Voorstel voor een beschikking van de Raad - Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een beschikking van de raad betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) (COM(2008)676def)

Dit voorstel is onder nr. A/1 toegevoegd aan dossier 31785 - Subsidiariteitstoets van een voorgestelde beschikking van de raad betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN).

1.

Kerngegevens

Officiële titel Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een beschikking van de raad betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) (COM(2008)676def); Voorstel voor een beschikking van de Raad 
Document­datum 27-10-2008
Publicatie­datum 01-04-2009
Nummer KST124773
Kenmerk 31785, nr. A/1
Van Raad van de Europese Unie (REU)
Originele document in PDF

2.

Tekst

Staten-Generaal

1/2

Vergaderjaar 2008–2009 A

31 785

Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een beschikking van de raad betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) (COM(2008)676def i)

Nr. 1

VOORSTEL VOOR EEN BESCHIKKING VAN DE RAAD

Brussel, 27.10.2008

TOELICHTING

Achtergrond van het voorstel

Motivering en doelstellingen van het voorstel

De Europese Raad van juni 2004 heeft de Commissie verzocht een algemene strategie ter bescherming van kritieke infrastructuur voor te bereiden. Op 20 oktober 2004 heeft de Commissie de mededeling «Terrorismebestrijding: de bescherming van kritieke infrastructuur» aangenomen, waarin voorstellen worden gedaan voor de wijze waarop de preventie van, de paraatheid bij en de reactie op terreuraanslagen op kritieke infrastructuur in Europa kunnen worden versterkt. Het voornemen van de Commissie om een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) voor te stellen, werd door de Raad bekrachtigd in zijn conclusies inzake «Preventie, paraatheid en reactie op terroristische aanslagen» en in zijn in december 2004 aangenomen «Solidariteitsprogramma van de EU betreffende de gevolgen van terroristische dreigingen en aanslagen». De Raad stemde voorts in met het voornemen van de Commissie om een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) op te zetten. In december 2006 heeft de Commissie een richtlijn voorgesteld inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren. Tegelijkertijd nam de Commissie een mededeling betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur aan. Samen vormen deze documenten het kader voor de bescherming van infrastructuur in de EU. In de mededeling is het horizontale kader vastgelegd voor de bescherming van kritieke infrastructuur in de EU en is uiteengezet hoe het Europees programma (met inbegrip van het CIWIN) ten uitvoer kan worden gelegd.

Het CIWIN-initiatief is een onderdeel van het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur en heeft met name betrekking op het proces van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten van de EU en een IT-systeem om dat proces te ondersteunen.

Algemene context

De veiligheid in de Europese Unie, de economie en het welzijn van de burgers hangen af van bepaalde infrastructuurvoorzieningen en de diensten die deze aanbieden. Zo zijn telecommunicatie- en energienetwerken, financiële diensten en vervoersystemen, gezondheidsdiensten en de verstrekking van zuiver drinkwater en voedsel van levensbelang voor de EU en haar lidstaten. Indien belangrijke infrastructuur vernietigd wordt of ontwricht geraakt en er niet adequaat op dit soort incident wordt gereageerd, kunnen er mensenlevens en eigendommen verloren gaan en kan het vertrouwen van het publiek in de EU wegvallen. Doordat de onderlinge afhankelijkheden complex zijn, kan een bepaald incident een domino-effect hebben in andere sectoren en levensgebieden, waarvan het niet op het eerste gezicht duidelijk is dat zij onderling verbonden zijn. Dit soort onderlinge afhankelijkheid is onvoldoende onderzocht, wat als resultaat kan hebben dat kritieke infrastructuur onvoldoende beschermd is en de veiligheid van de burgers van de EU onvoldoende gegarandeerd is. Momenteel gelden in de Europese Unie zeer uiteenlopende beschermende maatregelen en verplichtingen in verband met kritieke infrastructuur, zonder dat er horizontale minimumnormen moeten worden nageleefd. Sommige lidstaten zijn reeds ver gevorderd met de inventarisatie van hun nationale kritieke infrastructuur, hebben strenge beschermende maatregelen opgelegd en beschikken over heel wat procedures en structuren om de bescherming van die infrastructuur te garanderen. Andere lidstaten zijn pas met die inventarisatie gestart en hebben er alle belang bij om beproefde methoden, bijvoorbeeld in verband met risicobeoordeling, toe te passen. Het probleem heeft zowel een geografisch aspect (bijvoorbeeld tussen lidstaten) als een sectoraal (bijvoorbeeld tussen verschillende sectoren met kritieke infrastructuur). De uitwisseling van informatie tussen lidstaten is een zeer complex gebied dat een weloverwogen aanpak vereist. Het is belangrijk te voorkomen dat dubbel werk wordt verricht doordat er onvoldoende informatie over soortgelijke situaties in andere lidstaten voorhanden is: dankzij informatie over beproefde methoden in een bepaalde lidstaat kunnen andere lidstaten de kosten om een soortgelijke methode opnieuw te ontwikkelen, uitsparen.

Daarnaast is het zo dat de belanghebbende partijen terughoudend staan tegenover de uitwisseling van gevoelige informatie. Voor een doeltreffende uitwisseling van informatie moet er een omgeving worden geschapen die betrouwbaar en flexibel is.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

Momenteel bestaat er in de EU geen regeling voor de uitwisseling van informatie en waarschuwingen in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur, doch in 2006 heeft de Commissie een richtlijn voorgesteld inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren (COM(2006) 787 definitief i). Tegelijkertijd nam de Commissie een mededeling betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur aan (COM(2006) 786 definitief i). In juni 2008 heeft de Raad politieke overeenstemming bereikt over bovengenoemde richtlijn, die naar verwachting in de tweede helft van 2008 zal worden aangenomen.

Daarnaast bestaan er in de EU verschillende sectorale snelle-waarschuwings-systemen. Het CIWIN onderscheidt zich van de bestaande snelle-waarschu-wingssystemen doordat het sectoroverschrijdend is. Geen van de momenteel bestaande snelle-waarschuwingssystemen beschikt over een horizontale en sectoroverschrijdende functionaliteit die voor een ruimere kring van belanghebbende partijen dan de hulpdiensten toegankelijk is (nationale organen die bevoegd zijn voor de bescherming van kritieke infrastrucuur, ministeries enzovoort):

Beschikking nr. 2007/779/EG i, Euratom van de Raad tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (herschikking); – Beschikking nr. 87/600 i/Euratom van de Raad inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (tot instelling van ECURIE, een systeem voor informatieuitwisseling in geval van stralingsgevaar); – Richtlijn 82/894/EEG i van de Raad van 21 december 1982 inzake de

melding van dierziekten in de Gemeenschap; – Richtlijn 2000/29/EG i van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen in de Gemeenschap van voor planten schadelijke organismen; – Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap; – Richtlijn 2001/95/EG i van het Europees Parlement en de Raad inzake

algemene productveiligheid; – Verordening (EG) nr. 178/2002 i van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voed-selveiligheidsaangelegenheden; – Beschikking nr. 2003/623/EG i van de Commissie met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem, genaamd Traces; – Besluit 2006/25/EG, Euratom van de Commissie tot wijziging van haar Reglement van orde.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU

Dit voorstel is volledig in overeenstemming met de doelstellingen van de EU en meer bepaald met het doel «de Unie te handhaven en te ontwikkelen als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is in combinatie met passende maatregelen met betrekking tot controles aan de buitengrenzen, asiel, immigratie, en voorkoming en bestrijding van criminaliteit». Dit voorstel is verenigbaar met andere beleidsgebieden, aangezien het niet de bedoeling is bestaande maatregelen te vervangen, maar wel deze aan te vullen teneinde de bescherming van de Europese kritieke infrastructuur te verbeteren.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling

Raadpleging van belanghebbende partijen

Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten

Alle belanghebbende partijen zijn over het CIWIN geraadpleegd in het kader van de raadpleging over het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, via: – de raadpleging over het groenboek betreffende een Europees

Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, dat op

17 november 2005 werd goedgekeurd. De raadplegingstermijn verstreek op 15 januari 2006. 22 lidstaten reageerden officieel op de raadpleging. Voorts hadden ongeveer 100 vertegenwoordigers van de particuliere sector opmerkingen. Over het algemeen werd positief gereageerd op het idee om het CIWIN op te zetten;

– een aantal informele bijeenkomsten van de CIP-contactpunten van de lidstaten, op uitnodiging van de Commissie (december 2005, februari 2006, december 2006, november 2007, februari 2008 en maart 2008);

– een studie over het opzetten van een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN), die in januari 2008 door een externe contractant, Unisys, werd afgerond. In het kader van de studie nam de contractant in alle 27 lidstaten interviews over het CIWIN af;

– informele bijeenkomsten met vertegenwoordigers van de particuliere sector. Er werden talrijke informele bijeenkomsten met vertegenwoordigers van particuliere ondernemingen en met brancheorganisaties gehouden.

Samenvatting van de reacties en de manier waarop daarmee rekening is gehouden

Het groenboek over het Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur was ruimer opgesteld en vroeg belanghebbende partijen om hun mening over heel wat aspecten van het Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (bijvoorbeeld het doel en de belangrijkste beginselen van het programma, uitvoeringsmaatregelen enzovoort). Een onderdeel ervan had specifiek betrekking op het CIWIN.

De reacties op het groenboek over het Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur en de gedachtewisselingen met alle belanghebbende partijen hebben de inhoud van het voorstel betreffende het CIWIN sterk beïnvloed. Aanvankelijk hadden de lidstaten uiteenlopende ideeën over de wijze waarop het CIWIN zou moeten worden opgezet. Voor sommige lidstaten moest het CIWIN worden opgezet als een communicatie- en waarschuwingssysteem met verscheidene niveaus en met twee verschillende functies: een snelle-waarschu-wingssysteem en een elektronisch platform voor de uitwisseling van ideeën over en beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. Voor andere lidstaten moest het CIWIN niet meer zijn dan een forum, voor nog andere niet meer dan een snelle-waarschuwings-systeem dat de lidstaten met de Commissie verbindt. Op het ogenblik van de raadpleging waren twee lidstaten tegen het CIWIN gekant. Omdat de standpunten uiteenliepen, werd de kwestie besproken tijdens de regelmatige bijeenkomsten van het CIP-contactpunt met de lidstaten. Het uiteindelijke concept van het CIWIN is het resultaat van die besprekingen.

Bijeenbrengen en benutten vandeskundigheid

Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden

De beschikbare deskundigheid werd bijeengebracht via talrijke bijeenkomsten en seminars die in 2006, 2007 en 2008 plaatsvonden, en via het raadplegingsproces over het groenboek betreffende het Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur. Er werd informatie vergaard bij alle belanghebbende partijen.

Gebruikte methode

In maart 2006 gunde de Commissie een opdracht voor onder meer een haalbaarheidsstudie naar het CIWIN. Daarvoor moest informatie over beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur bijeen worden gebracht en moesten er interviews van deskundigen in de lidstaten worden afgenomen in verband met de vereisten waaraan het

CIWIN als een netwerk voor uitwisseling en als een snelle-waarschuwings-systeem zou moeten voldoen, rekening houdend met de bestaande infrastructuren en netwerken op nationaal en internationaal niveau. Een ander doel was het opzetten van een gemeenschappelijk platform voor de uitwisseling van informatie die relevant is voor de bescherming van kritieke infrastructuur.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen Alle lidstaten van de EU.

Samenvatting van de ontvangen en gebruikte adviezen

Er zijn geen mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen

genoemd.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het

publiek

In de bijlagen bij de effectbeoordeling.

Effectbeoordeling

Er is reeds overeenstemming bereikt over de goedkeuring van een afzonderlijk voorstel voor het CIWIN in het kader van het pakket in verband met het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, meer bepaald in de mededeling van de Commissie over het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur. Bij de effectbeoordeling werden vijf opties onderzocht.

Optie 1: status quo. Bij deze optie worden geen horizontale maatregelen op Europees niveau genomen en het staat de lidstaten vrij om de kwestie elk afzonderlijk aan te pakken.

Optie 2: het CIWIN als een verbetering van bestaande snelle-waarschuwings-systemen. Bij deze optie (die zowel een functionele herziening van de bestaande IT-architectuur als wijzigingen van hun rechtsgrondslag vereist) zou het CIWIN ervoor moeten zorgen dat de bestaande snelle-waarschuwings-systemen interoperabel zijn, en deze toegankelijk moeten maken voor de verschillende diensten in de EU en in de ministeries van de lidstaten. Aangezien deze optie enkel de snelle-waarschuwingsfunctie bestrijkt, zou de toevoeging van een platform voor de uitwisseling van informatie en beproefde methoden een herziening van de bestaande snelle-waarschuwings-systemen vereisen, wat heel wat middelen zou vergen. Optie 3: het CIWIN als een open platform voor (onbeveiligde) uitwisseling van informatie in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur. Deze optie zou een IT-instrument vereisen dat voor het grote publiek zou openstaan en dat als een gewone internetsite zou werken. Deze optie zou zeker bijdragen tot meer bewustwording van het belang van de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa en tot rechtstreekse uitwisseling van informatie tussen belanghebbende partijen. Omdat de eigenaar van de informatie die wordt ingevoerd, nooit zou weten wie de eindgebruiker is, zou de hoeveelheid informatie op de website echter uiterst beperkt zijn. Optie 4: het CIWIN als een vrijwillig beveiligd communicatie- en waarschuwingssysteem met twee verschillende functies, namelijk een snelle-waarschu-wingssysteem en een elektronisch platform voor de uitwisseling van ideeën over en beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. Bij deze optie zou het CIWIN worden opgezet als een IT-instrument dat gevoelige informatie tot en met beveiligingsrubricering UE RESTREINT kan opslaan en overdragen. Het systeem zou twee belangrijke functionaliteiten hebben: (1) een beveiligd forum voor de uitwisseling van informatie, met sterke klemtoon op de uitwisseling van beproefde methoden, dialoog en de totstandbrenging van vertrouwen op EU-niveau, en (2) een snelle-waarschuwingssysteem voor kritieke

infrastructuur. Het zou de lidstaten vrij staan om het volledige systeem, een van beide functies of geen enkele functie te gebruiken. Optie 5: het CIWIN als een verplicht beveiligd communicatie- en waarschuwingssysteem met twee verschillende functies, namelijk een snelle-waar-schuwingssysteem en een elektronisch platform voor de uitwisseling van ideeën over en beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur. Bij deze optie zou het CIWIN een verplicht systeem zijn, waarin alle lidstaten op gezette tijden informatie moeten invoeren en bijwerken.

De Commissie heeft een effectbeoordeling uitgevoerd die is opgenomen in het werkprogramma. Optie 4 (het CIWIN als een vrijwillig beveiligd communicatie- en waarschuwingssysteem met twee verschillende functies, namelijk een snelle-waarschuwingssysteem en een elektronisch platform voor de uitwisseling van ideeën over en beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur) beschikt duidelijk over de beste verhouding tussen de voor- en de nadelen. Bij deze optie zou het CIWIN een beveiligde omgeving vormen voor de uitwisseling van informatie, in hoge mate bijdragen tot de totstandbrenging van vertrouwen tussen belanghebbende partijen en de uitwisseling van waarschuwingen mogelijk maken. Een kopie van de effectbeoordeling van het CIWIN is bijgevoegd.

Juridische elementen van het voorstel

Samenvatting van de voorgestelde maatregel

Het doel van de voorgestelde maatregel is de lidstaten bij te staan in de uitwisseling van informatie over gedeelde bedreigingen, kwetsbaarheden en passende maatregelen en strategieën om de risico’s te verminderen op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur.

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslagen voor het voorstel zijn artikel 308 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Subsidiariteitsbeginsel

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Het subsidiariteitsbeginsel is nageleefd, aangezien de maatregelen die door middel van dit voorstel worden genomen niet door een afzonderlijke lidstaat van de EU kunnen worden uitgevoerd en daarom op EU-niveau moeten worden vastgesteld.

Hoewel het de verantwoordelijkheid van elke lidstaat is de kritieke infrastructuur binnen zijn bevoegdheidsgebied te beschermen, kan een grensoverschrijdend platform voor de hele EU dat ervoor zorgt dat alle lidstaten toegang krijgen tot informatie die zij kunnen gebruiken, zeker alleen maar op EU-niveau worden verwezenlijkt. De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Geen enkele lidstaat kan alleen zorgen voor een pan-Europese uitwisseling van informatie of snelle waarschuwingen. Het is derhalve duidelijk dat een maatregel op EU-niveau toegevoegde waarde biedt voor de coördinatie van gegevens die misschien reeds beschikbaar zijn doch niet met anderen worden gedeeld.

Alleen een Europese aanpak kan ervoor zorgen dat lidstaten die informatie wensen te delen en te ontvangen, gelijk worden behandeld, dat lidstaten niet op grond van hun geografische ligging worden benadeeld en dat de informatie werkelijk diegenen bereikt die de informatie wensen te ontvangen.

Er bestaat een rechtstreeks verband tussen Europese interdisciplinaire samenwerking en nationale veiligheid en beveiliging. In de wereld van vandaag, waarin landen en sectoren onderling afhankelijk zijn, kunnen de lidstaten diensten verrichten voor andere lidstaten of invloed uitoefenen op de diensten die in andere lidstaten worden verricht. Het risico bestaat dat een lidstaat schade lijdt doordat een andere lidstaat er niet in geslaagd is infrastructuur op zijn grondgebied voldoende te beschermen. Steeds meer infrastructuur is Europees van omvang, wat meebrengt dat een louter nationale aanpak onvoldoende is. Er moeten maatregelen worden genomen om de uiteenlopende bedreigingen voor kritieke infrastructuur van Europa aan te pakken.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel

Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Dit voorstel gaat niet verder dan nodig is om de onderliggende doelstellingen van samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied te verwezenlijken, met name wat betreft de bereidheid van de lidstaten om deel te nemen. De voorgestelde maatregel laat lidstaten die niet aan het CIWIN wensen te deel te nemen, de keuze om buiten het systeem te blijven. Ten opzichte van de voordelen heeft het CIWIN geen belangrijk direct financieel effect op de begroting van de lidstaten of de EU. De onderhoudskosten bedragen bijvoorbeeld ongeveer 550 000 euro per jaar, terwijl de kosten van de incidenten die het CIWIN mogelijk kan voorkomen of beperken, veel hoger zijn.

Keuze van instrumenten

Voorgestelde instrumenten: beschikking van de Raad. Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: Opdat het CIWIN-prototype volledig functioneel wordt en ter beschikking staat van alle lidstaten van de EU, moet er een rechtsgrondslag voorhanden zijn. Omdat het onderwerp dat met dit rechtsinstrument wordt aangepakt, specifiek en niet algemeen van omvang is, is een beschikking van de Raad het best geschikt om dit doel te bereiken en tegelijkertijd de gebruikers van het systeem (de lidstaten en de Commissie) te verplichten het mogelijk vertrouwelijke karakter van de uitgewisselde informatie te eerbiedigen.

Gevolgen voor de begroting

De gevolgen voor de begroting worden geraamd in het begeleidende financieel memorandum. Het programma «Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico’s: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen» voor de periode 2007–2013 zal tot de tenuitvoerlegging van deze beschikking bijdragen.

Aanvullende informatie

Simulatie, proeffase en overgangsperiode

Het voorstel heeft een simulatie of een proeffase omvat of zal er een omvatten.

Toetsings-/herzienings-/uitdovingsclausule

Het voorstel bevat een toetsingsclausule. Het voorstel bevat een herzieningsclausule.

2008/0200 (CNS) Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN)

1  PB C [...] van [...], blz. [...].

2  PB C [...] van [...], blz. [...].

3  14894/04.

4  COM(2006) 786 definitief i.

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en

met name op artikel 308,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor

Atoomenergie, en met name op artikel 203,

Gezien het voorstel van de Commissie1,

Gezien het advies van het Europees Parlement2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)    Het voornemen van de Commissie om een Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) voor te stellen, werd door de Raad bekrachtigd in zijn conclusies inzake «Preventie, paraatheid en reactie op terroristische aanslagen» en in zijn in december 2004 aangenomen «Solidariteitsprogramma van de EU betreffende de gevolgen van terroristische dreigingen en aanslagen». De Raad stemde voorts in met het voornemen van de Commissie om een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) op te zetten3.

(2)    In november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een groenboek betreffende een Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, waarin beleidsopties zijn opgenomen in verband met de wijze waarop de Commissie dit programma en het CIWIN tot stand zou kunnen brengen. De resultaten van de raadpleging over het groenboek bevestigden dat er bij de meerderheid van de lidstaten belangstelling bestaat voor het opzetten van het CIWIN.

(3)    In december 2006 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een mededeling betreffende een Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur4, waarin werd aangekondigd dat het CIWIN door middel van een afzonderlijk voorstel van de Commissie zou worden opgezet en een platform zou bieden om op een veilige manier beproefde methoden uit te wisselen.

(4)    Uit verschillende incidenten waarbij kritieke infrastructuur in Europa was betrokken, zoals de Europese blackout in 2006, bleek dat er behoefte bestond aan een betere en efficiëntere uitwisseling van informatie om incidenten te voorkomen of de omvang ervan te beperken.

(5)    Het is wenselijk dat een informatiesysteem wordt opgezet waardoor de lidstaten en de Commissie informatie en waarschuwingen op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur kunnen uitwisselen en hun dialoog in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur kunnen versterken, wat zal bijdragen aan meer integratie en betere coördinatie van de nationale onderzoeksprogramma’s op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur, die thans onafhankelijk van elkaar worden uitgevoerd.

(6)    Het CIWIN zou moeten bijdragen aan de verbetering van de bescherming van kritieke infrastructuur in de EU door een informatiesysteem te bieden waardoor de samenwerking tussen de lidstaten wordt vergemakkelijkt. Voorts zou het een efficiënt en snel alternatief moeten vormen voor de tijdrovende methoden om informatie over kritieke infrastructuur in de Gemeenschap te zoeken.

(7)    Het CIWIN zou met name de ontwikkeling van passende maatregelen om de uitwisseling van beproefde methoden te vergemakkelijken, moeten aanmoedigen en tegelijkertijd als beveiligd medium moeten dienen om acute bedreigingen en waarschuwingen mede te delen.

(8)    Het CIWIN zou dubbel werk moeten voorkomen en rekening moeten houden met de specifieke kenmerken, deskundigheid, regelingen en bevoegdheden van elk van de bestaande sectorale snelle-waarschu-wingssystemen.

(9)    Via verschillende sectorspecifieke snelle-waarschuwingssystemen waarop gespecialiseerde diensten in de EU een beroep kunnen doen, heeft de Commissie in de loop der jaren operationele capaciteit ontwikkeld om in noodsituaties van uiteenlopende aard bijstand te verlenen. De bestaande snelle-waarschuwingssystemen beschikken echter niet over een functionaliteit in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur die voor een ruimere kring van belanghebbende partijen dan de sectorale autoriteiten of hulpdiensten toegankelijk is.

(10)  Omdat kritieke infrastructuur in de lidstaten onderling afhankelijk is en de bescherming van die infrastructuur in de lidstaten van uiteenlopend niveau is, zou het opzetten van een horizontaal en sectoroverschrijdend Gemeenschapsinstrument voor de uitwisseling van informatie en waarschuwingen in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur de veiligheid van de burgers verhogen.

(11)  Rekening houdend met het feit dat in de toekomst het communicatienetwerk van de beveiligde trans-Europese diensten voor telematica tussen overheidsdiensten (s-TESTA) of een ander door de Commissie beheerd beveiligd netwerk ter beschikking zal staan, zou de Commissie het meest geschikte technologische platform voor het CIWIN moeten kiezen en van de eindgebruikers moeten verlangen dat zij aan de door de Commissie vastgestelde technische vereisten voldoen.

(12)  Om informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur onder belanghebbende partijen uit te wisselen, is het noodzakelijk dat alle betrokkenen erop kunnen vertrouwen dat beschermde of gevoelige gegevens die vrijwillig zijn uitgewisseld, niet openbaar worden gemaakt en dat die gevoelige gegevens passende bescherming krijgen.

(13)  De toegang tot het CIWIN zou moeten worden beperkt tot goedgekeurde gebruikers overeenkomstig de geldende voorwaarden, procedures en veiligheidsmaatregelen. In de lidstaten zou de gebruikerstoegang moeten worden beperkt tot de bevoegde nationale autoriteiten en in de Commissie tot de bevoegde diensten.

(14)  De kosten die eventueel op communautair niveau uit de werking van het CIWIN voortvloeien, zouden uit de middelen van de Gemeenschap en/of de desbetreffende communautaire programma’s moeten worden gefinancierd.

(15)  De kosten die eventueel op nationaal niveau uit de werking van het CIWIN voortvloeien, zouden door de lidstaten zelf moeten worden gefinancierd, tenzij communautaire regelingen anders bepalen.

(16)  Aangezien de doelstellingen van de voorgenomen maatregel, namelijk beveiligde en snelle uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve, vanwege de gevolgen van de voorgenomen maatregel, beter op communautair niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze beschikking niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(17)  Deze beschikking eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze beschikking wordt een beveiligd informatie-, communicatie- en waarschuwingssysteem opgezet, namelijk het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN), waarop de lidstaten een beroep kunnen doen voor de uitwisseling van informatie over gedeelde bedreigingen, kwetsbare punten en passende maatregelen en strategieën om de risico’s in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur te verminderen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder: «Kritieke infrastructuur»: de zich in de lidstaten bevindende activa, systemen of onderdelen daarvan, die van wezenlijk belang zijn voor de instandhouding van vitale maatschappelijke functies, de gezondheid, de veiligheid, de beveiliging en het economische of sociale welzijn van de bevolking, en waarvan de ontwrichting of vernietiging grote gevolgen voor een lidstaat zou hebben omdat die functies niet langer in stand zouden kunnen worden gehouden.

«Deelnemende lidstaat»: een lidstaat die met de Commissie een memorandum van overeenstemming heeft ondertekend. «CIWIN-functionaris»: het CIWIN-contactpunt in de betrokken lidstaat of de Commissie, dat ervoor zorgt dat het CIWIN op correcte wijze wordt gebruikt en dat de richtsnoeren voor de gebruikers in de betrokken lidstaat of de Commissie worden nageleefd.

«Bedreiging»: elke omstandigheid of gebeurtenis die kritieke infrastructuur of een onderdeel daarvan kan ontwrichten of vernietigen, of elke aanwijzing dat dit zou kunnen gebeuren.

Artikel 3

Deelname

Alle lidstaten kunnen deelnemen aan en gebruikmaken van het CIWIN.

Aan het CIWIN kan worden deelgenomen, indien een memorandum van overeenstemming wordt ondertekend, waarin de technische en beveili-gingsvereisten in verband met het CIWIN zijn opgenomen alsook informatie over de sites die aan het CIWIN moeten worden gekoppeld.

Artikel 4

Functionaliteiten

(1)    Het CIWIN bestaat uit de volgende twee functionaliteiten:

(a)   een elektronisch forum voor de uitwisseling van informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur;

(b)   een functionaliteit voor snelle waarschuwing waarmee alle deelnemende lidstaten en de Commissie waarschuwingen in verband met acute risico’s en bedreigingen voor kritieke infrastructuur kunnen melden.

(2)    Het elektronisch forum bestaat uit vaste onderdelen en dynamische onderdelen.

De vaste onderdelen zijn permanent in het systeem geïntegreerd. De inhoud van deze onderdelen kan worden aangepast, doch zij kunnen niet worden gewist of hernoemd en er kunnen geen nieuwe onderdelen aan worden toegevoegd. Bijlage I bevat een lijst van de vaste onderdelen. De dynamische onderdelen worden op verzoek gecreëerd en dienen een specifiek doel. Deze onderdelen worden gewist wanneer hun oorspronkelijke doel is bereikt. Bijlage II bevat een lijst van de dynamische onderdelen die bij het opzetten van het CIWIN zullen worden gecreëerd.

Artikel 5

Rol van de lidstaten

(1)    De deelnemende lidstaten wijzen een CIWIN-functionaris aan en stellen de Commissie daarvan in kennis. De CIWIN-functionaris is in de betrokken lidstaat verantwoordelijk voor de toekenning of weigering van toegangsrechten tot het CIWIN.

(2)    De deelnemende lidstaten verstrekken toegang tot het CIWIN overeenkomstig de door de Commissie vastgestelde richtsnoeren.

(3)    De deelnemende lidstaten verstrekken voor de EU van belang zijnde informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur en werken deze informatie op gezette tijden bij.

Artikel 6

Rol van de Commissie

(1) De Commissie is verantwoordelijk voor:

(a)   de technische ontwikkeling en het technische beheer van het CIWIN, met inbegrip van de IT-structuur en de elementen voor informatie-uitwisseling;

(b)   de vaststelling van richtsnoeren over de gebruiksvoorwaarden van het systeem, onder meer in verband met vertrouwelijkheid, overdracht, opslag, archivering en vernietiging van informatie. De Commissie stelt tevens de voorwaarden en procedures vast voor de toekenning van volledige of beperkte toegang tot het CIWIN.

(2)    De Commissie wijst de CIWIN-functionaris aan, die binnen de Commissie verantwoordelijk is voor de toekenning of weigering van toegangsrechten tot het CIWIN.

(3)    De Commissie verstrekt voor de EU van belang zijnde informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur en werkt deze informatie op gezette tijden bij.

Artikel 7

Beveiliging

(1)    Het CIWIN wordt opgezet als een beveiligd systeem, dat informatie tot en met beveiligingsrubricering RESTREINT UE kan behandelen.

De Commissie stelt vast welk technologisch platform het meest geschikt is voor het CIWIN; zij stelt ook de technische vereisten vast waaraan de gebruikers moeten voldoen. De beveiligingsrubricering van het CIWIN wordt indien nodig verhoogd.

(2)    De gebruikers krijgen toegangsrechten tot documenten op een «need to know»-basis en leven te allen tijde de specifieke instructies van de auteur in verband met de bescherming en verspreiding van een document na.

(3)    De lidstaten en de Commissie nemen de nodige beveiligingsmaatregelen om:

(a)   te beletten dat onbevoegden toegang krijgen tot het CIWIN;

(b)   te waarborgen dat bevoegde personen bij het gebruik van het CIWIN uitsluitend toegang hebben tot gegevens die binnen hun bevoegdheden vallen;

(c)    te voorkomen dat informatie in het systeem wordt gelezen, gekopieerd, gewijzigd of gewist door onbevoegden.

(4)    Het invoeren van informatie in het CIWIN heeft geen gevolgen voor het eigendomsrecht ervan. Bevoegde gebruikers blijven zelf verantwoordelijk voor de informatie die zij verstrekken en zorgen ervoor dat deze inhoudelijk ten volle in overeenstemming is met de geldende communautaire en nationale wetgeving.

Artikel 8

Richtsnoeren voor de gebruikers

De Commissie stelt richtsnoeren voor de gebruikers op waarin volledige details over de functionaliteiten en rollen van het CIWIN zijn opgenomen, en werkt deze op gezette tijden bij.

Artikel 9

Kosten

De kosten van de werking, het onderhoud en het centrale functioneren van het CIWIN worden gedragen door de Gemeenschapsbegroting. De kosten van toegang tot het CIWIN van gebruikers in de deelnemende lidstaten worden door de deelnemende lidstaten gedragen.

Artikel 10

Toetsing

De Commissie toetst en evalueert de werking van het CIWIN om de drie jaar en brengt op gezette tijden verslag uit aan de lidstaten. In het eerste verslag, dat binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking wordt overgelegd, wordt met name aangegeven welke onderdelen van het communautaire netwerk zouden moeten worden verbeterd of aangepast. Het bevat tevens alle voorstellen tot wijziging of aanpassing van deze beschikking welke de Commissie noodzakelijk acht.

Artikel 11

Datum van toepassing

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 12

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad De voorzitter

BIJLAGEI                                               VASTE CIWIN-ONDERDELEN

De in artikel 4 bedoelde vaste onderdelen zijn:

(1)    De onderdelen van de lidstaten: elke deelnemende lidstaat krijgt de mogelijkheid om in het CIWIN-portaal zijn eigen onderdeel te creëren. De organisatie, het beheer en de inhoud van dit veld behoren tot de uitsluitende verantwoordelijkheid van de lidstaat. Het onderdeel is uitsluitend toegankelijk voor gebruikers uit de betrokken lidstaat.

(2)    Elf sectoronderdelen: chemische industrie, energie, financiële diensten, voedsel, gezondheid, ICT, splijtstofkringloopindustrie, onderzoeksfaciliteiten, ruimte, vervoer en water. Voor algemene thema’s en vragen, die voor verschillende sectoren van belang zijn, wordt een sectoroverstijgend subonderdeel gecreëerd.

(3)    Het onderdeel van de CIWIN-functionarissen: een strategisch platform voor coördinatie en samenwerking, dat dient om de werkzaamheden en de communicatie in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur aan te moedigen. Dit onderdeel is alleen toegankelijk voor de CIWIN-functionarissen.

(4)    Het onderdeel in verband met de buitenlandse samenwerking van de EU: een onderdeel ter ondersteuning van de bewustwording van het belang van samenwerking met derde landen op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en de bewustwording van normen voor de bescherming van kritieke infrastructuur buiten de EU.

(5)    De adressenlijst: lijst waarin snel de contactgegevens van andere CIWIN-gebruikers of deskundigen op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur kunnen worden gevonden.

BIJLAGEII                                              DYNAMISCHE ONDERDELEN VAN HET CIWIN

De in artikel 4 bedoelde dynamische onderdelen zijn:

(1)    het onderdeel van de werkgroep van deskundigen: een onderdeel ter ondersteuning van de werkzaamheden van de werkgroepen van deskundigen op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur;

(2)    het onderdeel voor projecten: informatie over projecten die door de Commissie worden gefinancierd;

(3)    de onderdelen voor waarschuwingen: wanneer er in het snelle-waarschuwingssysteem een waarschuwing wordt gegeven, kan een onderdeel worden gecreëerd, dat tijdens de duur van de maatregelen die worden genomen om kritieke infrastructuur te beschermen, als communicatiekanaal zal dienen;

(4)    het onderdeel voor bijzondere thema’s: voor de behandeling van bijzondere thema’s.

FINANCIEEL MEMORANDUM

  • 1. 
    BENAMING VAN HET VOORSTEL

Beschikking van de Raad betreffende een netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN)

  • 2. 
    ABM/ABB-KADER

Activiteit 18.05: veiligheid en bescherming van de vrijheden Doelstelling 2: bescherming van kritieke infrastructuur

  • 3. 
    BEGROTINGSONDERDELEN

3.1. Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving

Begrotingsonderdeel: 18.050800

Benaming: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme

3.2.  Duur van de actie en van de financiële gevolgen

Vanaf 2009

3.3.  Begrotingskenmerken

 

Begrotingsonderdeel

Soort uitgave

 

Nieuw

Bijdrage EVA

Bijdrage kandidaatlidstaten

Rubriek

financiële

vooruit-zichten

18.050800

Niet-verplichte uitgaven

GK1

Nee

Nee

Nee

3A

Gesplitste kredieten.

  • 4. 
    OVERZICHT VAN DE MIDDELEN

4.1. Financiële middelen

4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

 

Soort uitgave

Punt nr.

 

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

Beleidsuitgaven1

VK BK

8.1.

a b

0,95 0,95

0,55 0,55

0,55 0,55

0,55 0,55

0,55 0,55

3,15 3,15

Administratieve uitgaven binnen het referentie-bedrag2

Technische en administratieve bijstand (NGK)

8.2.4.

c

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

TOTAAL REFERENTIEBEDRAG

VK

BK

 

a+c

b+c

0,95 0,95

0,55 0,55

0,55 0,55

0,55 0,55

0,55 0 ,55

3,15 3,15

Soort uitgave

Punt nr.

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal

Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen3

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven

(NGK)

Andere niet in het referentiebedrag begrepen

administratieve uitgaven (NGK)

 

8.2.5.

d

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

0,585

8.2.6.

e

0,015

0,015

0,015

0,015

0,015

0,075

TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven

a+c+d+e

1,082

0,682

0,682

0,682

3,81

TOTAAL BK inclusief personeelsuitgaven

b+c+d+e

1,082

0,682

0,682

0,682

3,81

1  Uitgaven die niet vallen onder hoofdstuk xx 01 van de desbetreffende titel xx.

2  Uitgaven die vallen onder artikel xx 01 04 van titel xx.

3  Uitgaven die vallen onder hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05.

4.1.2.  Verenigbaarheid met de financiële programmering

A Het voorstel is verenigbaar met de financiële programmering.

M Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten.

M Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord1 (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten).

4.1.3.  Financiële gevolgen voor de ontvangsten

H Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

M Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten:

4.2. Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE; ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1

Jaarlijkse behoeften

2009

2010

2011

2012

2013

Totaal personele middelen

1111

  • 5. 
    KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN

5.1. Behoefte waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

De specifieke doelstelling van het CIWIN is coördinatie en samenwerking in verband met informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur op EU-niveau. In de eerste plaats moet het CIWIN beveiligde en gestructureerde uitwisseling van informatie garanderen, zodat de gebruikers op een snelle en efficiënte manier meer te weten kunnen komen over beproefde methoden in andere lidstaten van de EU, en daarnaast moet het dienen als snelle-waarschuwingssysteem waarop de lidstaten een beroep kunnen doen voor de bescherming van kritieke infrastructuur.

1 Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.

5.2.  Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie

Hoewel het de verantwoordelijkheid van elke lidstaat is de kritieke infrastructuur binnen zijn bevoegdheidsgebied te beschermen, kan een grensoverschrijdend platform voor de uitwisseling van informatie voor de hele EU dat ervoor zorgt dat alle lidstaten toegang krijgen tot informatie die zij kunnen gebruiken, zeker alleen maar op EU-niveau worden verwezenlijkt. Geen enkele lidstaat kan alleen zorgen voor een pan-Euro-pese uitwisseling van informatie of snelle waarschuwingen. Het is derhalve duidelijk dat een maatregel op EU-niveau toegevoegde waarde biedt voor de coördinatie van gegevens die misschien reeds beschikbaar zijn doch niet met anderen worden gedeeld. Alleen een Europese aanpak kan ervoor zorgen dat lidstaten die informatie wensen te delen en te ontvangen, gelijk worden behandeld, dat lidstaten niet op grond van hun geografische ligging worden benadeeld en dat de informatie werkelijk diegenen bereikt die de informatie wensen te ontvangen.

5.3.  Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM

De specifieke doelstelling van het CIWIN is het aanmoedigen van de ontwikkeling van passende maatregelen om de uitwisseling van beproefde methoden te vergemakkelijken. Tegelijkertijd moet het als beveiligd medium dienen om acute bedreigingen en waarschuwingen mede te delen. Het systeem zou ervoor moeten zorgen dat de juiste personen op het juiste ogenblik over de juiste informatie beschikken.

Reeds in de mededeling over een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastrucuur werd de creatie van het CIWIN overwogen. Als IT-instrument is het CIWIN een van de operationele doelstellingen van het Europees Programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur. De operationele (sub)doelstelling die het CIWIN wenst te verwezenlijken, kan als volgt worden omschreven:

  • • 
    het voorzien in een IT-instrument dat de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur vergemakkelijkt, een snel en efficiënt alternatief vormt voor de vaak tijdrovende methoden om informatie te zoeken en de lidstaten de mogelijkheid biedt rechtstreeks te communiceren en informatie in te voeren die zij relevant achten.

5.4.  Wijze van uitvoering (indicatief)

A Gecentraliseerd beheer

A rechtstreeks door de Commissie gedelegeerd aan:

□   uitvoerende agentschappen

□   door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement

□   nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbare-dienstverleningstaak

M Gedeeld of gedecentraliseerd beheer

M met lidstaten

M met derde landen M Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke). Opmerkingen:

  • 6. 
    TOEZICHT EN EVALUATIE

6.1. Toezicht

Om te beoordelen of het CIWIN vooruitgang heeft geboekt, moeten de volgende voortgangsindicatoren worden gebruikt:

– aantal lidstaten dat aan het CIWIN deelneemt (om het systeem als een succes te kunnen beschouwen, zou het door ten minste 20 lidstaten op gezette tijden moeten worden gebruikt);

– de graad van vertrouwelijkheid van de uitgewisselde informatie

(voeren de lidstaten alleen niet-gerubriceerde informatie in of wordt er ook gerubriceerde informatie ingevoerd?);

– maken de groepen van deskundigen op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur in de eerste plaats gebruik van het CIWIN om hun standpunten over het verwezenlijken van de doelstellingen uit te wisselen (bijvoorbeeld definitie van de criteria op basis waarvan per sector wordt vastgesteld welke infrastructuur kritiek is)?

6.2.  Evaluatie

6.2.1.  Evaluatie vooraf

Na de afsluiting van de proeffase (proefproject CIWIN) in 2009 zal de Commissie aan de autoriteiten van de lidstaten korte vragenlijsten toezenden, teneinde na te gaan of zij over het systeem tevreden zijn en of het systeem bijdraagt tot de algemene doelstellingen van het CIWIN-initiatief (de Commissie kan daarbij voorstellen dat nieuwe functionaliteiten worden toegevoegd of dat niet goed werkende functionaliteiten worden verwijderd).

Voorts is een effectbeoordeling uitgevoerd, die als bijlage bij dit voorstel is gevoegd.

6.2.2.  Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan)

Bij het toezicht en de evaluatie moet er worden uitgegaan van het beginsel van consumententevredenheid.

– De Commissie zou om de drie jaar het functionele systeem moeten toetsen. De Commissie baseert haar toetsing op de standpunten van de lidstaten die besproken zijn tijdens de regelmatige bijeenkomsten van de CIP-contactpunten.

6.2.3. Vorm en frequentie van toekomstige evaluaties

Drie jaar na zijn creatie zal het CIWIN worden geëvalueerd op basis van de in punt 6.1 opgenomen indicatoren.

  • 7. 
    FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

De bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de bestrijding van fraude en onregelmatigheden vormen een integraal onderdeel van deze beschikking.

De bevoegde dienst van de Commissie is verantwoordelijk voor het administratieve toezicht op contracten en betalingen. Elke maatregel die uit hoofde van deze beschikking wordt gefinancierd, wordt in alle fasen van de projectcyclus door de bevoegde diensten van de Commissie gecontroleerd. Bij de controle wordt rekening gehouden met de contractuele verplichtingen en met de beginselen van kosten-batenanalyse en goed financieel beheer.

Voorts voorzien alle op grond van deze beschikking gesloten overeenkomsten en contracten uitdrukkelijk in toezicht op de uitgaven waartoe ten behoeve van de projecten/programma’s toestemming is gegeven, op de correcte uitvoering van de maatregelen, alsmede in financiële controle door de Commissie, waaronder begrepen het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), en controles door de Europese Rekenkamer, indien nodig ter plaatse. Deze overeenkomsten en contracten staan de Commissie (OLAF) toe controles en verificaties ter plaatse uit te voeren overeenkomstig Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de aard van de uitgaven (subsidiabiliteit van de uitgaven), de uitvoering van de begrotingen (werkelijke uitgaven) en de controle van de bewijsstukken (bewijs van de uitgaven).

8.2. Administratieve uitgaven

8.2.1. Aantal en soort personeelsleden

Soort

post                                                     Huidigofextra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer vandeactie (aantal posten/VTE)

2009                        2010                         2011                         2012                         2013

(18)                                                         (20)           AD          (21)           0,5          (22)           0,5          (23)           0,5          (24)           0,5          (25)              0,5 Ambtenaren of

tijdelijk personeel1

(19)          (XX0101)                             AST                           0,5                           0,5                           0,5                           0,5                           0,5 Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel1

Uit artikel XX 01 04/05

gefinancierd ander personeel3

TOTAAL                                                                                      11111

1  Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt.

2  Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt.

8.2.2.  Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien

De belangrijkste taak van de ambtenaren van de Commissie is de taak van CIWIN-beheerder. De ambtenaren van de Commissie zullen derhalve verantwoordelijk zijn voor de configuratie van de oplossing, zullen de verzoeken om creatie van dynamische onderdelen beheren, zullen deze dynamische onderdelen creëren en zullen ongebruikte of verlaten onderdelen wissen. De Commissie zal de rol van beheerder op zich nemen.

8.2.3.  Herkomst van het (statutaire) personeel

H Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma

M Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JPS/VOB-procedure voor jaar n

M Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd

M Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling)

M Posten die voor jaarnnodig zijn, maar die in het kader van de JPS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen

8.2.4.  Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (XX 01 04/05–Uitgaven voor administratief beheer)

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving)

2009

2010

2011

2012

2013

TOTAAL

1 Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven)

Uitvoerende agentschappen1

Andere technische en administratieve bijstand – intern – extern

Totaal technische en administratieve bijstand

 

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen.

8.2.5. Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

in miljoen euro (tot op 3 decimalen)

Soort personeel

2009

2010

2011

2012

2013

Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01)

Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde

nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.)

(vermeld begrotingsonderdeel)

Totaal personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

0,117

Berekening Ambtenaren en tijdelijke functionarissen Zie punt 8.2.1.

Berekening Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel n.v.t.

2009

2010

2011

2012

2013

TOTAAL

XX 01 02 11 01 – Dienstreizen

XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen

XX 01 02 11 03 – Comités1

XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen

XX 01 02 11 05 – Informatiesystemen

2 Totaal andere beheersuitgaven (XX 01 02 11)

3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel)

Totaal andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen

 

0,01

0,01

0,01

0,01

0,01

0,05

0,005

0,005

0,005

0,005

0,005

0,025

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

0,015

n.v.t.

0,015

n.v.t.

0,015

n.v.t.

0,015

n.v.t.

0,015

n.v.t.

0,075

Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort.

Berekening Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.