Genetisch gemodificeerde organismen (GGO's)

Met dank overgenomen van Europa Nu.
Maïskolven

Dit zijn organismen die zijn veranderd door een stukje erfelijk materiaal toe te voegen. Op die manier kunnen planten of dieren bijvoorbeeld immuun worden voor een bepaalde ziekte. Ook de voortplanting is op deze wijze te beïnvloeden. Via ingewikkelde laboratoriumtechnieken worden hierbij stukjes erfelijk materiaal (dna) van één organisme gebruikt, om eigenschappen van een ander organisme te veranderen.

Omdat het gebruik van GGO's risico's met zich meebrengt, bestaat er op Europees niveau al sinds 1998 regelgeving op dit gebied. Aanvankelijk was het gebruik van GGO's verboden, maar sinds 2004 is het gebruik ervan onder strikte voorwaarden toegestaan. Zo moet er voldaan zijn aan een strenge evaluatie en moeten de producten van een duidelijk etiket zijn voorzien. Daarop moet te lezen zijn waar het product vandaan komt, zodat de consument een bewuste afweging kan maken in het al of niet gebruiken van een GGO.

De eerste GGO-producten die in 2004 in de handel kwamen waren allerlei maïs-varianten. Ook wordt sinds 2004 het gebruik van genetisch gemodificeerd zaaigoed toegestaan. Een netwerk van Europese referentielaboratoria voor GGO's staat het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) i van de Europese Commissie i bij in het onderzoek naar in voedingsmiddelen verwerkte GGO's.

In januari 2015 is besloten dat lidstaten ieder voor zich genetisch gemodificeerde gewassen mogen verbieden, zelfs al voldoen ze aan de Europese regels. Bedrijven moeten ook toestemming vragen aan de nationale overheden vóór ze GGO's verkopen in dat land, ook al zijn ze goedgekeurd op Europees niveau. Lidstaten mogen geen algemeen verbod op GGO's instellen.

Meer informatie