2005/513/EG: Beschikking van de Commissie van 11 juli 2005 betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 5 GHz-frequentieband voor de implementatie van draadloze toegangssystemen met inbegrip van Radio Local Area Networks (WAS/R-LAN’s) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 2467) (Voor de EER relevante tekst) - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/22

In de Aanbeveling 2003/203/EG van de Commissie van 20 maart 2003 inzake de harmonisatie van het aanbieden van toegang tot openbare elektronische-communicatienetwerken en -diensten in de Europese Gemeenschap voor het publiek door middel van R-LAN (2) wordt de lidstaten aanbevolen toestemming te geven voor het aanbieden van toegang tot openbare elektronische-communicatienetwerken en -diensten voor het publiek door middel van R-LAN-systemen die werken in de beschikbare 5 GHz-band.

Tevens wordt in deze aanbeveling gesteld dat een verdere harmonisatie, in het bijzonder van de 5 GHz-band, nodig zou zijn in het kader van Beschikking nr. 676/2002/EG om te verzekeren dat deze band in alle lidstaten voor R-LAN beschikbaar is en om verlichting te brengen in de steeds grotere overbelasting van de 2,4 GHz-band, die bij Besluit (01)07 van het European Radiocommunications Committee (3) voor R-LAN-gebruik is toegewezen.

De relevante delen van de 5 GHz-band zijn door de Wereldradiocommunicatieconferentie 2003 (WRC-03), op primaire basis, in alle drie de regio’s van de Internationale Telecommunicatie-unie (ITU), met uitzondering van de mobiele dienst voor het luchtverkeer, aan het mobiele verkeer toegewezen, en zulks met inachtneming van de noodzaak om andere primaire diensten in deze frequentieband te beschermen.

De WRC-03 heeft haar goedkeuring gehecht aan ITU-R-Resolutie 229 over het gebruik van de 5 150-5 250 MHz-, 5 250-5 350 MHz- en 5 470-5 725 MHz-banden door de mobiele dienst voor de implementatie van draadloze toegangssystemen, met inbegrip van Radio Local Area Networks, hetgeen een prikkel was voor een verdere Europese harmonisatie om R-LAN-systemen in staat te stellen snel toegang te vinden tot de Europese Unie.

Met het oog op een dergelijke harmonisatie is op 23 december 2003 door de Commissie een mandaat (4) uitgevaardigd aan de Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties (CEPT), krachtens artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG, om het radiospectrum in de 5 GHz-band voor R-LAN-gebruik te harmoniseren.

Op grond van dat mandaat heeft de CEPT, via haar Electronic Communications Committee, in haar verslag (5) van 12 november 2004 en haar besluit ECC/DEC(04)08 van 12 november 2004, specifieke technische en operationele voorwaarden vastgesteld voor het gebruik van specifieke frequenties in de 5 GHz-band welke voor de Commissie en het Radiospectrumcomité aanvaardbaar zijn, en in de Gemeenschap van toepassing zouden moeten worden teneinde een geharmoniseerde ontwikkeling van WAS/R-LAN’s in de Gemeenschap te verzekeren.

WAS/R-LAN-apparatuur dient te voldoen aan de vereisten van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (6). Krachtens artikel 3, lid 2, van deze richtlijn moeten fabrikanten ervoor zorgen dat andere gebruikers van het spectrum geen hinderlijke storing van hun apparatuur ondervinden.

In verscheidene lidstaten bestaat een essentiële behoefte aan het gebruik van militaire en meteorologische radars in de frequentiebanden tussen 5 250 en 5 850 MHz, waartoe een specifieke bescherming tegen schadelijke interferentie door WAS/R-LAN’s vereist is.

Tevens is het noodzakelijk passende grenswaarden voor het equivalent isotroop uitgestraald vermogen en operationele beperkingen, zoals restricties voor gebruik binnenshuis, te specificeren, en dan in het bijzonder voor WAS/R-LAN’s in het 5 150-5 350 MHz-band, zulks ter bescherming van satellietsystemen voor aardexploratie (actief), ruimteonderzoek (actief) en MSS (mobile-satellite service) feeder links.

Zoals aangegeven in het CEPT-verslag is gedeeld gebruik van frequenties door radars voor radiodeterminatiedoeleinden en WAS/R-LAN’s in de 5 250-5 350 MHz- en 5 470-5 725 MHz-banden alleen te realiseren met gebruikmaking van vermogenslimieten en mitigatietechnieken om te bereiken dat WAS/R-LAN’s niet met radartoepassingen/-systemen interfereren. Om deze reden zijn Transmitter Power Control (TPC) en Dynamic Frequency Selection (DFS) eveneens in aanmerking genomen bij de geharmoniseerde standaard EN 301 893 (7), die door het Europees Normalisatie-instituut voor de Telecommunicatie (ETSI) is ontwikkeld met het oog op een vermoeden van overeenstemming van WAS/R-LAN-apparatuur met Richtlijn 1999/5/EG. Door toepassing van TPC in WAS/R-LAN’s in de 5 250-5 350 MHz- en 5 470-5 725 MHz-banden zou het gedeelde gebruik met satellietdiensten worden vergemakkelijkt doordat aldus de totale interferentie aanzienlijk zou worden verminderd. Met DFS, dat beantwoordt aan de detectie-, operationele en responsvereisten van bijlage I van Aanbeveling ITU-R M. 1652 (8) wordt vermeden dat WAS/R-LAN’s met frequenties werken die door radarsystemen worden gebruikt. Er zal worden nagegaan hoe doeltreffend de mitigatietechnieken van EN 301 893 ter bescherming van vastefrequentieradars zijn. Er kunnen nog veranderingen worden aangebracht om, op basis van de studie van lidstaten van geschikte testmethoden en -procedures voor mitigatietechnieken, met nieuwe ontwikkelingen rekening te kunnen houden.

Op het niveau van de Gemeenschap en de ITU wordt erkend dat er behoefte bestaat aan verdere studies en de mogelijkheid van de ontwikkeling van alternatieve technische/operationele voorwaarden voor WAS/R-LAN’s, met tegelijkertijd de nodige bescherming van andere primaire diensten, en in het bijzonder radiolocatie. Bovendien zouden de nationale regeringen er goed aan doen meetcampagnes te voeren en de nodige tests te verrichten om zo het naast elkaar bestaan van verschillende diensten te vergemakkelijken.

De in deze beschikking vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,

„Draadloze toegangssystemen met inbegrip van Radio Local Area Networks (WAS/R-LAN’s)”: breedbandradiosystemen, waarmee, ongeacht de onderliggende netwerktopologie, draadloze toegang voor openbare en particuliere toepassingen mogelijk wordt gemaakt.

„Gebruik binnenshuis”: gebruik in een gebouw, met inbegrip van hiermee gelijk te stellen ruimten, zoals vliegtuigen, waarbinnen een signaal normaliter dermate wordt afgeschermd dat in de nodige mitigatie wordt voorzien om frequentiedeling met andere diensten mogelijk te maken.

„Gemiddeld equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.)”: e.i.r.p. gedurende het zendsignaal dat, bij toepassing van vermogensregeling, overeenkomt met het hoogste vermogen.

0,25 mW/25 kHz voor elke willekeurige frequentieband van 25 kHz band in de 5 150-5 250 MHz-band en

10 mW/MHz voor elke willekeurige frequentieband van 1 MHz in de 5 250-5 350 MHz-band.