Amendement Grinwis/Erkens over het vaststellen van één kostengebaseerd tarief als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 40 toegevoegd aan wetsvoorstel 36576 - Wet collectieve warmte.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Amendement van de leden Grinwis en Erkens over het vaststellen van één kostengebaseerd tarief als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen |
---|---|
Documentdatum | 10-06-2025 |
Publicatiedatum | 10-06-2025 |
Kenmerk | 36576, nr. 40 |
Externe link | origineel bericht |
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
2
Vergaderjaar 2024-2025
36 576
Regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)
Nr. 40
AMENDEMENT VAN De LEDEN grinwis En ERKENS
Ontvangen 10 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 7.3 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen stelt de Autoriteit Consument en Markt de methodes, bedoeld in het tweede lid, zodanig vast dat voor de warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld of berekend die het aangewezen warmtebedrijf in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1, tweede lid.
-
2.In het vijfde lid wordt na “vastgesteld” ingevoegd “in het geval een warmtebedrijf niet voor meer dan een warmtekavel is aangewezen”.
II
In artikel 7.6 wordt na het vierde lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
4a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen stelt de Autoriteit Consument en Markt de methode, bedoeld in het eerste lid, zodanig vast dat voor de warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, dezelfde beoogde of toegestane inkomsten worden vastgesteld van het aangewezen warmtebedrijf ten behoeve van het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 2.12.
III
In artikel 7.7 wordt na het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen stelt het warmtebedrijf tarieven voor, zodanig dat voor de warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld die het aangewezen warmtebedrijf in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1, tweede lid.
IV
Artikel 7.17 wordt gewijzigd als volgt:
-
1.Na het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
3a. In het geval een warmtebedrijf voor meer dan een warmtekavel is aangewezen stelt de Autoriteit Consument en Markt de methodes, bedoeld in het tweede lid, zodanig vast dat voor de warmtekavels gezamenlijk, waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen, dezelfde maximale tarieven worden vastgesteld of berekend die het aangewezen warmtebedrijf in rekening kan brengen voor de goederen en diensten, bedoeld in artikel 7.1, tweede lid.
-
2.In het zesde lid wordt na “vastgesteld” ingevoegd “in het geval een warmtebedrijf niet voor meer dan een warmtekavel is aangewezen”.
Toelichting
Dit amendement regelt dat er één kostengebaseerd tarief wordt vastgesteld als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen. Dat maximale tarief kan het aangewezen warmtebedrijf dan voor al zijn kavels in rekening brengen. Door alle gebruikers die zijn aangesloten op warmtenetten bij hetzelfde warmtebedrijf hetzelfde tarief te laten betalen, is de verwachting van de indieners dat er minder verschillen tussen de tarieven zullen ontstaan en daardoor de tarieven voor een deel van de verbruikers lager zullen zijn, omdat er sprake zal zijn van betere risicospreiding. Tevens komt dit de uitlegbaarheid en het draagvlak ten goede. Bovendien leidt tariefregulering op bedrijfsniveau tot fors lagere administratieve lasten voor de ACM en de warmtebedrijven en tot meer investeringszekerheid.
De tarieven worden conform het voorliggende wetsvoorstel door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) per kavel bepaald. Dit volgt uit de kavelsystematiek die in het wetsvoorstel is opgenomen. De maximale tarieven zijn namelijk van toepassing op een aangewezen warmtebedrijf en de aanwijzing van een warmtebedrijf geldt voor een specifieke kavel. De ACM stelt vanaf fase 2 of maximale tarieven vast, of tariefformules, waarmee het warmtebedrijf zijn maximale tarieven berekent. Deze tarieven of tariefformules kunnen verschillend per type collectieve warmtevoorziening worden vastgesteld.
Om diverse redenen achten de indieners het onwenselijk dat de tarieven straks op kavelniveau worden bepaald als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen. Allereerst omdat de verwachting is dat de tarieven per kavel sterk uiteen kunnen gaan lopen. Dit zal, zo verwachten de indieners, begrijpelijkerwijs door veel burgers niet als rechtvaardig worden gezien, met verder afnemend draagvlak tot gevolg. Ten tweede gaat het vaststellen van de tarieven per kavel door de ACM met veel uitvoeringskosten gepaard, terwijl de kosten van toezicht en handhaving in de afgelopen jaren al sterk zijn gestegen, met hogere kosten voor de gebruiker tot gevolg. Als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen kan - door het bepalen van de tarieven per warmtebedrijf - de uitvoeringslast bij de ACM worden verlaagd, omdat de overheadkosten dan voor alle kavels samen worden gemaakt en niet aan afzonderlijke kavels hoeven te worden toegerekend. Dat betekent dat de ACM minder extra capaciteit nodig heeft en minder kosten hoeft te maken in verband met de tariefregulering.
Om deze redenen stellen indieners met dit amendement voor om het mogelijk te maken één kostengebaseerd tarief per aangewezen warmtebedrijf vast te stellen of te berekenen als dat warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen. Alle gebruikers die klant zijn bij dat warmtebedrijf betalen dan hetzelfde tarief voor alle warmtekavels waarvoor het warmtebedrijf is aangewezen. Omdat de kosten dan op bedrijfsniveau worden gesocialiseerd, zal dit zorgen voor minder tariefverschillen voor een deel van de warmteverbruikers, namelijk de klanten van warmtebedrijven met meerdere kavels. Het geeft warmtebedrijven met meerdere kavels ook de mogelijkheid om de risico’s van de verschillende kavels beter te spreiden. Voor kleine collectieve warmtesystemen wordt een zelfde regeling opgenomen in artikel 7.17. Dit zal zowel in de tweede als de derde fase van de tariefregulering gelden. Om deze reden worden ook de artikelen 7.6 en 7.7 gewijzigd. Als een warmtebedrijf voor meerdere kavels is aangewezen kan de methode voor het berekenen van de beoogde of toegestane inkomsten en de maximale tarieven voor deze kavels gezamenlijk worden vastgesteld.
Grinwis
Erkens