Amendement Flach over het vervangen van de 'eerst-komt-eerst-maalt-systematiek' door een selectieprocedure - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 10 toegevoegd aan wetsvoorstel 36576 - Wet collectieve warmte.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Amendement van het lid Flach over het vervangen van de 'eerst-komt-eerst-maalt-systematiek' door een selectieprocedure |
---|---|
Documentdatum | 07-05-2025 |
Publicatiedatum | 07-05-2025 |
Kenmerk | 36576, nr. 10 |
Externe link | origineel bericht |
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2024-2025
36 576
Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID
Ontvangen 7 mei 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 2.2, tweede lid, vervalt “onderdeel a,”.
II
Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Aan het opschrift wordt toegevoegd “en mededeling start aanwijzingsprocedure”.
-
2.In het eerste lid vervallen de dubbele punt en de onderdeelsaanduiding “a.”, wordt de puntkomma vervangen door een punt en vervalt onderdeel b.
-
3.Na het eerstee lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Na of tegelijkertijd met de mededeling, bedoeld in het eerste lid, kan het college mededeling doen in de Staatscourant en op een andere geschikte wijze van de mogelijkheid voor een warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang of een warmtegemeenschap binnen een door het college te bepalen termijn een aanvraag in te dienen om aangewezen te worden op grond van artikel 2.5, eerste lid.
-
4.In het tweede lid, onderdeel a, vervalt “onderdeel a,”.
-
5.In het tweede lid, onderdeel b, wordt “artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b” vervangen door “lid 1a”.
II
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het zevende lid komt te luiden:
-
7.Indien er meerdere aanvragen zijn ingediend rangschikt het college de aanvragen zodanig dat een aanvraag hoger gerangschikt wordt naarmate:
-
a.aannemelijker is dat de bij of krachtens artikel 2.20, eerste lid, opgenomen normen bereikt zullen worden;
-
b.aannemelijker is dat een doelmatige en kosteneffectieve aanleg en exploitatie van de collectieve warmtevoorziening beter wordt geborgd;
-
c.aannemelijker is dat de leveringszekerheid beter wordt verzekerd;
-
d.aannemelijker is dat het warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang of de warmtegemeenschap de toekomstige verbruikers beter zal betrekken bij de aanleg, ontwikkeling en exploitatie van de collectieve warmtevoorziening;
-
e.aannemelijker is dat de in het globaal kavelplan beschreven gevolgen voor toekomstige verbruikers en verhuurders, vereniging van eigenaars of een daarmee vergelijkbare rechtsvorm die warmte zullen afnemen van de collectieve warmtevoorziening beter uitvoerbaar zijn;
-
f.aannemelijker is dat het globaal kavelplan voor het warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang of de warmtegemeenschap beter uitvoerbaar is.
-
2.Na het zevende lid worden drie leden ingevoegd, luidende:
7a. Het college kan een adviescommissie instellen en advies inwinnen van deze adviescommissie.
7b. Het college kan aan de rangschikkingsgronden, bedoeld in het zevende lid, een weging toekennen waarbij geldt dat elke grond voor minimaal 5% en maximaal 50% meegewogen wordt.
7c. Het college wijst het warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang of de warmtegemeenschap aan dat het hoogste is gerangschikt.
-
3.Het tiende lid wordt als volgt gewijzigd:
-
a.Na “over” wordt een dubbele punt en de onderdeelsaanduiging “b.” ingevoegd.
-
b.Na de aanhef (nieuw) wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
-
a.de rangschikkingsgronden, genoemd in het zevende lid;.
III
Artikel 2.6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
-
1.In onderdeel a vervalt “onderdeel a,”.
-
2.In onderdeel b wordt “eerste lid, onderdeel b” vervangen door “lid 1a”.
Toelichting
Bij de aanwijzing van een warmtebedrijf met een publiek meerderheidsaandeel of een warmtegemeenschap is in het wetvoorstel gekozen voor een ‘eerst-komt-eerst-maalt’ systematiek. De regering acht het niet aannemelijk dat twee of meer warmtebedrijven met elkaar in concurrentie zullen treden om dezelfde warmtekavel. De indiener wil erop wijzen dat de ontwikkeling van warmtebedrijven met een publiek meerderheidsaandeel zich nog moet uitkristalliseren. Het is wellicht niet aannemelijk dat concurrentie zal ontstaan, maar het is gelet op voorgaande ook niet uit te sluiten. De indiener wil voorkomen dat de situatie ontstaat dat het door de gemeente beoogde warmtebedrijf of warmtegemeenschap achter het net vist, alleen vanwege het ‘eerst-komt-eerst-maalt’ principe. Gelet hierop stelt de indiener derhalve voor in de aanwijzingsprocedure rekening te houden met de mogelijkheid dat meerdere aanvragen ingediend zullen worden en hiervoor een selectieprocedure vast te stellen. Deze selectieprocedure sluit aan op de procedure die is voorgesteld voor de aanwijzing van een warmtebedrijf in de ingroeiperiode (artikel 2.7).
Met het oog hierop stelt de indiener voor in artikel 2.4, tweede lid, op te nemen dat de gemeente na of tegelijkertijd met de inventarisatieprocedure in artikel 2.4, eerste lid, een mededeling kan doen binnen welke periode warmtebedrijven met een publiek meerderheidsbelang of warmtegemeenschappen een aanvraag kunnen indienen om aangewezen te worden op grond van artikel 2.5. Hierdoor geldt niet langer dat de eerste aanvraag het eerste beoordeeld wordt. Ook stelt de indiener voor in artikel 2.5 een selectieprocedure op te nemen zodat bij meerdere aanvragen een selectieprocedure doorlopen kan worden. Deze selectieprocedure is gelijk aan die van artikel 2.7, het artikel dat ziet op de ingroeiperiode. Vanzelfsprekend zullen gemeenten de selectiecriteria alleen hoeven toe te passen als er meerdere aanvragen ingediend worden. Op grond van artikel 2.5, tiende lid, kunnen de selectiecriteria bij of krachtens algemene maatregel van bestuur uitgewerkt worden.
Flach