Fiscaal beleid

Met dank overgenomen van Europa Nu.
Belastingdienst
Bron: Wikimedia / Bic

Het fiscaal beleid van de Europese Unie i moet voorkomen dat bedrijven en instellingen profiteren van belastingregelingen in één lidstaat, die hen een oneerlijk concurrentievoordeel opleveren ten opzichte van bedrijven en instellingen uit andere lidstaten. Verder is het fiscaal beleid bedoeld om nationale belastingregels in te perken die obstakels kunnen vormen voor EU-burgers om in een andere lidstaat te werken. Het beleid moet dus verstoringen in de interne markt i voorkomen.

Om dit te bereiken is enige coördinatie nodig van de belastingen die in lidstaten worden geheven. De EU probeert indirecte belastingen, zoals btw i, waar nodig te harmoniseren. Ook stelt de EU de douanetarieven vast die geheven worden op importgoederen. De EU heeft geen bevoegdheden als het gaat om directe belastingen, zoals inkomsten- of vermogensbelasting. Daar beslissen de lidstaten zelf over. Pogingen om regels voor directe belastingen voor bedrijven in te voeren zijn tot nog toe gestrand.

De Commissie wil meer harmonisatie in belastingwetgeving en belastingheffing. Dat is vooral een zaak van de lidstaten, dergelijke pleidooien liggen gevoelig. Na eerdere mislukte pogingen presenteerde de Commissie in 2022 het 'BEFIT' voorstel voor een gezamenlijk kader voor het heffen van belastingen op bedrijven. Dat zou de interne markt juist moeten versterken, omdat bedrijven dan in de hele EU met dezelfde basisregels te maken zouden hebben.

1.

Mijlpalen

Interne Markt

De EU streeft al sinds het Verdrag van Rome i (1957) een interne markt i na met vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten en personen i. Uitwisseling tussen lidstaten moet zo min mogelijk hinder ondervinden van barrières. Dit zou volgens de Commissie de werkgelegenheid en het concurrentievermogen van de totale Europese interne markt positief beïnvloeden.

Douane

In 1994 heeft de Europese Unie alle douanewetgeving i samengebracht in één wetboek, dat voor de gehele Unie geldt. Hiermee bepaalt de Unie de belastingtarieven die buitenlandse bedrijven moeten betalen op de import van producten. Verder bepaalt de Europese Unie de landbouwheffingen op producten uit derde landen en de producentenbijdragen voor bepaalde landbouwproducten.

Afschaffing bankgeheim

De EU-ministers van Financiën i hebben afgesproken dat EU-landen zich vanaf 1 januari 2011 niet langer op het bankgeheim mogen beroepen wanneer de belastingdienst van een andere lidstaat om informatie vraagt. Het bankgeheim belemmert vaak het opsporen van belastingontduiking via buitenlandse rekeningen. Daarnaast is sinds 2017 het bankgeheim voor buitenlanders in de EU officieel afgeschaft. Hierdoor houdt de EU zich aan de wereldwijde standaard voor de automatische en grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over inkomsten, opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO i).

Eerlijke belastingheffing

De Commissie wil dat grote bedrijven eerlijk belast worden. De Commissie richtte zich met een 'digitaks' (2018) vooral op de techreuzen. Volgens dat plan moeten bedrijven winstbelasting betalen in de lidstaten waar de gebruikers zijn. Volgens de oude vestigingsregel hoeft dit enkel aan de lidstaat waar zij gevestigd zijn. De vestigingsregel is volgens de Commissie achterhaald door het wereldwijde bereik van het internet. De onderhandelingen van dit voorstel zijn echter tot stilstand gekomen.

Met een voorstel voor een minimum tarief van 15 procent voor de vennootschapsbelasting voor de hele EU (2021) - afgeleid van het initiatief om dat wereldwijd op dat niveau vast te stellen - richtte de EU haar pijlen vooral op het tegengaan van belastingontwijking. In december 2022 hebben de lidstaten een unaniem akkoord bereikt voor een minimumbelastingniveau van 15 procent voor de grootste bedrijven.

Subcommissie belastingfraude

Sinds september 2020 heeft het Parlement de permanente Subcommissie belastingvraagstukken (FISC) i. FISC is opgericht om de ECON-commissie inzake belastingen bij te staan en houdt zich bezig met de strijd tegen belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking, evenals financiële transparantie op het gebied van belastingheffing.

2.

Wie doet wat

Bij besluitvorming op dit terrein spelen de Europese Commissie i, de Raad i, het Europees Parlement i en het Economisch en Sociaal Comité i een rol.

 

Europees orgaan

Verantwoordelijke

Europese Commissie

Eurocommissaris voor Economie i

Parlementaire Commissie EP

parlementaire commissie Economische en Monetaire Zaken i

Parlementaire Subcommissie EP

parlementaire Subcommissie belastingvraagstukken i

Nederlands lid Commissie EP

Lid/leden


Plaatsvervanger(s)

Raad van de Europese Unie

Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin)

Nederlandse afvaardiging Raad van de Europese Unie

Sigrid Kaag i (D66), minister van Financiën

Marnix van Rij i (CDA), Aukje de Vries i (VVD), staatssecretaris van Financiën

De Commissie wordt bijgestaan door het Europees Begrotingscomité. Het Comité bestaat uit vijf leden, waarvan één voorzitter en wordt ondersteund door een secretariaat. Het Comité was een aanbeveling van het vijf presidenten rapport i uit 2015.

Invloed nationale parlementen

Het Nederlandse parlement heeft ook een rol in de totstandkoming van Europees beleid. Dat kan formeel op twee manieren. Ten eerste controleert de Staten-Generaal de minister of staatssecretaris die naar de Raad van de Europese Unie gaat om over het onderwerp te praten. Daarnaast kunnen nationale parlementen van de lidstaten binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden i, vanuit het zogenoemde subsidiariteitsbeginsel i.

Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:

 

Nederlands orgaan

Verantwoordelijke

Tweede Kamer

Vaste commissie voor Financiën (Fin.) - Tweede Kamer i

Eerste Kamer

Eerste Kamercommissie voor Financiën (Fin.) i

Betrokken bij wetgeving en uitvoering

 

Betrokken instantie EU

Verantwoordelijke

Directoraat-Generaal

DG Belastingen en douane-unie i

3.

Juridisch kader

Het fiscaal beleid vindt haar basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) i:

  • verboden: derde deel VwEU titel VII hoofdstuk 2 art. 110 i, 111 i
  • wetgeving: derde deel VwEU titel VII hoofdstuk 2 art. 113 i
  • tijdelijke maatregelen: derde deel VwEU titel VII hoofdstuk 2 art. 112 i

4.

Meer informatie

Europese Unie

Algemeen overzicht EU

Factsheets Europees Parlement

Wetgevingsoverzicht