A. (Abram) van Rijckevorsel Hzn. - Hoofdinhoud
Negentiende-eeuwse Rotterdamse ondernemer en politicus. Telg van een Rotterdamse koopmansfamilie. Was al op zijn twintigste hoofd van de handelsfirma Wed. Hubert & Van Rijckevorsel. Later ook voorman van de Rotterdamse Kamer van Koophandel. vóór 1848 een vooraanstaand oppositioneel Tweede Kamerlid en voorstander van vrijhandel en van meer parlementaire controle op de financiën. Werd in 1844 niet herkozen, maar keerde in 1849 terug als afgevaardigde van het district Rotterdam. Steunde van harte de Scheepvaartwetten van Van Bosse i. Vanaf 1850 Eerste Kamerlid. Energieke, maar eenvoudige man, die zich door zelfstudie ontwikkelde.
Moderaat of gematigd liberaal, Pragmatisch liberalen, Liberalen
functie(s) in de periode 1841-1864: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer
Inhoudsopgave
Abraham (Abram)
geboorteplaats en -datum
Rotterdam, 30 december 1790
overlijdensplaats en -datum
Rotterdam, 11 augustus 1864 stroming(en)
-
-"financiele oppositie" (onder Willem I en II)
-
-'pragmatisch' liberaal (vanaf 1849)
-
-medewerker handelskantoor "Hubert en Van Rijckevorsel" te Rotterdam, vanaf 1801 (halve dagen)
-
-firmant graanhandelsfirma "Wed. Hubert en Van Rijckevorsel" te Rotterdam, vanaf 1811 (samen met moeder)
-
-lid stedelijke raad van Rotterdam, van 1839 tot 1849
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 oktober 1841 tot 21 oktober 1844 (voor Zuid-Holland)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 oktober 1845 tot 20 augustus 1850 (1845-1849 voor Zuid-Holland, 1849-1850 voor het kiesdistrict Rotterdam)
-
-lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 19 september 1850 tot 26 september 1850 (voor de steden, Rotterdam)
-
-lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 8 oktober 1850 tot 15 september 1862 (voor Zuid-Holland)
-
-staatsraad in buitengewone dienst (Raad van State), van 16 februari 1864 tot 11 augustus 1864
-
-luitenant der schutterij te Rotterdam, van 1814 tot 1821
-
-lid schoolcommissie te Rotterdam, van 1821 tot 1857
-
-lid Kamer van Koophandel te Rotterdam, van 1823 tot 1828
-
-vicevoorzitter Kamer van Koophandel te Rotterdam, van 1828 tot 1838
-
-commissaris Nederlandsche Heide Maatschappij, vanaf 1831
-
-lid Raad van Commissarissen Nederlandsche Handel-Maatschappij, van 1831 tot 1859
-
-lid Staatscommissie ter overweging van de vraag in hoeverre er termen aanwezig zijn om ook in dit Rijk ijzeren spoorwegen tot stand te brengen, vanaf 19 februari 1836
-
-voorzitter Kamer van Koophandel te Rotterdam, van 1838 tot 11 augustus 1864
-
-lid Raad van Commissarissen NRS (Nederlandsche Rhijnspoorwegmaatschappij), van 1846 tot 1851
-
-lid Staatscommissie voor de Indische delfstoffen, 1850
-
-lid commissie voor een entrepôtdok te Rotterdam
-
-lid bestuur Hollandsche Maatschappij van Kunsten en Wetenschappen te Rotterdam
-
-lid Zee- en Brandassurantie Sociëteit
-
-lid cargadoorshuis "Kuyper, Van Dam & Smeer"
-
-lid Oostindische zee- en brandassurantie maatschappij
-
-lid Bataviasche zee- en brandassurantie maatschappij
-
-lid College der groote of zoutharingvisscherij
-
-lid Staatscommissie onderzoek gevolgen aanleg Suezkanaal, vanaf 1856
-
-lid Raad van Bestuur haringrederij te Maassluis
afgeleide functies, presidia etc.
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van oktober 1850 tot september 1851
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van juni 1853 tot augustus 1853
-
-lid Gemengde Commissie voor de Stenographie (namens de Eerste Kamer), van 16 juni 1853 tot 15 september 1862
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van juni 1857 tot augustus 1857
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van september 1857 tot december 1857
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van mei 1858 tot september 1858
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van april 1859 tot december 1859
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van augustus 1860 tot december 1860
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van augustus 1861 tot september 1861
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1861 tot juni 1862
-
-lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van juli 1862 tot september 1862
-
-huisonderwijs (weinig)
-
-zelfstudie
-
-Behoorde in 1844 tot de 32 leden die vóór de ontwerp-wet inzake de (vrijwillige) geldlening en buitengewone belasting op bezittingen stemden. Het voorstel werd met 32 tegen 25 stemmen aangenomen.
-
-Behoorde in 1844 tot de 15 leden die tegen een aanvulling van de instructie aan de Algemene Rekenkamer stemden, omdat die tot onvoldoende verbetering van het toezicht zou leiden
-
-Behoorde in 1847 tot de 23 leden die tegen hoofdstuk IV (Justitie) van de begroting voor 1848 en 1849 stemden. De begroting werd met 35 tegen 23 stemmen aangenomen.
-
-Behoorde in 1847 tot de meerderheid die tegen het wetsvoorstel over het stemrecht in steden en op het platteland stemde. Het wetsvoorstel werd met 31 tegen 27 stemmen verworpen.
-
-Stemde in 1848 vóór alle wetsvoorstellen tot Grondwetsherziening
-
-Stemde in 1851 als Eerste Kamerlid tegen de ontwerp-Onteigeningswet
-
-Behoorde in 1859 tot de 16 leden die vóór een (verworpen) wetsvoorstel stemden over herziening van het tarief voor in- en uitvoerrechten
-
-Stemde in 1859 tegen de ontwerp-Wet omtrent het gebruik der spoorwegen
-
-Behoorde in 1860 tot de vijf leden die tegen de ontwerp-wet aanleg van spoorwegen voor rekening van de staat stemden
-
-Gold in de Kamer als vertegenwoordiger van bedrijfsleven en handel van Rotterdam
uit de privésfeer (5/6)
-
-Wilde theologie studeren, maar dat ging niet door omdat zijn moeder aan zijn vader had beloofd hem niet te laten studeren i.v.m. zijn zwakke gezondheid
-
-Trouwde overhaast, omdat hij dan niet als gijzelaar van keizer Napoleon naar Metz hoefde te gaan
-
-Stootte bij het aanvaarden van het Tweede Kamerlidmaatschap het grootste deel van zijn zakelijke belangen af
-
-Een zoon van hem was gemeenteraadslid in Rotterdam
-
-Zijn stiefvader, A. Hubert, overleed zo'n twee maanden nadat hij met de moeder van Abram was getrouwd
verkiezingen (5/6)
-
-Werd in 1844 bij de periodieke verkiezingen herkozen, maar bedankte omdat hij slechts een meerderheid van twee stemmen had. In zijn plaats werd toen M.A.F.H. Hoffmann gekozen. Die had overigens een meerderheid van slechts één stem.
-
-Versloeg in 1845 bij de periodieke verkiezingen in de Staten van Zuid-Holland J.R. Thorbecke. In de derde stemmingsronde kreeg hij 40 stemmen, tegen 36 voor Thorbecke.
-
-Versloeg in 1850 bij de Eerste Kamerverkiezingen in Provinciale Staten van Zuid-Holland in de tweede stemmingsronde R.F. Groeninx van Zoelen met 39 tegen 20 stemmen
-
-Werd in 1853 bij de periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Zuid-Holland met 55 van de 71 stemmen herkozen
-
-Verzocht in 1862 niet meer in aanmerking te komen voor (her)verkiezing
niet-aanvaarde politieke functies
-
-lid Tweede Kamer, 1844
-
-minister van Financiën, maart 1848 (geweigerd)
-
-minister van Financiën, februari 1860 (geweigerd)
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-J.E. van der Pot, "Abram van Rijckevorsel Hzn.", in: Rotterdams jaarboekje (1943), 111
-
-G.E. van Walsum, "Abram van Rijckevorsel Hzn., man van de vooruitgang", in: Rotterdams jaarboekje (1965), 148
-
-H. Schmitz, "Vragen rond Abram van Rijckevorsel (1790-1864)", in: Rotterdams Jaarboekje 1987, 217
-
-Maureen Callahan, "The harbor barons: political and commercial elites and the development of the port of Rotterdam, 1824-1892", (Ann Arbor 1986) Vol. 2, 199
-
-J.H. von Santen, "Rijckevorsel, Abram van (1790-1864)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel III, 510
-
-Ned. Patriciaat, 1976
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
archivalia
Correspondentie Van Rijckevorsel in Gemeentearchief Rotterdam (o.a. brieven van politici als J.J. Rochussen, Mr. P.Ph. van Bosse en Mr. J. Heemskerk Azn.
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.