Handleiding voor douanesamenwerking - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 16-10-2000 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 10429/1/00 REV 1 |
Van | Presidency |
Aan | Working Party on Customs Cooperation |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 16 oktober 2000 (25.10)
DE EUROPESE UNIE (OR. fr)
10429/1/00 REV 1
LIMITE
ENFOCUSTOM 32
NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep douanesamenwerking nr. vorig doc.: 10429/00 ENFOCUSTOM 32 Betreft: Handleiding voor douanesamenwerking
NL
INHOUD VAN DE HANDLEIDING
INLEIDING EN GEBRUIKSAANWIJZING BIJ DE HANDLEIDING .......................blz. 4
DEEL I: WEDERZIJDSE BIJSTAND TUSSEN DE DOUANEADMINISTRATIES
Blad nr. 1: toelichting op de wederzijdse bijstand (artikelen 8 t/m 18) .................blz. 7
Blad nr. 2: bijstand op verzoek ..................................................................................blz. 8 ● Bijlage 1: lijst van de centrale diensten en van de talen waarin het verzoek om
bijstand kan worden gedaan....................................................................... blz. 13 ● Bijlage 2: modelformulier voor het verzoek om bijstand en samenwerking.............. blz. 18 ● Bijlage 3: modelformulier voor de verstrekking van informatie ................................ blz. 18
Blad nr 3: bijstand op eigen initiatief .......................................................................blz. 21
DEEL II: BIJZONDERE VORMEN VAN SAMENWERKING 1
Blad nr. 1: beginselen van de grensoverschrijdende samenwerking (artikel 19).......blz.
● Bijlage 1: lijst van de centrale diensten en de taal waarin het verzoek om bijzondere samenwerking kan worden gedaan ............................................... blz.
● Bijlage 2: andere douanediensten dan de centrale diensten die bevoegd zijn om in dringende gevallen rechtstreeks samen te werken................................ blz.
● Bijlage 3: modelformulier voor het aanvragen van bijzondere samenwerking voor de vijf vormen van samenwerking waarin de overeenkomst voorziet ............................................................................... blz.
Blad nr. 2: grensoverschrijdende achtervolging (artikel 20) .......................................blz.
Blad nr. 2.1: algemeen ...................................................................................................... blz.
Blad nr. 2.2: bladen per land ................................................................................................ blz.
Blad nr. 3: grensoverschrijdende observatie (artikel 21) .............................................blz.
Blad nr. 3.1: algemeen ...................................................................................................... blz. ● Bijlage: modelformulier voor het verslag over een grensoverschrijdende
observatie ...................................................................................................... blz. Blad nr. 3.2: bladen per land ................................................................................................ blz.
Blad nr. 4: gecontroleerde afleveringen (artikel 22) .....................................................blz.
Blad nr. 5: infiltratieoperaties (artikel 23).....................................................................blz.
Blad nr. 6: gemeenschappelijke speciale onderzoekteams (artikel 24) .......................blz.
1 De volgende delen worden in latere documenten behandeld.
NL
DEEL III: BILATERALE REGELINGEN EN NATIONALE BEPALINGEN
Blad nr. 1: algemeen (artikel 1, lid 2) .............................................................................blz.
Blad nr. 2: bladen per land..............................................................................................blz.
DEEL IV: ALGEMENE BIJLAGE BIJ DE HANDLEIDING
● Bijlage 1: lijst van de bevoegde douaneautoriteiten van de lidstaten in de zin van artikel 4, punt 7.......................................................................... blz.
● Bijlage 2: samenvattende tabel van de bevoegdheden van de douanediensten van de lidstaten .......................................................... blz.
● Bijlage 3: tekst van de Overeenkomst van Napels II....................................................... blz.
NL
INLEIDING EN GEBRUIKSAANWIJZING BIJ DE HANDLEIDING
1. Algemene karakteristiek van de overeenkomst
De overeenkomst inzake wederzijdse bijstand en samenwerking tussen de douaneadministraties, de zogeheten Napels II-overeenkomst, is op 18 december 1997 in Brussel ondertekend (PB C 24,
23.1.98, blz. 1 + PB C 165, 30.5.98, blz. 24 (en)).
Deze overeenkomst van de EU, die gebaseerd is op artikel K3 (nieuw artikel 31) van het Verdrag betreffende de Europese Unie, vervangt de zogeheten Overeenkomst van Napels 1967.
Het is een belangrijk juridisch instrument om de internationale fraude en sluikhandel, waarmee zowel de nationale als de communautaire douanewetgeving overtreden wordt, beter te kunnen bestrijden.
Artikel 1 van de overeenkomst luidt als volgt: "Onverminderd de bevoegdheden van de
Gemeenschap verlenen de lidstaten van de Europese Unie elkaar wederzijds bijstand en werken zij samen via hun douaneadministraties, om:
-
-inbreuken op nationale douanevoorschriften te voorkomen en op te sporen, en
-
-inbreuken op communautaire en nationale douanevoorschriften te vervolgen en te bestraffen." (...).
De Napels II-overeenkomst geeft geen nieuwe bevoegdheden aan de diensten die met de toepassing ervan zijn belast. Laatstgenoemden voeren de bepalingen van de overeenkomst uit binnen het kader van hun bestaande nationale bevoegdheden.
NL
2. Omschrijving van het toepassingsgebied van de douanesamenwerking in het kader van de Napels II-overeenkomst.
De douanesamenwerking tussen de douaneadministraties van de lidstaten zoals omschreven in de
Napels II-overeenkomst, is van toepassing op:
● het voorkomen en het opsporen van inbreuken op nationale douanevoorschriften (wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen) op de volgende gebieden:
-
-de rechtsinstrumenten die het grensoverschrijdende verkeer van bepaalde goederen verbieden, beperken of controleren;
-
-rechtsinstrumenten inzake niet-geharmoniseerde accijnzen;
● de vervolging en bestrijding van zowel voornoemde inbreuken als inbreuken op:
-
-het communautaire douanewetboek en de toepassingsbepalingen daarvan; - rechtsinstrumenten op het gebied van geharmoniseerde accijnzen; - rechtsinstrumenten op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid; - rechtsinstrumenten inzake de BTW op de invoer;
● de deelneming aan of de poging tot het begaan van dergelijke inbreuken;
● de deelneming aan een criminele organisatie die dergelijke inbreuken begaat;
● het witwassen van geld dat afkomstig is van één van de voornoemde inbreuken.
Voorts doet de overeenkomst geen afbreuk aan verdergaande bepalingen van bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen lidstaten aangaande samenwerking (artikel 1, lid 2).
NL
Overeenkomstig artikel 25 van de overeenkomst, moeten de douaneadministraties bij het uitwisselen van gegevens de toepasselijke bepalingen eerbiedigen van het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens en moet deze uitwisseling van gegevens plaatsvinden met inachtneming van de desbetreffende nationale bepalingen.
3. Gebruiksaanwijzing voor de handleiding:
Deze handleiding is operationeel van opzet en bestemd voor de functionarissen ter plaatse.
Doel van de handleiding is een nadere omschrijving te geven van de belangrijkste douanesamenwerkingsmaatregelen waarin de overeenkomst voorziet, teneinde de douaneautoriteiten te helpen bij de toepassing daarvan.
De handleiding is slechts bedoeld als wegwijzer, zonder bindend karakter.
De handleiding bestaat uit vier delen, die op hun beurt verdeeld zijn in bladen.
Voor informatie over een thema raadplege men het desbetreffende deel, vervolgens het algemene blad en/of het nationale blad/de nationale bladen van het betrokken land.
NL
Deel I WEDERZIJDSE BIJSTAND
BLAD 1: Wederzijdse bijstand tussen de douaneadministraties (artikelen 8 t/m 18)
De bijstand kan plaatsvinden:
-
1)op verzoek
Hier zijn vier verschillende soorten verzoeken mogelijk: - verzoeken om inlichtingen; - verzoeken tot uitoefening van toezicht; - verzoeken tot onderzoek; - verzoeken tot kennisgeving;
-
2)op eigen initiatief
Toezicht en mededeling van inlichtingen op eigen initiatief.
NL
BLAD 2: Bijstand op verzoek (artikelen 8 t/m 14)
1) Beginselen van de bijstand op verzoek
Artikel 8: beginselen:
"1. Bij de bijstand als bedoeld in deze titel gaat de aangezochte autoriteit of de door haar benaderde bevoegde autoriteit te werk als handelde zij ten eigen behoeve of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen lidstaat. Daartoe gebruikt zij al de haar in het kader van haar nationale wetgeving ter beschikking staande wettelijke bevoegdheden ter inwilliging van het verzoek.
-
2.De aangezochte autoriteit breidt deze bijstand uit tot alle aspecten van de inbreuk die duidelijk samenhangen met de in het verzoek om bijstand vermelde zaak, zonder dat daartoe een
aanvullend verzoek wordt verlangd. In twijfelgevallen neemt de aangezochte autoriteit eerst contact op met de verzoekende autoriteit.".
2) Voorwaarden voor de bijstand op verzoek
Ì In principe worden de verzoeken om bijstand en de antwoorden daarop uitgewisseld tussen de
centrale coördinatiediensten die binnen elke douaneadministratie van de lidstaten zijn aangewezen, zulks in een door de betrokken staat aanvaardbaar geachte taal. De lijst van de centrale coördinatiediensten van de lidstaten en de talen waarin de verzoeken kunnen worden gedaan, is opgenomen in bijlage 1 bij dit blad (blz. 13).
Ì Indien de behandeling van het verzoek niet onder de bevoegdheid van de douaneautoriteit van
de aangezochte staat valt, geeft de centrale coördinatiedienst van die staat het verzoek door aan de bevoegde nationale autoriteit en stelt hij de verzoekende autoriteit daarvan op de hoogte (artikel 5, lid 3).
Ì De aangezochte autoriteit of de door haar benaderde bevoegde autoriteit gaat te werk als
handelde zij ten eigen behoeve of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen lidstaat.
NL
Ì Deze verzoeken moeten nauwkeurig zijn en schriftelijk worden gedaan (artikel 9, lid 1) aan de
hand van het modelformulier in bijlage 2 van dit blad (blz. 21).
Ì De verzoeken om bijstand die op elektronische wijze worden ingediend, op basis van het
modelformulier, worden aanvaard, mits de betrokken diensten expliciet daarmee instemmen (deze informatie staat in bijlage 1 bij dit blad, in de lijst met de namen en adressen van de centrale coördinatiediensten).
Ì Mondelinge verzoeken worden in spoedeisende gevallen (artikel 9, lid 4) aanvaard, mits zij zo
spoedig mogelijk schriftelijk worden bevestigd.
Ì De verzoeken moeten vergezeld gaan van alle voor de behandeling ervan noodzakelijke
bescheiden (artikel 9, lid 1).
3) Modaliteiten van de bijstand op verzoek
(Zie modelformulier voor bijstand en samenwerking in bijlage 2 bij dit blad (blz. 21)).
3.1. Verzoek om inlichtingen (artikel 10 van de overeenkomst)
Ì Principe: op verzoek van de verzoekende autoriteit verstrekt de aangezochte autoriteit aan
eerstgenoemde alle inlichtingen die het mogelijk maken om inbreuken op nationale douanevoorschriften te voorkomen, op te sporen, te vervolgen en te bestraffen, alsmede om inbreuken op communautaire douanevoorschriften te vervolgen en te bestraffen (artikel 4, punt 3 en artikel 10, lid 1).
Ì Deze inlichtingen moeten vergezeld gaan van alle documenten waarop zij gebaseerd zijn
(artikel 10, lid 2).
NL
Ì Deze gegevens worden medegedeeld aan de verzoekende staat, of mogen door gemachtigde
functionarissen van die staat rechtstreeks in de douanekantoren van de aangezochte staat worden ingezameld (artikel 10, lid 3). In aanmerking komen alle gegevens uit de documentatie die voor het personeel van deze kantoren toegankelijk is.
Laatstgenoemde mogelijkheid is gebonden aan voorwaarden:
-
-de bevoegde autoriteit moet via de centrale coördinatiedienst van de aangezochte lidstaat vooraf haar instemming geven;
-
-de verzoekende autoriteit moet gemachtigde functionarissen aanwijzen;
-
-de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat moet gedetailleerde instructies voor de toegang tot en het inzamelen van de gegevens vaststellen.
3.2. Verzoeken tot uitoefening van toezicht (artikel 11 van de overeenkomst)
Ì Principe: op verzoek van de verzoekende autoriteit zal de aangezochte autoriteit bijzonder
toezicht uitoefenen of laten uitoefenen op personen ten aanzien van wie ernstige vermoedens bestaan dat zij inbreuken op de communautaire of nationale douanevoorschriften hebben begaan of voorbereiden alsmede op plaatsen, vervoermiddelen en goederen die verband houden met die inbreuk.
3.3. Verzoeken tot onderzoeken (artikel 12 van de overeenkomst)
Ì Principe: wanneer de verzoekende autoriteit hierom vraagt, zal de aangezochte autoriteit een
passend onderzoek verrichten of doen verrichten naar handelingen die een inbreuk vormen of volgens de verzoekende autoriteit een inbreuk lijken te vormen (in de zin van artikel 4, lid 3).
Ì De resultaten van het onderzoek alsmede alle daarmee verband houdende documenten moeten
aan de verzoekende autoriteit worden medegedeeld (artikel 10, lid 1).
NL
Ì Deze inlichtingen moeten vergezeld gaan van alle documenten waarop zij gebaseerd zijn
(artikel 10, lid 2).
Ì De gemachtigde functionarissen van de verzoekende staat kunnen het door de aangezochte
staat uitgevoerde onderzoek bijwonen.
Deze mogelijkheid is gebonden aan voorwaarden:
-
-de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat moet er vooraf mee instemmen;
-
-de verzoekende autoriteit moet gemachtigde functionarissen aanwijzen;
-
-het onderzoek wordt uitgevoerd door de functionarissen van de aangezochte staat.
De functionarissen van de verzoekende staat mogen niet de bevoegdheden uitoefenen van de functionarissen van de aangezochte staat, tenzij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat daar uitdrukkelijk mee instemt. Zij hebben daarentegen wel toegang tot dezelfde ruimten en dezelfde documenten als de functionarissen van de aangezochte autoriteit, door bemiddeling van laatstgenoemden en uitsluitend voor zover dat nodig is voor het lopende onderzoek.
3.4. Gebruik van de resultaten van de bijstand op verzoek (artikel 14)
Alle gegevens die in het kader van de genoemde soorten bijstand worden verzameld, kunnen door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat als bewijsmiddel worden gebruikt overeenkomstig het nationale recht van die staat.
De overeenkomst van Napels II maakt alleen de verstrekking van gegevens of documenten tussen de douaneadministraties van de lidstaten mogelijk. De verkrijging van die gegevens of documenten door de autoriteiten van de aangezochte staat alsmede het gebruik ervan door de autoriteiten van de verzoekende staat blijven onderworpen aan de voorschriften van het nationale recht in kwestie.
NL
3.5. Verzoek om kennisgeving (artikel 13 van de overeenkomst)
Principe: op verzoek van de verzoekende autoriteit en met inachtneming van de nationale regels van de lidstaat waar zij is gevestigd, geeft de aangezochte autoriteit de geadresseerde van het besluit kennis of laat zij hem kennis geven van alle besluiten of beslissingen die uitgaan van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd en die betrekking hebben op de toepassing van deze overeenkomst.
De verzoeken:
-
-moeten het onderwerp vermelden van de besluiten of beslissingen;
-
-gaan vergezeld van een vertaling in de officiële taal van de aangezochte staat, behoudens tegenbericht van laatstgenoemde.
NB: Deze vorm van bijstand heeft geen betrekking op de inning van rechten en heffingen; deze wordt geregeld in een specifieke tekst (Richtlijn 76/308 i).
NL
Deel 1, Blad 2, bijlage 1
Namen en adressen van de centrale coördinatiediensten
en
talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan
België
Naam en adres van de centrale dienst
Nog vermelden
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan
Nog vermelden
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Denemarken
Naam en adres van de centrale dienst
Central Customs and Tax Administration
Østbanegade 123
21000 Copenhagen Ø
Nog aanvullen
Talen waarin de bijstandsverzoeken kunnen worden gedaan: Deens, Zweeds, Engels, Duits
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Duitsland
Naam en adres van de centrale dienst
Zollkriminalamt, Postfach 850562, 51030 Köln; Bezoekadres: Bergisch Gladbacher Straße 837,
51 069 Köln, Tel.: 0221 672 – 0 , Fax: 0221 672 4500, Internet: www.zollkriminalamt.de, e-mail: info-pool@net
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan: Duits
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Griekenland
Naam en adres van de centrale dienst
The 33rd Division of Customs Law Enforcement, 10 Karageorgi Servias Street, 101 84 Athens
Tel. : 301 72 59 324/6/9 Fax : 301 32 25 192 e-mail: d33eltel@otonet.gr
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan : Grieks, Engels, Frans
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Spanje
Naam en adres van de centrale dienst
Nog aanvullen
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan
Nog aanvullen
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Frankrijk
Naam en adres van de centrale dienst
Direction nationale du renseignement et des enquêtes douanières
Assistance administrative mutuelle internationale (AAMI)
18-22 rue de Charonne
Tel. : 00.33.1.49.23.36.36
Fax : 00.33.1.49.23.39.56 (AAMI)
-
:00.33.1.49.23.39.23 of 22 (buiten de kantooruren)
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan : Frans, Engels, Duits, Italiaans, Spaans
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Verenigd Koninkrijk
Naam en adres van de centrale dienst
HM Customs and Excise, Central Intelligence Branch 27, Long Room, Customs House, Lower
Thames Street, London EC3R 6EE, Tel.: 00 44 20 7665 7803, Tel.: 00 44 17 02 711 356 (buiten kantooruren), Fax: 00 44 20 7665 8127
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan
Spoedgevallen: Engels
Andere gevallen: taal van de verzoekende staat
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Ierland
Naam en adres van de centrale dienst
Mutual Assistance Section, Office of the Revenue Commissioners, Customs & Excise Branch,
Government Offices, Nenagh, Co.Tiperary
Tel. : (353-67) 33 533
Fax : (353 67) 32 381
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan : Engels
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Italië
Naam en adres van de centrale dienst
Ufficio centrale di coordinamento, Departimento delle Dogane ed II.II. D.C.S.D. , Via Carucci 71, 00143 Roma
Nog aanvullen
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan: Italiaans, Engels, Frans, Duits, Spaans
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Luxemburg
Naam en adres van de centrale dienst
Direction des douanes et accises, Division Anti-Drogues et Produits Sensibles
B.P. 1822 LUXEMBOURG
Tel.: (+ 352) 49 88 58 515
Tel.: (+ 352) 49 88 58 250 (buiten kantooruren)
Fax: (+352) 48 83 66
Fax: (+352) 49 22 28 (buiten kantooruren)
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan : Duits, Engels, Frans
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Nederland
Naam en adres van de centrale dienst
Douane Informatie centrum/ Customs Intelligence Centre, Westzeedijk 387, Postbus 70005,
3000 KG Rotterdam , Tel.: + 31 (0) 10 244 2020, Tel.: + 31 (0) 10 244 2000 (buiten kantooruren), Fax: + 31 (0) 10 244 2006
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan: Nederlands, Engels, Duits, Frans
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Oostenrijk
Naam en adres van de centrale dienst
Bundesministerium für Finanzen, Himmelpfortgasse 4, 01015 Wien, Tel.: + 431 51433 1350,
Fax: + 431 512 67 90 , e-mail : herwig.heller@bmf.gv.at
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan: Duits, Engels
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Portugal
Naam en adres van de centrale dienst
Direction des Services de Prévention et Répression de la Fraude (DSPRF)
Nog aanvullen
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan : Spaans, Portugees, Frans, Engels
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
Finland
Naam en adres van de centrale dienst
National Board of Customs, Enforcement and audit, PO Box 512, 00101 Helsinki
Tel. Fax Mr Juha Niskanen, Director of Unit: +358 9 614 2-472 +358 9 614 2-726 Mr Lauri Ervola, Head of Enforcement: -542 -744 Mr Esko Hirvonen, Head of Investigation: -296 -669 Mr Samy Gardemeister, Head of Intelligence: -506 -211
Talen waarin de bijstandverzoeken kunnen worden gedaan : Fins, Zweeds, Engels, Duits, Frans
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Koninkrijk Zweden
Naam en adres van de centrale dienst
Swedish Customs Head Office, Customs investigation, Box 12 854, 112 98 STOCKHOLM
Tel: + 46 771 520 520
Talen waarin de bijstandsverzoeken kunnen worden gedaan: Zweeds, Engels en na instemming, per geval, van de Zweedse douane, elke andere taal waarvan het gebruik voor het specifieke geval het meest geschikt lijkt (onder voorbehoud voor de vertaling)
Het elektronisch toezenden van verzoeken om bijstand wordt aanvaard o JA o NEE
Nog aanvullen
NL
Deel 1, blad 2, bijlage 2
Modelformulier voor bijstand en samenwerking
1. Algemene gegevens betreffende het verzoek
Naam en adres van de verzoekende autoriteit:
Telefoon:
Fax: e-mail:
Naam correspondent:
Dossiernummer:
Datum en plaats van invulling van het formulier:
Naam en adres van de aangezochte autoriteit:
Telefoon:
Fax: e-mail:
Lijst van andere eventueel benaderde autoriteiten:
Dit document is de schriftelijke bevestiging van een telefonisch verzoek o JA o NEE
Urgent o JA o NEE
Zo JA, waarom:
Gelijktijdige uitvoering van rechtshulp o JA o NEE
Zo JA, referenties van het dossier:
2. Soort verzoek
- Verzoek om bijstand
Op initiatief van de justitiële autoriteiten: o JA o NEE
Vorm van het verzoek: o verzoek om inlichtingen o verzoek tot uitoefening van toezicht o verzoek tot onderzoek o verzoek tot kennisgeving
- Bijzondere samenwerkingsvormen van titel IV van de overeenkomst
o Grensoverschrijdende achtervolging o grensoverschrijdende observatie o gecontroleerde aflevering o infiltratie o gemeenschappelijke bijzondere onderzoeksteams.
3. Doel en reden van het verzoek x x x x
Toelichting op het doel en de redenen van het verzoek:
In de verzoekende lidstaat uigevoerde maatregelen en verkregen resultaten:
Vereiste maatregelen y:
Aantal bijlagen z:
NL
4. Natuurlijke of rechtsperso(o)n(en) en/of voertuigen waarop het verzoek om bijstand of samenwerking betrekking heeft
(of van de personen die de inbreukpleger vergezellen)
Ü NAAM: familienaam, meisjesnaam, voornaam,…
Ü FIRMANAAM: naam van het bedrijf, BTW-nummer, accijnsnummer,…
Ü OVERGELEGD IDENTITEITSBEWIJS: aard en nummer, datum en plaats van afgifte
Ü GEBOORTEDATUM EN -PLAATS:
Ü ADRES (straat, huisnummer, postcode, woonplaats):
Ü BEROEP (of sector waarin werkzaam):
Ü VOERTUIG (type, kentekennummer, chassisnummer, kleur, naam van de eigenaar, enz.):
Ü GOED WAAROP DE FRAUDE BETREKKING HEEFT {: aard en hoeveelheid, inbeslaggenomen o JA o NEE, wijze van camouflage en verpakking, land van herkomst, plaats van
bestemming.
NL
Deel 1, blad 2, bijlage 3
Modelformulier voor de verstrekking van informatie
1. Bijstand op eigen initiatief
o Verstrekking van inlichtingen op eigen initiatief (artikel 17 van de overeenkomst). o Verstrekking van inlichtingen op grond van op eigen initiatief verricht toezicht (artikel 16,
punt a)van de overeenkomst)
Doel en redenen van de verstrekking:
2. Antwoord van de aangezochte autoriteit | | | |, ingevolge een verzoek om bijstand of
samenwerking
o Verstrekking van inlichtingen ingevolge een verzoek (artikelen 10 en 11 van de
overeenkomst)
o Verstrekking van de resultaten van een gevraagd onderzoek (artikel 12 van de overeenkomst) o Verstrekking van inlichtingen ingevolge een verzoek om uitvoering van een bijzondere vorm
van samenwerking (Titel IV van de overeenkomst)
Referentie van het verzoek om bijstand en samenwerking:
Naam en adres van de verzoekende autoriteit:
Dossiernummer van het verzoek:
Naam en adres van de met het onderzoek belaste autoriteit:
Dossiernummer bij de aangezochte autoriteit:
Naam van de contactpersoon:
Naam, maatschappelijke zetel en/of woonplaats van de partijen bij de procedure:
Plaatsen waar bewijsmateriaal is ontdekt of meegedeeld:
Overige relevante informatie die van belang kan zijn voor de verzoekende autoriteit:
3. Inlichtingen en/of resultaten
Uitgevoerde maatregelen en verkregen resultaten †:
Aantal bijlagen ‡:
Nuttige aanvullende gegevens:
4. Natuurlijke of rechtsperso(o)n(en) en/of voertuigen waarop de verstrekking van inlichtingen betrekking heeft
(of van de personen die de inbreukpleger vergezellen)
Ü NAAM: familienaam, meisjesnaam, voornaam,…
Ü FIRMANAAM: naam van het bedrijf, BTW-nummer, accijnsnummer,…
Ü OVERGELEGD IDENTITEITSBEWIJS: aard en nummer, datum en plaats van afgifte
Ü GEBOORTEDATUM EN -PLAATS:
Ü ADRES (straat, huisnummer, postcode, woonplaats):
Ü BEROEP (of sector waarin werkzaam):
Ü VOERTUIG (type, kentekennummer, chassisnummer, kleur, naam van de eigenaar, enz.):
Ü GOED WAAROP DE FRAUDE BETREKKING HEEFT ➇: aard en hoeveelheid, inbeslaggenomen o JA o NEE, wijze van camouflage en verpakking, land van herkomst, plaats van
bestemming.
NL
x Beknopt, nauwkeurig en eenvoudig formuleren. Geen afkortingen of regionale uitdrukkingen
gebruiken. Vermeld de nationale wet of regelgeving die is overtreden. Wordt het verzoek gedaan na een ontdekking door de douane, vermeld dan datum, plaats en tijdstip van inbeslagneming, alsmede het type controle. Deze rubriek niet invullen in geval van een verzoek tot kennisgeving.
➁ Bij voorkeur aangeven, in de vorm van een in volgorde van prioriteit genummerde lijst, of de
eventuele gevraagde documenten gewaarmerkt moeten zijn of niet. Ingeval om toezicht wordt verzocht, moeten de betrokken plaatsen, vervoermiddelen of goederen worden vermeld.
➂ De bijlagen bundelen per thema, nummeren en voorzien van een inhoudsopgave. De bijlagen
kunnen rapporten, voor eensluidend gewaarmerkte afschriften, uittreksels van procedurebesluiten, afschriften van handelsdocumenten, enz. bevatten. In geval van een verzoek tot kennisgeving, moet het voorwerp van de/het mede te delen beslissing of besluit worden vermeld. Een vertaling in de officiële taal of een van de officiële talen van de aangezochte lidstaten moet worden bijgevoegd.
{ Ingeval een verzoek betrekking heeft op een van de bijzondere samenwerkingsvormen, moet
de aard van het goed dat onder die specifieke samenwerkingsvorm valt, worden vermeld (artikel 19, lid 2, van de overeenkomst).
… Overeenkomstig het handboek voor administratieve samenwerking op douanegebied
(doc. 11563/99 ENFOCUSTOM 49)
➅ Beknopt, nauwkeurig en eenvoudig formuleren. Geen afkortingen of regionale uitdrukkingen
gebruiken. Vermeld de nationale wet of regelgeving die is overtreden. Wordt het verzoek gedaan na een ontdekking door de douane, vermeld dan datum, plaats en tijdstip van inbeslagneming, alsmede het type controle. Deze rubriek niet invullen in geval van een verzoek tot kennisgeving.
➆ De bijlagen bundelen per thema, nummeren en voorzien van een inhoudsopgave. De bijlagen
kunnen rapporten, voor eensluidend gewaarmerkte afschriften, uittreksels van procedurebesluiten, afschriften van handelsdocumenten, enz. bevatten. In geval van een verzoek tot kennisgeving, moet het voorwerp van de/het mede te delen beslissing of besluit worden vermeld. Een vertaling in de officiële taal of een van de officiële talen van de aangezochte lidstaten moet worden bijgevoegd.
➇ Ingeval een verzoek betrekking heeft op een van de bijzondere samenwerkingsvormen, moet
de aard van het goed dat onder die specifieke samenwerkingsvorm valt, worden vermeld (artikel 19, lid 2, van de overeenkomst).
NL
BLAD 3: Bijstand op eigen initiatief (artikelen 15 t/m 18)
1. Beginselen van de bijstand op eigen initiatief
Artikel 15: zoals bepaald in de artikelen 16 en 17 en onder voorbehoud van eventuele beperkingen uit hoofde van de nationale wetgeving, verlenen de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat bijstand aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, ook wanneer deze laatste hierom niet vooraf hebben verzocht.
2. Voorwaarden voor de bijstand op eigen initiatief
Ì Bijstand op eigen initiatief moet worden verleend binnen het bestek van de bevoegdheden van
de autoriteit die deze bijstand verleent.
Ì Over de vraag of de verstrekking van informatie in het kader van bijstand op eigen initiatief
schriftelijk moet worden gestaafd, wordt in dit stadium geen beslissing genomen.
Aangezien alle in dit verband verstrekte gegevens door de lidstaat van bestemming als bewijsmiddel kunnen worden gebruikt, acht Frankrijk het nodig dat hiervan schriftelijke sporen worden opgemaakt of bewaard.
Daarom stelt Frankrijk voor, op het modelformulier voor de verstrekking van informatie op bladzijde 22 (1e deel, blad 2, bijlage 3) een rubriek inzake bijstand op eigen initiatief op te nemen.
3. Modaliteiten van de bijstand op eigen initiatief
3.1. Toezicht (artikel 16 van de overeenkomst)
De bevoegde autoriteiten van elke lidstaat kunnen op eigen initiatief besluiten tot de uitoefening van bijzonder toezicht.
NL
Dat bijzonder toezicht moet ten doel hebben de douaneautoriteiten van de staat die de informatie ontvangt, in staat te stellen inbreuken (of pogingen tot inbreuken) op de nationale of communautaire douanevoorschriften alsmede het witwassen van geld dat van dergelijke inbreuken afkomstig is, te voorkomen, op te sporen en te vervolgen.
Naast het toezicht kunnen aan de bevoegde autoriteiten van elke betrokken lidstaat alle inlichtingen worden medegedeeld waarover de verzoekende douaneautoriteiten beschikken: rapporten en andere documenten of voor eensluidend gewaarmerkte uittreksels of afschriften van die rapporten en documenten die verkregen zijn in het kader van een uit het eigen initiatief ondernomen toezicht in verband met een voorgenomen of gepleegde inbreuk.
3.2. Inlichtingen op eigen initiatief (artikel 17 van de overeenkomst)
De bevoegde autoriteiten van iedere lidstaat zenden de bevoegde autoriteiten van de andere betrokken lidstaten onverwijld alle relevante inlichtingen over voorgenomen of reeds gepleegde inbreuken (verborgen middelen, smokkelmethoden, enz.) op hun grondgebied.
4. Gebruik van de resultaten van bijstand op eigen initiatief (artikel 18 van de overeenkomst)
Alle in het kader van voornoemde bijstand verzamelde gegevens kunnen door de bevoegde autoriteiten van de ontvangende lidstaat overeenkomstig het nationale recht als bewijsmiddel worden gebruikt.
_______________