Wet van 12 maart 2025 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 27-03-2025 |
---|---|
Publicatiedatum | 27-03-2025 |
Kenmerk | Stb. 2025, 79 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Wet van 12 maart 2025 tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met verlenging van de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Vreemdelingenwet 2000 de beslistermijnen in asiel- en nareiszaken te verlengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 2u wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
-
-
In afwijking van het eerste lid maakt Onze Minister de beslissing op een aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf voor verblijf als gezinslid van een vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, is verleend, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen negen maanden na indiening van de aanvraag bekend. Onze Minister kan deze termijn verlengen in geval van bijzondere omstandigheden die verband houden met het complexe karakter van de behandeling van de aanvraag.
-
Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:
Artikel 42, vijfde lid, komt te luiden:
ARTIKEL Ia
In artikel 2u van de Vreemdelingenwet 2000 vervalt het vierde lid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel Ia, dat in werking treedt drie jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 12 maart 2025
Willem-Alexander
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Uitgegeven de zevenentwintigste maart 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 36 349