Polen in Nederland

Met dank overgenomen van P. (Paul) de Krom i, gepubliceerd op zondag 2 augustus 2009.

Forum publiceerde onlangs het uitstekende rapport "Polen in Nederland" (http://www.forum.nl/fonds/index.html). Het blijkt dat veel Polen nauwelijks of geen Nederlands spreken, vooral onder elkaar leven, hard werken, na gedane arbeid terugkeren naar Polen, en tot nog toe weinig problemen en relatief weinig overlast opleveren. Er zijn weinig aanwijzingen dat Polen "onze baantjes inpikken". Een vergelijking met de migratiegolf van niet-westerse immigranten uit de laatste decennia van de vorige eeuw dringt zich niettemin op. Immers, ook zij werkten, leefden vooral onder elkaar, spraken de taal niet en dachten dat hun verblijf in Nederland "tijdelijk" zou zijn. Of met de komst van de Polen de basis wordt gelegd voor een nieuw multicultureel drama is de vraag. Naast overeenkomsten zijn er immers ook belangrijke verschillen tussen Polen en niet-westerse immigranten. De culturele verschillen tussen Polen en Nederland zijn kleiner, het geloof is fundamenteel anders (Rooms-Katholiek vs Islam), en Polen zijn gemiddeld hoger opgeleid. Poolse kinderen vinden na aanvankelijke (taal)achterstand nu al makkelijker hun weg in het basisonderwijs.

Hoe de ontwikkeling van de Polen in de toekomst zal lopen is moeilijk te voorspellen. Maar waakzaamheid is geboden. Het rapport signaleert immers al belangrijke veranderingen: in tegenstelling tot de bewering van minister Donner, overweegt ongeveer 25% van de Polen die hier werken hier te blijven. Tot nu toe is de criminaliteit relatief laag. Maar dat wordt deels verklaard uit het feit dat er nog relatief weinig Poolse jongeren zijn. Dat kan veranderen op het moment dat gezinnen gaan overkomen. Het rapport waarschuwt: criminaliteit, marginalisering en een toenemend beroep op uitkeringsinstanties liggen op de loer.

Hoe succesvol Polen in de toekomst in Nederland zijn hangt af van de mate van integratie en het onderwijs. Ik ben daarom voorstander van verplichte inburgering (en taalcursussen) voor Polen die in Nederland willen blijven. Daarvoor moet de Europese wetgeving wel worden aangepast. In het huidige stelsel van het vrije verkeer van personen mag je immers geen verplichtingen opleggen.

In de tweede plaats moeten werkgevers en overheid hun verantwoordelijkheid nemen. Inburgerings- en taallessen moeten worden gestimuleerd. Het alcoholgebruik moet door controles actief tegen worden gegaan. Huisvesting moet goed worden geregeld. De overheid moet dubieuze uitzendbureaus, illegaliteit, overlast en het ontduiken van arbeidsvoorwaarden keihard aanpakken. Polen moeten (net zoals elke niet-Nederlander) subiet tot ongewenst vreemdeling worden verklaard na een veroordeling voor een misdrijf en worden uitgezet.

Ten derde moet ons sociale zekerheidsstelsel worden aangepast. Dit verdraagt zich niet met grootschalige immigratie. We kampen al met een enorme oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen in de sociale zekerheid. Maar het vrije verkeer van werknemers uit nieuwe EU-landen brengt nieuwe spanningen met zich mee. Een WW-uitkering bedraagt in Nederland 70 procent van het laatst verdiende loon. Dat is al snel twee keer wat een werknemer in Polen verdient. Zo'n scheve verhouding vraagt om problemen.

Daarom moeten de werknemersverzekeringen worden aangepast. Het recht op deze verzekeringen vloeit voort uit werken in loondienst. Maar het knelpunt is het EU-verdrag. Dit kent aan werknemers binnen de EU rechten toe gebaseerd op de som van het aantal gewerkte jaren in verschillende EU-landen. Voor de hoogte van de uitkering telt het land waarin het laatst is gewerkt. Dit betekent dat een werknemer die tien jaar in Polen premie heeft betaald over een inkomen van 300 euro per maand, daarna een jaar in Nederland over een inkomen van 2.000 euro per maand, bij werkloosheid in Nederland een uitkering krijgt alsof er elf jaar 2.000 euro per maand is verdiend. Dit is niet logisch en bovendien oneerlijk. Uitkeringen van een werknemersverzekering moeten zijn gebaseerd op werkelijk betaalde premies. Nog dringender is het probleem bij de sociale voorzieningen. Het recht hierop is gebaseerd op verblijf. Daardoor maken juist deze regelingen Nederland tot een paradijs vanuit het perspectief van veel migranten. Het meest knelt de bijstand. Indien iemand bijvoorbeeld vanwege een huwelijk naar Nederland komt, kennen gemeenten na drie jaar zonder mankeren bijstand toe. Bij andere redenen voor verblijf na vijf jaar. Zelfs immigranten die nooit belasting betaald hebben, kunnen zo na een paar jaar recht krijgen op een, vaak levenslange, uitkering. Bizar. Als een Pool - of een willekeurige andere (EU) migrant - vrijwillig naar Nederland komt, moet de eerste tien jaar geen beroep op de bijstand mogelijk zijn. Dit levert overigens wel spanning op met het Europees Verdrag inzake Sociale en Medische Bijstand.

Alleen door deze maatregelen te nemen kunnen we voorkomen dat nieuwe groepen langs de zijlijn komen te staan en in een sociaal isolement en achterstandsituatie belanden. Zelfs PvdA-leider Bos pleitte in het verleden voor een ingroeimodel in de sociale zekerheid (laatstelijk niets meer van gehoord overigens). Niets staat het kabinet dus in de weg om in Europees verband nu door te pakken en in te zetten op noodzakelijke verdragsveranderingen. Maar de FNV wil dat natuurlijk niet. Wat de FNV wel wil zijn opvanghuizen voor werkloze Polen (http://www.ad.nl/economie/3401156/FNV_wil_opvang_voor_ontslagen_Polen.html). Waarom gaan werkloze Polen niet gewoon naar huis als ze geen baan (of uitkering) hebben? Als ze recht hebben op een uitkering dan kunnen ze ook voor zichzelf zorgen. Net zoals ieder ander. Waarom moeten u en ik voor Poolse opvang gaan betalen? Of wil de FNV voor alle werkloze buitenlanders opvang gaan regelen? Natuurlijk moet scherp worden gelet op naleving van arbeidsvoorwaarden en juridische verplichtingen door werkgevers. Maar wat mij betreft gaan we het Nederlandse sociale zekerheidsparadijs niet nog verder uitbreiden. Op straffe van een nieuw multicultureel en sociaal drama.

Deze blog is eerder verschenen op De Dagelijkse Standaard