Beschikking over het in de handel brengen van roggebrood met toegevoegde fytosterolen/fytostanolen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 15-11-2005 |
---|---|
Publicatiedatum | 07-04-2009 |
Kenmerk | 22112, 399, 2 |
Titel
Voorstel
voor een beschikking van de Raad tot verlening van een vergunning voor het in de handel brengen van roggebrood met toegevoegde fytosterolen/fytostanolen als nieuw voedingsmiddel of nieuw voedselingrediënt krachtens Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad
Datum Raadsdocument
13 september 2005
Nr. Raadsdocument
12127/05
Nr. Commissiedocument
COM(2005) 340
Eerstverantwoordelijk ministerie
VWS i.o.m. FIN en EZ
Behandelingstraject in Brussel
Geen besluitvorming mogelijk in Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid (PCVD) van 30 april 2004, nu voorgelegd aan de Raad.
Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel
Het voorgenomen besluit valt onder de uitvoering van verordening 258/97, betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten. Verordening 258/97 stelt dat nieuwe voedselingrediënten, zoals bijvoorbeeld fytosterolen en fytostanolen, niet zijn toegestaan, tenzij aan de (veiligheids)criteria en de toelatingsprocedures voldaan is. Als dit het geval is, kan een vergunning worden verleend voor het in de handel brengen van het desbetreffende product. In dit besluit gaat het specifiek om een voorstel voor vergunningverlening voor de toepassing van fytosterolen in roggebrood.
Fytosterolen en fytostanolen worden toegepast in producten met het doel het bloedcholesterolgehalte te verlagen. Het Wetenschappelijk Comité van de Europese Commissie heeft geconcludeerd dat inname van fytosterolen en fytostanolen beneden 3 gram per dag moet blijven, omdat daarboven ongewenste effecten te verwachten zijn.
Daarnaast heeft het PCVD (Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid) van november 2003 overeenstemming bereikt over een verbod op de toepassing van fytosterolen in de volgende productcategoriën:
-
-producten die aantrekkelijk zijn voor kinderen;
-
-dranken waarvan de consumptie moeilijk te portioneren is;
-
-voedingsmiddelen rijk aan verzadigd vetten of suikers, die niet geschikt zijn voor consumenten die proberen hun cholesterolgehalte in hun bloed te verlagen.
Rechtsbasis van het voorstel
Verordening (EG) 258/97 inzake nieuwe voedingsmiddelen, m.n. art. 7.
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Comitologie volgens artikel 7 jo. artikel 13, lid 4, onder b), van Verordening (EG) 258/97 en overeenkomstig artikel 5 van Besluit 1999/468/EG van de Raad.
Instelling nieuw Comitologie-comité
Nee, er wordt gebruik gemaakt van de bestaande comitologie-procedure.
Subsidiariteit en proportionaliteit
N.v.t., want de voorgestelde vergunningverlening vormt uitvoering en toepassing van (mogelijkheden in) Verordening 258/97.
Consequenties voor de EU-begroting
geen.
Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger
n.v.t.
Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen/ zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering)
n.v.t.
Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
Beschikking treedt in werking op dag van publikatie in Publikatieblad.
Consequenties voor ontwikkelingslanden
geen.
Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling
Hoewel Nederland positief staat tegenover innovatie in de voedingsmiddelenindustrie, staat Nederland afwijzend tegen het volledig vrijgeven van de toepassing van fytostanolen en fytosterolen in een breed scala aan voedingsmiddelen, omdat Nederland het risico van overconsumptie van fytosterolen en fytostanolen wil beperken.
Nederland steunt de specifieke toepassing van fytostanolen en fytosterolen in roggebrood. Het product is voldoende specifiek gedefinieerd en valt niet onder een van de drie uitzonderingscategorieën van het PCVD:
-
-producten die aantrekkelijk zijn voor kinderen;
-
-dranken waarvan de consumptie moeilijk te portioneren is;
-
-voedingsmiddelen rijk aan verzadigd vetten of suikers, die niet geschikt zijn voor consumenten die proberen hun cholesterolgehalte in hun bloed te verlagen.
Verder is roggebrood geen product dat in Nederland specifiek door kinderen wordt gegeten.
15 nov '05 |
Brief staatssecretaris met vier fiches van de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC) - Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie |
Buitenlandse Zaken (BUZA) 22112, nr. 399 |