Raadsvergadering

Met dank overgenomen van Europa Nu.

De Raad van de Europese Unie i vergadert in wisselende samenstelling, afhankelijk van het beleidsterrein waarover vergaderd wordt. De Raad bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat op ministerieel niveau, die gemachtigd is om namens zijn regering bindende afspraken te maken. Niet op alle beleidsterreinen vergadert de Raad even frequent. De Raden voor Algemene zaken, Economische en Financiële zaken i en Landbouw i vergaderen maandelijks, terwijl de overige formaties i twee tot vier keer per jaar bijeenkomen.

1.

Agenda

Het voorzitterschap i is verantwoordelijk voor het opstellen van de voorlopige agenda. Deze wordt voorbesproken in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i. De voorlopige agenda wordt de ministers minimaal twee weken van tevoren toegezonden. Ieder agendapunt moet van documentatie zijn vergezeld. Als die documentatie niet klaar is, wordt het punt niet in de voorlopige agenda opgenomen. De agenda wordt aan het begin van elke zitting door de Raad definitief vastgesteld.

De agenda wordt verdeeld in een deel A en een deel B. Onder deel A worden de punten opgenomen die de Raad zonder debat kan goedkeuren (A-punten i), onder deel B staan punten waarover discussie kan worden gevoerd (B-punten i). Het is zowel bij A- als B-punten mogelijk om verklaringen van een lidstaat in de notulen te laten opnemen. Indien een standpuntbepaling over een A-punt aanleiding kan geven tot een nieuw debat of indien een lid van de Raad of van de Commissie hierom verzoekt, wordt dit punt van de agenda afgevoerd. De punten waarover kan worden gestemd, worden met een sterretje aangeduid.

Agendapunten op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken kunnen alleen op de agenda worden geplaatst als de parlementen uit de lidstaten zes weken eerder zijn ingelicht.

2.

Deelnemers

Tijdens plenaire vergaderingen van de Raad worden de in aanmerking komende vakministers bijgestaan door soms uitgebreide ambtelijke delegaties. Iedere vakminister kan zich in de zaal laten vergezellen door twee ambtenaren die achter hem of haar kunnen plaatsnemen. Vooraf kunnen voorbesprekingen plaatsvinden. Van de delegaties kunnen ook vertegenwoordigers van andere betrokken ministers deel uitmaken, bijvoorbeeld van Buitenlandse Zaken. De Europese Commissie i wordt uitgenodigd ook deel te nemen aan de zittingen. De Raad kan echter beslissen zonder de Commissie te vergaderen.

3.

Vergaderdata

De Raad wordt door het voorzitterschap i bijeengeroepen. Het voorzitterschap deelt zeven maanden vóór het begin van zijn werkzaamheden de geplande data voor de zittingen mee.

4.

Vergaderlocatie

De Raad van de Europese Unie vergadert in Brussel, behalve in april, juni en oktober; dan worden de vergaderingen in Luxemburg gehouden.

De Raad of het Coreper kan met eenparigheid van stemmen besluiten dat een zitting op een andere plaats wordt gehouden.

5.

Stemprocedure

Voordat tot stemming wordt overgegaan, moet worden nagegaan of er een quorum is. Het quorum is bereikt als de meerderheid van de leden aanwezig is.

De meest gebruikelijke stemprocedure over voorstellen is de stemming met gekwalificeerde meerderheid i. Op bepaalde gevoelige terreinen zoals het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid en belastingen moeten de beslissingen met eenparigheid van stemmen i worden genomen. Met andere woorden, elke lidstaat heeft het vetorecht op deze terreinen. Over dringende aangelegenheden kan de Raad bij schriftelijke stemming besluiten nemen.

De Raad gaat tot stemming over op initiatief van zijn voorzitter. Die is verplicht een stemming te laten plaatsvinden op voorstel van een lid van de Raad of van de Commissie, voor zover de meerderheid van de leden hiermee instemt. De stemming gebeurt in de volgorde die door de Raad met eenparigheid van stemmen is vastgesteld, te beginnen met het lid dat in die volgorde volgt op het lid dat het voorzitterschap uitoefent.

Indien de Raad niet tot overeenstemming kan komen, komt het voor dat zaken worden doorgesluisd naar het intensievere overleg van de Europese Raad i.

6.

Openbaarheid van vergaderingen

De vergaderingen van de Raad zijn in principe niet openbaar, maar soms is een deel van de vergadering dat wel. Dat geldt bijvoorbeeld bij besluiten die volgens de medebeslissingsprocedure i worden aangenomen in de volgende gevallen:

  • de Europese Commissie i stelt haar voornaamste wetgevingsvoorstellen voor en daar volgt een debat in de Raad i uit
  • de laatste beraadslagingen van de Raad die tot de stemming leiden (ook de stemming en de stemverklaringen die ermee gepaard gaan, zijn openbaar)

Daarnaast houdt de RAZEB, bijeen in de zitting Algemene Zaken, ten minste eenmaal per jaar een openbaar debat over het operationele jaarprogramma van de Raad of het jaarlijkse werkprogramma van de Commissie. Deze openbare beraadslagingen worden tevens uitgezonden. De Raad houdt verder ten minste één keer per jaar een openbaar debat over belangrijke nieuwe wetgevingsvoorstellen.

7.

Openbaarheid van stemmingen, stemverklaringen en besluiten

De uitslag van de stemmingen, de stemverklaringen van de leden en verklaringen van de Raad i worden openbaar gemaakt als ze gaan over:

  • Europese wetgeving
  • aanneming van gemeenschappelijke standpunten
  • de vergadering van een bemiddelingscomité
  • de vaststelling van een overeenkomst op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken

Daarentegen wordt slechts de uitslag van de stemmingen openbaar gemaakt in de volgende gevallen:

  • als de Raad optreedt in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), en de Raad of het Coreper i daartoe bij eenparigheid beslissen
  • als de Raad een gemeenschappelijk standpunt vaststelt op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken en de Raad of het Coreper daartoe bij eenparigheid beslissen
  • in de andere gevallen als de Raad of het Coreper daartoe beslissen

Niet alle besluiten van de Raad zijn openbaar. In het Publicatieblad worden bekendgemaakt:

  • gemeenschappelijke standpunten van de Raad en hun motivering
  • kaderbesluiten en besluiten die met eenparigheid zijn genomen op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
  • overeenkomsten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken waarvan de Raad de aanneming door de lidstaten overeenkomstig hun grondwettelijke bepalingen aanbeveelt. In het Publicatieblad wordt melding gemaakt van hun inwerkingtreding
  • tussen lidstaten gesloten overeenkomsten
  • door de Gemeenschap gesloten internationale overeenkomsten. In het Publicatieblad wordt melding gemaakt van hun inwerkingtreding
  • internationale overeenkomsten die gesloten zijn op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), met vermelding van hun inwerkingtreding

Onder voorbehoud van de Raad of het Coreper, worden in het publicatieblad tevens bekendgemaakt:

  • door een lidstaat bij de raad ingediende initiatieven op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
  • gemeenschappelijke standpunten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
  • richtlijnen en besluiten die niet volgens de medebeslissingsprocedure zijn aangenomen; aanbevelingen en adviezen

Er wordt per geval met eenparigheid van stemmen i beslist door de Raad i of het Coreper i over de bekendmaking van:

  • gemeenschappelijke strategieën, gemeenschappelijke optredens en gemeenschappelijke standpunten op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)
  • maatregelen ter uitvoering van de gemeenschappelijke optredens op het gebied van het GBVB;
  • gemeenschappelijke optredens, gemeenschappelijke standpunten of andere besluiten die op basis van een gemeenschappelijke strategie zijn aangenomen (GBVB);
  • eventuele maatregelen ter uitvoering van de besluiten en overeenkomsten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • overige besluiten van de Raad, zoals besluiten sui generis of resoluties.

Van besluiten die niet in het Publicatieblad worden bekendgemaakt, wordt door de secretaris-generaal of plaatsvervangend secretaris-generaal kennisgegeven aan de geadresseerden. Het gaat daarbij om:

  • aanbevelingen;
  • gemeenschappelijke strategieën, optredens en standpunten op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB);
  • gemeenschappelijke standpunten op het gebied van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken;
  • maatregelen ter uitvoering van de besluiten op het gebied van het GBVB en van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.