Richtlijn betreffende herbruikbaarheid, recycleerbaarheid motor- voertuigen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 08-07-2004 |
---|---|
Publicatiedatum | 07-04-2009 |
Kenmerk | 22112, 330, 9 |
Titel
Voorstel
voor een richtlijn van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen
inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige
toepassing, en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad
Datum Raadsdocument
18 maart 2004
Nr Raadsdocument
7 532/04
Nr. Commissiedocument
COM(2004) 162
Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Verkeer & Waterstaat i.o.m. VROM, EZ, FIN, RDW
Behandelingstraject in Brussel
Raadswerkgroep Technische Harmonisatie
en Raad Concurrentievermogen
Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Voorstel
stelt de nodige bepalingen vast om te garanderen dat nieuwe
personenauto's (M1) en lichte bedrijfsvoertuigen (N1, minder dan 3,5 ton
max.) zo worden ontworpen dat ze op het gebied van herbruikbaarheid,
recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassingen aan de vereiste
minimumpercentages voldoen.Deze vereiste minimumpercentages zijn
eerder vastgelegd in richtlijn 2000/53/EG (autowrakken). Minstens 85
procent van de massa dient herbruikbaar en/of recycleerbaar zijn en
minstens 95 procent van de massa dient herbruikbaar en/of nuttig toepas-
baar te zijn.
Daarnaast bevat het onderhavige voorstel een lijst van onderdelen die niet
opnieuw bij de constructie van voertuigen mogen worden gebruikt,
aangezien ze aanleiding geven tot veiligheids- of milieurisico's.
Bovenstaande bepalingen zullen worden opgenomen in het communau-
taire typekeuringssysteem (richtlijn 70/156/EG, geamendeerd door 92/53/
EG). Voor lichte bedrijfsauto's worden de lidstaten verzocht e.e.a. natio-
naal toe te passen.
Rechtsbasis van het voorstel
artikel 95, EG-Verdrag
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Co-decisie proce-
dure
Instelling nieuw Comitologie-comité
nee
Subsidiariteit en proportionaliteit
Subsidiariteit
positief. Het doel van de richtlijn kan niet bereikt worden
door nationale besluiten, zonder dat er concurrentievervalsing en/of
handelsbelemmeringen ontstaan.
Proportionaliteit
Nog onduidelijk. Zie verder Nederlands standpunt.
Consequenties voor de EU-begroting
Geen.
Financiële, personele en administratieve consequenties voor de
rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger:
Uit de richtlijn komen administratieve lasten voort voor importeurs en
controlerende autoriteiten (RDW). Aan de Commissie zal meer duidelijk-
heid over de hoogte van de administratieve lasten worden gevraagd.
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid,
(infor-
matie over het inschakelen van nationale agentschappen/zelfstandige
bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en
handhaving en/of sanctionering):
Nog niet goed te bepalen. Hierover zal nog nader overleg plaatsvinden
met het RDW en de sector. Naar huidig inzicht zullen fabrikanten en
importeurs veel gegevens moeten verzamelen, die de RDW zal moeten
beoordelen, verwerken en bewaren. Daarnaast bestaat nog onduidelijk-
heid over de handhaafbaarheid van het voorstel.
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde
datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met
commentaar t.a.v. haalbaarheid:
12 maanden na inwerkingtreding (= 20 dagen na publicatie in Publicatie-
blad EU). Over de haalbaarheid vindt momenteel nader overleg plaats.
Consequenties voor ontwikkelingslanden
Geen.
Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Nederland staat gematigd positief tegenover het voorstel maar maakt zich
wel zorgen over de extra administratieve lasten die mogelijk uit de richt-
lijn voorvloeien. Nederland vraagt zich af of het doel van dit voorstel deze
lasten rechtvaardigt. Ook omdat een groot gedeelte al is geregeld via
richtlijn 2000/53/EG (autowrakken). Totdat er meer duidelijkheid is over de
extra administratieve lasten van het voorstel, zal Nederland dan ook een
voorbehoud maken Indien blijkt dat de extra administratieve lasten
meevallen, zal Nederland inzetten op het opnemen van «zware metalen»
(zoals o.a. lood in accu's) in het voorstel, in verband met de negatieve
effecten van deze metalen op het milieu. Vooralsnog zijn deze van het
voorstel
uitgesloten.