BWBR0008683 NL - wet
Wet op de Onderwijsraad

Deze wet werd op 15 mei 1997 ondertekend en op 10 juni 1997 gepubliceerd (Stb. 1997, 220).

 
Deze wet is gebaseerd op de overweging, dat het wenselijk is een vast college van advies van het Rijk in te stellen op het terrein van het onderwijs en dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen.

1.

Oorspronkelijk wetsvoorstel


2.

Wijzigingen van deze regeling

Ingelogde gebruikers zien hier de in werking getreden en de nog niet in werking getreden wijzigingen van deze wet, alsmede de nog bij de Tweede of de Eerste Kamer aanhangige wetsvoorstellen die deze wet beogen te wijzigen.

3.

Geldende tekst

Wet van 15 mei 1997 tot instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het onderwijs (Wet op de Onderwijsraad)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college van advies van het Rijk in te stellen op het terrein van het onderwijs en dat het in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke bepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I. DE ONDERWIJSRAAD

Artikel 1. Instelling en omvang

Artikel 2. Taak

  • 1 De raad heeft tot taak:
      • a. 
        de regering en de beide kamers der Staten-Generaal te adviseren over hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het terrein van het onderwijs in Nederland;
      • b. 
        Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap desgevraagd te adviseren over de toepassing van wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen op het terrein van het onderwijs.
  • 2 De raad heeft tevens tot taak gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders in bij de wet genoemde gevallen te adviseren over aangelegenheden die het gemeentelijk onderwijsbeleid betreffen.
  • 3 De raad heeft voorts tot taak eilandsraden en bestuurcolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in bij de wet genoemde gevallen te adviseren over aangelegenheden die het onderwijsbeleid van die openbare lichamen betreffen.

HOOFDSTUK II. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN

Artikel 3. Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs

[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]

Artikel 4. Wijziging van de Experimentenwet onderwijs

[Red: Wijzigt de Experimentenwet onderwijs.]

Artikel 5. Wijziging van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen

[Red: Wijzigt de Wet op de erkende onderwijsinstellingen.]

Artikel 6. Wijziging van de Wet op het primair onderwijs

[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]

Artikel 7. Wijziging van de Wet op de expertisecentra

[Red: Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]

Artikel 8. Wijziging van de Overgangswet ISOVSO

[Red: Wijzigt de Overgangswet ISOVSO.]

Artikel 9. Wijziging van de Wet beheersing huisvestingsvoorzieningen k.o.-l.o.

[Red: Wijzigt de Wet beheersing huisvestingsvoorzieningen k.o.-l.o.]

Artikel 10. Wijziging van de Wet op de onderwijsverzorging

[Red: Wijzigt de Wet op de onderwijsverzorging.]

Artikel 11. Wijziging van de Wet medezeggenschap onderwijs 1992

[Red: Wijzigt de Wet medezeggenschap onderwijs 1992.]

Artikel 12. Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]

Artikel 13. Wijziging van de Invoeringswet W.H.B.O.

[Red: Wijzigt de Invoeringswet W.H.B.O.]

Artikel 14. Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs

[Red: Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.]

Artikel 15. Wijziging van de Wet van 23 mei 1990 (Stb. 266)

[Red: Wijzigt de Wet van 23 mei 1990, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs inzake sectorvorming en vernieuwing van het middelbaar beroepsonderwijs, alsmede van enige andere wetten (Stb. 266).]

Artikel 16. Wijziging van de Wet van 27 februari 1992 (Stb. 112)

[Red: Wijzigt de Wet van 27 februari 1992, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de herziening van het bekostigingsstelsel voor scholen voor v.w.o., a.v.o., l.b.o. en m.b.o. (regeling herziening bekostigingsstelsel voortgezet onderwijs) (Stb. 112).]

Artikel 17. Wijziging van de Wet van 27 mei 1992 (Stb. 270)

[Red: Wijzigt de Wet van 27 mei 1992, houdende wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op het basisonderwijs in verband met de invoering van basisvorming in het voortgezet onderwijs, de invoering van kerndoelen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs en de invoering van het voorbereidend beroepsonderwijs (Stb. 270).]

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

Artikel 18. Opheffing voormalige Onderwijsraad

De Wet van 21 februari 1919, houdende instelling van eenen Onderwijsraad (Stb. 49), alsmede de in de artikelen 1, vierde lid, en 6 van die wet bedoelde uitvoeringsregelingen, worden ingetrokken.

Artikel 19. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt wat betreft hoofdstuk I terug tot en met 1 januari 1997.

Artikel 20. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de Onderwijsraad.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 15 mei 1997

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

  • J. 
    M. M. Ritzen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

  • J. 
    J. van Aartsen

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

  • J. 
    Kohnstamm

Uitgegeven de tiende juni 1997

De Minister van Justitie,

  • W. 
    Sorgdrager

4.

Tekst op wetten.overheid.nl

5.

Wetstechnische informatie