Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) - Meerjarig indicatief financieel kader voor 2011-2013

1.

Tekst

Belangrijke juridische mededeling

|

2.

52009DC0543

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) - Meerjarig indicatief financieel kader voor 2011-2013 /* COM/2009/0543 def. */

[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 14.10.2009

COM(2009) 543 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) MEERJARIG INDICATIEF FINANCIEEL KADER VOOR 2011-2013

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA)MEERJARIG INDICATIEF FINANCIEEL KADER VOOR 2011-2013

Inleiding

Het Meerjarig Indicatief Financieel Kader (MIFF) voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) moet informatie geven over de indicatieve verdeling van het totale IPA-budget dat de Commissie overeenkomstig artikel 5 van de IPA-Verordening (EG) nr. 1085/2006 voorstelt. Het MIFF vormt de schakel tussen het politieke kader dat deel uitmaakt van het uitbreidingspakket en het begrotingsproces. Voor ieder begunstigd land en voor programma's met meerdere begunstigden wordt een indicatieve meerjarenplanning (MIPD) vastgesteld aan de hand waarvan de pretoetredingssteun wordt verstrekt. Daarin wordt rekening gehouden met de in het MIFF voorgestelde indicatieve verdeling.

Het MIFF is gebaseerd op een doorlopende programmeringscyclus van drie jaar. Onder normale omstandigheden wordt in het laatste kwartaal van jaar N-2 in het kader van het uitbreidingspakket een MIFF gepresenteerd voor de jaren N, N+1 en N+2. Dit MIFF vormt het voorstel voor een financiële vertaling van de politieke prioriteiten in het pakket zelf, rekening houdend met het financiële kader. Het onderhavige MIFF betreft de jaren 2011-2013. Het geeft aan hoe het budget voor pretoetredingssteun per land en per sector over deze jaren wordt verdeeld en geeft een indicatie van het budget voor de meerbegunstigdenprogramma's en de ondersteunende uitgaven.

Zoals in de voorbije jaren, wordt het MIFF bekendgemaakt op basis van de huidige status van de desbetreffende landen en loopt het dus in deze fase niet vooruit op besluiten met betrekking tot: de status van landen die een verzoek om toetreding tot de Europese Unie hebben ingediend (Montenegro, Albanië en IJsland); een waarschijnlijke toetredingsdatum voor een kandidaat-lidstaat; of de opname van IJsland in de IPA-Verordening[1]. Indien dit MIFF op belangrijke punten dient te worden gewijzigd als dergelijke gebeurtenissen zich vóór de volgende jaarlijkse publicatie van het MIFF in het najaar 2010 zouden voordoen, zal de Commissie te gelegener tijd een gewijzigde versie publiceren. Zodra een kandidaat-lidstaat tot de EU toetreedt, zullen pretoetredingsfondsen die op voorlopige basis aan dat land waren toegewezen vanaf het toetredingsjaar niet langer meer beschikbaar zijn voor deze nieuwe lidstaat.

De algemene politieke prioriteiten voor het pretoetredingsproces worden vastgesteld in de toetredingspartnerschappen en de Europese partnerschappen, de jaarlijkse voortgangsverslagen en het strategiedocument over de uitbreiding, dat onderdeel is van het uitbreidingspakket dat ieder jaar aan de Raad en het Europees Parlement wordt voorgelegd.

Strategische financiële programmering

  • 1. 
    Verdeling van de middelen over de landen

Het uitgangspunt voor de toewijzingen in 2007 was de verbintenis van de Commissie dat geen enkel begunstigd land in 2007 minder zou ontvangen dan in 2006, en dat Bosnië-Herzegovina en Albanië niet minder zouden ontvangen dan het jaargemiddelde van de financiering die beide landen in 2004, 2005 en 2006 hadden gekregen. Dit laatste punt houdt verband met het feit dat de financiering voor die landen al grotendeels in 2004 werd uitgekeerd. In de eerste twee jaren van IPA werden de kredieten voor bijna 100% vastgelegd (met inbegrip van naar het volgende jaar overgedragen kredieten, die volledig zijn vastgelegd).

De cijfers voor 2008 en later zijn berekend op basis van de toewijzingen per hoofd van de bevolking, die in het verleden als representatief voor de behoeften en de impact zijn genoemd. Aldus gemeten zouden de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan hun positie gedurende de periode van het huidige financiële kader moeten kunnen optrekken tot boven het gemiddelde van 23 euro per hoofd van de bevolking (prijspeil 2004), dat zij uit hoofde van CARDS ontvingen. Voor Montenegro ligt de financiering per hoofd van de bevolking hoger dan voor de andere potentiële kandidaat-lidstaten, doordat er voor adequaat bestuur een minimumfinancieringspeil nodig is ongeacht de omvang van het land. De totale verdeling van de middelen over de verschillende landen is gehandhaafd, met uitzondering van Kosovo[2], dat extra IPA-middelen heeft ontvangen. In 2008 heeft de begrotingsautoriteit 60 miljoen EUR toegekend in het kader van een bredere beschikbaarstelling van nieuwe middelen om de stabiliteit en de ontwikkeling van Kosovo te ondersteunen. Deze steun werd aangevuld met een overschrijving van een extra bedrag van 60 miljoen EUR van niet-benutte kredieten voor macrofinanciële bijstand. In 2009 is een extra bedrag van 40 miljoen EUR vastgelegd in aansluiting op de donorconferentie van juli 2008.

Voor de kandidaat-lidstaten Kroatië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië wordt een niveau van ruim 30 EUR per hoofd van de bevolking (prijspeil 2004) voorzien. Voor Kroatië wordt dit peil gedurende de periode gehandhaafd. Voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijft de financiering per hoofd van de bevolking toenemen, omdat voor de opbouw van een goed bestuur een minimumfinanciering noodzakelijk is ongeacht de omvang van het land.

Voor Turkije wordt het steunvolume per hoofd van de bevolking over de periode 2007-2013 geleidelijk verhoogd, rekening houdend met de omvang en de absorptiecapaciteit van het land.

  • 2. 
    Verdeling van de middelen over de sectoren

De IPA-middelen worden verstrekt voor de volgende vijf sectoren: I – Overgang en institutionele opbouw; II – Grensoverschrijdende samenwerking; III – Regionale ontwikkeling; IV – Ontwikkeling van het menselijk potentieel; V – Plattelandsontwikkeling.

Sector I, Steun voor overgang en institutionele opbouw, omvat alle maatregelen voor institutionele opbouw en investeringen in verband met het communautair acquis . Deze sector helpt de begunstigde landen bij de opbouw van bestuurlijke en justitiële capaciteit en steunt aan de hand van een prioriteitenlijst samenwerkingsmaatregelen die niet uitdrukkelijk in andere sectoren zijn opgenomen.

Sector II, Grensoverschrijdende samenwerking, steunt grensoverschrijdende activiteiten tussen de begunstigde landen onderling en tussen de begunstigde landen en de lidstaten en omvat ook de deelneming van IPA-begunstigden aan EFRO-programma's voor transnationale en interregionale samenwerking en aan ENPI-zeebekkenprogramma's.

Sector III, Regionale ontwikkeling, staat open voor de kandidaat-lidstaten en sluit zo nauw mogelijk aan bij het EFRO en het Cohesiefonds, zodat de begunstigde landen zich nu al maximaal op de tenuitvoerlegging van de structuurfondsen krachtens de regels voor externe bijstand kunnen voorbereiden.

Sector IV, Ontwikkeling van het menselijk potentieel, staat open voor kandidaat-lidstaten en bereidt ze voor op de programmering, de tenuitvoerlegging en het beheer van het Europees Sociaal Fonds in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie.

Sector V, Plattelandsontwikkeling, helpt de kandidaat-lidstaten zich voor te bereiden op door de EU gefinancierde programma's voor plattelandsontwikkeling na de toetreding, door pretoetredingssteun te verstrekken aan de hand van systemen die zoveel mogelijk overeenstemmen met die welke na de toetreding worden geïmplementeerd.

Bij de verdeling over de verschillende sectoren is rekening gehouden met de vorderingen van de systemen voor gedecentraliseerd beheer die nodig zijn voor de implementatie van de sectoren III, IV en V in de huidige kandidaat-lidstaten en met het beginsel dat de financiering uit sector II die verband houdt met grensoverschrijdende samenwerking met de lidstaten, moet overeenstemmen met de overeenkomstige EFRO-middelen uit rubriek 1b.

  • 3. 
    Overige toewijzingen

Uitgaven voor ondersteuning

Dit budget omvat de administratieve kosten die direct verband houden met de implementatie van het IPA. In 2007, 2008 en 2009 omvat het ook de administratieve kosten van de geleidelijke stopzetting van eerdere pretoetredingssteun, onder meer voor Bulgarije en Roemenië.

Toewijzingen voor meerbegunstigdenprogramma's

De meerbegunstigdenprogramma's in het kader van sector I beogen de nationale programma's aan te vullen en de multilaterale betrekkingen binnen de westelijke Balkan en Turkije te versterken. De strategie is toegespitst op cruciale terreinen voor de Europese integratie en stabiliteit in de regio. Uit deze toewijzing worden programma's gefinancierd met een regionale impact en/of programma's die voordeel kunnen hebben bij schaalvergroting of vergroting van het toepassingsbereik wanneer zij horizontaal in een aantal begunstigde landen worden uitgevoerd.

Meerbegunstigdenprogramma's dienen onder meer ter ondersteuning van de Regionale school voor overheidsadministratie, de Centraal-Europese vrijhandelsovereenkomst (CEFTA), de Regionale samenwerkingsraad (RCC) en de nieuwe Faciliteit voor het maatschappelijk middenveld. De institutionele opbouw wordt gesteund via het TAIEX-instrument en er worden middelen uitgetrokken voor audits, de evaluatie van regionale en nationale programma's en informatie en communicatie. Een substantieel deel van de regionale en horizontale toewijzing zal blijven gaan naar investeringen voor het MKB, energie-efficiëntie en infrastructuurontwikkeling, en zal worden verstrekt in nauwe samenwerking met de Europese Investeringsbank en andere internationale financiële instellingen. Deze steun zal worden afgestemd op de besprekingen over het infrastructuurinitiatief in de context van het nieuwe investeringskader voor de westelijke Balkan, dat de verbetering beoogt van de coördinatie en samenwerking tussen de diverse donorinitiatieven en de internationale financiële instellingen die zich actief voor de westelijke Balkan inzetten. Een andere prioriteit is onderwijs met een verhoging van het bedrag voor studiebeurzen.

Vanaf 2010 zal een onderdeel van sector II, met name de deelname van landen aan de transnationale EFRO-programma's "Middellandse Zeegebied" en "Zuidoost-Europa" als een meerbegunstigdenprogramma worden uitgevoerd, hetgeen de tenuitvoerlegging zal vergemakkelijken.

Toelichting bij de cijfers

In de volgende tabel worden de cijfers opgegeven in huidige prijzen , in euro . De tabel vermeldt de toewijzingen per land en per sector, en de middelen voor het meerbegunstigdenprogramma en de ondersteuningsuitgaven. Voor alle duidelijkheid zijn de definitieve cijfers van de vastleggingen voor 2007 en 2008 en de bijgewerkte cijfers voor 2009 en 2010 opgenomen.

Meerjarig Indicatief Financieel Kader: uitsplitsing van het budget voor het instrument voor pretoetredingssteun 2011-2013 in toewijzingen per land en per afdeling

Sector | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

KROATIË |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 49 611 775 | 45 374 274 | 45 601 430 | 39 483 458 | 39 959 128 | 40 872 310 | 38 513 885 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 9 688 225 | 14 725 726 | 15 898 570 | 15 601 136 | 15 869 158 | 16 142 542 | 16 698 384 |

Regionale ontwikkeling | 45 050 000 | 47 600 000 | 49 700 000 | 56 800 000 | 58 200 000 | 59 348 000 | 62 000 000 |

Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 11 377 000 | 12 700 000 | 14 200 000 | 15 700 000 | 16 000 000 | 16 040 000 | 18 000 000 |

Plattelandsontwikkeling | 25 500 000 | 25 600 000 | 25 800 000 | 26 000 000 | 26 500 000 | 27 268 000 | 27 700 000 |

TOTAAL | 141 227 000 | 146 000 000 | 151 200 000 | 153 584 594 | 156 528 286 | 159 670 852 | 162 912 269 |

VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 41 641 613 | 41 122 001 | 39 328 499 | 36 317 068 | 28 803 410 | 28 207 479 | 27 941 228 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 4 158 387 | 4 077 999 | 4 371 501 | 5 067 526 | 5 124 876 | 5 183 373 | 5 243 041 |

Regionale ontwikkeling | 7 400 000 | 12 300 000 | 20 800 000 | 29 400 000 | 39 300 000 | 42 300 000 | 51 800 000 |

Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 3 200 000 | 6 000 000 | 7 100 000 | 8 400 000 | 8 800 000 | 10 380 000 | 11 200 000 |

Plattelandsontwikkeling | 2 100 000 | 6 700 000 | 10 200 000 | 12 500 000 | 16 000 000 | 19 000 000 | 21 028 000 |

TOTAAL | 58 500 000 | 70 200 000 | 81 800 000 | 91 684 594 | 98 028 286 | 105 070 852 | 117 212 269 |

Onderdeel | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

TURKIJE |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 256 702 720 | 256 125 297 | 239 550 810 | 211 312 664 | 228 620 919 | 233 900 336 | 238 325 843 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 2 097 280 | 2 874 709 | 3 049 190 | 9 587 336 | 9 779 081 | 9 974 664 | 10 174 157 |

Regionale ontwikkeling | 167 500 000 | 173 800 000 | 182 700 000 | 238 100 000 | 293 400 000 | 367 805 000 | 378 000 000 |

Ontwikkeling van het menselijk potentieel | 50 200 000 | 52 900 000 | 55 600 000 | 63 400 000 | 77 600 000 | 89 930 000 | 96 000 000 |

Plattelandsontwikkeling | 20 700 000 | 53 000 000 | 85 500 000 | 131 300 000 | 172 500 000 | 197 890 000 | 213 000 000 |

TOTAAL | 497 200 000 | 538 700 006 | 566 400 000 | 653 700 000 | 781 900 000 | 899 500 000 | 935 500 000 |

ALBANIË |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 54 318 790 | 62 117 756 | 71 377 079 | 82 711 421 | 84 301 650 | 85 987 683 | 87 446 037 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 6 681 210 | 8 582 244 | 9 822 921 | 9 973 173 | 10 126 636 | 10 283 169 | 10 666 232 |

TOTAAL | 61 000 000 | 70 700 000 | 81 200 000 | 92 684 594 | 94 428 286 | 96 270 852 | 98 112 269 |

BOSNIË EN HERZEGOVINA |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 58 136 394 | 69 854 783 | 83 892 254 | 100 688 099 | 102 681 861 | 104 673 499 | 106 870 228 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 3 963 606 | 4 945 217 | 5 207 746 | 4 696 495 | 4 746 425 | 4 797 353 | 4 942 041 |

TOTAAL | 62 100 000 | 74 800 000 | 89 100 000 | 105 384 594 | 107 428 286 | 109 470 852 | 111 812 269 |

Onderdeel | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

MONTENEGRO |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 27 490 504 | 28 112 552 | 28 632 179 | 29 238 823 | 29 843 599 | 30 446 471 | 30 996 035 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 3 909 496 | 4 487 448 | 4 667 821 | 4 282 690 | 4 310 344 | 4 338 551 | 4 418 687 |

TOTAAL | 31 400 000 | 32 600 000 | 33 300 000 | 33 521 513 | 34 153 943 | 34 785 022 | 35 414 722 |

SERVIË |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 181 496 352 | 179 441 314 | 182 551 643 | 186 206 679 | 189 956 810 | 193 801 948 | 203 101 005 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 8 203 648 | 11 458 686 | 12 248 357 | 11 751 753 | 11 922 790 | 12 097 244 | 11 630 694 |

TOTAAL | 189 700 000 | 190 900 000 | 194 800 000 | 197 958 432 | 201 879 600 | 205 899 192 | 214 731 699 |

KOSOVO |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 68 300 000 | 184 700 000 | 106 100 000 | 64 484 594 | 65 828 286 | 67 070 852 | 70 712 269 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 0 | 0 | 0 | 2 815 406 | 2 871 714 | 2 929 148 | 2 987 731 |

TOTAAL | 68 300 000 | 184 700 000 | 106 100 000 | 67 300 000 | 68 700 000 | 70 000 000 | 73 700 000 |

TOTAAL LANDENPROGRAMMA'S |

1 109 427 000 | 1 308 600 006 | 1 303 900 000 | 1 395 818 321 | 1 543 046 687 | 1 680 667 622 | 1 749 395 497 |

Onderdeel | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |

TOTAAL LANDENPROGRAMMA'S |

1 109 427 000 | 1 308 600 006 | 1 303 900 000 | 1 395 818 321 | 1 543 046 687 | 1 680 667 622 | 1 749 395 497 |

MEERBEGUNSTIGDENPROGRAMMA'S |

Overgangssteun en institutionele opbouw | 108 980 000 | 135 700 000 | 166 055 000 | 138 967 000[3] | 173 460 000 | 168 860 000 | 183 845 477 |

Grensoverschrijdende samenwerking | 0 | 0 | 0 | 4 921 679 | 5 293 313 | 5 672 378 | 6 059 026 |

ONDERSTEUNENDE UITGAVEN |

44 793 000 | 51 950 000 | 47 648 000 | 52 993 000 | 75 000 000 | 80 500 000 | 84 500 000 |

EINDTOTAAL |

1 263 200 000 | 1 496 250 006 | 1 517 603 000 | 1 592 700 000 | 1 796 800 000 | 1 935 700 000 | 2 023 800 000 |

Cijfers in euro (huidig prijsniveau)

[1] Met het oog hierop wordt een wijziging van Bijlage II van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun voorbereid.

[2] Zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 (99) van de VN-Veiligheidsraad.

[3] Dit omvat een vermindering van 29 miljoen EUR voor de faciliteit voedselzekerheid die in 2011 (14 miljoen EUR), in 2012 (6 miljoen EUR) en in 2013 (9 miljoen EUR) zal worden terugbetaald. De in de loop van deze jaren terug te betalen middelen zijn ook in de tabel opgenomen.

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.