Verheffingsideaal actueler dan ooit

Met dank overgenomen van Partij van de Arbeid (PvdA) i, gepubliceerd op donderdag 25 juni 2009.

Als de verkiezingen voor het Europees Parlement i iets duidelijk hebben gemaakt, dan is dat de noodzaak van een brede volkspartij als dam tegen de verscheurde samenleving. Dat schrijft Wouter Bos i in NRC Handelsblad in reactie op een recente column van Elsbeth Etty.

Het volledige opiniestuk, zoals geplaatst in NRC Handelsblad van 25 juni:

'De sociaal-democratie kan niet zonder elite. Met haar wortels in grote emancipatiebewegingen als die van vrouwen en arbeiders, weet juist de sociaal-democratie dat emancipatie geen kans maakt zonder voortrekkers. Van het Kinderwetje van Van Houten en de introductie van de achturige werkdag tot en met het discriminatieverbod en de introductie van subsidies voor de kinderopvang. Wat eerst nog gezien wordt als betweterij, betutteling of paternalisme, wordt jaren later (h)erkend als visie, verlichting of zelfs bevrijding.

Ik zeg dus met Elsbeth Etty (Opiniepagina, 16 juni) en in het licht van grote vragen als de emancipatie en integratie van nieuwe Nederlanders, dat ons probleem eerder een te weinig dan een teveel aan elite is. En dat juist de sociaal- democratie zich daarvan bewust moet zijn.

Een kernbegrip in die traditie is de volksverheffing. Dat vraagt om leiding en om moraal. Toen wij tijdens de formatie van het huidige kabinet op zoek waren naar een motto, passeerde al snel het voorstel 'Verheffen en Verbinden' de revue. Maxime Verhagen i (CDA) vond het maar niks. Hij vond het te zeer 'moreel geladen' en te 'sociaal-democratisch'. Hij had het helaas goed begrepen. Ik vertel dit omdat ik het ook hier eens ben met Etty: emancipatie is onmogelijk zonder verheffen, verheffen is onmogelijk zonder morele standaard.

Etty verwijt de PvdA vervolgens haar morele standaard te hebben losgelaten door Wilders onvoldoende te bestrijden, amechtig achter Wildersstemmers aan te lopen en zich zo feitelijk uit te leveren aan de agenda van extreem-rechts. Zij voegt zich daarmee in het koortje van linkse intellectuelen dat de verkiezingsuitslag van 4 juni verlekkerd aangrijpt om te pleiten voor een terugkeer naar de PvdA van voor 2002. Met de winst van D66 en GroenLinks als bewijs voor het eigen morele gelijk.

Aan die morele standaard heb ik geen behoefte. Ja, de PvdA zal veel beter en scherper samen met partijen als D66 en GroenLinks het progressieve alternatief voor Wilders en zijn ideale samenleving moeten schetsen. Zoveel is mij ook duidelijk na 4 juni.

Maar voor een partij als de Partij van de Arbeid is het ondenkbaar om D66 en GroenLinks te gaan kopiëren en afscheid te nemen van het ideaal van een brede volkspartij die uit alle lagen van de bevolking steun vindt voor een gemeenschappelijk progressief ideaal. De ooit traditionele PvdA-kiezers opgeven die richting SP en PVV zijn gegaan of thuis zijn gebleven, is voor mij geen optie. Mijn ziel en zaligheid verloochenen om ze terug te halen overigens ook niet.

De grote opdracht voor de PvdA de komende jaren ligt bij het hervinden van haar karakter als brede volkspartij.

De verkiezingsuitslag van 4 juni was dramatisch, maar veel erger is het kennelijke onvermogen van de politiek om een scheurende samenleving een (ver)bindend perspectief te bieden dat groepen uit alle lagen van de bevolking aanspreekt.

Bij dat onvermogen weiger ik mij neer te leggen. Omdat het niet slechts het falen van de PvdA in haar klassieke opdracht zou betekenen, maar ook de verdeeldheid in de samenleving zou bestendigen. Juist nu moet perspectief op een gedeelde toekomst geboden worden. De elite zal daarin voorop moeten gaan, maar zich ook moeten realiseren dat haar emanciperende functie alleen maar werkt als ze vertrouwd wordt door 'het volk'.

Daar is het de laatste decennia misgegaan en dat is een belangrijke reden dat niet alleen de klassieke middenpartijen, maar de sociaal-democratie in het bijzonder, ook buiten Nederland, het slecht doet bij de kiezer. Met name lageropgeleiden tot ver in de middenklasse zijn gaan zweven omdat hun vertrouwen in de politiek is beschaamd. De progressieve elite was enthousiast over globalisering, Europa en migratie. Zelf voelden ze zich veelal juist bedreigd en op zijn minst onzeker door wat dit in hun eigen werk- en leefomgeving teweegbracht.

De verkiezingsuitslag is daarmee vooral een teken van een voortdurende vertrouwenscrisis van een samenleving die in toenemende mate verdeeld raakt tussen zij die vooral kansen zien in de moderne samenleving (veelal hoger opgeleiden) en zij die zich daar vooral door bedreigd voelen (veelal lager opgeleiden).

De oplossing is niet badend in het eigen morele gelijk aan één kant van de kloof te gaan staan. Ooit formuleerde Joop den Uyl i bijna toevallig de missie van de sociaal-democratie als 'de boel bij elkaar houden'. De samenleving vraagt inmiddels om een grotere ambitie: ons wordt niet minder gevraagd dan de boel bij elkaar te brengen. Dat wordt nu onze hoofdopdracht. Daarbij is het een handicap dat we soms meer van de overheid lijken dan van de burger. Dat gaat vroeg of laat ten koste van ons vermogen los te komen van alledaagse beperkingen, te inspireren en vergezichten te schetsen.

Dus zullen we meer dan we gedaan hebben onze ideale samenleving moeten uitdragen zonder ons bij voorbaat te laten beperken door wat er bestuurlijk en beleidsmatig wel niet aan vast zit.

We zullen problemen tot de onze moeten maken, ook al weten we nog niet helemaal hoe we ze op moeten lossen. We zullen moeten praten over waarden en deugden zonder dat we verzanden in het drijfzand van beleid, wet, regel, projecten en processen. En we zullen in ons eigen functioneren de soberheid moeten betrachten die ons bij het bepleiten van die waarden en deugden geloofwaardig maakt. Zo bouwen we niet slechts bruggen, maar krijgen we mensen ook zover dat ze eroverheen gaan. Vrij van angst en vol van zelfvertrouwen. Opdat ze zich realiseren dat verantwoordelijkheid nemen voor elkaar ons land prettiger, onze economie sterker en onze vrijheid groter maakt.'

Wouter Bos