Toetreding Servië tot de Europese Unie - Hoofdinhoud
Sinds 21 januari 2014 met de EU over toetreding tot de Europese Unie. Deze toetredingsonderhandelingen gaan niet zonder slag of stoot, omdat de geschiedenis van het land een zware stempel op de huidige politiek drukt. Desalniettemin heeft het land al enkele belangrijke stappen gezet en zijn de onderhandelingen nog steeds open.
Een sleutelmoment in de onderhandelingen was de inzet van Servië om oorlogsmisdadigers voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag te krijgen. Dit was in de ogen van de EU een zeer positieve stap. Een groot struikelblok blijft echter de normalisatie van de relatie met Kosovo. De twee buurlanden staan op gespannen voet met elkaar, maar willen allebei toetreden tot de EU. De landen zullen tot een duurzame oplossing moeten komen voor het conflict voordat ze kunnen toetreden.
Uit het voortgangsrapport van de Europese Commissie van 2022 bleek dat er nog enkele struikelblokken zijn. Volgens de Commissie heeft Servië geen vooruitgang geboekt op het gebied van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Ook zijn er verbeteringen nodig binnen het openbaar bestuur. Dankzij hervormingen in 2020 is Servië goed op weg met de onafhankelijkheid en aansprakelijkheid van de rechtstaat. Er zullen desondanks nog grote stappen moeten worden gezet op dit terrein, hetzelfde geldt voor de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad.
Inhoudsopgave
Joegoslavië
Om internationaal sterker te staan, vormden Kroatië, Servië en Slovenië na de Eerste Wereldoorlog het koninkrijk Joegoslavië. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de communisten aan de macht en werd Josip Tito leider. Deze richtte het zogenaamde tweede Joegoslavië op: een mengelmoes van meerdere nationaliteiten.
Na de dood van Tito stak het nationalisme weer de kop op in de verschillende naties die samen Joegoslavië vormden. De naties binnen Joegoslavië, waaronder Servië, raakten in oorlog met elkaar. Milosevic werd president van Servië. Hij zette aan tot haat tegenover andere bevolkingsgroepen en isoleerde Servië. Onder zijn leiderschap was een Servisch EU-lidmaatschap ondenkbaar. In een reeks akkoorden en verdragen werd tussen Servië en andere Balkanstaten vrede gesloten. Een belangrijke stap was de vrede in Albanië in 2001 bij het Akkoord van Ohrid.
Nadat in 2000 verkiezingen hadden plaatsgevonden in Servië, trad Milosevic in oktober dat jaar af. Een maand later werd al een handelsverdrag tussen Servië en de EU gesloten. In 2001 begon de EU politieke en economische gesprekken met Servië en in 2003 werd het land erkend als potentiële kandidaat-lidstaat.
In 2005 begon de EU met onderhandelingen over een Stabilisatie- en Associatieovereenkomst, maar deze werden in 2006 weer afgeblazen omdat Servië weigerde mee te werken aan de vervolging van oorlogsmisdadigers door het Joegoslavië-Tribunaal. In 2008 werd wel een associatieovereenkomst gesloten, en deze trad in 2013 in werking.
Uitleveren oorlogsmisdadigers
In zijn toetredingsproces heeft Servië al vele mijlpalen weten te bereiken. Een belangrijke stap werd gezet in 2010, toen het Servische Parlement de massamoord erkende die in 1995 in Srebrenica plaatsvond. In 2011 leverde het land de militair Goran Hadzic uit aan het Joegoslavië-Tribunaal, wat een volgende mijlpaal was. Hiermee liet Servië volgens politici namelijk zien dat het Tribunaal serieus genomen werd. Tot dan toe had Servië, ondanks de uitlevering van Milosevic in 2001, maar weinig meegewerkt aan dit strafhof.
Kosovo
In de relatie met Kosovo heeft Servië vooruitgang geboekt. De EU heeft meerdere keren aangegeven dat zowel Kosovo als Servië uitzicht hebben op lidmaatschap en faciliteert daarom onderhandelingsgesprekken tussen beide landen. Nadat de toenmalige Servische president Nikolic zich in 2012 fel tegen erkenning van Kosovo keerde, wees toenmalig voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy i Servië er nogmaals op dat erkenning van Kosovo nodig is om lid te kunnen worden.
Onder leiding van Catherine Ashton i, de toenmalige EU-buitenlandvertegenwoordiger, werd in 2013 een akkoord tussen Servië en Kosovo gesloten. Dit is voor Servië een stap op de weg naar Europees lidmaatschap en was voor de Kosovaarse premier Thaçi een teken van Servische erkenning.
In 2015 bereikten Servië en Kosovo opnieuw een akkoord, waarin vooral de rechten van de Servische gemeenschap in Kosovo werden vastgelegd. De Servische premier Vucic sprak van een doorbraak die het pad naar de Europese Unie definitief opende en ook de Hoge Vertegenwoordiger van de EU Mogherini i noemde het akkoord een mijlpaal.
In 2020 werd een akkoord gesloten over het aanhalen van economische banden met Kosovo. Na bemiddeling van onder anderen EU-buitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell i werd in augustus 2022 een akkoord bereikt over vrijer grensverkeer tussen beide landen.
Voortgangsrapporten
Jaarlijks brengt de EU een voortgangsrapport uit over de toetredingsonderhandelingen met kandidaat-lidstaten. Het voortgangsrapport van de Europese Commissie voor Servië was in 2022 gematigd positief. De Commissie was redelijk tevreden met de stappen die Servië heeft gezet en drong aan op het doorzetten van de hervormingen. Zo wordt met enige waardering gesproken over de regeringshervormingen, verbetering van het juridisch systeem en het gevecht tegen corruptie en georganiseerde misdaad. Ook qua economie heeft Servië goede stappen gezet. De financiële sector is steeds stabieler en de loon/prijsverhouding lijkt stabiel. Toch zijn er ook enkele problemen die te weinig aandacht krijgen op dit moment van de Servische regering. De Commissie heeft in het rapport van 2021 bijvoorbeeld uitgesproken dat het ambtelijke apparaat van Servië nog niet goed genoeg functioneert.
De grootste struikelblokken voor een Europees lidmaatschap zijn de erfenissen van de oorlogen die Servië voerde na het uiteenvallen van Joegoslavië. Een strenge eis van de EU was dat Servië zich zou inzetten om oorlogsmisdadigers door het Joegoslavië-tribunaal te laten berechten. Dit tribunaal werd in 1993 opgericht om de verantwoordelijken van de oorlogsmisdaden in voormalig Joegoslavië te straffen. Lange tijd hield Servië zich hier afzijdig van, maar onder internationale druk is het uiteindelijk toch gaan meewerken aan vervolging.
Daarnaast kent Servië een autonome regio in het noorden, Vojvodina. Het Europees Parlement maakt zich zorgen over de bescherming van de mensenrechten door Servië in deze regio. Minderheden worden gediscrimineerd en de politie treedt hier niet hard genoeg tegen op. De regio staat ook direct in contact met de EU en heeft aangegeven dezelfde doelstellingen te willen halen die staan weergegeven in de 2020-strategie van de Europese Unie, desnoods zonder de hulp van Servië.
Relatie Servië-Kosovo
Het grootste internationale probleem dat Servië heeft, is de relatie met Kosovo. In een wanhopige poging zijn macht te redden besloot Milosevic de regio Kosovo, bestaande uit voornamelijk voor onafhankelijkheid strijdende Albanezen, binnen te vallen. Dit resulteerde volgens de internationale gemeenschap in een etnische zuivering. De Verenigde Naties i grepen in en zetten de UNMIK-missie op. Deze missie maakte Kosovo praktisch onafhankelijk. In 2008 riep Kosovo definitief onafhankelijkheid uit en dit werd erkend door het Internationaal Gerechtshof i. Wil Servië lid worden van de EU, dan zal het tot een duurzame oplossing moeten komen voor het conflict met Kosovo.
Relatie Servië-Rusland
Servië is vanouds een bondgenoot van Rusland en heeft sterke economische en politieke banden met het land. Sinds Rusland Oekraïne binnenviel in februari 2022 ligt de relatie tussen de twee extra gevoelig in de EU. Servië heeft de Russische agressie formeel wel veroordeeld in de VN, maar weigert sancties in te voeren tegen Rusland. In juni 2022 sloot Servië nog een nieuw gasleveringscontract met de Russen en de Servische buitenlandminister werkt nauw samen met zijn Russische evenknie. Een kandidaat-lidstaat wordt geacht zijn buitenlands beleid in lijn te brengen met dat van de EU, en dus ook mee te doen met de westerse sancties tegen Rusland. Verschillende Europarlementariërs riepen al op tot het stopzetten van de toetredingsonderhandelingen met het land. De EU maakte duidelijk dat EU-lidmaatschap enkel kan als de kandidaat-lidstaat het Europees beleid in zijn geheel naleeft.
Nederland stond lange tijd erg kritisch tegenover een Servisch EU-lidmaatschap. Dit kwam vooral doordat dat land niet voldoende meewerkte aan de arrestatie en uitlevering van oorlogsmisdadigers aan het Joegoslavië-Tribunaal. Die zorgen heeft Servië inmiddels weg kunnen nemen. Nadat in 2011 de militair Hadzic was uitgeleverd, vielen de Nederlandse zorgen over weinig meewerking met het Tribunaal weg.
Desondanks blijft Nederland bezorgd om de aanhoudende corruptie en de matige mensenrechtensituatie. De Nederlandse regering erkent de vooruitgang, maar volgt de ontwikkelingen met een kritische blik, zo is de officiële lezing.