Preambule

ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN, DE PRESIDENT VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DENEMARKEN, DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ESTLAND, DE PRESIDENT VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK, ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN SPANJE, DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK, DE PRESIDENT VAN IERLAND, DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK CYPRUS, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK LETLAND, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK LITOUWEN, ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG, HET PARLEMENT VAN DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE PRESIDENT VAN MALTA, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN, DE FEDERALE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK POLEN, DE PRESIDENT VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SLOVENIE, DE PRESIDENT VAN DE SLOWAAKSE REPUBLIEK, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK FINLAND, DE REGERING VAN HET KONINKRIJK ZWEDEN, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND,

Geïnspireerd door de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa, waaruit de universele waarden van de onschendbare en onvervreemdbare rechten van de menselijke persoon, democratie, gelijkheid, vrijheid en rechtsstatelijkheid zijn ontstaan,

In de overtuiging dat Europa, na bittere ervaringen herenigd, op de ingeslagen weg van beschaving, vooruitgang en welvaart wil voortgaan, voor het goed van al zijn bewoners, ook van de meest kwetsbaren en de meest behoeftigen; dat Europa een werelddeel wil blijven dat openstaat voor cultuur, kennis en maatschappelijke vooruitgang; en dat Europa het democratische en transparante karakter van zijn openbare leven wil verdiepen en zich wil beijveren voor vrede, rechtvaardigheid en solidariteit in de wereld,

In het vertrouwen dat de volkeren van Europa, trots blijvend op hun identiteit en hun nationale geschiedenis, vastbesloten zijn hun oude tegenstellingen te overwinnen, en, steeds hechter verenigd, vorm te geven aan hun gemeenschappelijke lotsbestemming,

Er vast van overtuigd dat Europa, verenigd in zijn verscheidenheid, hun de beste kansen biedt om, onder eerbiediging van eenieders rechten en in het besef van de verantwoordelijkheden jegens de toekomstige generaties en de aarde, voort te gaan met de grootse onderneming die van Europa bij uitstek een ruimte maakt waar mensen gestalte kunnen geven aan hun aspiraties,

Vastbesloten voort te bouwen op de verworvenheden van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en het Verdrag betreffende de Europese Unie, en daarbij de continuïteit van het Gemeenschapsacquis te verzekeren,

Erkentelijk jegens de leden van de Europese Conventie i, omdat zij namens de burgers en de staten van Europa deze ontwerp-Grondwet hebben opgesteld,

Hebben als hun gevolmachtigden aangewezen:

(lijst . . .)

die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, als volgt zijn overeengekomen:

 

Overwegingen van het Italiaanse voorzitterschap (december 2003)

De vraag of het wenselijk is in de preambule de christelijke grondslagen van Europa te noemen, is tijdens het in Napels gehouden ministeriële conclaaf uitvoerig besproken. Sommige delegaties hebben op het belang van het noemen van de christelijke waarden in de preambule gewezen, terwijl volgens de overige delegaties de door de Conventie voorgestelde tekst op evenwichtige wijze tegemoet komt aan de verschillende wensen die op dit punt bestaan. Laatstgenoemde delegaties stellen daarom voor, de desbetreffende tekst onveranderd te laten.

Overwegingen van het Ierse voorzitterschap (juni 2004)

Wat de preambule betreft, merkt het voorzitterschap op dat ondanks krachtige steun van verscheidene delegaties voor de opname van een specifieke verwijzing naar het christelijk of joods-christelijk erfgoed van Europa, zich hierover geen consensus aftekent. Het heeft echter een beperkt aantal redactionele wijzigingen in de tekst voorgesteld, waarvan gehoopt wordt dat de ministers hiermee kunnen instemmen [tijdens de IGC-Raad van 14 juni 2004].

Toelichting PDC

Het Ierse voorzitterschap heeft in juni 2004 de volgende delen geschrapt:

  • de aanhef, waarin Thucidides met de volgende spreuk werd geciteerd:

    "Onze constitutie ... wordt democratisch genoemd, omdat de macht niet in handen is van een minderheid, maar van de grootst mogelijke meerderheid. Thucydides II, 37"

  • de eerste alinea, waarin veel delegaties een verwijzing naar de Joods-Christelijke waarden van de Europese Unie hadden gewenst:

    "In het besef dat Europa als werelddeel een bakermat van de beschaving is; dat zijn inwoners, die zich sinds het begin der tijden hier golfsgewijs gevestigd hebben, geleidelijk de waarden hebben ontwikkeld die ten grondslag liggen aan het humanisme: gelijkheid, vrijheid en eerbied voor de rede,"