Amendement Verkuijlen/Bikker ter vervanging van nr. 20 over een aangifteplicht voor het delict van mensenhandel - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 43 toegevoegd aan wetsvoorstel 36547 - Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Amendement van de leden Verkuijlen en Bikker ter vervanging van nr. 20 over een aangifteplicht voor het delict van mensenhandel |
---|---|
Documentdatum | 06-06-2025 |
Publicatiedatum | 06-06-2025 |
Kenmerk | 36547, nr. 43 |
Externe link | origineel bericht |
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2024-2025
36 547
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel)
Nr. 43
AMENDEMENT VAN De leden Verkuijlen en Bikker TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 201
Ontvangen 6 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel III, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 160, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt na “of in de artikelen” ingevoegd “273f,”.
II
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIIA
In artikel 198, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering BES wordt na “of in de artikelen” ingevoegd “286f en”.
Toelichting
Het doen van een aangifte is voor de politie een belangrijk aanknopingspunt bij de opsporing van daders van mensenhandel. Het is dan ook noodzakelijk dat signalen van mensenhandel de politie zo snel mogelijk bereiken en dat de aangiftebereidheid wordt vergroot. Het amendement voegt in dat kader het gemoderniseerde delict waarin mensenhandel strafbaar wordt gesteld toe aan de misdrijven waarvoor in artikel 160 van het Wetboek van Strafvordering nu ook al een zelfstandige verplichting is opgenomen tot het doen van aangifte bij de politie. Mensenhandel is een zeer ernstig misdrijf dat een afschuwelijke inbreuk maakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van vooral kwetsbare mensen en eenieder die kennis draagt van mensenhandel - behoudens slachtoffers en hun familieleden, vertrouwenspersonen, hulpverleners en andere beroepsgroepen met een verschoningsrecht - moet volgens de indieners dan ook aangifte doen bij de Politie. Het amendement geeft hiermee uitvoering aan de oproep die de Kamer eerder heeft gedaan bij het aannemen van de motie Veltman-Bikker.2
Kennis dragen van het misdrijf mensenhandel betekent dat er een redelijk vermoeden moet bestaan dat mensenhandel plaatsvindt. De aangifte moet dan bepaalde feitelijke gegevens bevatten, zoals tijd en plaats. Deze aangifteplicht wordt alleen gesanctioneerd wanneer de aangifteplichtige op de hoogte was van het voornemen tot het plegen van het misdrijf. Met andere woorden: als iemand een redelijk vermoeden heeft dat er mensenhandel heeft plaatsgevonden of plaatsvindt en kennis heeft van de tijd en plaats, dan is deze verplicht hierover aangifte te doen, behoudens slachtoffers en hun familieleden, vertrouwenspersonen, hulpverleners en andere beroepsgroepen met een verschoningsrecht. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de aangifteplicht geldt voor deze groepen mensen. Het is belangrijk dat slachtoffers laagdrempelige hulp blijven zoeken bij familie, vertrouwenspersonen of hulpverleners, zonder direct te hoeven vrezen dat informatie zonder hun instemming bij de opsporing belandt.
Op grond van het principe van comply or explain, dat inhoudt dat in principe Europees-Nederlandse regelgeving van toepassing is in Caribisch Nederland, tenzij er gronden zijn om dat niet te doen, regelt het amendement eenzelfde voorziening in artikel 198 van het Wetboek van Strafvordering BES.
Verkuijlen
Bikker
1 Vervanging in verband met een wijziging van de toelichting.
2https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28638-241.html