Lijst van vragen en antwoorden over de zesde voortgangsrapportage kwartiermakers toekomst accountancysector (Kamerstuk 33977-45) - Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)

Deze lijst van vragen en antwoorden i is onder nr. 48 toegevoegd aan dossier 33977 - Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta); Lijst van vragen en antwoorden; Lijst van vragen en antwoorden over de zesde voortgangsrapportage kwartiermakers toekomst accountancysector (Kamerstuk 33977-45)
Document­datum 05-05-2025
Publicatie­datum 05-05-2025
Nummer KST1193841
Kenmerk 33977, nr. 48
Commissie(s) Financiën (FIN)
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

33 977

Evaluatie Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)

Nr. 48             Lijst van vragen en antwoorden

Vastgesteld 2 mei 2025

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Financiën over de brief van 7 juli 2023 inzake de zesde voortgangsrapportage kwartiermakers toekomst accountancysector (Kamerstuk 33 977, nr. 45).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 2 mei 2025. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Nijhof-Leeuw

Adjunct-griffier van de commissie,

Lips

Vraag 1

Bent u ervan op de hoogte dat de meeste kantoren die door de kwartiermakers zijn bezocht, zich niet herkennen in het geschetste beeld in de voortgangsrapportage en dat deze kantoren juist concrete voorbeelden hebben genoemd van effecten en toenemende regeldruk van de voorgestelde maatregelen? Zo ja, hoe beoordeelt u dit en welke maatregelen bent u eventueel bereid te treffen?

Antwoord 1

Ik ben ervan op de hoogte dat sommige accountantsorganisaties het geschetste beeld van de Kwartiermakers toekomst accountancysector (“de Kwartiermakers”) niet (volledig) herkennen. Zij menen dat de kwartiermakers hun visie onvoldoende hebben betrokken bij de voortgangsrapportage.

De Kwartiermakers waren aangesteld om gedurende drie en een half jaar onafhankelijk en zorgvuldig onderzoek te verrichten en maatregelen aan te jagen ter bevordering van de kwaliteit van de wettelijke controle en de cultuur in de accountancysector. Ik ben van mening dat de kwartiermakers grondig en goed werk hebben geleverd. Hun voortgangs-en slotrapportages geven een onderbouwd beeld van waar de sector staat en wat de sector te doen staat.

De zorgen van accountantsorganisaties over de toenemende regeldruk neem ik serieus. Ik vind het van groot belang dat accountantsorganisaties geen onnodige regeldruk ervaren en kosten maken. Ik houd in het wetsvoorstel Wijzigingswet accountancysector daarom ook rekening met die zorgen van de accountantsorganisaties. Dat doe ik op drie manieren. Ten eerste beperk ik de plicht om te rapporteren over kwaliteitsindicatoren in het wetsvoorstel tot de zes grootste accountantsorganisaties, die organisaties van openbaarbelang controleren. Daartoe dien ik een nota van wijziging in. Mede op basis van de lessen die zijn geleerd uit de eerste periode van drie jaar van werking van rapportageverplichting kwaliteitsindicatoren zal ik zorgvuldig afwegen hoe een mogelijke rapportage voor reguliere vergunninghouders het best kan worden vormgegeven. Om een rapportageplicht in te stellen dient de wet dan te worden aangepast met een nieuw wetsvoorstel, waarover uw Kamer besluit. Daarnaast is het zo dat het aantal accountantsorganisaties dat het interne toezicht moet invoeren beperkt is tot de vijftien a twintig grootste accountantsorganisaties. Voorts zal ik het stelsel van beroepsreglementering evalueren.1 In deze evaluatie zal ik ook rekening houden met de diversiteit onder accountantsorganisaties.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van het feit dat een aantal bezochte kantoren daarover contact heeft opgenomen met de kwartiermakers met het verzoek de voortgangsrapportage op dit punt te corrigeren en dat daarop geen of een ontkennende reactie is ontvangen? Zo ja, hoe beoordeelt u dit en welke maatregelen bent u eventueel bereid te treffen?

Vraag 3

Bent u ervan op de hoogte dat de geconsulteerde kantoren ook tijdens de door de Kamer verzochte mkb-toets die op 11 juli 2023 plaatsvond, hebben aangegeven zich niet te herkennen in het geschetste beeld van de kwartiermakers toekomst accountancysector? Zo ja, hoe beoordeelt u dit en welke maatregelen bent u eventueel bereid te treffen?

Antwoord 2 en 3

Ik ben ervan op de hoogte dat sommige accountantsorganisaties de Kwartiermakers hebben verzocht om aanpassing van de

voortgangsrapportage. Het is ook juist dat tijdens de mkb-toets, die op 11 juli 2023 plaatsvond, deelnemers hebben aangegeven het niet eens te zijn met de bevindingen.

De Kwartiermakers gaan, gegeven hun onafhankelijke rol, zelf over de inhoud van hun rapportages. Bij de totstandkoming daarvan hadden zij veelvuldig contact met diverse sectorpartijen en hebben zij naar hen geluisterd. Uiteindelijk is het echter de verantwoordelijkheid van de Kwartiermakers zelf om hun oordeel van de staat van de sector, onderbouwd, op te schrijven. Voor wat betreft de maatregelen verwijs ik naar mijn antwoord op de eerste vraag.

Vraag 4

Heeft u, gelet op het feit dat een mkb-toets niet op alle maatregelen uit het wetsvoorstel heeft plaatsgevonden, voldoende in beeld waar de toenemende regeldruk die samenhangt met de maatregelen uit het voorliggende wetsvoorstel, concreet uit bestaat?

Antwoord 4

Het doel van de MKB-toets was om een nader beeld te krijgen van de werkbaarheid, uitvoerbaarheid, proportionaliteit en ervaren regeldruk voor alle deelnemende reguliere vergunninghouders van alle maatregelen van het wetsvoorstel Wijzigingswet accountancysector. Zij kregen ruimschoots de gelegenheid om op alle maatregelen van het wetsvoorstel te reageren. Ik herken dan ook niet dat de MKB-toets niet op alle maatregelen in het wetsvoorstel heeft plaatsgevonden.

Deelnemende reguliere vergunninghouders maakten overwegend bezwaar tegen de maatregel van de verplichting om te rapporteren over kwaliteitsindicatoren. Deze maatregel zou onevenredige lasten met zich brengen, niet voorzien in een behoefte van hun controlecliënten (i.e. (middel)grote ondernemingen) en voorts een opeenstapeling inhouden van rapportageverplichtingen jegens de eigen brancheverenging, de Nederlandse Beroepsorganisaties van Accountants (NBA) en/of de AFM, zo stelden de deelnemers. Daarnaast zou het beroep van accountant onaantrekkelijker worden door de bestaande wet- en regelgeving ten aanzien van accountantsorganisaties en het wetsvoorstel.

Ik vind dat uitbreiding van de rapportageplicht over de kwaliteitsindicatoren met reguliere vergunninghouders zorgvuldige afweging vergt, mede op basis van de lessen die zijn geleerd uit de evaluatie na drie jaar na inwerkingtreding van deze plicht, tussen het doel van deze maatregel en de proportionaliteit en uitvoerbaarheid voor de betrokken accountantsorganisaties.

Tijdens de MKB-toets is tevens de zorg uitgesproken over onnodige dubbele rapportageverplichtingen. Er zou mogelijk een overlap kunnen zitten tussen de dataverzoeken van de AFM en die van de NBA. Beide dataverzoeken hebben echter een ander doel. De AFM richt zich op de naleving van wet- en regelgeving. Bij het rapportoren aan de NBA over de kwaliteitsindicatoren gaat het om inzicht geven in factoren die een rol spelen in de kwaliteit van de wettelijke controle. Het staat de accountantsorganisaties, die duidelijk kunnen maken dat er bij hen sprake is van onnodige overlap in rapportages, vrij om hierover contact op te nemen met de AFM en NBA. Indien wet- en regelgeving onnodige overlap veroorzaakt dan ga ik verder het gesprek met de AFM en NBA hierover aan.

De Kwartiermakers zijn in hun slotrapportage ingegaan op de ervaren regeldruk bij accountantsorganisaties2. Zij analyseren dat de ervaren regeldruk niet zozeer voortkomt uit de huidige wet- en regelgeving. Zij hebben gezien dat de ervaren regeldruk eerder komt door hoe accountantsorganisaties deze regels interpreteren en implementeren binnen hun eigen organisatie. Accountantsorganisaties vertalen wet- en regelgeving soms in strakke interne richtlijnen en interne checklists. Deze interne vertaling is beperkend voor professionals in alle beroepsgroepen, inclusief accountants. Dat is een keuze van de accountantsorganisaties. Dat laat onverlet dat ik de zorgen over de toenemende regeldruk voor accountantsorganisaties serieus neem en daarom zal ik hierover met de NBA in gesprek gaan.

Vraag 5

In hoeverre en waarom is iedere voorgestelde maatregel uit het wetsvoorstel naar uw mening «mkb-proof»: proportioneel, doelmatig en rekening houdend met de diversiteit in de sector, de schaal en omvang van de accountantsorganisatie?

Antwoord 5

Het wetsvoorstel bevat nog slechts één nieuwe maatregel die reguliere vergunninghouders direct kan raken. Hierboven noemde ik dat reguliere vergunninghouders niet meer gaan vallen onder de

rapportageverplichting voor de kwaliteitsindicatoren in dit wetsvoorstel. Wel wordt het intern toezicht versterkt en uitgebreid. Deze uitbreiding raakt alleen de circa 15 a 20 grootste reguliere vergunninghouders. Deze maatregel is proportioneel en doelmatig vormgegeven, juist rekening houdend met de diversiteit in de sector en de schaal en omvang van de accountantsorganisaties. Ik ben dan ook van mening dat het wetsvoorstel "MKB-proof" is.

Vraag 6

Heeft u kennisgenomen van de inspanningen en resultaten op het thema cultuur, die in het segment van reguliere vergunninghouders vanaf 2015 hebben plaatsgevonden?

Vraag 7

Heeft u deze inspanningen (die veel verder gaan dan het houden van enquêtes) en resultaten van reguliere vergunninghouders meegewogen in de bevindingen en het oordeel van de kwartiermakers toekomst accountancysector in de slotrapportage? Zo ja, op welke manier?

Antwoord 6 en 7

Ja, ik heb hier kennis van genomen. Ik ben verheugd dat reguliere vergunninghouders zich hebben ingespannen en dat blijven doen om cultuur binnen de accountantsorganisaties te verbeteren. Deze branche-eigen inspanningen en resultaten zijn waardevol en kunnen goede impulsen geven aan de cultuur bij reguliere vergunninghouders. Bij alle accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten is er niettemin ruimte voor verbetering, zo hebben de Kwartiermakers vastgesteld en zo is gebleken uit toezichtonderzoeken van de AFM. De kwartiermakers schrijven in hun zesde voortgangsrapportage3 dat een cultuurverandering nodig blijft binnen de accountancysector en in hun slotrapportage schrijven zij dat de sector nog steeds niet voldoet aan de verwachtingen.4

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de stelling dat «cultuur» moeilijk objectiveerbaar is, dat elke organisatie en daarmee cultuur (waarden, identiteit, doelstellingen) anders is, dat organisaties en culturen niet «maakbaar» zijn en dat, indien nodig, verandering op maat in de praktijken van

accountantsorganisaties zelf moet plaatsvinden? Met andere woorden: hoe beoordeelt u het feit dat de inspanningen van de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) geen proxy zijn voor een organisatiecultuur die de (perceptie over de) kwaliteit van de wettelijke controle verbetert?

Antwoord 8

Zoals ik hierboven al schreef draagt de juiste cultuur van een accountantsorganisatie in mijn visie in belangrijke mate bij aan de wettelijk vereiste kwaliteit van de wettelijke controle. Cultuur is inderdaad lastig wettelijk maakbaar. Ik wil het daarom primair aan de accountantsorganisaties, de NBA en andere betrokken organisaties overlaten om invulling te geven aan het bevorderen van een goede cultuur, ervan uitgaande dat die kwaliteitsgericht is.

Vraag 9

Vindt u dat er voor de beroepsopvatting van de individuele accountant al voldoende waarborgen bestaan middels de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) en de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO), voor controlerende accountants, en in het uiterste geval via een beoordeling door de tuchtrechter?

Antwoord 9

Beide verordeningen van de NBA zijn belangrijk omdat zij duidelijkheid geven over het gewenste gedrag van accountants. Ik richt mij met name op de wettelijke regulering van accountantsorganisaties. Zowel beroepsreglementering, waaronder niet in de laatste plaats de VGBA en de ViO, als wettelijke regulering brengen tot uitdrukking hoe accountants en accountantsorganisaties moeten werken. Er mag geen onduidelijkheid bestaan met welke professioneel-kritische instelling, met welke professionele oordeelsvorming en met welke controle, onderbouwd met voldoende en geschikte controle-informatie, het belangrijke controlewerk moet worden verricht. Met de Kwartiermakers constateer ik echter dat er nog altijd niet voldoende sprake is van een kwaliteitsgerichte cultuur omdat er te weinig tegendruk is tegen de druk op de externe accountant en het betrokken middenkader. Die benodigde tegendruk is naar mijn mening niet zozeer een kwestie van de genoemde beroepsregels, maar van houding en cultuur.

Vraag 10

Hoe beoordeelt u het gegeven dat de NBA naast regels voor individuele accountants ook regels voor accountantskantoren zou willen opstellen en dus meer zeggenschap wil (zie FD.nl, 1 april 2024, «Accountantsclub NBA wil meer zeggenschap over kantoren»)?

Antwoord 10

De taken en bevoegdheden van de NBA zijn vastgelegd in de Wet op het accountantsberoep (Wab). Artikel 19, tweede lid, onder b van de Wab, bepaalt dat de ledenvergadering in ieder geval verordeningen vaststelt met betrekking tot de onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere bedrijfsvoering van accountantsorganisaties. Oftewel, deze wet zegt dat de NBA niet alleen bevoegd is maar ook een taak heeft tot regulering van accountantsorganisaties.

Ik vind dat doorzettingsmacht van de NBA nodig is voor een doelgerichte beroepsregulering. Een sterke en onafhankelijke publieksrechtelijke beroepsorganisatie is nodig om voldoende vertrouwen te behouden in de beroepsregulering. Ik ben daarom voornemens om het stelsel van beroepsreglementering, en daarmee de rol van de NBA, te onderzoeken. Op een eventuele aanpassing van de taken en bevoegdheden van de NBA wil ik nu dan ook niet vooruitlopen. De uitkomsten van deze evaluatie zal ik delen met de Tweede Kamer.

Vraag 11

Welke stappen worden gezet om de “terugkerende patronen” die de kwartiermakers zien, tegen te gaan?

Antwoord 11

Het tegengaan van “terugkerende patronen" die de Kwartiermakers zien is nu vooral een zaak van accountants, hun beroepsorganisatie NBA en van accountantsorganisaties. Zij zijn nu aan zet om de benodigde kwaliteitsgerichte cultuur te bevorderen en om opvolging te geven aan de aanbevelingen in de slotrapportage van de kwartiermakers. Ik zal die opvolging bewaken en over de voortgang regelmatig spreken met betrokkenen, waaronder de NBA.

Vraag 12

Hoeveel mensen hebben een opleiding tot accountant afgerond in de afgelopen jaren, hoeveel accountants zijn gepensioneerd en hoeveel hebben de sector om andere redenen verlaten? Hoeveel accountants werken in deeltijd en hoeveel zijn vervroegd met pensioen gegaan?

Antwoord 12

Hieronder geef ik u verschillende overzichten die laten zien hoeveel accountants er zijn, hoeveel accountants zijn gepensioneerd, hoeveel accountants de sector om andere redenen hebben verlaten en hoeveel accountants vervroegd met pensioen zijn gegaan. Voor het aantal accountants dat in deeltijd werkt zijn geen gegevens beschikbaar. Al deze gegevens komen van de NBA.

 

Aantal accountants die in de periode 2017-2024 een opleiding heeft afgerond

Jaar afgestudeerd

praktijk opleiding

Register accountant

Accountant-

Administratie consulent

Totaal

2017

444

138

582

2018

663

127

790

2019

624

167

791

2020

583

157

740

2021

746

236

982

2022

519

136

655

2023

571

132

703

2024

591

151

745

Totaal in 8 jaar

4.150

1.093

5.243

Gemiddeld 8 jaar

593

156

749

Totaal aantal accountants per 31 december 2024

Ledengroep

Registeraccou

ntant

Accountant-

Administrati

e-consulent

RA+

AA

Accountants in

Business

8.623

1.244

51

Openbaar

accountant

5.309

4.173     *

58 *

Overheids-accountant/ interne accountant

1.283

110

20

Lid zonder arbeidsinkomen

1.392

282

9

Totaal

16.607

5.809

138

Accountant die zijn gepensioneerd, met vervroegd pensioen zijn gegaan of om een andere reden de sector hebben verlaten in 2024

Omzetting van Openbaar

Accountant naar een andere ledengroep8

403

Omzetting vanuit een andere ledengroep naar Openbaar Accountant

108

Omzetting vanuit een andere ledengroep naar een lid zonder arbeidsinkomen

161

Totaal aantal doorhalingen9

737

Doorhalingen leeftijdsgroep 60 t/m 65 jaar oud

160 (En als je kijkt naar tot 67, dan zijn het er

200 personen)

Vraag 13

Is het voornemen om per 1 januari 2024 een Verklaring Omtrent Risicobeheersing (VOR/in control statement) in te voeren gerealiseerd? Wat is de stand van zaken? Hoe worden deze verklaringen openbaar en aan welke vormvereisten moet een VOR voldoen?

Antwoord 13

Op 1 maart 2024 is uw Kamer per brief op de hoogte gebracht van de stand van zaken van een verklaring omtrent risicobeheersing (VOR).5 In deze brief werd ingegaan op het akkoord van de VOR-werkgroep over de opname van VOR-bepalingen in de Corporate Governance Code (Code'). Deze werkgroep heeft toen voorgesteld dat beursgenoteerde vennootschappen voor het eerst over boekjaar 2025 een VOR zouden moeten gaan opnemen in hun bestuursverslag bij de jaarrekening. Inmiddels heeft de Monitoring Commissie Corporate Governance Code de Code geactualiseerd met de VOR.6 De bepalingen met betrekking tot de VOR zijn van toepassing vanaf het boekjaar beginnend op of na 1 januari 2025. Met de aanpassingen in de Code moet het bestuur van de onderneming in het bestuursverslag ook verklaren dat interne risicobeheersings- en controlesystemen ten minste een beperkte mate van zekerheid geven dat de duurzaamheidsverslaglegging geen onjuistheden van materieel belang bevat en welk niveau van zekerheid deze systemen geven dat de operationele en compliance risico's effectief worden beheerst.

Vraag 14

Hoe verhouden de kosten voor een OOB-controle in Nederland zich tot het uurtarief in andere lidstaten?

Antwoord 14

De uurtarieven van de 231 accountantsorganisaties met een Wta-vergunning zijn mij niet bekend. Mij is wel een onderzoek bekend uit 2023, uitgevoerd door accountantsorganisatie Mazars. Dit onderzoek geeft enig inzicht in de kosten van controles van organisaties van OOB's in alle 27 EU-lidstaten.7 Het betreffende onderzoek richtte zich vooral op Europese organisaties van openbaar belang met een Europese beursnotering. Dat betekent dat niet-beursgenoteerde OOB's, zoals bijvoorbeeld woningcorporaties in Nederland, niet in het onderzoek zijn meegenomen. Uit dit onderzoek volgt dat Nederland van de Europese lidstaten in 2021 op de achtste plek staat voor wat betreft een gewogen gemiddelde van de hoogste audit fees/revenue ratio.8

Top tien EU-lidstaten met de hoogste verhouding tussen accountantskosten en inkomsten voor EU-genoteerde OOB's (gewogen gemiddelde)

 

EU-genoteerde OOB's

Totaal gemiddelde

EU-genoteerde OOB's

€ 200 miljoen Marktkapitalisatie

(MC)

5 Kamerstukken II, 2023/24, 31083, nr. 68

6 Kamerstukken II, 2024/25, 31 083, nr. 69.

7 Forvis Mazars Group. 2023. Towards a transparent audit market: audit fees benchmark of listed public interest entities in the EU.

8 De audit fees/revenue ratio schets de verhouding tussen de auditkosten en de omzet van een oob-organisatie die een wettelijke controle laat uitvoeren. Een hogere ratio wijst erop dat de organisatie meer relatief meer kosten maakt in verhouding tot haar omzet.

 
  • 1. 
    Malta
  • 1. 
    Malta
  • 2. 
    Ierland
  • 2. 
    Ierland
  • 3. 
    Bulgarije
  • 3. 
    Luxemburg
  • 4. 
    Luxemburg
  • 4. 
    Slowakije
  • 5. 
    Spanje
  • 5. 
    Spanje
  • 6. 
    Zweden
  • 6. 
    Zweden
  • 7. 
    Cyprus
  • 7. 
    Nederland
  • 8. 
    Nederland
  • 8. 
    Frankrijk
  • 9. 
    Griekenland /

Frankrijk

  • 9. 
    Griekenland
 
  • 10. 
    Tsjechië / Kroatië

Vraag 15

Wat is de mate van diversiteit in de accountancysector, bijvoorbeeld in vergelijking met andere sectoren waar een cultuurverandering nodig is zoals bij pensioenfondsbesturen? Worden er acties ondernomen om de diversiteit in de accountancysector te vergroten?

Antwoord 15

Diversiteit kan ervoor zorgen dat controleplichtige ondernemingen of instellingen een keuze kunnen maken voor een zo goed mogelijk passende accountantsorganisatie. Er zijn momenteel zes

accountantsorganisaties die organisaties mogen controleren van openbaar belang. Daarnaast zijn er ruim 230 reguliere vergunninghouders. De reguliere vergunninghouders verrichten, of zij nu klein, middelgroot of groot zijn, een belangrijke maatschappelijke en publieke taak, namelijk de wettelijk verplichte externe controle van de verplichte financiële verantwoording.

Daarnaast registreert de NBA de man-vrouwverhouding onder haar leden en rapporteert hier jaarlijks over. Voor deze monitoring hebben 35 kantoren, waaronder de zes grootste accountantskantoren, hun diversiteitsgegevens over 2023-2024 aan de NBA verstrekt. Hieruit blijkt dat vrouwen gemiddeld 19% van de raden van bestuur en 40% van de raden van commissarissen uitmaken. Deze percentages komen redelijk overeen met de resultaten van de Nederlandse Female Board Index 2024, die respectievelijk 16% en 40% aangeeft voor Nederlandse beurgenoteerde ondernemingen.

De sector werkt momenteel aan het verder in kaart brengen van andere diversiteitsaspecten. Zo is de NBA begonnen aan een project “Meer Diversiteit en Inclusie”. In het kader van dit project verzocht de NBA de accountantsorganisaties om een diversiteitsconvenant te ondertekenen en roept hen op om hiermee aan de slag te gaan.

1

Kamerstukken II 2023/24, 33 977, nr. 47, blz. 5 e.v.

2

Kamerstukken II 2023/24, 33977, nr. 46.

3

Kamerstukken II 2023/24, 33977, nr. 45, blz. 6.

4

Kamerstukken II 2023/24, 33977, nr. 46, blz. 48.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.