Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)

Met dank overgenomen van Europa Nu.

Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is een Europees verdrag waarin de mensen- en burgerrechten van alle inwoners van de aangesloten landen zijn vastgelegd. Dit verdrag is op 4 november 1950 te Rome tot stand gekomen, in navolging van de in 1948 opgestelde Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

1.

Werking verdrag

Alle lidstaten van de Raad van Europa i hebben het verdrag ondertekend. Het EVRM is dus geen verdrag van de Europese Unie i. Het gegeven dat alle EU-lidstaten i wel zijn aangesloten bij het verdrag heeft te maken met het feit dat deze landen alle lid zijn van beide organisaties: zowel de EU als de Raad van Europa.

Het EVRM biedt burgers van de aangesloten landen de mogelijkheid om de eerbiediging, of gebrek daaraan, van hun rechten en fundamentele vrijheden te laten toetsen door een rechterlijke macht. Hiertoe kunnen zij een procedure aanspannen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens i (EHRM) in Straatsburg. Dit hof moet niet worden verward met het Europees Hof van Justitie i in Luxemburg.

Voordat burgers zich tot het hof mogen richten moeten alle mogelijkheden bij de nationale rechtbanken zijn benut. Burgers kunnen namelijk in eigen land al beroep doen op het EVRM aangezien de nationale rechtbanken zich hier ook aan dienen te houden. De nationale rechter moet het beroep op het EVRM dus accepteren. In de praktijk komt het daarom niet vaak voor dat een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt aangespannen.

2.

Toetreding van EU als geheel

In 2010 zijn onderhandelingen begonnen over de toetreding tot het verdrag van de EU als geheel. Daarvoor was dit niet gebeurd vanwege juridische obstakels in het EG-Verdrag i. Toch werd in het Verdrag van Amsterdam i bij de EU-lidstaten aangedrongen op naleving van de door het EVRM gewaarborgde rechten en vrijheden. Het Verdrag van Lissabon i maakte een toetreding van de EU als geheel wel mogelijk. Na toetreding zal de EU in het systeem voor bescherming van mensenrechten een zelfde positie innemen als haar lidstaten i. Dat houdt onder andere in dat er namens de EU een rechter zal worden aangesteld bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Na drie jaar onderhandelen is in april 2013 een ontwerp voor het toetredingsverdrag van de EU tot het EVRM gepresenteerd. In december 2014 wees het Europees Hof van Justitie het ontwerpverdrag af omdat het op een aantal punten onverenigbaar is met het recht van de EU. Het toetredingsproces liep hierdoor aanzienlijke vertraging op. De EU en de Raad van Europa hervatten de onderhandelingen in 2019. Uiteindelijk zullen alle EU-lidstaten en de Raad van Europa het verdrag moeten ratificeren.

3.

Meer informatie