Beleid uitbreiding Europese Unie - Hoofdinhoud
Sinds de oprichting van de Europese Unie i zijn geleidelijk aan steeds meer landen tot de Unie toegetreden. Het beleid voor uitbreiding bepaalt aan welke criteria landen moeten voldoen om toe te treden. Inmiddels telt de EU 27 lidstaten i.
Wanneer een land wil toetreden, kan het bij de Raad i een verzoek indienen. Het Europees Parlement i moet instemmen met het openen van de onderhandelingen en de Europese Commissie i wordt geraadpleegd. Vervolgens moeten alle lidstaten van de EU instemmen om het proces van toetreding te starten.
Landen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om lid te worden van de Unie: de Kopenhagen-criteria i. Een toekomstig lid moet bijvoorbeeld een democratische regering hebben, waar goed wordt omgegaan met mensenrechten. Ook moeten minderheden worden beschermd en moet de economie goed functioneren. Tot slot moeten nieuwe lidstaten de Europese regels overnemen. De landen die lid willen worden van de EU worden onderverdeeld in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten i.
Inhoudsopgave
In 1993 zijn de Criteria van Kopenhagen i vastgesteld: voorwaarden waaraan landen moeten voldoen om lid van de Europese Unie te kunnen worden.
Toetredende landen
Sinds de oprichting is de Europese Unie stap voor stap verder uitgebreid en mogelijk treden in de toekomst meer Europese landen toe. Hieronder een overzicht van het verloop:
Overzicht Nieuwe Verdragen en toetreding lidstaten
jaar |
nieuwe verdragen |
nieuwe deelnemers |
aantal landen |
---|---|---|---|
1951 |
Start met: Belgiė i, Duitsland i, Frankrijk i, Italiė i, Luxemburg i, Nederland i |
6 |
|
1958 |
|
|
|
1973 |
|
9 |
|
1981 |
|
10 |
|
1986 |
12 |
||
1992 |
Europese Unie (Verdrag van Maastricht i) |
|
|
1995 |
|
15 |
|
2000 |
|
|
|
2004 |
ontwerp Europese Grondwet |
Estland i, Letland i, Litouwen i, Polen i, Tsjechiė i, Slowakije i, Hongarije i, Sloveniė i, Cyprus i, Malta i |
25 |
2007 |
|
27 |
|
2009 |
|
|
|
2013 |
|
28* |
-
*Na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU i, op 31 januari 2020, heeft de EU nog 27 lidstaten.
Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie i, de Raad i, het Europees Parlement i en de afzonderlijke lidstaten van de Europese Unie i een rol. De besluitvorming verloopt volgens de instemmingsprocedure i.
Een land vraagt het lidmaatschap aan bij de Raad. Als er onderhandelingen over toetreding komen, worden deze gevoerd door de Commissie. De voorwaarden waaraan een kandidaat-lidstaat moet voldoen worden vastgelegd in een akkoord tussen de EU en de kandidaat-lidstaat. De Europese Raad heeft een aantal criteria voor toetreding i vastgesteld waar een kandidaat-lidstaat in elk geval aan moet voldoen.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Europese Commissie |
|
Parlementaire commissie Europees Parlement |
|
Nederlands lid commissie Europees Parlement |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Raad van de Europese Unie |
|
Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers |
Wopke Hoekstra i (CDA), minister van Buitenlandse Zaken |
Invloed nationale parlementen
Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
|
Eerste Kamer |
Omdat bij toetreding van een nieuwe lidstaat de verdragen moeten worden aangepast, moet elke lidstaat afzonderlijk de toetreding goedkeuren. Elke lidstaat volgt hierin de eigen gangbare procedure. In Nederland beslist het parlement.
Betrokken bij uitvoering
Betrokken instantie EU/internationaal |
Verantwoordelijke |
---|---|
Directoraat-Generaal |
Uitbreiding van de Europese Unie vindt haar basis in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) i:
-
-beleid uitbreiding: VEU titel VIII artikel 49 i
Factsheet Europees Parlement
Wetgevingsoverzicht
Betrokken instanties