Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

31989L0662

Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt

Publicatieblad Nr. L 395 van 30/12/1989 blz. 0013 - 0022

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 31 blz. 0216

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 31 blz. 0216

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt ( 89/662/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),

Overwegende dat de Gemeenschap de maatregelen moet vaststellen die ertoe bestemd zijn de interne markt geleidelijk tot stand te brengen in de loop van een periode die eindigt op 31 december 1992;

Overwegende dat voor een harmonieuze werking van de gemeenschappelijke marktordeningen voor dierlijke produkten en produkten van dierlijke oorsprong, de diergeneeskundige belemmeringen voor de ontwikkeling van het intracommunautaire handelsverkeer in de betrokken produkten moeten verdwijnen; dat het vrije verkeer van landbouwprodukten in dit opzicht een fundamenteel onderdeel is van de gemeenschappelijke marktordeningen en een rationele ontwikkeling van de landbouwproduktie alsmede een optimale aanwending van de produktiefactoren mogelijk moet maken;

Overwegende dat de veterinaire controles ter bescherming van de gezondheid van mens en dier momenteel aan de grenzen worden verricht;

Overwegende dat het de bedoeling is de veterinaire controles uiteindelijk uitsluitend te laten plaatsvinden op de plaats van

verzending; dat daartoe de essentiële eisen op het gebied van de bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid moeten worden geharmoniseerd;

Overwegende dat in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt zolang deze doelstelling niet is verwezenlijkt de nadruk moet worden gelegd op de controles bij verzending en de organisatie van de controles die kunnen worden verricht op de plaats van bestemming; dat bij deze procedure wordt afgezien van de mogelijkheid om aan de binnengrenzen van de Gemeenschap veterinaire controles te verrichten;

Overwegende dat deze aanpak inhoudt dat meer vertrouwen wordt gesteld in de veterinaire controles die in het land van verzending worden verricht; dat het land van verzending erop moet toezien dat de veterinaire controles op adequate wijze worden verricht;

Overwegende dat in het land van bestemming de veterinaire controles op de plaats van bestemming steekproefsgewijs kunnen worden verricht; dat evenwel, wanneer er ernstige vermoedens van onregelmatigheden bestaan, de veterinaire controle mag worden verricht terwijl de goederen nog onderweg zijn;

Overwegende dat het aan de Lid-Staten staat om in een in te dienen plan nader aan te geven op welke wijze zij de controles denken te verrichten en dat deze plannen aan communautaire goedkeuring dienen te worden onderworpen;

Overwegende dat moet worden bepaald welk gevolg moet worden gegeven aan een veterinaire controle waarbij wordt geconstateerd dat de zending niet volgens de voorschriften geschiedt; dat in dit verband drie gevallen zijn te onderscheiden : in het eerste moet worden voorzien in de regularisatie van onjuiste of onvolledige documenten, in het tweede gaat het erom elk risico te voorkomen wanneer een besmettelijke dierziekte, een nieuwe ernstige en besmettelijke ziekte of een

andere aandoening die een gevaar kan opleveren voor de veestapel of de volksgezondheid wordt geconstateerd, en in het derde betreft het goederen, die om andere dan de hierboven genoemde redenen, niet aan de gestelde voorwaarden voldoen;

Overwegende dat moet worden voorzien in een procedure voor de regeling van mogelijke geschillen in verband met zendingen van een inrichting, een produktiecentrum of een onderneming;

Overwegende dat moet worden voorzien in beschermende maatregelen; dat, met name voor de doeltreffendheid, de verantwoordelijkheid ter zake in de eerste plaats moet berusten bij het land van verzending; dat de Commissie snel moet kunnen optreden, waarbij zij zich met name ter plaatse moet kunnen begeven en adequate maatregelen moet kunnen nemen;

Overwegende dat de bepalingen van deze richtlijn slechts doeltreffend kunnen zijn wanneer zij van toepassing zijn op alle goederen waarvoor in het intracommunautaire handelsverkeer veterinaire voorschriften gelden;

Overwegende evenwel dat de Lid-Staten zich, voor wat bepaalde epidemische dierziekten betreft, nog in moeilijke situaties op gezondheidsgebied bevinden en dat in afwachting van een communautaire aanpak van de bestrijding van deze ziekten het punt van de controle van het intracommunautaire handelsverkeer in levende dieren voorlopig terzijde dient te worden gelaten en controle van documenten tijdens het vervoer mogelijk dient te worden gemaakt; dat, bij de huidige stand van zaken op het gebied van de harmonisatie, en in afwachting van communautaire voorschriften voor goederen waarvoor nog geen geharmoniseerde voorschriften gelden, de voorschriften van het land van bestemming van toepassing moeten zijn, voor zover zij met artikel 36 van het Verdrag in overeenstemming zijn;

Overwegende dat de in de bestaande richtlijnen vervatte bepalingen moeten worden aangepast aan die van deze richtlijn;

Overwegende dat deze regels voor 1993 opnieuw dienen te worden bezien;

Overwegende dat de maatregelen ter uitvoering van deze richtlijn dienen te worden vastgesteld door de Commissie; dat daartoe dient te worden voorzien in procedures waarbij in het kader van het Permanent Veterinair Comité een nauwe en doeltreffende samenwerking tussen de Commissie en de Lid-Staten tot stand wordt gebracht,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De Lid-Staten zien erop toe dat de veterinaire controles op produkten van dierlijke oorsprong die vallen onder de in bijlage A vermelde richtlijnen of onder artikel 14 en die zijn bestemd om in de handel te worden gebracht, onverminderd het bepaalde in artikel 6, niet meer aan de grenzen, maar overeenkomstig deze richtlijn worden uitgevoerd .

Artikel 2

In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder :

1 . veterinaire controle : materiële controles en/of administratieve formaliteiten met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde produkten die rechtstreeks of zijdelings strekken tot bescherming van de gezondheid van mens of dier;

2 . handelsverkeer : handelsverkeer tussen Lid-Staten in goederen in de zin van artikel 9, lid 2, van het Verdrag;

3 . inrichting : onderneming waar de in artikel 1 bedoelde produkten worden geproduceerd, opgeslagen of bewerkt;

4 . bevoegde autoriteit : de voor het verrichten van veterinaire controles bevoegde centrale autoriteit van een Lid-Staat of elke autoriteit aan wie zij deze bevoegdheid heeft overgedragen;

5 . officiële dierenarts : de door de bevoegde centrale autoriteit van de Lid-Staat aangewezen dierenarts .

HOOFDSTUK I

Controle bij de oorsprong

Artikel 3

1 . De Lid-Staten zien erop toe dat alleen voor de handel bestemd zijn de in artikel 1 bedoelde produkten die overeenkomstig de communautaire voorschriften voor de desbetreffende bestemming zijn verkregen, gecontroleerd, gemerkt en geëtiketteerd en die tot de erin vermelde eindbestemming vergezeld gaan van het gezondheidscertificaat, het keuringscertificaat of van andere documenten, zoals voorgeschreven bij de communautaire veterinaire regelgeving .

De inrichtingen van oorsprong zien er door middel van voortdurende eigen controle op toe dat deze produkten voldoen aan de eisen van de eerste alinea .

Onverminderd de controlerende taken waarmee de officiële dierenarts door de communautaire voorschriften wordt belast, verricht de bevoegde autoriteit een regelmatige controle van de inrichtingen om zich ervan te vergewissen dat de voor het handelsverkeer bestemde produkten voldoen aan de communautaire eisen of - in de in lid 3 van dit artikel en in artikel 14 bedoelde gevallen - aan de eisen van de Lid-Staat van bestemming .

Wanneer er gegronde verdenking bestaat dat niet aan de voorschriften wordt voldaan, verricht de bevoegde autoriteit de nodige controles en treft, indien de verdenking wordt bevestigd, passende maatregelen, zo nodig schorsing van de erkenning .

2 . In geval van vervoer naar meer dan één bestemming, moeten er van de produkten evenveel partijen worden gemaakt als er bestemmingen zijn . Elke partij moet vergezeld gaan van genoemd certificaat of document .

Wanneer de in artikel 1 bedoelde produkten bestemd zijn om naar een derde land te worden uitgevoerd, blijft het vervoer onder douanetoezicht tot op de plaats waar het grondgebied van de Gemeenschap wordt verlaten .

3 . Wanneer Lid-Staten produkten uit bepaalde derde landen op facultatieve basis invoeren, stellen zij de Commissie en de andere Lid-Staten daarvan in kennis .

Wanneer de produkten op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht door een andere Lid-Staat dan die welke hierboven worden bedoeld, controleert die Lid-Staat de documenten betreffende de oorsprong en de bestemming van die produkten, overeenkomstig artikel 6, lid 1 .

De Lid-Staten van bestemming verbieden dat de betrokken produkten vanaf hun grondgebied opnieuw worden verzonden, behalve naar een andere Lid-Staat die van dezelfde mogelijkheid gebruik maakt .

Artikel 4

1 . De Lid-Staten van verzending treffen de nodige maatregelen opdat de veterinaire voorschriften in alle stadia van produktie, opslag, verhandeling en vervoer van de in artikel 1 bedoelde produkten door de ondernemers worden nageleefd .

Zij zien er in het bijzonder op toe dat :

  • de produkten die overeenkomstig de in bijlage A bedoelde richtlijnen zijn verkregen, vanuit diergeneeskundig oogpunt op dezelfde wijze worden gecontroleerd, ongeacht of zij voor het intracommunautaire verkeer dan wel voor de nationale markt bestemd zijn,
  • de onder bijlage B vallende produkten niet naar het grondgebied van een andere Lid-Staat worden verzonden indien zij om in artikel 36 van het Verdrag aangegeven redenen op hun eigen grondgebied niet in de handel mogen worden gebracht .

2 . De Lid-Staten van verzending treffen passende wettelijke, bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen om aan overtreding van de veterinaire wetgeving door natuurlijke personen of rechtspersonen sancties te verbinden indien blijkt dat de communautaire voorschriften niet in acht zijn genomen, in het bijzonder wanneer wordt geconstateerd dat de opgestelde certificaten of documenten niet overeenstemmen met de feitelijke staat van de produkten of dat het keurmerk is aangebracht op produkten die niet aan die voorschriften voldoen .

HOOFDSTUK II

Controles ter bestemming

Artikel 5

1 . De Lid-Staten van bestemming passen de volgende controlemaatregelen toe :

a ) de bevoegde autoriteit kan op de plaats van bestemming van de goederen via steekproefsgewijze en niet-discriminerende veterinaire controles nagaan of aan artikel 3 is voldaan; zij kan bij die gelegenheid monsters nemen .

Beschikt de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van doorvoer of van de Lid-Staat van bestemming over gegevens die een overtreding doen vermoeden, dan kunnen er bovendien nog controles worden verricht tijdens het vervoer van de goederen op haar grondgebied met inbegrip van de controle van de overeenstemming van de vervoermiddelen;

b ) indien de in artikel 1 bedoelde produkten van oorsprong zijn uit een andere Lid -Staat en bestemd zijn voor

  • een inrichting die onder verantwoordelijkheid staat van een officiële dierenarts, moet deze zich ervan vergewissen dat die produkten alleen in die inrichting worden toegelaten indien ze, voor wat het merken en de begeleidende documenten betreft, voldoen aan de eisen van artikel 3, lid 1, of in het geval van de in bijlage B bedoelde produkten, voorzien zijn van het in het land van bestemming voorgeschreven document,
  • een erkende tussenpersoon die de partijen verdeelt, dan wel een filiaalbedrijf of een inrichting die niet onder permanente controle valt, dienen deze, alvorens de partijen te verdelen of te verhandelen, na te gaan of de merken, het certificaat of de documenten, bedoeld in het eerste streepje, aanwezig zijn en de bevoegde autoriteit in kennis te stellen van nalatigheden of onregelmatigheden,
  • andere afnemers, met name in geval van gedeeltelijke lossing tijdens het vervoer, moet de partij overeenkomstig artikel 3, lid 1, vergezeld gaan van het origineel van het in het eerste streepje bedoelde certificaat .

De door de in het tweede en derde streepje bedoelde afnemers te verstrekken garanties worden vastgesteld in het kader van een overeenkomst die bij de in lid 3 bedoelde voorafgaande registratie met de bevoegde autoriteit moet worden ondertekend . Deze laatste gaat door middel van steekproefsgewijze controles na of deze garanties in acht worden genomen .

2 . Onverminderd artikel 4, kan indien de communautaire normen die bij de communautaire regelgeving zijn voorgeschreven, niet zijn vastgesteld en in het geval bedoeld in artikel 14, de Lid-Staat van bestemming met inachtneming van de algemene bepalingen van het Verdrag verlangen dat de inrichting van oorsprong aan de bij de nationale regelgeving van die Lid-Staat vastgestelde normen voldoet . De Lid-Staat van oorsprong vergewist zich ervan dat de desbetreffende produkten aan deze eisen voldoen .

3 . Ondernemers die zich produkten laten toezenden uit een andere Lid-Staat of een partij van dergelijke produkten volledig verdelen :

a ) zijn op verzoek van de bevoegde autoriteit onderworpen aan voorafgaande registratie;

b ) houden een register bij waarin deze leveringen worden ingeschreven;

c ) dienen op verzoek van de bevoegde autoriteit de aankomst van produkten afkomstig uit een andere Lid-Staat aan te melden, voor zover zulks noodzakelijk is voor het verrichten van de in lid 1 bedoelde controles;

d ) bewaren de gezondheidscertificaten of de documenten bedoeld in artikel 3 gedurende een door de bevoegde autoriteit vast te stellen periode van minimaal zes maanden zodat deze op verzoek aan de bevoegde autoriteit kunnen worden getoond .

4 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 18 .

5 . Aan de hand van een verslag van de Commissie, vergezeld van eventuele wijzigingsvoorstellen, beziet de Raad dit artikel opnieuw binnen een termijn van drie jaar na de tenuitvoerlegging van deze richtlijn .

Artikel 6

1 . De Lid -Staten zien erop toe dat bij de controles op plaatsen waar produkten uit derde landen op het grondgebied van de Gemeenschap kunnen worden binnengebracht, zoals havens, luchthavens en grensovergangen met derde landen, de volgende maatregelen worden getroffen :

a ) controle van de documenten betreffende de oorsprong van de produkten;

b ) produkten die uit derde landen worden ingevoerd, worden onder douanetoezicht naar de inspectieposten gebracht waar de veterinaire controles worden verricht .

De in bijlage A bedoelde produkten kunnen pas worden ingeklaard wanneer bij deze controles is gebleken dat zij in overeenstemming zijn met de communautaire voorschriften .

De in bijlage B bedoelde produkten of de overeenkomstig artikel 3, lid 3, op facultatieve basis ingevoerde produkten die nadat zij in de Gemeenschap zijn binnengebracht, naar het grondgebied van een andere Lid-Staat moeten worden vervoerd, moeten :

b )

  • ofwel aan veterinaire controles worden onderworpen om zich ervan te kunnen vergewissen dat zij in overeenstemming zijn met de voorschriften van de Lid-Staat van bestemming,
  • ofwel na gewone visuele inspectie van de overeenstemming tussen de documenten en de produkten, onder douanetoezicht naar de plaats van bestemming worden gebracht waar de veterinaire controles dienen te worden verricht;

c ) produkten van communautaire oorsprong worden aan de in artikel 5 voorgeschreven controleregels onderworpen .

2 . In afwijking van lid 1 worden evenwel vanaf 1 januari 1993 op alle produkten die rechtstreeks via geregelde lijndiensten tussen twee plaatsen op het geografische grondgebied van de Gemeenschap worden vervoerd, de in artikel 5 bedoelde controlevoorschriften toegepast .

Artikel 7

1 . Indien de bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat bij een controle op de plaats van bestemming of tijdens het vervoer constateren dat :

a ) er verwekkers van in Richtlijn 82/894/EEG ( 4 ), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 89/162/EEG van de Commissie ( 5 ), bedoelde ziekten, zooenoses, ziekten of andere aandoeningen die een ernstig gevaar voor mens of dier kunnen opleveren aanwezig zijn, of dat de produkten afkomstig zijn uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied, gelasten zij dat de partij wordt vernietigd of voor andere, bij de communautaire wetgeving voorgeschreven doeleinden wordt gebruikt, behalve voor wat betreft de veterinairrechtelijke aspecten als het gaat om produkten die onderworpen zijn aan een van de in artikel 4 van Richtlijn 80/215/EEG ( 6 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/660/EEG ( 7 ), bedoelde behandelingen .

De aan de destructie van de partij verbonden kosten komen voor rekening van de verzender of diens gemachtigde .

De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming stellen de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten en de Commissie onmiddellijk per telex in kennis van de geconstateerde feiten, de genomen beslissingen en de redenen daarvoor .

De in artikel 9 bedoelde vrijwaringsmaatregelen kunnen worden toegepast .

Voorts kan de Commissie, op verzoek van een Lid-Staat en volgens de procedure van artikel 17, ten einde het hoofd te bieden aan situaties waarin de communautaire regelgeving niet voorziet, alle maatregelen vaststellen die noodzakelijk zijn om te komen tot een gezamenlijke aanpak van de Lid-Staten;

b ) de goederen niet voldoen aan de voorschriften van de communautaire richtlijnen of, bij ontstentenis van besluiten over de communautaire normen waarin de richtlijnen voorzien, aan de nationale normen, kunnen zij - indien zulks op grond van de hygiënische of veterinairrechtelijke voorschriften mogelijk is - de verzender of diens gemachtigde de keuze laten tussen

  • de destructie van de goederen, of
  • het gebruik van de goederen voor andere doeleinden, met inbegrip van terugzending, met toestemming van de bevoegde autoriteit van de inrichting van oorsprong .

b ) - Indien echter blijkt dat het certificaat of het vervoersdocument gebreken vertoont, kan worden toegestaan dat de verzender deze binnen een bepaalde termijn verhelpt, voordat van laatstgenoemde mogelijkheid gebruik wordt gemaakt .

2 . De Commissie stelt de lijst van de in lid 1 bedoelde ziekteverwekkers of ziekten, alsook de uitvoeringsbepalingen van dit artikel, vast volgens de procedure van artikel 18 .

Artikel 8

1 . In de in artikel 7 bedoelde gevallen treedt de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat van bestemming onverwijld in contact met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van verzending . Deze nemen alle nodige maatregelen en delen aan de bevoegde autoriteit van de eerste Lid-Staat de aard van de verrichte controles, de genomen beslissingen en de redenen daarvan mede .

Indien deze vreest dat die maatregelen ontoereikend zijn, zoekt zij met de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat naar wegen en middelen om de situatie te verhelpen, in voorkomend geval door een bezoek ter plaatse .

Wanneer op grond van de in artikel 7 bedoelde controles een herhaalde nalatigheid wordt geconstateerd, stelt de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van bestemming de Commissie en de veterinaire diensten van de andere Lid-Staten daarvan in kennis .

De Commissie kan op verzoek van de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van bestemming of op eigen initiatief, gezien de aard van de geconstateerde overtreding :

  • een inspectie ter plaatse gelasten,
  • een officiële dierenarts, wiens naam moet voorkomen op een door de Commissie op voorstel van de Lid-Staten op te stellen lijst en die door de betrokken partijen wordt aanvaard, belasten met de controle van de feiten in de betrokken inrichting,
  • de bevoegde autoriteit verzoeken om intensievere monsterneming op de produktie van de betrokken inrichting .

De Commissie deelt de Lid-Staten haar conclusies mede .

Wanneer deze maatregelen worden genomen ingevolge herhaalde nalatigheden van een inrichting, verhaalt de Commissie de uit de toepassing van de streepjes van de vierde alinea voortvloeiende kosten op de betrokken inrichting .

In afwachting van de conclusies van de Commissie moet de Lid-Staat van verzending, op verzoek van de Lid-Staat van bestemming, de controle op de uit de betrokken inrichting afkomstige produkten verscherpen en als het gaat om ernstige redenen uit het oogpunt van de gezondheid van mens en dier, de erkenning schorsen .

De Lid-Staat van bestemming kan zijnerzijds de controle op de uit diezelfde inrichting afkomstige produkten verscherpen .

Op verzoek van één van de twee betrokken Lid-Staten moet de Commissie - indien de nalatigheden in het advies van de deskundige worden bevestigd - volgens de procedure van artikel 17 passende maatregelen treffen waarbij in het uiterste geval de Lid-Staten zelfs kunnen worden gemachtigd om het binnenbrengen op hun grondgebied van de uit deze inrichting afkomstige produkten voorlopig te verbieden . Die maatregelen moeten zo spoedig mogelijk volgens de procedure van artikel 17 worden bevestigd of opnieuw worden bezien .

De algemene uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden volgens de procedure van artikel 18 vastgesteld .

2 . Deze richtlijn laat de beroepsmogelijkheden uit hoofde van de in de Lid-Staten geldende wetgeving tegen de beslissingen van de bevoegde autoriteiten onverlet .

De door de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van bestemmming genomen beslissingen moeten met opgave van redenen aan de verzender of diens gemachtigde alsmede aan de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat van verzending worden meegedeeld .

Deze met redenen omklede beslissingen moeten op verzoek van de verzender of diens gemachtigde schriftelijk aan de betrokkene worden meegedeeld met vermelding van de beroepsmogellijkheden die de in de Lid-Staat van bestemming geldende wetgeving biedt, en van de vorm waarin en de termijn waarbinnen de betreffende procedures moeten worden ingeleid .

Indien zich evenwel een geschil voordoet en - onverminderd deze beroepsmogelijkheden - indien beide betrokken partijen hiermee akkoord gaan, kunnen zij het geschil binnen een termijn van maximaal een maand ter beoordeling voorleggen aan een deskundige die voorkomt op een deskundigenlijst van de Gemeenschap die door de Commissie zal worden opgesteld; de kosten van deze beoordeling komen voor rekening van de Gemeenschap .

De deskundige dient zijn advies binnen een termijn van maximaal 72 uur uit te brengen . De partijen leggen zich bij het advies van de deskundige neer, met inachtneming van de communautaire veterinaire wetgeving .

3 . De kosten voor het terugsturen van de zending, de opslag van de goederen, het gebruik daarvan voor andere doeleinden of de destructie van de goederen komen voor rekening van de afnemer .

HOOFDSTUK III

Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 9

1 . Elke Lid-Staat stelt de andere Lid-Staten en de Commissie onmiddellijk in kennis, behalve van het uitbreken op

zijn grondgebied van de in Richtlijn 82/894/EEG bedoelde ziektes, van het uitbreken van zooenoses, ziektes of andere aandoeningen die voor de veestapel of voor de volksgezondheid een ernstig gevaar kunnen opleveren .

De Lid-Staat van oorsprong legt onmiddellijk de door de communautaire voorschriften voorgeschreven bestrijdings - of preventiemaatregelen ten uitvoer, met name de afbakening van de daarin bedoelde beschermingszones, of stelt elke andere maatregel vast die hij passend acht .

De Lid-Staat van bestemming of van doorvoer die tijdens een controle bedoeld in artikel 5 een van de in de eerste alinea bedoelde ziektes of aandoeningen heeft geconstateerd, kan zo nodig de in de communautaire voorschriften bedoelde preventieve maatregelen nemen .

In afwachting van de overeenkomstig lid 4 te nemen maatregelen, kan de Lid-Staat van bestemming om ernstige redenen uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van mens en dier, conservatoire maatregelen nemen ten aanzien van de betrokken inrichtingen dan wel, in geval van een epidemische dierziekte, ten aanzien van de in de communautaire voorschriften bedoelde beschermingszone .

De door de Lid-Staten genomen maatregelen worden onverwijld aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten meegedeeld .

2 . Eén of meer Commissievertegenwoordigers kunnen zich op verzoek van de in lid 1, eerste alinea, bedoelde Lid-Staat of op initiatief van de Commissie onmiddellijk ter plaatse begeven om, in samenwerking met de bevoegde autoriteiten, de genomen maatregelen te bestuderen . Zij brengen dan een advies over deze maatregelen uit .

3 . Indien de Commissie niet van de genomen maatregelen op de hoogte is gebracht of indien zij de genomen maatregelen ontoereikend acht, kan zij in samenwerking met de betrokken Lid-Staat, in afwachting van de vergadering van het Permanent Veterinair Comité, conservatoire maatregelen nemen ten aanzien van de produkten die uit het door de epidemische dierziekte getroffen gebied of van een bepaalde inrichting afkomstig zijn . Deze maatregelen worden onverwijld aan het Permanent Veterinair Comité voorgelegd om volgens de procedure van artikel 17 te worden bevestigd, gewijzigd of tenietgedaan .

4 . In alle gevallen ziet de Commissie erop toe dat de situatie zo spoedig mogelijk in het Permanent Veterinair Comité wordt besproken . Zij stelt volgens de procedure van artikel 17 de nodige maatregelen vast voor de in artikel 1 bedoelde produkten en, als dat gezien de omstandigheden nodig is, voor de produkten van oorsprong of de daarvan afgeleide produkten . De Commissie volgt het verdere verloop van de situtatie en wijzigt op grond daarvan volgens dezelfde procedure de genomen beslissingen of trekt deze in .

5 . De uitvoeringsbepalingen van dit artikel en met name de lijst van zooenoses of andere aandoeningen die een ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens kunnen opleveren, worden volgens de procedure van artikel 18 vastgesteld .

Artikel 10

Iedere Lid-Staat en de Commissie wijzen de voor de veterinaire controles bevoegde dienst of diensten aan voor de uitvoering van de veterinaire controles en de samenwerking met de controlediensten van de andere Lid-Staten .

Artikel 11

De Lid-Staten dragen er tevens zorg voor dat het personeel van hun veterinaire diensten, in voorkomend geval in samenwerking met het personeel van andere ter zake bevoegde diensten, in staat wordt gesteld om met name :

  • de ruimten, de kantoren, de laboratoria, de installaties, de vervoermiddelen, de uitrusting en het materiaal, de schoonmaakmiddelen en onderhoudsprodukten, de bij produktie en behandeling van de produkten gebruikte procédés, het merken en de etikettering en de aanbiedingsvorm van de produkten te inspecteren;
  • te controleren of het personeel de voorschriften van de in bijlage A genoemde teksten naleeft;
  • monsters te nemen van de produkten die worden gehouden voor opslag of voor verkoop, in de handel worden gebracht of worden vervoerd;
  • de al dan niet computerverwerkte documentatie die nuttig is voor de controles in het kader van de krachtens artikel 3, lid 1, genomen maatregelen, aan een onderzoek te onderwerpen .

De gecontroleerde inrichtingen moeten de voor de uitvoering van hun taak vereiste medewerking verlenen .

Artikel 12

1 . Artikel 8, lid 3, en de artikelen 10 en 11 van Richtlijn 64/433/EEG ( 8 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/657/EEG ( 9 ), worden geschrapt .

2 . Artikel 5, leden 3 en 4, en de artikelen 9, 10 en 11 van Richtlijn 71/118/EEG ( 10 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/657/EEG, worden geschrapt .

3 . In Richtlijn 72/461/EEG ( 11 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/489/EEG ( 12 ),

ii ) worden artikel 5, leden 2, 3, 4 en 5, en de artikelen 6 en 8 geschrapt;

ii ) worden in artikel 8 bis, de verwijzingen naar artikel 8 vervangen door de verwijzing naar artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG .

4 . Artikel 7, lid 3, en de artikelen 12 en 16 van Richtlijn 77/99/EEG ( 13 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/227/EEG ( 14 ), worden geschrapt .

5 . In Richtlijn 80/215/EEG

  • ii) 
    worden artikel 5, leden 2, 3, 4 en 5, en de artikelen 6 en 7 geschrapt;

ii ) worden in artikel 7 bis de verwijzingen naar artikel 7 vervangen door de verwijzing naar artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG .

6 . Artikel 5, leden 3 en 4, en de artikelen 7, 8 en 12 van Richtlijn 85/397/EEG ( 15 ), gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3768/85 ( 16 ), worden geschrapt .

7 . De leden 1 en 3 van artikel 10 van Richtlijn 88/657/EEG worden geschrapt .

8 . De artikelen 8 en 9 van Richtlijn 89/437/EEG ( 17 ) worden geschrapt .

9 . In bijlage B van Richtlijn 72/462/EEG ( 18 ) worden op het certificaat toegevoegd : "Naam en adres van de eerste geadresseerde ".

Artikel 13

1 . Aan de Richtlijnen 64/433/EEG en 71/118/EEG wordt het volgende artikel toegevoegd :

"Artikel 19

De voorschriften van Richtlijn 89/662/EEG (*) inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt zijn met name van toepassing voor wat betreft de controles bij de oorsprong, de organisatie en de follow-up van de door de Lid-Staten van bestemming te verrichten controles en de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsmaatregelen .

(*) PB nr . L 395 van 30 . 12 . 1989, blz . 13 .".

2 . Aan de Richtlijnen 72/461/EEG en 80/215/EEG wordt het volgende artikel toegevoegd :

"Artikel 15

De voorschriften van Richtlijn 89/662/EEG (*) inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt zijn met name van toepassing voor wat betreft de controles bij de oorsprong, de organisatie en

de follow-up van de door de Lid-Staten van bestemming te verrichten controles en de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsmaatregelen .

(*) PB nr . L 395 van 30 . 12 . 1989, blz . 13 .".

3 . Aan Richtlijn 77/99/EEG wordt het volgende artikel toegevoegd :

"Artikel 24

De voorschriften van Richtlijn 89/662/EEG (*) inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt zijn met name van toepassing voor wat betreft de controles bij de oorsprong, de organisatie en de follow-up van de door de Lid-Staten van bestemming te verrichten controles en de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsmaatregelen .

(*) PB nr . L 395 van 30 . 12 . 1989, blz . 13 .".

4 . Aan de Richtlijnen 85/397/EEG en 88/657/EEG wordt het volgende artikel toegevoegd :

"Artikel 18

De voorschriften van Richtlijn 89/662/EEG (*) inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt zijn met name van toepassing voor wat betreft de controles bij de oorsprong, de organisatie en de follow-up van de door de Lid-Staten van bestemming te verrichten controles en de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsmaatregelen .

(*) PB nr . L 395 van 30 . 12 . 1989, blz . 13 .".

5 . Aan Richtlijn 89/437/EEG wordt het volgende artikel toegevoegd:

"Artikel 17

De voorschriften van Richtlijn 89/662/EEG (*) inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt zijn met name van toepassing voor wat betreft de controles bij de oorsprong, de organisatie en de follow-up van de door de Lid-Staten van bestemming te verrichten controles en de tenuitvoerlegging van de vrijwaringsmaatregelen .

(*) PB nr . L 395 van 30 . 12 . 1989, blz . 13 .".

Artikel 14

Tot en met 31 december 1992 valt het handelsverkeer in de in bijlage B bedoelde produkten, in afwachting van een communautaire regelgeving, onder de controleregels van de onderhavige richtlijn, in het bijzonder onder die van artikel 5, lid 2 .

De Lid-Staten delen vóór de in artikel 19 vermelde datum mee welke voorwaarden en voorschriften thans van toepassing zijn op het handelsverkeer in de in de eerste alinea bedoelde produkten .

De Raad stelt op voorstel van de Commissie vóór 31 december 1991 de definitieve regeling vast die geldt voor het handelsverkeer in de in bijlage B bedoelde produkten .

Artikel 15

In artikel 9 van Richtlijn 64/432/EEG ( 19 ) wordt het volgende punt ingevoegd :

"2 bis . Eén of meer Commissievertegenwoordigers kunnen zich - op verzoek van een Lid-Staat of op initiatief van de Commissie - onmiddellijk ter plaatse begeven om, in overleg met de bevoegde autoriteiten, de genomen maatregelen te bestuderen . Zij brengen dan een advies over deze maatregelen uit .".

Artikel 16

1 . De Lid-Staten leggen de Commissie uiterlijk drie maanden vóór de in artikel 19, lid 1, genoemde datum een plan voor met de nationale maatregelen die zij denken te treffen om de doelstellingen van deze richtlijn te verwezenlijken, in het bijzonder de frequentie van de controles .

2 . De Commissie onderzoekt de overeenkomstig lid 1 door de Lid-Staten medegedeelde plannen .

3 . Elk jaar en voor de eerste maal in 1991 richt de Commissie een aanbeveling tot de Lid-Staten inzake een programma voor de controles in het volgende jaar, waarover het Permanent Veterinair Comité van tevoren advies heeft uitgebracht . Deze aanbeveling kan later worden aangepast .

Artikel 17

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter van het bij Besluit 68/361/EEG ( 20 ) ingestelde Permanent Veterinair Comité, hierna het "Comité" genoemd, deze procedure, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een Lid-Staat, onverwijld in bij het Comité .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor . Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter naar gelang van de urgentie van de betrokken aangelegenheid kan vaststellen . Het advies wordt uitgebracht met de meerderheid van stemmen die voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen, in artikel 148, lid 2, van het

Verdrag is voorgeschreven . Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten overeenkomstig genoemd artikel gewogen . De voorzitter neemt niet aan de stemming deel .

3 . De Commissie stelt de voorgenomen maatregelen vast indien deze met het advies van het Comité in overeenstemming zijn .

4 . Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel betreffende de te nemen maatregelen in .

De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Indien na verloop van een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag waarop het voorstel bij de Raad is ingediend, door deze geen besluit is genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, behalve indien de Raad zich met gewone meerderheid tegen deze maatregelen heeft uitgesproken .

Artikel 18

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter van het bij Besluit 68/361/EEG ingestelde Permanent Veterinair Comité, hierna het "Comité" genoemd, deze procedure, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van een Lid-Staat, onverwijld in bij het Comité .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp van de te nemen maatregelen voor . Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter naar gelang van de urgentie van de betrokken aangelegenheid kan vaststellen . Het advies wordt uitgebracht met de meerderheid van stemmen die voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen, in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven . Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten overeenkomstig genoemd artikel gewogen . De voorzitter neemt niet aan de stemming deel .

3 . De Commissie stelt de voorgenomen maatregelen vast indien deze met het advies van het Comité in overeenstemming zijn .

4 . Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of indien geen advies is uitgebracht, dient de Commissie bij de Raad onverwijld een voorstel betreffende de te nemen maatregelen in .

De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Indien na verloop van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop het voorstel bij de Raad is ingediend, door deze geen besluit is genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld en onmiddellijk toegepast, behalve indien de Raad zich met gewone meerderheid tegen deze maatregelen heeft uitgesproken .

HOOFDSTUK IV

Overgangs - en slotbepalingen

Artikel 19

1 . Vóór 31 december 1990 beslist de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen over het voorstel van de Commissie inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in levende dieren .

Vóór de in de eerste alinea genoemde datum neemt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie een besluit over de regels en algemene beginselen voor de controle in derde landen en op de invoer van onder deze richtlijn vallende produkten uit die landen . De controleposten aan de buitengrenzen en de eisen waaraan deze posten moeten voldoen, zullen eveneens vóór die datum worden vastgesteld .

2 . De Raad beziet de bepalingen van deze richtlijn vóór 31 december 1992 opnieuw aan de hand van een verslag van de Commissie over de opgedane ervaringen dat, eventueel, vergezeld gaat van voorstellen waarover hij zich met gekwalificeerde meerderheid van stemmen uitspreekt .

Artikel 20

Tot en met 31 december 1992 en ten einde een geleidelijke invoering van de bij de onderhavige richtlijn ingestelde controleregeling mogelijk te maken, kunnen de Lid-Staten in afwijking van artikel 5, lid 1 :

  • een controle van documenten tijdens het vervoer van vlees en daarvan afgeleide produkten handhaven, ten einde zich te vergewissen van de naleving van de specifieke vereisten waarin de communautaire regelgeving voorziet op het gebied van mond - en klauwzeer en varkenspest,
  • controle van documenten verrichten tijdens het vervoer van uit derde landen ingevoerde produkten die voor hen zijn bestemd .

Artikel 21

De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie vóór 1 oktober 1992 de regeling vast die na het verstrijken van de geldigheidsdatum van de in artikel 20 bedoelde overgangsbepalingen van toepassing is .

Artikel 22

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn te voldoen op een datum die dient te worden vastgesteld bij het besluit dat vóór 31 december 1990 dient te worden genomen overeenkomstig artikel 19, lid 1, tweede alinea, maar uiterlijk op 31 december 1991 .

De Helleense Republiek beschikt evenwel over een extra termijn van een jaar om aan deze richtlijn te voldoen .

Artikel 23

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel, 11 december 1989 .

Voor de Raad

De Voorzitter

H . NALLET

( 1 ) PB nr . C 225 van 31 . 8. 1988, blz . 4 .

( 2 ) PB nr . C 326 van 19 . 12 . 1988, blz . 28 .

(3 ) PB nr . L 56 van 6 . 3 . 1989, blz . 7.(4 ) PB nr . L 378 van 31 . 12 . 1982, blz . 58 .

( 5 ) PB nr . L 61 van 4 . 3 . 1989, blz . 48 .

(6 ) PB nr . L 47 van 21 . 2 . 1980, blz . 4 .

( 7 ) PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 35.(8 ) PB nr . 121 van 29 . 7 . 1964, blz . 2012 /64 .

( 9 ) PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 3 .

( 10 ) PB nr . L 55 van 8 . 3 . 1971, blz . 23 .

( 11 ) PB nr . L 302 van 31 . 12 . 1972, blz . 24 .

( 12 ) PB nr . L 280 van 3 . 10 . 1987, blz . 28.(13 ) PB nr . L 26 van 31 . 1 . 1977, blz . 85 .

( 14 ) PB nr . L 93 van 6 . 4 . 1989, blz . 25 .

( 15 ) PB nr . L 226 van 24 . 8 . 1985, blz . 13 .

( 16 ) PB nr . L 362 van 31 . 12 . 1985, blz . 8 .

( 17 ) PB nr . L 212 van 22 . 7 . 1989, blz . 87 .

( 18 ) PB nr . L 302 van 31 . 12 . 1972, blz . 28.(19 ) PB nr . 121 van 29 . 7 . 1964, blz . 1977/64 .

( 20 ) PB nr . L 255 van 18 . 10 . 1968, blz . 23 .

BIJLAGE A Veterinaire wetgeving - Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ( PB nr . 121 van 29 . 7 . 1964, blz . 2012/64 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/657 /EEG ( PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 3 );

  • Richtlijn 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee ( PB nr . L 55 van 8 . 3 . 1971, blz . 23 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/657/EEG ( PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 3 );
  • Richtlijn 72/461/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ( PB nr . L 302 van 31 . 12 . 1972, blz . 24 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/489/EEG ( PB nr . L 280 van 3 . 10 . 1987, blz . 28 );
  • Richtlijn 77/99/EEG van de Raad van 21 december 1976 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten ( PB nr . L 26 van 31 . 1 . 1977, blz . 85 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/227/EEG ( PB nr . L 93 van 6 . 4 . 1989, blz . 25 );
  • Richtlijn 80/215/EEG van de Raad van 22 januari 1980 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten ( PB nr . L 47 van 21 . 2 . 1980, blz . 4 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/660/EEG ( PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 35 );
  • Richtlijn 85/397/EEG van de Raad van 5 augustus 1985 inzake hygiënische en veterinairrechtelijke problemen bij het intracommunautaire handelsverkeer in warmtebehandelde melk ( PB nr . L 226 van 24 . 8 . 1985, blz . 13 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3768/85 ( PB nr . L 362 van 31 . 12 . 1985, blz . 8 );
  • Richtlijn 88/657/EEG van de Raad van 14 december 1988 tot vaststelling van de eisen voor de produktie van en het handelsverkeer in gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen ( PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 3 ) (;);
  • Richtlijn 89/437/EEG van de Raad van 20 juni 1989 inzake hygiëne - en gezondheidsvraagstukken bij de bereiding en het in de handel brengen van eiprodukten ( PB nr . L 212 van 22 . 7 . 1989, blz . 87 ) (;).

BIJLAGE B Produkten waarvoor geen communautaire harmonisatie geldt, maar waarvan het handelsverkeer zal worden onderworpen aan de controles voorzien bij deze richtlijn Produkten van dierlijke oorsprong die onder bijlage II van het Verdrag vallen :

  • vlees van konijn en van wild;
  • rauwe melk en melkprodukten;
  • aquicultuurprodukten bestemd voor menselijke consumptie;
  • visserijprodukten bestemd voor menselijke consumptie;
  • voor menselijke consumptie bestemde levende tweekleppige weekdieren;
  • produkten op basis van vlees van konijn en van wild;
  • bloed;
  • gesmolten dierlijk vet, vetkanenkoek en bijprodukten van de vetsmelterij;
  • honing;
  • voor menselijke consumptie bestemde slakken;
  • voor menselijke consumptie bestemde kikkerbilletjes .

(;) Met ingang van 1 januari 1992 .

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.