Antiterrorismebeleid EU - Hoofdinhoud
Sinds de aanslagen van 11 september 2001 in New York staat terrorismebestrijding hoog op de Europese agenda. In de decennia die volgden is ook Europa meermaals getroffen door terroristische aanslagen. Deze aanslagen hebben het EU i-beleid mede gestuwd. Ook voor andere grote samenwerkingsverbanden in en buiten Europa (Raad van Europa i, OVSE i en NAVO i) is terrorismebestrijding een prioriteit.
De EU-strategie voor terrorismebestrijding heeft als doel het gezamenlijk bestrijden van terrorisme en het bieden van de best mogelijke bescherming aan haar burgers. De strategie heeft vier onderdelen: het voorkomen van terrorisme door radicalisering tegen te gaan, het beschermen van burgers, het vervolgen van verdachten en het voorbereid zijn op aanslagen en de gevolgen ervan.
In december 2020 publiceerde de Europese Commissie een nieuwe terrorismebestrijdingsagenda, gebaseerd op de bovenstaande vier doelstellingen van de Europese samenwerking op het gebied van antiterrorisme. Deze strategie is grotendeels een voortzetting van de Europese inzet, uitgebreid met bevoegdheden op het gebied van cybersecurity. Digitaal terrorisme vormt een steeds grotere bedreiging. Zo kreeg Europol een sterker mandaat om cyberterrorisme tegen te gaan en illegale geldstromen aan te pakken.
Inhoudsopgave
Coördinator terrorismebestrijding
Na de aanslagen aan het begin van de eeuw besloten EU-leiders in 2004 tot het aanstellen van een EU-coördinator voor terrorismebestrijding i om namens de Europese Raad het beleid te coördineren. Het is zijn taak om de communicatie tussen EU-lidstaten op het gebied van antiterrorismebeleid te stroomlijnen en ervoor te zorgen dat de gezamenlijke EU-strategie tegen terrorisme wordt uitgevoerd. De functie valt onder de verantwoordelijkheid van de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid i.
Registratie
Na opnieuw meerdere aanslagen in Europa in 2015 en 2016 werden in 2017 nieuwe maatregelen genomen door de EU. Daartoe behoorden onder andere het intensiever uitwisselen van informatie over Syriëgangers, het afsluiten van geldstromen naar terroristen en systematische controles op registratie in databanken bij het betreden van de Schengenzone i.
Controle op wapenbezit
In 2017 nam de Raad een richtlijn aan om de controle op de aankoop en het bezit van wapens aan te scherpen. Hiermee werden de mazen in de wet gedicht die terroristen gebruikten om omgebouwde wapens in te zetten.
Tegengaan van radicalisering
In november 2020, na de terreuraanslagen in Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk, werden de gezamenlijke inspanningen tegen terrorisme verder opgevoerd. Met name de bestrijding van radicalisering werd een prioriteit. Zo nam de Raad in 2021 een verordening aan om de verspreiding van terroristische online-inhoud aan te pakken.
Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie i, de Raad i en het Europees Parlement i een rol. De Europese Commissie formuleert wetsvoorstellen op EU-beleidsterreinen. Terrorismebestrijding kan onderdeel zijn van het buitenlands beleid i, het defensiebeleid i en/of het criminaliteitsbeleid i van de Europese Unie. De besluitvormingsprocedures verschillen per beleidsterrein.
Verschillende instellingen en organen hebben een rol in het antiterrorismebeleid. Onder andere FRONTEX i, Europol i en het Permanent Comité voor operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid. De EU-coördinator voor terrorismebestrijding coördineert namens de Europese Raad i het beleid om binnen de EU terrorisme te bestrijden. Verder valt antiterrorismebeleid onder de portefeuille van de Eurocommissaris voor Binnenlandse Zaken i.
Voor maatregelen over de financiële aspecten van terrorisme (zoals bevriezing van tegoeden), en het vaststellen van minimumvoorschriften over strafbare feiten en sancties geldt de gewone wetgevingsprocedure i. Het bepalen van minimumnormen voor de strafmaat op dit beleidsterrein is onderdeel van de samenwerking op het gebied van de rechtspraak i. Voor de meeste besluitvorming op dat terrein geldt ook de gewone besluitvormingsprocedure.
Europees orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Parlementaire commissie Burgerlijke vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken i (LIBE) |
|
Nederlands lid Europees Parlement |
Lid/leden Plaatsvervanger(s) |
Nederlandse afvaardiging Raad van Ministers |
Dilan Yesilgöz-Zegerius i (VVD), Minister van Justitie en Veiligheid Hanke Bruins Slot i (CDA), Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Invloed nationale parlementen
Nationale parlementen van de lidstaten kunnen binnen acht weken nadat de Europese Commissie een voorstel heeft bekendgemaakt, laten weten dat de Europese Unie zich niet met het onderwerp zou moeten bezighouden i.
Vanuit het Nederlandse parlement zijn bij dit beleidsterrein betrokken:
Nederlands orgaan |
Verantwoordelijke |
---|---|
Tweede Kamer |
|
Eerste Kamer |
Eerste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) i |
Betrokken bij uitvoering
Betrokken instantie EU/internationaal |
Verantwoordelijke |
---|---|
Directoraat-Generaal |
Directoraat-generaal Migratie en Binnenlandse Zaken (DG HOME) i |
Agentschap |
|
Agentschap |
Terrorismebestrijding vindt haar basis in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) i als onderdeel van justitiële samenwerking. Terrorisme is daar gedefinieerd als een vorm van georganiseerde misdaad.
-
-Terrorismebestrijding als element van het buitenlands beleid: VEU titel V (artikelen 21 t/m 46, met name art 43)
-
-Financiële maatregelen: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 1 art. 75 i
-
-Strafrecht: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 4 art. 83 i
-
-Europol: derde deel VwEU titel V hoofdstuk 5 art. 88 i
-
-Solidariteit bij aanslagen: vijfde deel VwEU titel VII (art. 222)
Europese Unie
Algemeen overzicht EU
Factsheet Europees Parlement
Wetgevingsoverzicht
Statistieken Eurostat