Brief minister over onder meer de resultaten van het overleg met de zittende magistratuur, het OM en de dienst justitiële inrichtingen - Reclasseringsbeleid

Deze brief is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 29270 - Reclasseringsbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Reclasseringsbeleid; Brief minister over onder meer de resultaten van het overleg met de zittende magistratuur, het OM en de dienst justitiële inrichtingen  
Document­datum 13-04-2004
Publicatie­datum 12-03-2009
Nummer KST75821
Kenmerk 29270, nr. 2
Van Justitie (JUS)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2003–2004

29 270

Reclasseringsbeleid

Nr. 2

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2004

Op 21 oktober 2003 (Kamerstukken II 2003–2004, 29 270, nr. 1) stuurde ik u mijn beleidsvisie op de reclassering. Daarin heb ikaangegeven dat de reclasseringsinzet effectiever en efficiënter kan. Een belangrijk middel hiertoe is het bewerkstelligen van een selectievere, gerichtere inzet van de capaciteit. Bij het bepalen van deze inzet krijgen de zittende magistratuur, het openbaar ministerie en de dienst justitiële inrichtingen meer invloed. In het onderstaande informeer iku over de resultaten van het overleg met de drie reclasseringsorganisaties over de uitwerking en implementatie van deze visie, zoals de vaste kamercommissie voor Justitie ook heeft gevraagd (brief d.d. 7 november 2003, kenmerk Min-37-2003). Tevens informeer ik u over de thans bekende meerjarige budgettaire ontwikkelingen en het verdere ontwikkeltraject voor de reclassering.

De opbouw van de brief is als volgt:

  • 1. 
    de afspraken over 2004;
  • 2. 
    budgettaire ontwikkelingen;
  • 3. 
    ontwikkeltraject;
  • 4. 
    tot slot.
  • 1. 
    Afspraken voor 2004

Zoals hierboven aangegeven heb ikde afgelopen maanden met de reclasseringsorganisaties en hun afnemers – de rechterlijke macht en dienst justitiële inrichtingen – overlegd over ten eerste welke consequenties mijn visie heeft voor de taakuitvoering van de reclassering. Ten tweede heb ikoverlegd over de inrichting van het tijdelijke besturingssysteem voor de reclassering. Dit laatste was nodig, omdat ikde voorgenomen oprichting van het zogeheten Beleids- en verdeelorgaan voor de reclassering heb ingetrokken (zie Kamerstukken II 2003–2004, 28 883, nr. 2).

Hieronder licht ikbeide onderwerpen nader toe.

1.1 Taakuitvoering

In mijn eerdergenoemde brief heb ikhet voorlopige kader voor 2004 aangegeven. In overleg met de betrokken partijen heb ik daar een aantal kleine wijzigingen in aangebracht. In 2004 is het definitieve kader als volgt:

 

Productieafspraken:

2003

Voorlopig

Definitief

   

kader 2004

kader 2004

Screening en diagnose

     
  • 1. 
    Vroeghulpbezoeken

15 000

15 000

15 000

  • 2. 
    Vroeghulpinterventie

1 850

1 900

1 900

  • 3. 
    Diagnose

60 000

60 000

59 090

Advies

     
  • 4. 
    Voorlichtingsrapport

15 000

21 000

20 927

  • 5. 
    Adviesrapport

11 500

17 500

17 280

  • 6. 
    Maatregelrapport

468

400

400

Toezicht en interventie

     
  • 7. 
    Toezicht

8 432

15 000

14 971

  • 8. 
    Trajectbegeleiding

36 178

-

-

  • 9. 
    Reïntegratieprogramma’s

4 494

9 000

9 007

  • 10. 
    Toeleiding (overdracht) zorg en opvang

4 000

4 000

3 926

Taakstraffen

     
  • 11. 
    Werkstraffen

31 000

34 000

33 856

  • 12. 
    Leerstraffen

900

1 500

1 500

Uitgangspunten bij dit productiekader zijn de selectievere inzet en de efficiëntere uitvoering van de reclasseringsproducten. Belangrijkste maatregel is het schrappen van het product trajectbegeleiding. Begeleiding vindt voor de geselecteerde doelgroep in het vervolg plaats binnen het justitiële kader van toezicht of werkstraffen. Hiervoor zijn in bovengenoemde afspraken producten inhoudelijk aangepast en de kostprijs bijgesteld. Verder komen taakstraffen en rapportages efficiënter tot stand. Het deel van de taakstelling dat resteerde na maximale besparing op de overhead is hiermee op een door alle partijen verantwoord geachte wijze ingevuld.

Bij de totstandkoming van dit productiekader is binnen het beschikbare budgettaire kader de behoefte van de eerdergenoemde afnemers leidend geweest, in het bijzonder waar het de tenuitvoerlegging van transacties en vonnissen betreft. Dit komt tot uitdrukking in een substantiële verhoging van het aantal taakstraffen en toezichten. Om de toezichten goed invulling te kunnen geven, is het aantal reïntegratieprogramma’s verdubbeld.

Bij de taakuitvoering dienen de afnemers en reclasseringsorganisaties flexibel te kunnen inspelen op ontwikkelingen. Daarom is er periodiek overleg met betrokken partijen om te bepalen of aanpassing van de bovenstaande productieafspraken noodzakelijk is.

1.2 Besturingsysteem

Zoals uiteengezet in mijn eerdergenoemde brief subsidieer iksinds 1 januari jongstleden de reclasseringsorganisaties niet meer via de SRN, maar ieder afzonderlijk. Hiervoor is de Reclasseringsregeling aangepast (gepubliceerd in Staatsblad 2003, 511). Binnen mijn ministerie is inmiddels het aangekondigde tijdelijke onderdeel opgericht (Kamerstukken II 2003–2004, 28 883, nr. 2). Dit onderdeel is primair belast met het onderhouden van de subsidierelaties. Daarnaast is het verantwoordelijkvoor een aantal voormalige (koepel)taken van de SRN, waaronder de cliëntverdeling tussen de drie reclasseringsorganisaties en de klachtencommissie. De feitelijke overdracht van deze taken door de SRN vindt gefaseerd plaats.

  • 2. 
    Meerjarig budgettair kader

In aanvulling op het reeds bekende budgettaire kader voor het jaar 2004 kan ikinmiddels ookeen beeld geven van het thans beschikbare meerjarige budgettair kader. Onderstaande reeks maakt duidelijk dat het reclasseringsbudget over meerdere jaren gezien niet wordt gekort:

 

Budget/jaar

2003

2004

2005

2006

2007

2008

In mln. euro In indexcijfers

131 100

121,5 93

118,5 90

133.5 102

138,5 106

143,5 110

  • 3. 
    Ontwikkeltraject voor de langere termijn

Naast de afspraken op de korte termijn zorg ik voor een nadere uitwerking ten behoeve van de langere termijn in het zogenoemde ontwikkeltraject. Binnen de eerder geschetste visie bezien alle betrokken partijen gezamenlijk zowel het takenpakket als ook de besturing van de reclassering. Dit traject loopt momenteel. Het moet dit jaar in ieder geval oplossingsrichtingen op beide gebieden opleveren. Daarna zal een uitwerkingsfase volgen. Dan zal ookeen wetsvoorstel voor de Wet op de Reclassering opgesteld worden. Daarnaast wordt een meerjarig onderzoeksprogramma geformuleerd, om gecoördineerd en beter inzicht te krijgen in de effectiviteit van de taakuitvoering.

  • 4. 
    Tot slot

Dankzij de inspanningen van alle partijen, in het bijzonder de reclasse-ringsorganisaties zelf, is in korte tijd niet alleen aan de ombuigingstaakstelling invulling gegeven. Er zijn ookal belangrijke stappen gezet om mijn beleidsvisie te implementeren, zoals ikhierboven heb aangegeven. De gezamenlijke inspanning is er de komende tijd op gericht om de maatregelen ookin de praktijkte laten slagen, met oog voor eventuele onbedoelde gevolgen. Tegelijkertijd dient de toekomst van de reclassering verder gestalte te krijgen.

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.