Tweede Kamerverkiezingen 1922 - Hoofdinhoud
De Tweede Kamerverkiezingen van 1922 waren op 5 juli. Ze waren nodig vanwege aanneming van voorstellen tot grondwetsherziening in eerste lezing. De confessionele partijen profiteerden van de invoering van het vrouwenkiesrecht en vergrootten hun meerderheid. De SGP kwam voor het eerst in de Kamer. Na deze verkiezingen werd het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck II i gevormd.
Het waren de eerste verkiezingen met algemeen kiesrecht i, want door de aanvaarding van het initiatiefvoorstel-Marchant mochten voortaan ook vrouwen meestemmen. Een wijziging van de Kieswet zorgde ervoor dat kleine partijen minder kans maakten dan in 1918. Er gold in het vervolg bij de verdeling van restzetels i een drempel. Alleen partijen die 75% van de kiesdeler hebben gehaald, krijgen een zetel. De meeste eenmansfracties verdwenen uit de Tweede Kamer.
Inhoudsopgave
In onderstaande tabel is de verkiezingsuitslag in aantal zetels opgenomen. Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van het aantal stemmen (ook in %) per partij.
Partij |
Zetels1922 |
Zetels 1918 |
winst/verlies |
---|---|---|---|
RK |
32 |
30 |
+2 |
SDAP |
20 |
22 |
-2 |
ARP |
16 |
13 |
+3 |
CHU |
11 |
7 |
+4 |
Vrijheidsbond |
10 |
15 |
-5 |
VDB |
5 |
5 |
- |
CPH |
2 |
3 |
-1 |
Plattelandersbond |
2 |
1 |
+1 |
SGP |
1 |
0 |
+1 |
Lib. Partij |
1 |
0 |
+1 |
Overige |
0 |
4 |
-4 |
In onderstaande tabel zijn de kerngegevens van de verkiezingen in 1922 opgenomen.
Tweede Kamerverkiezingen 1922 |
|
---|---|
verkiezingsdatum |
5 juli 1922 |
aantal uitgebrachte stemmen |
2.929.569 |
aantal deelnemende partijen |
48 |
aantal partijen dat zetel behaalde |
12 (waarvan 2 gecombineerde) |
Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van de gekozenen.
Kabinet-Ruijs de Beerenbrouck II (1922-1925)
Dit kabinet was een voortzetting van het eerste kabinet-Ruijs de Beerenbrouck i en had grotendeels dezelfde samenstelling. Het kabinet kreeg vanaf 1923 te maken met een economische recessie, die bezuinigingen en belastingverhoging noodzakelijk maakten. De minister van Financiën, Colijn i, die in 1923 De Geer i opvolgde, voerde die bezuinigingen met kracht door.
Op 10 juli 1919 nam de Eerste Kamer i het initiatiefwetsvoorstel-Marchant over het vrouwenkiesrecht aan. Daardoor kregen vrouwen het recht om te stemmen voor Tweede Kamer i, Provinciale Staten i en gemeenteraden.
Meer over