Lijst van vragen en antwoorden over de beleidsdoorlichting tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (artikel 12 OCW-begroting) - Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 26 toegevoegd aan dossier 31511 - Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; Lijst van vragen en antwoorden; Lijst van vragen en antwoorden over de beleidsdoorlichting tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (artikel 12 OCW-begroting)
Document­datum 26-04-2018
Publicatie­datum 26-04-2018
Nummer KST3151126
Kenmerk 31511, nr. 26
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nr. 26 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 april 2018

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 18 december 2017 over de beleidsdoorlichting tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (artikel 12 OCW-begroting) (Kamerstuk 31 511, nr. 26).

De Minister heeft deze vragen, mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, beantwoord bij brief van 26 april 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Tellegen

Adjunct-griffier van de commissie, Boeve

1

Klopt het dat er 16,9 miljoen euro aan kosten bij DUO1 zijn om 69,3 miljoen euro uit te keren? Zo ja, waar zitten die kosten in en is dit vergelijkbaar met andere regelingen waar DUO middelen uitkeert?

Nee, het is niet juist dat de uitvoeringskosten voor de WTOS € 16,9 mln. bedragen. Zoals ook uit het rapport blijkt is de toerekening niet actueel. De verdeling van de middelen van DUO over verschillende begrotingsartikelen is historisch gegroeid en niet meer direct te koppelen aan de uitvoering van de afzonderlijke regelingen (p. 40 van het rapport). Deze situatie was voor mij aanleiding het kostprijsmodel te herijken. Deze wijziging zal ik zo spoedig mogelijk budgettair neutraal verwerken.

2

Hoeveel leerlingen in het vo en in het vavo2 hebben gebruik gemaakt van de tegemoetkoming onderwijsbijdrage?

In 2016 ging het om een jaargemiddelde van 428 leerlingen in het vo en 782 leerlingen in het vavo.

3

Hoeveel studenten aan een lerarenopleiding hebben gebruik gemaakt van de tegemoetkoming onderwijsbijdrage?

In het studiejaar 2016/2017 hebben 2.837 studenten aan een lerarenopleiding een tegemoetkoming onderwijsbijdrage toegekend gekregen.

4

Kan er een overzicht gegeven worden van welke schoolmaterialen wel of niet betaald hoeven te worden?

Zie het antwoord onder vraag 5.

5

Welke materialen behoren tot de basisuitrusting die nodig is om de opleiding te behalen en waar een school in dient te voorzien?

In onderstaand overzicht is opgenomen wat binnen het voortgezet onderwijs door scholen gratis moet worden verstrekt (categorie I), waar scholen kosten voor in rekening kunnen brengen (categorie II) en waar scholen kosten voor in rekening kunnen brengen en waarvoor de school verplicht is een kosteloos alternatief aan te bieden (categorie III).

Categorie I

Wat scholen gratis aan leerlingen moeten verstrekken1

Categorie II

Waar scholen kosten voor in rekening kunnen brengen bij ouders2

Categorie III

Waar scholen kosten voor in rekening kunnen brengen bij ouders3

  • Leerboeken
  • Werkboeken
  • Projectboeken en tabellenboeken
  • BINAS
  • Examentrainingen en examenbundels
  • Eigen leermateriaal van de school en bijbehorende cd’s en dvd’s
  • Gelicentieerd digitaal lesmateriaal
  • Atlas
  • Woordenboek
  • Agenda
  • Rekenmachine
  • Schrift, multomap, pennen en dergelijke
  • Gereedschap
  • Sportkleding
  • Excursies
  • Introductiekamp
  • Buitenlandreizen
  • Kerstviering
  • Laptop/tablet (elektronische informatiedrager)

Noot 1

Het moet gaan om lesmateriaal dat een leerling in een specifiek leerjaar nodig heeft.

Noot 2

Als een ouder deze kosten niet betaalt aan de school, dient de ouder de aanschaf zelf te doen.

Noot 3

Als een ouder deze kosten niet betaalt aan de school, is de school verplicht een kosteloos alternatief aan te bieden. Voor een activiteit geldt deze bepaling als de activiteit onderdeel uitmaakt van de verplichte onderwijstijd.

6

Hoe komt het dat in het begrotingsartikel circa 89 miljoen euro aan uitgaven vermeld staat, terwijl de uitgaven in de tabel optellen tot 86,2 miljoen euro?

De circa € 89 miljoen aan uitgaven die genoemd worden in de brief gaan over het jaar 2017. De tabel die optelt tot € 86,2 miljoen bevat de relevante uitgaven die vallen onder artikel 12 in het jaar 2016.

7

Hoe groot is de groep deeltijdleerlingen van 18 jaar en ouder in het vo voor wie geldt dat de hoogte van de bijdrage afhankelijk is van het toetsingsinkomen van de leerling en eventuele partner?

Voor deeltijdleerlingen geldt dat de tegemoetkoming altijd inkomensafhankelijk is. In het studiejaar 2016/2017 hebben 3.500 deeltijdleerlingen een toekenning ontvangen.

8

Kan er een compleet overzicht gegeven worden van de hoogte van de basistoelage en aanvullende toelage voor deeltijdleerlingen en voltijdleerlingen, waarin ook het toetsingsinkomen van de ouders, het type onderwijs en het aantal schoolgaande kinderen wordt meegenomen?

De basis voor dit overzicht is te vinden in tabel 2.1 uit het eindrapport van de beleidsdoorlichting. Hieronder is deze tabel nogmaals weergegeven (het gaat hier om de bedragen voor schooljaar 2016/2017 dus het zijn niet meer de meest recente bedragen).

Hieronder wordt toegelicht op welke manieren het toetsingsinkomen van ouders en het aantal schoolgaande kinderen de bedragen beïnvloedt; voorafgegaan door een schematische weergave3. In deze schematische weergave zijn alleen de inkomensafhankelijke toelages opgenomen, omdat de basistoelage voor elk inkomen gelijk is. Om het overzichtelijk te houden is tevens een aantal categorieën weggelaten en is het aantal kinderen beperkt tot drie. De lijnen die gelden voor vavo, gelden ook voor niet bekostigd vo bovenbouw.

De laatste twee kolommen uit tabel 2.1 bevatten de basistoelage voor thuiswonenden en uitwonenden. Deze bedragen zijn niet afhankelijk van toetsingsinkomen en ook niet van andere schoolgaande kinderen.

De kolommen met schoolkosten en les- of cursusgeld bevatten bedragen die wel afhankelijk zijn van het inkomen en van het aantal schoolgaande kinderen. De getoonde bedragen gelden altijd als het ouderlijk inkomen lager is dan 33.649,39 euro. Als er geen andere schoolgaande kinderen zijn geldt dat elke euro inkomen bovenop dit grensbedrag een afname van de tegemoetkoming met 0,30 euro betekent. Als er sprake is van meer schoolgaande kinderen wordt de 0,30 euro afname gedeeld door het aantal kinderen. Bij bijvoorbeeld twee kinderen is de afname dan 0,15 euro per euro inkomen boven het grensbedrag per tegemoetkoming.

Een berekening met de meest recente bedragen kan voor elke situatie gemaakt worden op: https://duo.nl/particulier/footer/service/rekenhulpen/rekenhulp-tegemoetkoming-scholieren.jsp

9

Welke acties heeft u reeds ondernomen om de bekendheid van de regeling te vergroten? En waarom heeft dit zo weinig effect gehad?

Zoals aangegeven in mijn brief van 18 december jl. (Kamerstuk 31 511, nr. 25) is de tegemoetkoming leraren opgenomen in de tool op leraar.nl/nooituitgeleerd, waarmee onderwijsprofessionals kunnen zien voor welke subsidies en tegemoetkomingen zij in aanmerking kunnen komen. Om de tool te promoten is er in 2017 een succesvolle campagne gevoerd met posters op scholen en advertenties op sociale media, websites, vakbladen en zoekopdrachten. Het is onduidelijk waardoor het komt dat de regeling niet wordt uitgeput.

In een brief die door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) naar de ouders wordt gestuurd wanneer een kind 18 jaar wordt, wordt gewezen op de mogelijkheid een tegemoetkoming voor meerderjarige scholieren aan te vragen. De SVB wijst hier ook op haar website (www.svb.nl). DUO informeert meerderjarige scholieren op de website (www.duo.nl) over de tegemoetkoming en de rijksoverheid doet dat via rijkoverheid.nl. Daarnaast licht DUO decanen in het voortgezet onderwijs voor over de regeling. De effecten van deze maatregelen zijn moeilijk vast te stellen en daarom wordt er nu samen met communicatieprofessionals gekeken hoe dit pakket van maatregelen doelgericht uitgebreid kan worden.

10

Welke gevolgen heeft een verbetering van de bekendheid met de WTOS4 voor de begroting, aangezien de mensen die op grond van de WTOS recht hebben op tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten deze regeling thans niet kennen en er door grotere bekendheid meer mensen aanspraak gaan maken op deze regeling?

Het is op voorhand niet te voorspellen wat het verbeteren van de bekendheid voor effect heeft op de aantallen gebruikers en daarmee op de uitgaven.

11

Waarom zijn er alleen twee 20% -besparingsvarianten beschreven die niet opportuun zijn?

In het rapport van de beleidsdoorlichting is een aantal besparingsopties verkend. De in het onderzoeksrapport beschreven besparingsvarianten zullen in zekere mate het doelbereik van de WTOS kunnen verminderen. Zoals ik aangaf in mijn brief van 18 december j.l. (Kamerstuk 31 511, nr. 25) betekent uitvoering van mogelijke besparingsvarianten namelijk dat de tegemoetkomingen worden verlaagd dan wel worden afgeschaft. Omdat ik het waarborgen van de toegankelijkheid van het onderwijs van groot belang vind, en de WTOS hieraan een relevante bijdrage kan leveren voor meerderjarige leerlingen in het voortgezet onderwijs en voor studenten aan een lerarenopleiding, acht ik een besparing niet opportuun.

12

Zijn er nog andere 20% -besparingsvarianten mogelijk die wel opportuun worden geacht?

De door het onderzoeksbureau in het rapport beschreven besparingsvarianten zijn uitgewerkt op basis van de resultaten en conclusies uit de beleidsdoorlichting wat betreft de doeltreffendheid en doelmatigheid. Ook is bij het verkennen van de besparingsopties zo veel mogelijk rekening gehouden met de doelstelling van de WTOS en welke besparing naar verwachting gerealiseerd kan worden. De besparingsvarianten zijn in het rapport reeds uitgebreid verkend en uitgewerkt. Ik zie geen alternatieve besparingsvarianten die mogelijk wel opportuun zijn.

Noot 1

DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs

Noot 2

Vo: voortgezet onderwijs

Vavo: voortgezet algemeen volwassen onderwijs

Noot 3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Noot 4

WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.