Brief regering; Overheidsreactie op de ‘Call for Evidence’ van de tussentijdse evaluatie van de Europese onderwijsruimte (2020-2023) - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie - Hoofdinhoud

Deze brief is onder nr. 3774 toegevoegd aan dossier 22112 - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie i.

Officiële titel	Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief regering; Overheidsreactie op de ‘Call for Evidence’ van de tussentijdse evaluatie van de Europese onderwijsruimte (2020-2023)
Document­datum	18-09-2023
Publicatie­datum	18-09-2023
Nummer	KST221123774
Kenmerk	22112, nr. 3774
Externe link	origineel bericht
Originele document in PDF

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2022-

2023

22 112

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3774

BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2023

Conform de afspraken over de EU-informatievoorziening, sturen wij uw Kamer hierbij de Nederlandse reactie op de «Call for Evidence» van de tussentijdse evaluatie van de Europese onderwijsruimte (2020-2023).

In het kader van deze evaluatie delen wij onze positie op een aantal belangrijke aspecten van de strategische prioriteiten van het in 2021 afgesproken samenwerkingskader en de governance die destijds is ingericht om de samenwerking tussen lidstaten en Europese Commissie bij de realisering van de Europese onderwijsruimte te ondersteunen.

kst-22112-3774 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023

Deze Nederlandse inbreng is in lijn met Nederlandse posities die in de afgelopen periode al zijn ingenomen in raadskader of anderszins richting de Europese Commissie gecommuniceerd, en eerder met uw Kamer gedeeld¹.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

M.L.J. Paul

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H. Dijkgraaf

¹ Kamerbrief inzake Informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen, 06 november 2020, BNC-fiche 1 «Mededeling Europese Onderwijsruimte 2025» (Kamerstuk 22 112, nr. 2965); Kamerbrief inzake geannoteerde agenda voor de videoconferentie van EU Onderwijsministers, 30 november 2020 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 355); Kamerbrief inzake een schriftelijk overleg over de informele videoconferentie van Onderwijsministers op 22 januari 2021 en het verslag van de videoconferentie van EU Onderwijsministers van 30 november 2020 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 355); Kamerbrief inzake de geannoteerde agenda OJCS-Raad van 7 maart 2023 (onderwijsdeel) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 393); Kamerbrief inzake verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda OJCS-Raad van 7 maart 2023 (onderwijsdeel) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 394); Kamerbrief inzake de geannoteerde agenda OJCS-Raad 15 en 16 mei 2023 (onderwijs en cultuur-AV) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 39); Kamerbrief met verslag van de OJCS Raad 15 en 16 mei 2023 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 400); Position paper - EU Leermobiliteitskader, 05 juni 2023 (Kamerstuk 22 112, nr. 3719); Kamerbrief met de beleidsreactie advies Onderwijsraad over de Nederlandse inzet Europees onderwijsbeleid, 26 juni 2023 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 401).

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 22 112, nr. 3774 2