Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap

1.

Tekst

Avis juridique important

|

2.

31990R3037

Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 293 van 24/10/1990 blz. 0001 - 0026

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 7 blz. 0152

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 7 blz. 0152

VERORDENING (EEG) Nr. 3037/90 VAN DE RAAD

van 9 oktober 1990

betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

In samenwerking met het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat er voor de werking van de interne markt statistische normen nodig zijn, die van toepassing zijn op de verzameling, indiening en publikatie van nationale en communautaire statistieken, ten einde de ondernemingen, financiële instellingen, overheden en alle andere economische subjecten op de interne markt betrouwbare en vergelijkbare statistische gegevens te verschaffen;

Overwegende dat ondernemingen deze informatie nodig hebben om hun concurrentievermogen te beoordelen en de Instellingen van de Gemeenschap de informatie kunnen gebruiken om concurrentievervalsing te voorkomen;

Overwegende dat alleen wanneer de Lid-Staten een nomenclatuur van de economische activiteiten gebruiken die aan de communautaire nomenclatuur gekoppeld is, geïntegreerde statistische informatie kan worden verschaft die de voor het beheer van de interne markt vereiste betrouwbaarheid, actualiteit, flexibiliteit en uitvoerigheid bezit;

Overwegende dat het voor de Lid-Staten mogelijk dient te zijn om, uitgaande van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, voor nationaal gebruik aanvullende onderverdelingen in hun nationale nomenclatuur te behouden of in te voegen;

Overwegende dat het in verband met de internationale compatibiliteit van de economische statistieken nodig is dat

de Lid-Staten en de Instellingen van de Gemeenschap een nomenclatuur van de economische activiteiten gebruiken die direct gekoppeld is aan de International Standard Industrial Classification (ISIC) van de Verenigde Naties;

Overwegende dat voor het gebruik van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Gemeenschap de Commissie in kwesties betreffende de toepassing van deze verordening, met name voor wat betreft de interpretatie van deze nomenclatuur, de daarin aan te brengen kleine wijzigingen, de redactie en het actueel houden van de desbetreffende toelichting, de opstelling van richtsnoeren voor de indeling van de statistische eenheden overeenkomstig die nomenclatuur, moet worden bijgestaan door het Comité statistisch programma, ingesteld bij Besluit 89/382/EEG, Euratom (4);

Overwegende dat het uitermate belangrijk is dat de inhoud van de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap in alle Lid-Staten op dezelfde wijze wordt uitgelegd;

Overwegende dat de invoering van een nieuwe nomenclatuur een overgangsperiode vergt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het doel van deze verordening is de opstelling van een gemeenschappelijke statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, ten einde te zorgen voor vergelijkbaarheid tussen de nationale en communautaire nomenclaturen en dus tussen de nationale en communautaire statistieken.
  • 2. 
    Deze verordening is alleen van toepassing op het gebruik van de nomenclaturen voor statistische doeleinden.
  • 3. 
    Deze verordening zelf legt de Lid-Staten geen verplichting op gegevens te verzamelen, te publiceren of te leveren, en betreft geen enkele verplichting ten aanzien van de gedetailleerdheid of het type statistische eenheden die in de enquêtes en analyses van statistische aard moeten worden gebruikt.

Artikel 2

  • 1. 
    Er wordt een gemeenschappelijke basis voor statistische nomenclaturen van economische activiteiten in de Europese Gemeenschappen, hierna NACE (Rev. 1) genoemd, ingevoerd die bestaat uit:
  • een eerste niveau bestaande uit rubrieken met een code van een letter (secties);
  • een tussenniveau bestaande uit rubrieken met een code van twee letters (subsecties);
  • een tweede niveau bestaande uit rubrieken met een code van twee cijfers (afdelingen);
  • een derde niveau bestaande uit rubrieken met een code van drie cijfers (groepen);
  • een vierde niveau bestaande uit rubrieken met een code van vier cijfers (klassen).
  • 2. 
    NACE (Rev. 1) is als bijlage bij deze verordening gevoegd.

Artikel 3

  • 1. 
    NACE (Rev. 1) wordt door de Commissiediensten gebruikt voor alle naar economische activiteit ingedeelde statistieken.
  • 2. 
    De naar economische activiteit ingedeelde statistieken van de Lid-Staten worden opgesteld met gebruikmaking van NACE (Rev. 1) of een nationale nomenclatuur die daarvan afgeleid is en die beantwoordt aan de volgende eisen:
  • a) 
    de niveaus van de nationale nomenclaturen komen overeen met die van NACE (Rev. 1), in die zin dat ieder niveau bestaat uit hetzij dezelfde rubrieken als die van het overeenkomstige niveau van NACE (Rev. 1), hetzij rubrieken die hiervan een exacte onderverdeling vormen;

b)

er mogen aanvullende niveaus worden ingevoerd;

c)

ieder niveau, behalve het hoogste, moet exact tot het eerstvolgende hogere niveau van NACE (Rev. 1) kunnen worden samengevoegd;

d)

de codering mag afwijken.

  • 3. 
    De Lid-Staten stellen de Commissie ter goedkeuring en voordat zij worden gepubliceerd, in kennis van de ontwerpen van teksten houdende omschrijving of wijziging van hun nationale nomenclatuur. De Commissie gaat na of deze ontwerpen in overeenstemming zijn met lid 2. De door de Commissie goedgekeurde nationale nomenclatuur wordt door haar ter informatie aan de andere Lid-Staten toegezonden. De publikatie van de Lid-Staten bevat het schakelschema tussen de nationale nomenclatuur en NACE (Rev. 1).
  • 4. 
    De Lid-Staten die gebruik wensen te maken van een van NACE (Rev. 1) afgeleide nationale nomenclatuur nemen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk op 31 december 1992, de nodige maatregelen voor het opstellen van een nationale nomenclatuur overeenkomstig dit artikel.

Artikel 4

Onverminderd artikel 3 kan de Commissie in geval van onverenigbaarheid tussen bepaalde posten van NACE (Rev. 1) en de nationale economische structuur, de Lid-Staten machtigen om voor een specifieke sector een samenvoeging van NACE (Rev. 1) op een specifiek niveau te gebruiken.

Om een dergelijke machtiging te verkrijgen moet de betrokken Lid-Staat aan de Commissie alle inlichtingen verstrekken die zij nodig heeft om het verzoek te beoordelen.

Niettegenstaande artikel 3, lid 2, onder a), mag in deze machtiging aan de betrokken Lid-Staat echter niet worden toegestaan om de samengevoegde rubriek anders onder te verdelen dan in NACE (Rev. 1).

In samenwerking met de betrokken Lid-Staat toetst de Commissie op gezette tijden de toepassing van deze bepalingen om na te gaan of de machtiging nog steeds gerechtvaardigd is.

Artikel 5

De Commissie neemt alle nodige maatregelen om de tenuitvoerlegging en het beheer van NACE (Rev. 1) na te gaan.

Artikel 6

De Commissie neemt, op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief en na overleg met het in artikel 7 genoemde Comité, de nodige maatregelen met het oog op een uniforme toepassing van NACE (Rev. 1).

Artikel 7

De Commissie wordt bijgestaan door het Comité statistisch programma, hierna "Comité'` genoemd, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 8

Het Comité kan alle vraagstukken betreffende NACE (Rev. 1) bespreken die door zijn voorzitter, op diens initiatief of op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde worden gesteld en die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening, met name wat betreft:

  • a) 
    de interpretatie van NACE (Rev. 1);

b)

de in NACE (Rev. 1) aan te brengen kleine wijzigingen

  • om rekening te houden met de technologische of economische ontwikkeling,
  • om de teksten op één lijn te brengen en te verduidelijken,
  • die voortvloeien uit wijzigingen, aangebracht in andere economische indelingen, met name in ISIC Rev. 3;

c)

de voorbereiding en cooerdinatie van de werkzaamheden in verband met de herziening van NACE (Rev. 1);

d)

de redactie en bijwerking van de toelichting bij NACE (Rev. 1);

e)

de opstelling van richtsnoeren voor de indeling van de statistische eenheden overeenkomstig NACE (Rev. 1);

f)

de bestudering van problemen in verband met de tenuitvoerlegging van NACE (Rev. 1) in de nomenclaturen van de economische activiteiten van de Lid-Staten;

g)

de werkzaamheden ter voorbereiding in geëigende gevallen van een gemeenschappelijk standpunt inzake de werkzaamheden van de internationale organisaties op het gebied van de nomenclaturen van de economische activiteiten, met name wat ISIC en de toelichting hierop betreft.

De uit hoofde van de punten a) tot en met g) te nemen maatregelen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 9.

Artikel 9

  • 1. 
    De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemmingen in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
  • 2. 
    De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het Comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. De Commissie stelt in dat geval de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten uit voor drie maanden vanaf deze kennisgeving.
  • 3. 
    De Raad kan met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in lid 2 genoemde termijn een andersluidend besluit nemen.

Artikel 10

  • 1. 
    De door de Lid-Staten na 1 januari 1993 verzamelde statistieken, die naar economische activiteiten zijn ingedeeld,

worden opgesteld met behulp van NACE (Rev. 1) of van een nationale nomenclatuur die daarvan is afgeleid overeenkomstig artikel 3.

  • 2. 
    De Lid-Staten gebruiken NACE (Rev. 1) om aan de Commissie de na 1 januari 1993 verzamelde statistieken toe te zenden, die naar economische activiteit zijn ingedeeld.

Artikel 11

  • 1. 
    Er wordt een overgangsperiode ingesteld die begint op 1 januari 1993 en eindigt op 31 december 1994. Tijdens deze periode kan de Commissie voor bepaalde na 1 januari 1993 verzamelde gegevens, een Lid-Staat op naar behoren gemotiveerde technische of operationele gronden machtigen een andere nomenclatuur dan die bedoeld in artikel 3 te gebruiken.
  • 2. 
    De Commissie kan op verzoek van een Lid-Staat de overgangsperiode verlengen.

Artikel 12

  • 1. 
    Indien de in artikel 11 bedoelde gegevens aan de Commissie worden gezonden, beijveren de Lid-Staten zich, op verzoek van de Commissie, deze aan te passen aan NACE (Rev. 1).
  • 2. 
    De Lid-Staten verschaffen de Commissie (Eurostat) de nodige informatie over de schakelschema's die gebruikt zijn om deze gegevens op te stellen. De Commissie publiceert deze schakelschema's.

Artikel 13

De Commissie verschaft het schakelschema tussen de huidige NACE en NACE (Rev. 1) binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 9 oktober 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    ROMITA
  • (1) 
    PB nr. C 58 van 8. 3. 1990, blz. 25.
  • (2) 
    PB nr. C 175 van 16. 7. 1990, blz. 84, en besluit van 12 september 1990 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (3) 
    PB nr. C 182 van 23. 7. 1990, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 181 van 28. 6. 1989, blz. 47.

BIJLAGE

Nomenclaturen

NACE (Rev. 1)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.

Verwante dossiers

 
 

4.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.