Brief van de minister van BZK over stand van zaken nieuwe verdeling van het provinciefonds - Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. I toegevoegd aan wetsvoorstel 34568 - Vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds; Brief van de minister van BZK over stand van zaken nieuwe verdeling van het provinciefonds |
---|---|
Documentdatum | 04-07-2025 |
Publicatiedatum | 04-07-2025 |
Nummer | KST34568I |
Kenmerk | 34568, nr. I |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
34 568
Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
Bij deze informeer ik u, mede namens de medefondsbeheerder de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane over de stappen die gemaakt worden om tot een nieuwe verdeling van het provinciefonds te komen.
Op 6 maart 2024 zijn uw beide Kamers door mijn ambtsvoorganger, mede namens de medefondsbeheerder de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, geïnformeerd over de stand van zaken nieuwe verdeling provinciefonds.1 Met deze brief is het door CEBEON opgeleverde rapport inzake haar onderzoek naar een nieuw verdeelmodel provinciefonds met beide Kamers gedeeld. In deze brief heeft mijn ambtsvoorganger, mede namens de medefondsbeheerder de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, ook laten weten dat de fondsbeheerders met de Bestuurlijke adviescommissie Financiën en Openbaar bestuur van het IPO (BAC) afspraken hebben gemaakt over het verdere proces ter realisatie van een nieuw verdeelmodel.
Op 27 september 2024 heb ik uw beide Kamers ter informatie, mede namens de medefondsbeheerder de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, het adviesrapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) inzake de nieuwe verdeling van het provinciefonds (d.d. 20 september 2024) aangeboden.2
De gedeputeerden hebben in hun brief incl. bijlage van 9 oktober 2024 expliciet aan de fondsbeheerders laten weten dat de provincies het vertrekpunt van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) onderschrijven
1 De Eerste Kamer met Kamerstuk I 2023/2024, 34 568 E en de Tweede Kamer met Kamerstuk II 2023/24, 36 410 C, nr. 5
2 De Eerste Kamer met Kamerstuk I 2023/2024, 34 568 G en de Tweede Kamer met Kamerstuk II 2023/24, 36 600 C, nr. 5
kst-34568-I ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025
dat de verantwoordelijkheid om te komen tot een nieuw verdeelmodel nu nadrukkelijk bij de fondsbeheerders ligt en dat de provincies het ROB advies voorstelbaar en navolgbaar vinden.
Op 5 december 2024 heb ik, mede namens de medefondsbeheerder de Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, gereageerd naar de gedeputeerden op hun brief van 9 oktober 2024. Hierin onderschrijven wij als fondsbeheerders net als de gedeputeerden dat het ROB advies voorstelbaar en navolgbaar is en dat de fondsbeheerders uiteindelijk verantwoordelijk zijn.
Tevens heb ik in deze brief laten weten dat de fondsbeheerders de provincies graag nauw betrekken bij de verdere uitwerking, zoals de provincies ook betrokken zijn geweest bij het onderzoek naar CEBEON aangaande het nieuwe verdeelmodel en gezamenlijk is opgetrokken bij de ROB adviesaanvraag aangaande het nieuwe verdeelmodel. De afgelopen maanden is dan ook veelvuldig contact geweest met de provincies.
Het IPO bestuur heeft gehoord hebbende het advies van de bestuurlijke adviescommissie (BAC) Financiën en Openbaar bestuur van het IPO op 3 juli jl. in haar vergadering unaniem besloten aan de fondsbeheerders een voorstel te doen voor de verdere stappen (zie bijlage). Dit voorstel bevat een tussenstap per 1 januari 2026 en randvoorwaarden om te komen tot een structureel model voor 2027 en verder. Het structurele model zal gebaseerd zijn op het huidige rapport van CEBEON aangevuld met het adviesrapport van de ROB en de brief van de provincies van 9 oktober jl. Als fondsbeheerders nemen we dit voorstel voor de tussenstap en de randvoorwaarden voor het structurele model graag over.
De tussenstap van de BAC Financiën en Openbaar Bestuur van het IPO bevat het huidige model als basis met daarin verwerkt een actualisatie van de verevening van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting en van de overige eigen middelen en herstel van de «weeffouten» (jeugdzorg, vervoersregio's en het vraagstuk van de verevening van de overige eigen middelen van de provincie Zeeland) met een ingroeipad dat rekening houdt met dat de impact door de provincies gedragen kan worden. De tussenstap per 1 januari 2026 wordt verwerkt in de begroting provinciefonds 2026 en zal aan de provincies worden gecommuniceerd middels de septembercirculaire 2026.
De randvoorwaarden om te komen tot een structureel model zijn:
-
-Helderheid over de wijze van monitoring van het nieuwe model en hiertoe extern advies te vragen;
-
-Helderheid over hoe stabiliteit van het model te borgen en hiertoe extern advies te vragen;
-
-Helderheid over een reëel rendementspercentage van de Overige eigen middelen en hiertoe extern advies te vragen;
-
-Helderheid over een ingroeipad dat dusdanig is vorm gegeven dat de impact door provincies kan worden gedragen en stabiliteit van de financiële huishouding van elke provincie is geborgd.
-
-Toezegging dat de fondsbeheerders de onderzoeken naar Openbaar Vervoer, natuur en infrastructuur en het cluster Economie, ruimte, cultuur en maatschappij op zo'n kortst mogelijke realistische termijn verwerken in het verdeelmodel.
Voor de onderzoeken naar OV, natuur en infrastructuur geldt dat het gaat om de balans tussen ambitie, taken, middelen en uitvoerings-kracht. Voor deze drie beleidsterreinen wordt momenteel in samenspraak met het IPO en de betrokken beleidsverantwoordelijke departementen tot een verdere concretisering van de handelingsper-spectieven en oplossingsrichtingen gekomen. Vervolgens zal samen besproken worden hoe daar een vervolg aan te geven. Aan de hand van de uitkomsten van deze onderzoeken zal daarnaast worden bezien hoe de uitkomsten op zo'n kortst mogelijke realistische termijn in het verdeelmodel te verwerken.
Als fondsbeheerders zullen we het vervolgtraject om te komen tot een structureel model in overleg met de BAC Financiën en Openbaar Bestuur van het IPO vorm geven. Uw Kamer zal op de hoogte worden gehouden over het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds.
Eenzelfde brief is ook aan de Tweede Kamer gezonden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 34 568, I
3