Ir. G.J. van Swaaij

foto Ir. G.J. van Swaaij
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Fotoarchief Eerste Kamer
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Knappe katholieke Delfste hoogleraar elektrotechniek, die als minister van Waterstaat echter weinig gezag had. Tijdens zijn Eerste Kamerlidmaatschap (1913-1922) directeur van de Provinciale Noord-Brabantse Elektriciteitsmaatschappij. Als minister van Waterstaat in het tweede kabinet-Ruijs de Beerenbrouck i behoorde hij tot de minder opvallende figuren. Bracht wel enkele belangrijke wetten tot stand, zoals een wet over de opsporing van delfstoffen.

Algemeene Bond (RKSP)
in de periode 1913-1925: lid Eerste Kamer, minister

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Gerardus Jacobus

geboorteplaats en -datum
Loenen (Utr.), 22 juni 1867

overlijdensplaats en -datum
Delft, 6 januari 1945

2.

Partij/stroming

partij(en)
RKSP (Roomsch-Katholieke Staatspartij)

3.

Hoofdfuncties/beroepen (7/13)

  • hoogleraar elektrotechniek, Polytechnische School (vanaf 1905 Technische Hogeschool) te Delft, van september 1894 tot september 1922 (benoemd bij K.B. van 6 juli 1894, sinds 1917 op non-actief)
  • lid Provinciale Staten van Zuid-Holland, van 4 mei 1911 tot 29 december 1913 (voor het kiesdistrict Delft)
  • lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 29 december 1913 tot 19 september 1922 (voor Zuid-Holland)
  • privaatdocent Technische Hogeschool te Delft, van december 1913 tot 1915
  • directeur PNEM (Provinciale Noordbrabantsche Electriciteits Maatschappij), van 1914 tot 18 september 1922
  • privaatdocent Technische Hogeschool te Delft, van 1919 tot september 1922
  • minister van Waterstaat, van 18 september 1922 tot 4 augustus 1925

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

4.

Nevenfuncties (2/10)

  • voorzitter Electriciteitsraad, van 1933 tot 1943
  • voorzitter Natuurschooncommissie Electrische Geleidingen, van 1933 tot 6 januari 1945

afgeleide functies, presidia etc.
  • lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van september 1919 tot december 1919
  • (tijdelijk) secretaris van de ministerraad (kabinet-Ruijs de Beerenbrouck II), van 18 september 1922 tot 4 augustus 1925

comités van aanbeveling, erefuncties etc.
  • erevoorzitter R.K. Delftsche Studentenvereeniging "Sanctus Virgilius"
  • erelid Vereeniging van Directeuren van Electriciteitsbedrijven, vanaf maart 1926

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als parlementariër
  • Sprak als Eerste Kamerlid vooral over Indische zaken, onderwijs en waterstaat

opvallend stemgedrag (0/1)

In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.


als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • In 1922 verwierp de Tweede Kamer een door hem verdedigde begrotingswijziging in verband met uitgaven voortvloeiende uit de afschaffing van portvrijdom (voor overheidsdiensten), waartoe eerder was besloten

als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
  • Bracht in 1924 samen met minister Heemskerk een algehele wijziging van de Motor- en rijwielwet 1904 tot stand. De regels voor het verkeer worden voor alle gemeenten gelijk. Er worden nu ook bepalingen opgenomen over het voeren van licht en het geven van signalen door motorrijtuigen. De geldigheid van het rijbewijs wordt aan een termijn (twee jaar) gebonden en er komt een verplicht rijexamen. Verder komen er maximumsnelheden voor auto's (20 en 12 km/u resp. buiten en binnen de bebouwde kom). Verder wordt de minimumleeftijd voor het besturen van een motorrijtuig 18 jaar en komt er een regeling voor de aansprakelijkheid van bestuurders bij botsingen. De autobestuurder is aansprakelijk, tenzij er sprake was van overmacht. Het wetsvoorstel was in 1917 ingediend door minister Lely.
  • Bracht in 1925 de Zuiderzeesteunwet tot stand, die zorgde voor een geldelijke tegemoetkoming aan Zuiderzeevissers die door de afsluiting van de Zuiderzee onvoldoende middelen voor hun levensonderhoud hadden. De wet werd in 2005 ingetrokken.
  • Bracht in 1925 samen met minister Colijn de Spoorwegpensioenwet tot stand. Deze wet bevatte een pensioenregeling voor ambtenaren (en hun weduwen en wezen) van de Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen en van de Hollandsche IJzerenspoorweg Maatschappij, waarvan de bestaande pensioenfondsen werden samengevoegd

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen (3/4)
  • Kreeg vanaf 1 januari 1923 als minister ook de zorg voor de scheepvaart en het mijnwezen
  • Hoe weinig gezag de minister uiteindelijk nog had in de Tweede Kamer bleek tijdens de behandeling van zijn begroting in 1924. Een voorstel van hem om een hoofdcommies te bevorderen tot referendaris werd met slechts twee stemmen vóór verworpen.
  • Bij de behandeling van de wijziging van de Motor- en Rijtuigenwet in de Eerste Kamer (1924) liet hij de beantwoording van vragen geheel over aan minister Heemskerk

uit de privésfeer
  • Had een belangrijk aandeel in de aanleg van het elektriciteitsnet in Noord-Brabant

verkiezingen
  • Versloeg in 1913 bij een tussentijdse verkiezing van een Eerste Kamerlid in Provinciale Staten van Zuid-Holland met 43 tegen 29 stemmen A. Plate (lib.)
  • Werd in 1922 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Zuid-Holland met 42 van de 78 stemmen herkozen. Op Th. Stoop (sdap) werden 18 stemmen uitgebracht en op P. Rink (lib.) tien stemmen.

niet-aanvaarde politieke functies
  • lid Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (niet aanvaard vanwege onverenigbaarheid met hoogleraarschap)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • J.F.E. Blösing, "G.J. van Swaaij", in Brabantse Biografieën, deel 1
  • W.W. Schongs, "Professor ir. G.J. van Swaaij c.i. 1867-1945. Docent elektrische metingen en elektrotechnische toepassingen" (z.p., 1997)

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.