • (28) 
    Een coherent en kosteneffectief markttoezicht in de hele Unie vraagt ook om goed gestructureerde en alomvattende archivering en uitwisseling van alle relevante

    informatie tussen de lidstaten over nationale activiteiten in dit verband, onder meer van de door deze verordening voorgeschreven kennisgevingen. Het Informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (ICSMS), een door de Commissie opgerichte databank, is uitermate geschikt om een volledige databank van markttoezichtinformatie op te zetten, en het gebruik ervan moet dan ook ten zeerste worden aangemoedigd.

  • (29) 
    Teneinde een nuttig instrument te ontwikkelen voor consumenten, handelaren op alternatieve wijzen productinformatiebladen te laten aanvragen, het toezicht op de conformiteit te vergemakkelijken en actuele marktgegevens ten behoeve van het regelgevingsproces voor herziening van productspecifieke etiketten en informatiebladen ter beschikking te stellen, dient de Commissie een productendatabank op te zetten en bij te houden die bestaat uit een openbaar deel en een deel betreffende conformiteit, en die toegankelijk is via een internetportaal.
  • (30) 
    Zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de verplichtingen van de lidstaten inzake markttoezicht en de verplichtingen van de leverancier om de productconformiteit te controleren, dienen de leveranciers de vereiste informatie inzake productconformiteit elektronisch ter beschikking te stellen in de databank. De informatie die relevant is voor consumenten en handelaren moet in het openbare deel van de productendatabank algemeen beschikbaar zijn. Die informatie moet beschikbaar worden gemaakt als "open data", zodat zij bruikbaar is voor applicatieontwikkelaars en voor andere vergelijkingsinstrumenten. Door middel van gebruiksgerichte instrumenten, zoals een dynamische QR-code (Quick Response) op het afgedrukte etiket, moet het openbare gedeelte van de productendatabank gemakkelijk rechtstreeks toegankelijk zijn.
  • (31) 
    Het conformiteitsgedeelte van de databank moet onderworpen zijn aan strenge voorschriften inzake gegevensbescherming. De vereiste specifieke delen van de technische documentatie in het conformiteitsgedeelte moeten ter beschikking worden gesteld van zowel de markttoezichtautoriteiten als van de Commissie. Indien bepaalde technische informatie zo gevoelig is dat het ongepast zou zijn ze op te nemen in de categorie

    technische documentatie, zoals nader omschreven in de desbetreffende gedelegeerde handelingen die overeenkomstig deze verordening worden vastgesteld, moeten markttoezichtautoriteiten de bevoegdheid behouden om zo nodig toegang tot die informatie te krijgen, conform de voor leveranciers geldende samenwerkingsverplichting of via aanvullende technische documentatie die leveranciers op vrijwillige basis in de databank hebben opgenomen.

  • (32) 
    Alle modellen waarvan eenheden in de handel zijn gebracht na de datum van inwerkingtreding van deze verordening moeten worden geregistreerd, zodat de databank zo snel

    mogelijk van nut kan zijn. Voor modellen waarvan eenheden enkel vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening in de handel zijn gebracht maar die niet langer worden verhandeld, is deze registratie facultatief. Tegelijkertijd dient een passende overgangsperiode in acht te worden genomen voor de ontwikkeling van de databank en opdat leveranciers hun registratieverplichting kunnen nakomen. Wanneer er aan een product dat al op de markt is wijzigingen worden aangebracht die van betekenis zijn voor het etiket en het productinformatieblad, moet het product worden beschouwd als een nieuw model en moet de leverancier worden verplicht het in de productendatabank te registreren. De Commissie dient, in samenwerking met markttoezichtautoriteiten en leveranciers, specifieke aandacht te besteden aan het overgangsproces tot het openbare deel en het deel betreffende conformiteit van de productendatabank volledig zijn geïmplementeerd.

  • (33) 
    De sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en de op grond daarvan vastgestelde uitvoeringshandelingen moeten doeltreffend, evenredig

    en afschrikkend zijn.

  • (34) 
    Teneinde de energie-efficiëntie, de beperking van de klimaatverandering en de milieubescherming te bevorderen, moeten de lidstaten stimulansen voor het gebruik van energieefficiënte producten kunnen creëren. De lidstaten kunnen vrij beslissen over de aard van dergelijke stimulansen. Dergelijke stimulansen dienen te voldoen aan de staatssteunregels van de Unie en mogen niet tot ongerechtvaardigde marktbelemmeringen leiden. Deze verordening doet geen afbreuk aan het resultaat van enigerlei toekomstige, uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) ingeleide procedure inzake dergelijke stimulansen.

(35)Het energieverbruik en de prestaties van en andere informatie over de producten waarop de productspecifieke voorschriften van deze verordening van toepassing zijn, dienen te

worden gemeten door middel van betrouwbare, accurate en reproduceerbare methoden, waarbij rekening wordt gehouden met algemeen erkende, geavanceerde meet- en berekeningsmethoden. Het is in het belang van het functioneren van de interne markt dat kan worden beschikt over op Unieniveau geharmoniseerde normen. Deze methoden en normen moeten zo goed mogelijk rekening houden met het werkelijke gebruik van een bepaald product, moeten het gemiddelde consumentengedrag weerspiegelen en moeten solide zijn, om de bewuste en onbewuste omzeiling ervan af te schrikken. Energieetiketten dienen de comparatieve prestaties van het daadwerkelijke gebruik van producten weer te geven, binnen de beperkingen die de noodzaak van betrouwbare en reproduceerbare laboratoriumtests met zich meebrengt. Derhalve mag het leveranciers niet worden toegestaan software of hardware te gebruiken die de prestatie van het product in een testomgeving verandert. Indien er geen gepubliceerde normen bestaan op het moment waarop productspecifieke voorschriften worden toegepast, dient de Commissie ten behoeve van die productspecifieke voorschriften voorlopige meet- en berekeningsmethoden in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken. Zodra een dergelijke norm in het Publicatieblad van de Europese Unie is genoemd en die norm wordt nageleefd, geldt er een vermoeden van overeenstemming met de meetmethoden voor de productspecifieke vereisten die op basis van deze verordening zijn vastgesteld.

  • (36) 
    De Commissie dient een langetermijnwerkplan op te stellen voor de herziening van de etiketten voor bepaalde energiegerelateerde producten, met inbegrip van een indicatieve lijst van overige energiegerelateerde producten waarvoor een energie-etiket kan worden ingevoerd. In het kader van het werkplan dienen de betrokken productgroepen allereerst op technisch, ecologisch en economisch vlak te worden geanalyseerd. Hierbij dient ook aanvullende informatie te worden geanalyseerd, met inbegrip van de mogelijkheid om de consument van informatie over de prestaties van een energiegerelateerd product te voorzien, bijvoorbeeld het ▌energieverbruik, de duurzaamheid of de milieuprestaties, en de kosten van het verstrekken van die informatie, in samenhang met de doelstelling van het bevorderen van de circulaire economie. Met dergelijke aanvullende informatie dient het etiket voor de consument begrijpelijker en doeltreffender te worden, maar de consument mag hierdoor niet worden benadeeld.
  • (37) 
    Ondanks de intrekking van Richtlijn 2010/30 i/EU moeten leveranciers van producten die vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening in overeenstemming met die richtlijn op de markt zijn gebracht, verplicht blijven om een elektronische versie van de technische documentatie van de betrokken producten beschikbaar te stellen op verzoek van de markttoezichtautoriteiten. Passende overgangsbepalingen moeten zorgen voor rechtszekerheid en continuïteit op dit gebied.
  • (38) 
    Teneinde specifieke productgroepen van energiegerelateerde producten vast te stellen in overeenstemming met een reeks specifieke criteria en teneinde in productspecifieke

    etiketten en informatiebladen te voorzien ▌, dient de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU wetgevingshandelingen vast te stellen aan de Commissie te worden gedelegeerd. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Om met name te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde moment als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.

  • (39) 
    Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden toegekend om in het

    kader van de vrijwaringsprocedure van de Unie te bepalen of een nationale maatregel al

    dan niet gerechtvaardigd is, en om gedetailleerde voorschriften inzake de operationele

    details van de productendatabank vast te stellen. Die bevoegdheden dienen te worden

    uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het Europees

    Parlement en de Raad 1 .

1 Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het Europees Parlement en de Raad van

16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

  • (40) 
    Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk klanten in staat stellen efficiëntere producten te kiezen door hun nuttige informatie te bieden, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt maar beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt door het kader van geharmoniseerde regelgeving verder te ontwikkelen en fabrikanten een gelijk speelveld te garanderen, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
  • (41) 
    Deze verordening dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de termijnen voor de omzetting in nationaal recht en de toepassing van Richtlijn 2010/30 i/EU onverlet te laten.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

  • 1. 
    Bij deze verordening wordt een kader vastgesteld voor energiegerelateerde producten

    ("producten"), worden voor die producten een etiket en standaardproductinformatie ingevoerd met betrekking tot hun energie-efficiëntie, energieverbruik en verbruik van ▌andere hulpbronnen tijdens het gebruik, alsmede aanvullende informatie over ▌ producten, waardoor klanten efficiëntere producten kunnen kiezen om het energieverbruik te verminderen.

  • 2. 
    Deze verordening is niet van toepassing op:
    • a) 
      tweedehandsproducten, met uitzondering van ingevoerde tweedehandsproducten;
    • b) 
      vervoermiddelen voor personen- of goederenvervoer ▌.
  • 3. 
    Deze verordening is van toepassing op producten die in de Unie in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen. Die producten dienen aan deze verordening en de desbetreffende gedelegeerde handelingen te voldoen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1) 
    "klant": een natuurlijke of rechtspersoon die voor zijn eigen gebruik een product koopt, huurt of ontvangt waarop deze verordening van toepassing is, al dan niet optredend ten behoeve van zijn handel, bedrijf, ambacht of beroep;
  • 2) 
    "in de handel brengen": een product voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden;
  • 3) 
    "op de markt aanbieden": het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie of gebruik op de markt van de Unie;
  • 4) 
    "ingebruikneming": het eerste gebruik van een product op de markt van de Unie, overeenkomstig het beoogde doel;
  • 5) 
    "leverancier": de in de Unie gevestigde fabrikant, de officiële vertegenwoordiger van een fabrikant die niet in de Unie is gevestigd of de importeur die producten waarop deze

    verordening van toepassing is in ▌de Unie in de handel brengt; 6) "fabrikant": een natuurlijke of rechtspersoon die een product vervaardigt of onder zijn

    naam of handelsmerk laat ontwerpen of vervaardigen en in de handel brengt;

  • 7) 
    "officiële vertegenwoordiger": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;
  • 8) 
    "importeur": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een product uit een derde land in de Unie in de handel brengt;
  • 9) 
    "handelaar": een detailhandelaar of andere natuurlijke of rechtspersoon die producten aan klanten of installateurs verkoopt, verhuurt, in huurkoop aanbiedt of voor hen uitstalt in het kader van een commerciële activiteit, al dan niet tegen betaling;
  • 10) 
    "verkoop op afstand": verkoop, verhuur of huurkoop via postorder, catalogus, internet, telemarketing of een andere methode, waarbij kan worden aangenomen dat de potentiële klant het product niet uitgestald ziet;
  • 11) 
    "energie-efficiëntie": de verhouding tussen de verkregen prestatie, dienst, goederen of energie, en de energie-input;
  • 12) 
    "energiegerelateerd product" of "product": een in de Unie in de handel gebracht of in gebruik genomen goed of systeem ▌dat tijdens het gebruik een effect heeft op het

    energieverbruik, met inbegrip van onderdelen die tijdens het gebruik een effect hebben op het energieverbruik, in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen voor klanten en bestemd zijn om te worden ingebouwd in energiegerelateerde producten;

  • 14) 
    "etiket": een grafisch diagram, in afgedrukte of elektronische vorm, inclusief een gesloten schaalaanduiding met uitsluitend de letters A tot en met G in zeven verschillende kleuren, variërend van donkergroen tot rood, waarbij elke klasse overeenstemt met energiebesparingen,

    teneinde klanten te informeren over de energie-efficiëntie en het energieverbruik. Dit omvat tevens etiketten met aangepaste schaal en etiketten met minder klassen en kleuren, in overeenstemming met artikel 11, leden 9 en 10;

  • 15) 
    "productgroep": een groep producten met in hoofdzaak dezelfde werking;

1 Verordening (EU) nr. 1025/2012 i van het Europees Parlement en de Raad betreffende

Europese normalisatie (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

  • 16) 
    "model": een versie van een product waarvan alle eenheden over dezelfde, voor het etiket en het productinformatieblad relevante, technische kenmerken en dezelfde typeaanduiding beschikken;
  • 17) 
    "typeaanduiding": de (doorgaans alfanumerieke) code waarmee een specifiek model van een product wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of

    dezelfde leveranciersnaam;

  • 18) 
    "gelijkwaardig model": een model dat dezelfde voor het etiket relevante technische eigenschappen en hetzelfde productinformatieblad heeft, maar in de handel wordt gebracht door dezelfde leverancier ▌ als een ander model ▌ dat van een andere typeaanduiding is voorzien;
  • 19) 
    "productinformatieblad": een standaardtabel met informatie betreffende een product, in afgedrukte of elektronische vorm;
  • 20) 
    "schaalaanpassing": een procedure om de voorschriften voor het voldoen aan de energieklasse op het etiket voor een bepaalde productgroep aan te scherpen;
  • 21) 
    "etiket met aangepast schaal": een etiket voor een bepaalde productgroep waarvoor de schaal is aangepast, dat van etiketten die dateren van vóór de aanpassing kan worden onderscheiden en dat visueel en in de perceptie de samenhang van alle etiketten niet aantast;
  • 22) 
    "aanvullende informatie": in de desbetreffende gedelegeerde handeling omschreven informatie over de functionele en milieuprestatie van een product;
  • 23) 
    "productendatabank": een verzameling gegevens over de producten die onder deze verordening en de bijhorende gedelegeerde handelingen vallen, die op systematische wijze geordend is, die bestaat uit een openbaar, consumentgericht gedeelte waarin informatie over individuele productparameters toegankelijk is langs elektronische weg, een internetportaal voor toegankelijkheid en een conformiteitsgedeelte, met duidelijk omschreven voorschriften inzake toegankelijkheid en beveiliging;
  • 24) 
    "technische documentatie": documentatie die volstaat om markttoezichtautoriteiten in staat te stellen de juistheid van een etiket of een productinformatieblad van een product te beoordelen, bijvoorbeeld testrapporten of vergelijkbaar technisch bewijsmateriaal;
  • 25) 
    "systeem": een combinatie van verschillende goederen die samen een specifieke functie in een bekende omgeving vervullen, en waarvan de energie-efficiëntie dan kan worden bepaald als betrof het een enkelvoudige entiteit;
  • 26) 
    "controletolerantie": de maximaal toelaatbare afwijking van de meet- en berekeningsresultaten van de door of namens de markttoezichtautoriteiten uitgevoerde controletests, ten opzichte van de waarden van de aangegeven of gepubliceerde parameters, rekening houdend met afwijkingen die toe te schrijven zijn aan variatie tussen laboratoria.

    Artikel 3 Algemene verplichtingen van leveranciers ▌

  • 1. 
    Leveranciers ▌ zorgen ervoor dat in de handel gebrachte producten overeenkomstig deze verordening en de desbetreffende overeenkomstig artikel 16 vastgestelde gedelegeerde

    handelingen kosteloos vergezeld gaan van accurate, afgedrukte etiketten en productinformatiebladen voor elke eenheid afzonderlijk.

    Als alternatief voor een productinformatieblad bij het product kan bij de in artikel 16, lid 3, punt h) bedoelde gedelegeerde handelingen worden bepaald dat het volstaat dat de leverancier de parameters van dergelijke productinformatiebladen invoert in de productendatabank. In dat geval verstrekt de leverancier de handelaar op verzoek het productinformatieblad in afgedrukte vorm.

    Bij gedelegeerde handeling kan worden bepaald dat het etiket op de verpakking van het product wordt afgedrukt.

  • 2. 
    Leveranciers verstrekken handelaren op hun verzoek onverwijld en uiterlijk binnen vijf werkdagen, kosteloos afgedrukte etiketten, waaronder etiketten waarvan de schaal overeenkomstig artikel 11, lid 13, is aangepast, en productinformatiebladen.
  • 3. 
    Leveranciers zorgen ervoor dat de door hen verstrekte etiketten en productinformatiebladen nauwkeurig zijn en stellen afdoende technische documentatie ter beschikking op basis waarvan de nauwkeurigheid kan worden beoordeeld.

  • 4. 
    Leveranciers verzoeken om uitdrukkelijke toestemming van de klant wanneer zij voornemens zijn een eenheid van een model dat in gebruik is te wijzigen door middel van updates die nadelig zouden zijn voor de parameters van het energie-efficiëntie-etiket van de eenheid, zoals omschreven in de betrokken gedelegeerde handeling. De klant wordt geïnformeerd over het doel van de update en over de wijzigingen van de parameters, met inbegrip van wijzigingen in de klassen van het etiket. De klant krijgt de mogelijkheid om gedurende een termijn die in verhouding staat tot de gemiddelde levensduur van het product, de update te weigeren zonder vermijdbaar verlies van functionaliteit.
  • 5. 
    Leveranciers brengen geen producten in de handel die zodanig zijn ontworpen dat de prestaties van het model automatisch veranderen in een testomgeving, met als doel de parameters die zijn omschreven in de gedelegeerde handeling of in de documentatie die het product vergezelt, gunstiger te doen uitvallen.

    Artikel 4 Verplichtingen van leveranciers in verband met de productendatabank

  • 1. 
    Leveranciers voeren, vanaf 1 januari 2019, vóór het in de handel brengen van een eenheid van een nieuw model dat onder een gedelegeerde handeling uit hoofde van deze verordening valt, voor dat model in het openbare en in het conformiteitsgedeelte van de productendatabank de in bijlage I bepaalde informatie in.
  • 2. 
    Leveranciers voeren, uiterlijk op 30 juni 2019, voor modellen die onder een gedelegeerde handeling uit hoofde van deze verordening vallen, waarvan eenheden in de handel

    worden gebracht tussen ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] en 1 januari 2019, in de productendatabank de in bijlage I bepaalde informatie in.

    Tot op het moment van het invoeren van de gegevens in de productendatabank stellen leveranciers, binnen 10 dagen na een verzoek van de markttoezichtautoriteiten of de Commissie, een elektronische versie van de technische documentatie ter beschikking voor inspectie.

  • 3. 
    Leveranciers kunnen voor modellen waarvan eenheden uitsluitend in de handel zijn gebracht vóór ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening], de in bijlage I bepaalde informatie in de productendatabank invoeren.
  • 4. 
    Een product waaraan wijzigingen worden aangebracht die van betekenis zijn voor het etiket en het productinformatieblad, wordt beschouwd als een nieuw model. De

    leverancier geeft in de databank aan wanneer eenheden van een model niet langer in de handel worden gebracht.

  • 5. 
    De onder leden 1 en 2 vermelde verplichtingen zijn niet van toepassing op pakketten van

    verwarmingstoestellen als bedoeld in Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 811/2013 i 1 , (EU) nr. 812/2013 2 en (EU) 2015/1187 3 van de Commissie, en wijzigingen daarvan,

    indien de levering van etiketten voor deze pakketten de uitsluitende verantwoordelijkheid

    van handelaren is.

  • 6. 
    Leveranciers bewaren de informatie in het conformiteitsgedeelte van de databank gedurende 15 jaar nadat de laatste eenheid van een model in de handel is gebracht. Indien zulks in verhouding tot de gemiddelde levensduur van een product passend is, kan in de betrokken gedelegeerde handeling als bedoeld in artikel 16, lid 3, punt q), een kortere bewaartermijn worden bepaald. De informatie in het openbaar gedeelte van de databank wordt niet gewist.

1 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 i van de Commissie van 18 februari 2013 ter

aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energieinstallaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft (PB L 239, 6.9.2013, blz. 1).

2 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 i van 18 februari 2013 houdende aanvulling

van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energieetikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties betreft (PB L 239 van 6.9.2013, blz. 83).

3 Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1187 van de Commissie van 27.4.2015 houdende

aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties (PB L 193 van 21.7.2015, blz. 43).

Artikel 5 Verplichtingen van handelaren

  • 1. 
    Handelaren doen het volgende:
    • a) 
      ▌zij brengen het door de leverancier verstrekte of ▌overeenkomstig punt b) van dit lid ter beschikking gestelde etiket voor een eenheid van een model dat onder een

      gedelegeerde handeling valt, zichtbaar aan, ook bij onlineverkoop op afstand;

    • b) 
      zij stellen op verzoek in het verkooppunt het productinformatieblad ter beschikking aan de klant, onder meer in fysieke vorm.
  • 2. 
    Indien handelaren, ondanks het bepaalde in artikel 3, lid 1, geen etiket hebben, verzoeken zij de leverancier daarom overeenkomstig artikel 3, lid 2.
  • 3. 
    Indien handelaren, ondanks het bepaalde in artikel 3, lid 1, geen productinformatieblad hebben:
    • a) 
      verzoeken zij de leverancier daarom, of, indien zij zulks wensen,
    • b) 
      drukken zij het af, of downloaden zij het voor digitale weergave uit de productendatabank, indien deze functies voor dat product beschikbaar zijn.

      Artikel 6 Andere verplichtingen voor leveranciers en handelaren

Leveranciers en handelaren:

  • a) 
    ▌vermelden in visuele advertenties of technisch reclamemateriaal voor een specifiek model ▌de energie-efficiëntieklasse van het product en de op het etiket beschikbare schaal van de efficiëntieklassen, overeenkomstig de betrokken gedelegeerde handeling;
  • b) 
    ▌werken samen met de markttoezichtautoriteiten en nemen op eigen initiatief of op verzoek van de markttoezichtautoriteiten onmiddellijk maatregelen ter correctie van een onder hun verantwoordelijkheid vallende situatie die niet strookt met de in deze

    verordening en de desbetreffende gedelegeerde handelingen vastgelegde voorschriften;

  • c) 
    ▌verstrekken of tonen, met betrekking tot de producten die onder krachtens deze verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen vallen, geen andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die niet voldoen aan de voorschriften van deze verordening en van de desbetreffende gedelegeerde handelingen indien dit kan leiden tot misleiding of verwarring bij de klanten over het verbruik van energie of andere hulpbronnen tijdens het gebruik;
  • d) 
    zij verstrekken of tonen, met betrekking tot producten die niet onder krachtens deze verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen vallen, geen etiketten waarmee de in deze verordening en in de desbetreffende gedelegeerde handelingen omschreven

    etiketten worden nagebootst. Dit doet geen afbreuk aan de in de wetgeving van de lidstaten omschreven etiketten, voor zover deze niet onder krachtens deze verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen vallen.

  • e) 
    verstrekken of tonen voor niet energie-gerelateerde producten die onder deze verordening vallen, geen etiketten waarmee de in deze verordening en in de desbetreffende

    gedelegeerde handelingen omschreven etiketten worden nagebootst.

    Artikel 7 Verplichtingen van de lidstaten

  • 1. 
    Met betrekking tot de aangelegenheden die onder deze verordening vallen, kunnen de lidstaten het in de handel brengen of het in gebruik nemen, op hun grondgebied, van ▌ producten die in overeenstemming zijn met deze verordening en de ▌desbetreffende

    gedelegeerde handelingen uit hoofde van deze verordening, niet verhinderen.

  • 2. 
    Wanneer lidstaten ▌stimulansen verstrekken voor een product dat onder deze verordening valt en in een gedelegeerde handeling is omschreven, richten zij die stimulansen op de

    hoogste twee significant meest frequent gebruikte, of op hogere energie-efficiëntieklassen, zoals omschreven in de toepasselijke gedelegeerde handeling.

  • 3. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat de invoering van etiketten en schaalaanpassingen

    ▌gepaard gaan met voorlichtings- en promotiecampagnes inzake energie-etikettering, zo nodig in samenwerking met handelaren en leveranciers. De Commissie ondersteunt samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken met betrekking tot deze campagnes, onder meer door het aanbevelen van gemeenschappelijke kernberichten.

  • 4. 
    De lidstaten ▌stellen de sancties en handhavingsmechanismen vast die worden toegepast wanneer de bepalingen van deze verordening en de desbetreffende gedelegeerde

    handelingen niet worden nageleefd, en zij nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties en mechanismen worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Regels die reeds in overeenstemming zijn met de voorschriften van artikel 15 van Richtlijn 2010/30 i/EU worden geacht aan deze voorschriften met betrekking tot sancties te voldoen. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] in kennis van nog niet aangemelde regels inzake sancties en handhavingsmechanismen, en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen ervan.

    Artikel 8 Markttoezicht in de Unie en controle van ▌producten die de markt van de Unie binnenkomen

  • 1. 
    De artikelen 16 tot en met 29 van Verordening (EG) nr. 765/2008 i zijn van toepassing op ▌producten die onder deze verordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen

    vallen.

  • 2. 
    De Commissie moedigt de samenwerking en uitwisseling aan, en ondersteunt die, van informatie betreffende markttoezicht op de energie-etikettering van onder deze

    verordening vallende producten tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die belast

    zijn met het markttoezicht op of de controle van producten die de markt van de Unie

    binnenkomen, alsmede tussen die autoriteiten en de Commissie, onder meer door de

    Groepen administratieve samenwerking (AdCos) inzake ecologisch ontwerp en inzake

    energie-etikettering hierbij intensiever te betrekken.

    Deze uitwisseling van informatie heeft ook plaats wanneer de testresultaten aantonen dat de producent in overeenstemming met de wetgeving ter zake handelt.

  • 3. 
    In de markttoezichtprogramma's of sectorspecifieke programma's krachtens artikel 18 van Verordening (EG) nr. 765/2008 i worden acties opgenomen om de doeltreffende

    handhaving van deze verordening te waarborgen.

  • 4. 
    De Commissie stelt in samenwerking met de Groepen administratieve samenwerking

    (AdCos) inzake ecologisch ontwerp en inzake energie-etikettering richtsnoeren op voor de handhaving van deze verordening, in het bijzonder met betrekking tot beste praktijken voor het testen van producten en het delen van informatie tussen de nationale markttoezichtautoriteiten en de Commissie.

  • 5. 
    Markttoezichtautoriteiten hebben het recht de kosten van de documentencontrole en de fysieke tests van het product terug te vorderen van leveranciers indien deze verordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen niet worden nageleefd.

    Artikel 9 Procedure op nationaal niveau voor producten die een risico inhouden

  • 1. 
    Indien de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een onder ▌deze verordening vallend product een risico voor door deze

    verordening bestreken aspecten van de bescherming van het algemeen belang vormt, zoals milieu- en consumentenbeschermingsaspecten, voeren zij een beoordeling van het ▌product uit die alle in deze verordening of de ▌desbetreffende gedelegeerde handelingen vastgelegde energie-etiketteringsvoorschriften met betrekking tot het risico bestrijkt. Leveranciers en handelaren werken hiertoe waar nodig met de markttoezichtautoriteiten samen.

  • 2. 
    Indien de markttoezichtautoriteiten bij de in lid 1 bedoelde beoordeling vaststellen dat het ▌product niet aan de voorschriften van deze ▌verordening en de bijbehorende

    gedelegeerde handelingen voldoet, verlangen zij onverwijld van de leverancier of, in voorkomend geval, de handelaar, dat hij passende corrigerende maatregelen neemt om het ▌product in overeenstemming met deze voorschriften te brengen of binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico ▌, uit de handel te nemen of terug te roepen, naargelang wat passend is. Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 i is van toepassing op de in dit lid genoemde maatregelen.

  • 3. 
    Indien de markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de

    leverancier of handelaar hebben verlangd.

  • 4. 
    De leverancier of, in voorkomend geval, de handelaar zorgt ervoor dat alle passende corrigerende of beperkende maatregelen overeenkomstig lid 2 worden toegepast op alle ▌betrokken producten die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
  • 5. 
    Indien de desbetreffende leverancier of, in voorkomend geval, de desbetreffende handelaar niet binnen de in lid 2 bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun nationale markt aanbieden van het ▌product te verbieden of te beperken, dan wel het ▌product aldaar uit de handel te nemen of terug te roepen. De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.
  • 6. 
    De in lid 5 bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het niet-conforme ▌product te identificeren en om de oorsprong van het ▌product, de aard van de beweerde niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de

    duur van de nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de leverancier of, in voorkomend geval, de handelaar. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de niet-conformiteit van het ▌product te wijten is aan ofwel het feit dat het niet aan de in deze verordening vastgestelde voorschriften ten aanzien van aspecten van de bescherming van het algemeen belang voldoet, ofwel aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen waarnaar in artikel 13 wordt verwezen als normen die een vermoeden van conformiteit vestigen.

  • 7. 
    De andere lidstaten dan die welke de procedure in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van aanvullende informatie over de niet-conformiteit van het ▌betrokken product, en van hun

    bezwaren indien zij het niet eens zijn met de aangemelde nationale maatregel.

  • 8. 
    Indien binnen zestig dagen na de ontvangst van de in lid 5 bedoelde informatie door een lidstaat of de Commissie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.
  • 9. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat ten aanzien van het ▌product in kwestie onverwijld de passende beperkende maatregelen worden genomen, zoals het uit de handel nemen van het ▌product.

    Artikel 10 Vrijwaringsprocedure van de Unie

  • 1. 
    Indien na voltooiing van de procedure van artikel 9, leden 4 en 5, bezwaren tegen een maatregel van een lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat de

    nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de leverancier of, in voorkomend geval, de handelaar en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit.

    Aan de hand van de resultaten van de evaluatie stelt de Commissie een uitvoeringshandeling vast teneinde te bepalen of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is, en kan zij een passende alternatieve maatregel voorstellen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

  • 2. 
    De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken leverancier of handelaar daarvan onmiddellijk op de hoogte.
  • 3. 
    Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige maatregelen om het non-conforme ▌product uit de handel te nemen en stellen zij de Commissie daarvan in kennis. Indien de nationale maatregel niet gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat de maatregel in.
  • 4. 
    Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de niet-conformiteit van het ▌product wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen als

    bedoeld in artikel 9, lid 6, van deze verordening, past de Commissie de procedure van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 i toe.

  • 5. 
    De corrigerende of beperkende maatregelen uit hoofde van artikel 9, leden 2, 4, 5 en 9, en artikel 10, lid 3, worden uitgebreid tot alle eenheden van een niet-conform model en de gelijkwaardige modellen daarvan, met uitzondering van de eenheden waarvoor de

    leverancier aantoont dat zij conform zijn.

    Artikel 11 Procedure voor de invoering en de schaalaanpassing van etiketten

  • 1. 
    Wat de in de leden 4 en 5 bedoelde producten betreft, past de Commissie met inachtneming van de leden 8 tot en met 12 de schaal aan van de etiketten die op ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] geldig waren.

    In afwijking van het in artikel 16, lid 3, punt b), vervatte voorschrift inzake significante energie- en kostenbesparingen, zorgt zij, indien die besparingen niet met een schaalaanpassing tot uiting kunnen worden gebracht, ten minste voor een homogene A-tot-G- schaal.

  • 2. 
    Indien er vóór ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor een bepaalde productgroep geen etiket bestond, kan de Commissie etiketten invoeren met inachtneming van de leden 8 tot en met 12.
  • 3. 
    De Commissie kan de schaal van etiketten waarvan de schaal overeenkomstig lid 1 is aangepast of die overeenkomstig lid 2 zijn ingevoerd, verder aanpassen indien aan de voorwaarden van lid 6, punt a) of punt b), is voldaan, en met inachtneming van de leden 8 tot en met 12.
  • 4. 
    Met het oog op een homogene A-tot-G-schaal stelt de Commissie uiterlijk op ... [6 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] overeenkomstig artikel 18

    gedelegeerde handelingen vast teneinde deze verordening aan te vullen door de invoering van etiketten met een aangepaste A-tot-G-schaal voor productgroepen die worden bestreken door krachtens Richtlijn 2010/30 i/EU vastgestelde gedelegeerde handelingen, met als doel het etiket met aangepaste schaal zowel in winkels als op het internet weer te geven, 18 maanden nadat die gedelegeerde handelingen in werking zijn getreden.

    Bij het bepalen van de volgorde van de productgroepen waarvan de schaal moet worden aangepast, houdt de Commissie rekening met het aandeel producten in de hoogste klassen.

  • 5. 
    In afwijking van lid 4 is het volgende van toepassing:
    • a) 
      Uiterlijk op ... [8 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] presenteert de Commissie evaluaties van de productgroepen die vallen onder de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 811/2013 i, (EU) nr. 812/2013 i en (EU)

      2015/1187 van de Commissie, met het oog op de aanpassing van de schaal ervan, en stelt zij, in voorkomend geval, uiterlijk op ... [9 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] overeenkomstig artikel 18 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen door de invoering van etiketten met aangepaste A-tot-G-schaal.

      In ieder geval worden de gedelegeerde handelingen tot invoering van etiketten met

      aangepaste A-tot-G-schaal uiterlijk ... [13 jaar na de datum van inwerkingtreding

      van deze verordening] vastgesteld.

    • b) 
      Uiterlijk op ... [15 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 18 gedelegeerde handelingen vast om deze verordening aan te vullen door de invoering van etiketten met aangepaste A-tot-G-schaal voor productgroepen die vallen onder

      Richtlijn 95/60/EG i van de Commissie 1 en onder de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 1059/2010 2 , (EU) nr. 1060/2010 3 , (EU) nr. 1061/2010 4 , (EU) nr. 1062/2010 5 en (EU) nr. 874/2012 6 van de Commissie, met als doel het etiket

      met aangepaste schaal zowel in winkels als op het internet weer te geven, 12 maanden nadat die gedelegeerde handelingen in werking zijn getreden.

1 Richtlijn 96/60/EG i van de Commissie van 19 september 1996 houdende uitvoeringsbepalingen

van Richtlijn 92/75/EEG i van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke was-droogcombinaties betreft (OJ L 266, 18.10.1996, blz. 1).

2 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1059/2010 i van de Commissie van 28 september 2010

houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van afwasmachines (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 1).

3 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1060/2010 i van de Commissie van 28 september 2010

houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke koelapparaten (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 17).

4 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1061/2010 i van de Commissie van 28 september 2010

houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke wasmachines (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 47).

5 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1062/2010 i van de Commissie van 28 september 2010

houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van televisies (PB L 314 van 30.11.2010, blz. 64).

6 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 874/2012 i van de Commissie van 12 juli 2012

houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30 i/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische lampen en verlichtingsarmaturen (PB L 258 van 26.9.2012, blz. 1).

  • 6. 
    Wat betreft de producten waarvan de Commissie de schaal op de etiketten overeenkomstig lid 3 verder kan aanpassen, herziet de Commissie het etiket met het oog op aanpassing van de schaal ervan, zodra zij van oordeel is dat:

    a)30 procent van de op de markt van de Unie verkochte eenheden van modellen die tot een bepaalde productgroep behoren, in de hoogste energie-efficiëntieklasse A

    vallen, en verdere technologische ontwikkeling kan worden verwacht; of

    b)50 procent van de op de markt van de Unie verkochte eenheden van modellen die tot een bepaalde productgroep behoren, in de hoogste twee energie-efficiëntieklassen A+B vallen, en verdere technologische ontwikkeling kan worden verwacht.

  • 7. 
    De Commissie voert een evaluatiestudie uit zodra zij van oordeel is dat aan de voorwaarden van lid 6, punt a) of punt b) is voldaan.

    Indien voor een specifieke productgroep niet binnen 8 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening aan die voorwaarden is voldaan, bepaalt de Commissie welke eventuele belemmeringen hebben belet dat het etiket zijn rol kon vervullen.

    In het geval van nieuwe etiketten voert zij een voorbereidende studie uit op basis van de in het werkplan opgenomen indicatieve lijst van productgroepen.

    De Commissie rondt de evaluatie af en legt binnen 36 maanden de resultaten daarvan en, in voorkomend geval, een ontwerp van gedelegeerde handeling voor aan het overlegforum. Het overlegforum bespreekt de evaluatie en de raming van de Commissie met betrekking tot lid 6, punt a) of punt b).

  • 8. 
    Wanneer een etiket wordt ingevoerd of de schaal ervan wordt aangepast, waarborgt de

    Commissie dat de voorschriften zodanig worden vastgelegd dat naar verwachting geen enkel product tot energieklasse A ▌behoort op het moment dat het etiket wordt ingevoerd en dat het naar schatting ten minste tien jaar duurt voordat het merendeel van de modellen tot die klasse behoort.

  • 9. 
    In afwijking van lid 8 worden, wanneer wordt verwacht dat de technologie zich sneller zal ontwikkelen, voorschriften vastgesteld zodat naar verwachting geen enkel product onder de energieklassen A en B zal vallen op het moment waarop het etiket wordt

    ingevoerd.

  • 10. 
    Wanneer tot de energieklassen E, F of G behorende modellen van een bepaalde productgroep op grond van een krachtens Richtlijn 2009/125/EG i vastgestelde uitvoeringsmaatregel

    inzake milieuvriendelijk ontwerp niet meer in de handel mogen worden gebracht, wordt de klasse of worden de klassen in kwestie op het etiket in het grijs weergegeven zoals bepaald in de desbetreffende gedelegeerde handeling. Het etiket met de in het grijs weergegeven klassen geldt alleen voor nieuwe producteenheden die in de handel worden gebracht.

  • 11. 
    Indien het om technische redenen onmogelijk is zeven energieklassen te bepalen die overeenkomen met een significante energie- en kostenbesparing vanuit het standpunt van de consument, mag het etiket in afwijking van artikel 14, lid 2, minder klassen

    bevatten. In dat geval wordt het spectrum van donkergroen tot en met rood op het etiket behouden.

  • 12. 
    Telkens als de Commissie de haar krachtens dit artikel toegekende bevoegdheden en verplichtingen vervult, handelt zij overeenkomstig de artikelen 16 en 18.
  • 13. 
    Wanneer op grond van lid 1 of lid 3 de schaal van een etiket wordt aangepast:
    • a) 
      verstrekken de leveranciers bij het in de handel brengen van een product zowel het huidige etiket als het etiket met aangepaste schaal en de productinformatiebladen

      aan handelaren gedurende vier maanden vóór de in de desbetreffende gedelegeerde handeling vermelde datum waarop begonnen wordt met het weergeven van het etiket met aangepaste schaal.

      In afwijking van de eerste alinea van dit punt kunnen leveranciers, indien het huidige etiket en het etiket met aangepaste schaal verschillende modeltesten vereisen, ervoor kiezen het huidige etiket niet te verstrekken bij eenheden van modellen die binnen de vier maanden vóór de in de desbetreffende gedelegeerde handeling vermelde datum waarop begonnen wordt met het weergeven van het etiket met aangepaste schaal in de handel worden gebracht, indien geen eenheden van hetzelfde model of gelijkwaardige modellen vóór het begin van de periode van vier maanden in de handel werden gebracht. In dat geval bieden de handelaren die eenheden niet vóór die datum te koop aan. De leveranciers stellen de betrokken handelaren zo spoedig mogelijk van dit gevolg in kennis, ook wanneer zij dergelijke eenheden in hun aanbiedingen aan handelaren opnemen.

  • b) 
    verstrekken de leveranciers, voor producten die vóór de periode van vier maanden in de handel werden gebracht, vanaf het begin van die periode het etiket met

    aangepaste schaal op verzoek van de handelaren, overeenkomstig artikel 3, lid 2.

    Voor die producten krijgen de handelaren overeenkomstig artikel 5, lid 2, een etiket met aangepaste schaal.

    In afwijking van de eerste alinea van dit punt:

    • i) 
      mogen handelaren die voor eenheden die zij reeds in voorraad hebben geen etiket met aangepaste schaal kunnen krijgen overeenkomstig de eerste alinea van dit punt omdat de leverancier zijn activiteiten heeft gestaakt, deze

      eenheden uitsluitend met het etiket zonder aangepaste schaal verkopen tot 9 maanden na de in de desbetreffende gedelegeerde handeling vermelde datum waarop begonnen wordt met het weergeven van het etiket met aangepaste schaal; of

    • ii) 
      zijn de leveranciers, indien het etiket zonder en het etiket met aangepaste schaal verschillende modeltesten vereisen, vrijgesteld van de verplichting om een etiket met aangepaste schaal te verstrekken voor eenheden die vóór de periode van vier maanden in de handel werden gebracht, indien geen

      eenheden van hetzelfde model of gelijkwaardige modellen na het begin van de periode van vier maanden in de handel worden gebracht. In dat geval mogen de handelaren deze eenheden uitsluitend met het etiket zonder schaalaanpassing verkopen tot 9 maanden na de in de desbetreffende gedelegeerde handeling vermelde datum waarop begonnen wordt met het weergeven van het etiket met aangepaste schaal.

    • c
      vervangen de handelaren de bestaande etiketten op in winkels en op het internet uitgestalde producten uiterlijk 14 werkdagen na de in de desbetreffende

      gedelegeerde handeling vermelde ▌datum waarop begonnen wordt met het weergeven van het etiket met aangepaste schaal door die etiketten. De handelaren geven de etiketten met aangepaste schaal niet eerder weer dan vanaf die datum.

    • d) 
      kan in afwijking van de punten a), b) en c) van dit lid bij gedelegeerde handelingen als bepaald in artikel 16, lid 3, punt e), in specifieke regels worden voorzien voor

      de gevallen waarin energie-etiketten op de verpakking zijn afgedrukt.

  • 14. 
    Krachtens Richtlijn 2010/30 i/EU en Richtlijn 96/60/EG i van de Commissie vastgestelde gedelegeerde handelingen blijven van kracht totdat zij worden ingetrokken bij een

    nieuwe krachtens deze verordening vastgestelde gedelegeerde handeling voor de betrokken productgroep.

    Etiketten die voorafgaand aan ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening] worden ingevoerd bij Richtlijn 96/60/EG i van de Commissie en overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2010/30 i/EU vastgestelde gedelegeerde handelingen, worden met het oog op de toepassing van deze verordening ▌beschouwd als etiketten.

    Artikel 12 Productendatabank

  • 1. 
    De Commissie draagt zorg voor het opzetten en bijhouden van een productendatabank die bestaat uit een openbaar deel, een conformiteitsgedeelte en een internetportaal dat

    toegang geeft tot deze twee delen. De productendatabank vervangt of wijzigt de verantwoordelijkheden van de markttoezichtautoriteiten niet.

  • 2. 
    De productendatabank dient de volgende doeleinden:
    • a) 
      de markttoezichtautoriteiten ondersteunen bij de uitvoering van hun taken uit hoofde van deze verordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen, met inbegrip van de handhaving daarvan;
    • b) 
      het publiek informatie verstrekken over in de handel gebrachte producten en de energie-etiketten en de productinformatiebladen ervan;
    • c) 
      de Commissie actuele informatie verstrekken over de energie-efficiëntie van producten met het oog op de herziening van energie-etiketten;
  • 3. 
    Het openbare deel van de databank en het internetportaal bevatten de respectievelijk in punten 1 en 2 van bijlage I vermelde informatie, die openbaar dient te worden gemaakt. Het openbare deel van de databank voldoet aan de criteria van lid 7 en aan de

    functionele voorschriften van bijlage I, punt 4.

  • 4. 
    Het conformiteitsgedeelte van de productendatabank bevat de in punt 3 van bijlage I vermelde informatie, met inbegrip van de specifieke delen van de technische documentatie bedoeld in lid 5. Deze documentatie is alleen toegankelijk voor de markttoezichtautoriteiten en de Commissie. Het conformiteitsgedeelte voldoet aan de criteria van de leden 7 en 8 en aan de functionele voorschriften van bijlage I, punt 4.
  • 5. 
    De verplichte specifieke delen van de technische documentatie die de leveranciers in de databank dienen op te nemen, behelzen alleen:
    • a) 
      een algemene beschrijving van het model aan de hand waarvan dit duidelijk en gemakkelijk kan worden herkend;
    • b) 
      de referenties van de toegepaste geharmoniseerde normen of andere gehanteerde metingsnormen;
    • c) 
      de te nemen specifieke voorzorgsmaatregelen voor de assemblage, de installatie, het onderhoud of het testen van het model;
    • d) 
      de gemeten technische parameters van het model;
    • e) 
      de met de gemeten parameters gemaakte berekeningen;
    • f) 
      de testomstandigheden indien niet voldoende beschreven in punt b).

    Daarnaast kunnen leveranciers op vrijwillige basis aanvullende delen van de technische documentatie in de databank opnemen.

  • 6. 
    Indien de markttoezichtautoriteiten en/of de Commissie andere dan de in lid 5 vermelde gegevens of niet in het openbare deel van de databank beschikbare gegevens nodig

    hebben om hun taken uit hoofde van deze verordening uit te voeren, dan moeten zij deze

    op verzoek kunnen krijgen van de leveranciers.

  • 7. 
    De productendatabank wordt opgezet volgens criteria die het volgende garanderen:
    • a) 
      tot een minimum beperkte administratieve lasten voor leveranciers en andere databankgebruikers;
    • b) 
      gebruiksvriendelijkheid en kosteneffectiviteit; en
    • c) 
      automatisch vermijden van dubbele registratie.
  • 8. 
    Het conformiteitsgedeelte van de databank wordt opgezet volgens criteria die het volgende garanderen:
    • a) 
      bescherming tegen onbedoeld gebruik en bescherming van vertrouwelijke informatie door middel van strikte beveiligingsregelingen;
    • b) 
      toegangsrechten op basis van de noodzaak van kennisneming;
    • c) 
      persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 en Richtlijn 95/46/EG i, naargelang welke van toepassing is;
    • d) 
      de toegang tot gegevens is in omvang beperkt om te voorkomen dat grotere gegevensreeksen worden gekopieerd;
    • e) 
      leveranciers kunnen de toegang tot gegevens van hun technische documentatie traceren.
  • 9. 
    De gegevens in het conformiteitsgedeelte van de databank worden behandeld in overeenstemming

    met Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie 1 . Met name zijn de

    specifieke regelingen in verband met cyberveiligheid van Besluit C(2006) 3602 van de

    Commissie 2 en de uitvoeringsbepalingen daarvan van toepassing. Het vertrouwelijkheidsniveau

    geeft de gevolgschade weer die voortvloeit uit verstrekking van de gegevens aan onbevoegden.

  • 10. 
    Leveranciers hebben recht op toegang tot en wijziging van de informatie die zij overeenkomstig artikel 4, leden 1 en 2, in de productendatabank hebben ingevoerd. Voor doeleinden

    van markttoezicht worden de veranderingen geregistreerd, waarbij de datum van elke wijziging wordt opgeslagen.

  • 11. 
    Klanten die het openbare deel van de productendatabank gebruiken, kunnen gemakkelijk de beste energieklasse voor elke productgroep vaststellen, zodat zij kenmerken van modellen kunnen vergelijken en de meest energie-efficiënte producten kunnen kiezen.
  • 12. 
    De Commissie is bevoegd om bij uitvoeringshandeling de operationele details van de productendatabank te bepalen. Na raadpleging van het in artikel 14 bedoelde overlegforum worden die uitvoeringshandelingen vastgesteld volgens de onderzoeksprocedure van artikel 17, lid 2.

1 Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende

veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).

2 C(2006) 3602 van 16 augustus 2006 betreffende de veiligheid van de informatiesystemen

die door de Europese Commissie worden gebruikt.

Artikel 13 Geharmoniseerde normen

  • 1. 
    Nadat op grond van deze verordening een gedelegeerde handeling is vastgesteld waarin specifieke voorschriften betreffende de etikettering zijn vastgelegd ▌, maakt de Commissie

    overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 i ▌ in het Publicatieblad van de Europese

    Unie de referenties bekend van de geharmoniseerde normen die voldoen aan de desbetreffende metings- en berekeningsvoorschriften van de gedelegeerde handeling.

  • 2. 
    Wanneer dergelijke geharmoniseerde normen bij de conformiteitsbeoordeling van een product worden toegepast, wordt het model verondersteld conform te zijn aan de

toepasselijke metings- en berekeningsvoorschriften van de gedelegeerde handeling.

  • 3. 
    De geharmoniseerde normen hebben ten doel daadwerkelijk gebruik zoveel mogelijk na te bootsen, waarbij een standaardtestmethode wordt gehandhaafd. Bij de testmethoden wordt voorts rekening gehouden met de daarmee gepaard gaande kosten voor het

    bedrijfsleven en kleine en middelgrote ondernemingen.

  • 4. 
    De in de geharmoniseerde normen opgenomen metings- en berekeningsmethoden zijn betrouwbaar, accuraat en reproduceerbaar, en stroken met de voorschriften van

    artikel 3, leden 4 en 5.

    Artikel 14 Overlegforum

De Commissie draagt er zorg voor dat zij bij de uitvoering van haar werkzaamheden op grond van deze verordening ten aanzien van elke krachtens artikel 16 vastgestelde gedelegeerde handeling en elke krachtens artikel 12, lid 12, vastgestelde uitvoeringshandeling, oog heeft voor een evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en belanghebbende partijen van die productgroep, zoals het bedrijfsleven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, de ambachtelijke industrie, vakverenigingen, handelaren, detailhandelaren, importeurs, milieuorganisaties en consumentenorganisaties. Daartoe richt de Commissie een overlegforum op waarin deze partijen bijeenkomen. Dit overlegforum wordt gecombineerd met het in artikel 18 van Richtlijn 2009/125/EG i genoemde overlegforum.

Indien passend gaat de Commissie bij het voorbereiden van gedelegeerde handelingen na of representatieve groepen van klanten in de Unie het ontwerp en de inhoud van de etiketten van specifieke productgroepen goed begrijpen.

Artikel 15

Werkplan

Na raadpleging van het in artikel 14 genoemde overlegforum stelt de Commissie een langetermijnwerkplan op, dat voor het publiek beschikbaar wordt gesteld. Het werkplan bevat een indicatieve lijst van productgroepen die voor de vaststelling van gedelegeerde handelingen uit hoofde van artikel 16 als prioritair worden beschouwd. Het werkplan bevat ook plannen voor de herziening en de schaalaanpassing van de etiketten van productgroepen overeenkomstig artikel 11, leden 4 en 5, met uitzondering van de schaalaanpassing van etiketten die in gebruik waren op ... [de datum inwerkingtreding van deze verordening], welke wordt geregeld in artikel 11 van de onderhavige verordening. Het werkplan wordt door de Commissie op gezette tijden geactualiseerd na raadpleging van het overlegforum. Dit werkplan kan worden gecombineerd met het in artikel 16 van Richtlijn 2009/125/EG i genoemde werkplan en om de drie jaar worden herzien. Het Europees Parlement en de Raad worden jaarlijks geïnformeerd over de vooruitgang die de Commissie heeft geboekt bij de uitvoering van het werkplan.

Artikel 16 Gedelegeerde handelingen

  • 1. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 11 en 18 gedelegeerde handelingen vast te stellen met het oog op de aanvulling van deze verordening door gedetailleerde voorschriften met betrekking tot etiketten voor specifieke groepen energiegerelateerde producten ("specifieke productgroepen") ▌vast te leggen.
  • 2. 
    In de gedelegeerde handelingen worden productgroepen gespecificeerd die aan de volgende criteria voldoen:
    • a) 
      volgens de meest recente cijfers en rekening houdend met de hoeveelheden die in de Unie in de handel worden gebracht, heeft de productgroep een significant potentieel voor besparing van energie en, waar van toepassing, van andere hulpbronnen;
    • b) 
      binnen de productgroep verschillen modellen met een soortgelijke werking sterk wat de relevante prestatieniveaus betreft;
    • c) 
      er is geen significant negatief effect op de betaalbaarheid en de levenscycluskosten van de productgroep;
    • d) 
      de invoering van energie-etiketteringsvoorschriften voor een productgroep heeft geen significant negatief effect op de werking van het product in gebruik.
  • 3. 
    In de gedelegeerde handelingen met betrekking tot specifieke productgroepen wordt met name het volgende bepaald:
    • a) 
      de omschrijving van de specifieke productgroep die onder de in artikel 2, punt 12 ▌, vastgelegde definitie van "energiegerelateerd product" valt en waarop de

      gedetailleerde etiketteringsvoorschriften van toepassing moeten zijn;

    • b) 
      het ontwerp en de inhoud van het etiket, met inbegrip van een schaalindeling van A tot en met G die het energieverbruik weergeeft, die voor alle productgroepen

      uniform en in elk geval duidelijk en goed leesbaar is. De stappen A tot en met G van de indeling in klassen stemmen overeen met significante energie- en kostenbesparingen en een passende productdifferentiatie vanuit het oogpunt van de klant. Voorts worden de stappen A tot en met G van de indeling gespecificeerd, en waar van toepassing wordt het energieverbruik weergegeven op een opvallende plaats op het etiket;

    • c) 
      waar passend, het verbruik van andere hulpbronnen en aanvullende informatie met betrekking tot het product, waarbij op het etiket de nadruk op de energie-efficiëntie van het product wordt gelegd. De aanvullende informatie is ondubbelzinnig, en

      heeft voor de klant geen negatief effect op de helderheid en doeltreffendheid van het etiket in zijn geheel. Zij is gebaseerd op gegevens met betrekking tot fysieke, door de markttoezichtautoriteit meetbare en verifieerbare eigenschappen van het product;

  • d) 
    waar passend, een vermelding op het etiket die het de klanten mogelijk maakt energieslimme producten te herkennen, dat wil zeggen, producten die in staat zijn om automatisch hun verbruikspatronen te veranderen en te optimaliseren als antwoord op een externe stimulus (zoals signalen van en via een centraal energiebeheersysteem van een woning, prijssignalen, rechtstreekse controlesignalen, lokale metingen) en/of om andere diensten te leveren die de energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energie doen toenemen, met het doel de milieueffecten van energiegebruik in het gehele energiesysteem te verbeteren;
  • e) 
    de plaatsen waar het etiket zichtbaar zal zijn, zoals bevestigd op het product op een plaats waar het niet wordt beschadigd, afgedrukt op de verpakking, in elektronische vorm ter beschikking gesteld of weergegeven op internet, rekening houdend met de voorschriften van artikel 3, lid 1, alsmede met de gevolgen voor klanten,

    leveranciers en handelaren;

  • f) 
    waar passend, elektronische middelen voor de etikettering van producten;
  • g) 
    de manier waarop het etiket en het productinformatieblad bij verkoop op afstand worden verstrekt;
  • h) 
    de voorgeschreven inhoud en, waar passend, het formaat en andere details met betrekking tot het productinformatieblad en de technische documentatie, onder meer de mogelijkheid om de parameters van het productinformatieblad in de

    productendatabank in te voeren overeenkomstig artikel 3, lid 1;

  • i) 
    de controletoleranties die de lidstaten moeten hanteren wanneer zij de naleving van de voorschriften controleren ▌;

  • j) 
    de wijze waarop de energieklasse moet worden opgenomen in visuele advertenties en technisch reclamemateriaal, ook wat betreft leesbaarheid en zichtbaarheid;
  • k) 
    de in artikel 13 bedoelde ▌meet- en berekeningsmethoden die moeten worden gebruikt om de gegevens op het etiket en het productinformatieblad te bepalen, met inbegrip van de definitie van de energierendementsindex (EEI), of een gelijkwaardige parameter;
  • l) 
    of voor grotere toestellen een hoger niveau van energie-efficiëntie is vereist om een bepaalde energieklasse te bereiken;
  • m) 
    het formaat van alle aanvullende vermeldingen op het etiket waardoor klanten langs elektronische weg toegang kunnen krijgen tot meer gedetailleerde informatie over de prestaties van het product als weergegeven op het productinformatieblad. Die

    vermeldingen kunnen de vorm hebben van een internetadres, een dynamische QR- code (Quick Response-code), een link op online-etiketten, of elk ander passend, op de klant gericht middel;

  • n) 
    de wijze waarop, waar passend, de energieklassen die het energieverbruik van het product tijdens het gebruik omschrijven op ▌het interactieve scherm van het product moeten worden weergegeven;
  • o) 
    de uiterste datum voor de evaluatie en eventuele daarop volgende herziening van de gedelegeerde handeling;

  • p) 
    waar passend, verschillen in energieprestaties in verschillende klimaatzones;
  • q) 
    wat betreft het voorschrift van artikel 4, lid 6, om de gegevens in het conformiteitsgedeelte van de databank te bewaren, een gegevensbewaartermijn korter dan

    15 jaar wanneer dat passend is in verhouding tot de gemiddelde levensduur van het

    product.

  • 4. 
    De Commissie stelt voor elke specifieke productgroep een afzonderlijke gedelegeerde handeling vast.Wanneer de Commissie het tijdschema voor de vaststelling van de

gedelegeerde handeling voor een specifieke productgroep bepaalt, stelt zij die vaststelling niet uit om redenen die verband houden met de vaststelling van een andere gedelegeerde

handeling voor een andere specifieke productgroep, tenzij dat op grond van uitzonderlijke omstandigheden gerechtvaardigd is.

  • 5. 
    De Commissie houdt een geactualiseerde inventaris bij van alle op grond van deze handeling vastgestelde gedelegeerde handelingen en van de maatregelen ter

    ontwikkeling van Richtlijn 2009/125/EG i, met inbegrip van de volledige verwijzingen naar alle relevante geharmoniseerde normen.

    Artikel 17 Comitéprocedure

  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 i van toepassing.

    Artikel 18 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.
  • 2. 
    De ▌bevoegdheid om gedelegeerde handelingen als bedoeld in de artikelen 11 en 16 vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van zes jaar vanaf ... [de

    datum van inwerkingtreding van deze verordening]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van zes jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 11 en 16 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin

    genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

  • 4. 
    Alvorens een gedelegeerde handeling vast te stellen, raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. De raadpleging van deskundigen uit de lidstaten vindt plaats na de raadpleging uit hoofde van artikel 14.
  • 5. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
  • 6. 
    Een overeenkomstig de artikelen 11 en 16 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees

    Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn kan op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden worden verlengd.

    Artikel 19 Evaluatie en verslaglegging

Uiterlijk … [acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] evalueert de

Commissie de toepassing van deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement en aan de Raad. In dit verslag word beoordeeld in welke mate deze verordening en de bijbehorende gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen klanten daadwerkelijk de mogelijkheid hebben gegeven efficiëntere producten te kiezen, waarbij rekening wordt gehouden met de effecten ervan op het bedrijfsleven, het energieverbruik, broeikasgasemissies, activiteiten op het gebied van markttoezicht en de kosten voor het opzetten en bijhouden van de databank.

Artikel 20 Intrekking en overgangsmaatregelen

  • 1. 
    Richtlijn 2010/30 i/EU wordt ingetrokken met ingang van ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening].
  • 2. 
    Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn ▌gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.
  • 3. 
    Voor modellen waarvan eenheden overeenkomstig Richtlijn 2010/30 i/EU in de handel werden gebracht vóór ... [de datum van inwerkingtreding van deze verordening], stellen leveranciers gedurende vijf jaar vanaf de vervaardiging van de laatste eenheid binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek daartoe van de markttoezichtautoriteiten of de Commissie, een elektronische versie van de technische documentatie ter beschikking voor inspectie.

    Artikel 21 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de vierde dag na die van de bekendmaking ervan in het

Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van ... [de datum van inwerkingtreding].

In afwijking van de eerste alinea is artikel 4 betreffende de verplichtingen van de leveranciers in verband met de productendatabank van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

BIJLAGE I

IN DE PRODUCTENDATABANK OP TE NEMEN INFORMATIE EN FUNCTIONELE VOORSCHRIFTEN

  • 1. 
    Informatie die door de leverancier in het openbare gedeelte van de databank moet worden opgenomen:
    • a) 
      de naam of het handelsmerk, het adres, de contactgegevens en andere juridische gegevens van de leverancier;
    • b) 
      de typeaanduiding;
    • c) 
      het etiket in elektronisch formaat;
    • d) 
      de energie-efficiëntieklasse(n) en andere parameters op het etiket;
    • e) 
      de parameters van het productinformatieblad in elektronisch formaat.
  • 2. 
    Informatie die door de Commissie in het internetportaal moet worden opgenomen:
    • a) 
      de contactgegevens van de markttoezichtautoriteiten van de lidstaten;
    • b) 
      het werkplan uit hoofde van artikel 15;
    • c) 
      de notulen van het overlegforum;
    • d) 
      een inventaris van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen, voorlopige meet- en berekeningsmethoden en toepasselijke geharmoniseerde normen.
  • 3. 
    Informatie die door de leverancier in het conformiteitsgedeelte van de databank moet worden opgenomen:

    aa) de typeaanduiding van alle gelijkwaardige modellen die reeds in de handel zijn gebracht;

    • c) 
      de technische documentatie als omschreven in artikel 12, lid 5.

    De Commissie zorgt voor een link naar het Informatie- en communicatiesysteem voor markttoezicht (ICSMS), dat de resultaten van de door de lidstaten uitgevoerde conformiteitscontroles en genomen voorlopige maatregelen omvat.

  • 4. 
    Functionele voorschriften voor het openbare gedeelte van de databank:
    • a) 
      elk model van een product moet opvraagbaar zijn als een individuele gegevenseenheid (record);
    • b) 
      het openbare gedeelte genereert een afzonderlijk zichtbaar, downloadbaar en afdrukbaar bestand van het energie-etiket van elk model, alsmede de taalversies van het volledige productinformatieblad, in alle officiële talen van de Unie;
    • c) 
      de informatie is machineleesbaar, sorteerbaar en doorzoekbaar, waarbij open standaarden voor gebruik door derden in acht worden genomen, en is kosteloos;
    • d) 
      er wordt een onlinehelpdesk of -contactpunt voor leveranciers ingesteld en in stand gehouden, waarnaar op het portaal duidelijk wordt verwezen.

      ____________________ BIJLAGE II

Concordantietabel

(Richtlijn 2010/30 i/EU) Deze verordening Artikel 1, lid 1 Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 3, punten a) en b) Artikel 1, lid 2, punten a) en b)

Artikel 1, lid 3, punt c)

Artikel 2 Artikel 2

Artikel 2, punt a) Artikel 2, punt 12

Artikel 2, punt b) Artikel 2, punt 19

Artikel 2, punt c)

Artikel 2, punt d)

Artikel 2, punt e)

Artikel 2, punt f)

Artikel 2, punt g) Artikel 2, punt 9

Artikel 2, punt h) Artikel 2, punt 5

Artikel 2, punt i) Artikel 2, punt 2

Artikel 2, punt j) Artikel 2, punt 4

Artikel 2, punt k)

Artikel 3 Artikel 7

Artikel 3, lid 1, punt a) Artikel 7, lid 3

Artikel 3, lid 1, punt b) Artikel 6, punt c)

Artikel 3, lid 1, punt c) Artikel 7, lid 3

Artikel 3, lid 1, punt d) Artikel 8, lid 2

(Richtlijn 2010/30 i/EU) Deze verordening Artikel 3, lid 2 Artikel 6, punt b), en artikel 9

Artikel 3, lid 3 Artikel 8, lid 1

Artikel 3, lid 4

Artikel 4, punt a) Artikel 5

Artikel 4, punt b)

Artikel 4, punt c) Artikel 6, punt a)

Artikel 4, punt d) Artikel 6, punt a)

Artikel 5 Artikel 3, lid 1, en artikel 6

Artikel 5, punt a) Artikel 3, lid 1

Artikel 5, punt b), i), ii), iii) en iv) Artikel 4, lid 6, en bijlage I

Artikel 5, punt c) Artikel 4, lid 6

Artikel 5, punt d) Artikel 3, lid 1

Artikel 5, punt d), tweede alinea Artikel 3, lid 1

Artikel 5, punt e) Artikel 3, lid 1

Artikel 5, punt f)

Artikel 5, punt g) Artikel 3, lid 1

Artikel 5, punt h)

Artikel 6 Artikel 5, lid 1, en artikel 6

Artikel 6, punt a) Artikel 5, lid 1, punt a)

Artikel 6, punt b) Artikel 5, lid 1, punt a)

Artikel 7 Artikel 16, lid 3, punten e) en g) Artikel 8, lid 1 Artikel 7, lid 1

Artikel 8, lid 2

Artikel 9, lid 3 Artikel 7, lid 2

Artikel 9, lid 4

Artikel 10, lid 1 Artikel 16

(Richtlijn 2010/30 i/EU) Deze verordening Artikel 10, lid 1, tweede alinea Artikel 16, lid 2

Artikel 10, lid 1, derde alinea

Artikel 10, lid 1, vierde alinea Artikel 16, lid 3, punt c)

Artikel 10, lid 2, punt a) Artikel 16, lid 2, punt a)

Artikel 10, lid 2, punt b) Artikel 16, lid 2, punt b)

Artikel 10, lid 2, punt c)

Artikel 10, lid 3, punt a)

Artikel 10, lid 3, punt b)

Artikel 10, lid 3, punt c) Artikel 14

Artikel 10, lid 3, punt d)

Artikel 10, lid 4, punt a) Artikel 16, lid 3, punt a)

Artikel 10, lid 4, punt b) Artikel 16, lid 3, punt k)

Artikel 10, lid 4, punt c) Artikel 16, lid 3, punt h)

Artikel 10, lid 4, punt d) Artikel 16, lid 3, punt b)

Artikel 10, lid 4, punt d), tweede alinea

Artikel 10, lid 4, punt d), derde alinea Artikel 16, lid 3, punt b)

Artikel 10, lid 4, punt d), vierde alinea Artikel 11, lid 3

Artikel 10, lid 4, punt d), vijfde alinea Artikel 11

Artikel 10, lid 4, punt e) Artikel 16, lid 3, punt e)

Artikel 10, lid 4, punt f) Artikel 16, lid 3, punt h)

Artikel 10, lid 4, punt g) Artikel 16, lid 3, punt j)

Artikel 10, lid 4, punt h) Artikel 11, lid 3

Artikel 10, lid 4, punt i) Artikel 16, lid 3, punt i)

Artikel 10, lid 4, punt j) Artikel 16, lid 3, punt o)

Artikel 11, lid 1 Artikel 18, lid 2

(Richtlijn 2010/30 i/EU) Deze verordening Artikel 11, lid 2 Artikel 18, lid 5

Artikel 11, lid 3 Artikel 18, lid 1

Artikel 12, lid 1 Artikel 18, lid 3

Artikel 12, lid 2

Artikel 12, lid 3 Artikel 18, lid 3

Artikel 13 Artikel 18, lid 6

Artikel 14 Artikel 19

Artikel 15 Artikel 7, lid 4

Artikel 16

Artikel 17 Artikel 20

Artikel 18 Artikel 21

Artikel 19 Artikel 21

Bijlage I

Bijlage I

Bijlage II Bijlage II

BIJLAGE III

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de artikelen 290 en

291 VWEU

"Herinnerend aan het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven, en met name punt 26, verklaren het Europees Parlement, de Raad en de Commissie dat de bepalingen van deze verordening geen afbreuk doen aan enig toekomstig standpunt van de instellingen betreffende de toepassing van de artikelen 290 en 291 VWEU in andere wetgevingsdossiers."

BIJLAGE IV

Verklaring van de Commissie over financiële compensatie voor consumenten

"Gelet op de lopende inspanningen om de naleving van de EU-harmonisatiewetgeving voor producten te versterken, dient de Commissie gezien het financiële nadeel dat consumenten kunnen lijden als gevolg van verkeerde etikettering of een mindere energie- en milieuprestatie dan aangegeven, te onderzoeken of kan worden voorzien in compensatie voor de consument in geval van overtreding van de etiketteringsregels inzake energieklasse."


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.