Mededeling inzake nieuw partnerschap EU en Landen en Gebieden Overzee, LGO

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. EU Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris over het fiche Mededeling inzake nieuw partnerschap EU en Landen en Gebieden Overzee, LGO
Document­datum 08-12-2009
Publicatie­datum 05-01-2010

2.

Tekst

Fiche: Mededeling inzake nieuw partnerschap EU en Landen en Gebieden Overzee, LGO

1. Algemene gegevens

Titel voorstel:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, Het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: «Elementen voor een nieuw partnerschap tussen de EU en de Landen en Gebieden Overzee, LGO.»

Datum Commissiedocument:

6 november 2009

Nr. Commissiedocument:

COM(2009) 623

Pre-lex:

http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad:

Het Zweedse voorzitterschap wil in de RBZ van december 2009 conclusies op hoofdlijnen aannemen.

Eerstverantwoordelijk ministerie:

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken in nauwe samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. Essentie voorstel

De voorliggende mededeling bouwt voort op het in juni 2008 gepubliceerde Groenboek1 van de Commissie (en de consultaties daarover) over de toekomstige relatie tussen de EU en de Landen en Gebieden Overzees, LGO’s. De mededeling identificeert essentiële elementen voor deze samenwerking na 2013 wanneer het huidige associatiebesluit betreffende de LGO’s verstrijkt. In lijn met het Groenboek bepleit de Commissie in de mededeling een herziening van de relatie van klassieke ontwikkelingssamenwerking naar een wederzijds partnerschap om de duurzame ontwikkeling van de LGO te steunen en de waarden en normen van de EU wereldwijd te bevorderen. De nadruk dient daarbij te liggen op versterking van het concurrentievermogen en het aanpassingsvermogen van de LGO, en op de samenwerking met andere partners in de regio.

3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?

In de mededeling wordt nog geen nieuwe wet- en regelgeving aangekondigd. De Commissie identificeert uitsluitend elementen voor de EU-LGO samenwerking na 2013. Daarnaast neemt de Commissie zich voor om diverse onderzoeken uit te voeren over onder andere: comperatieve voordelen, strategisch potentieel en concurrentievermogen van LGO’s; mate van convergentie met acquis, regionale integratie, kwetsbaarheid als gevolg van klimaatverandering, LGO specifieke oorsprongsregels en eventuele financieringsmechanismen.

Indien de Commissie met concrete voorstellen komt zal Nederland deze beoordelen op subsidiariteit en proportionaliteit. Voor wat betreft de subsidiariteit kan nu al worden gesteld dat de betrekkingen van de EU met LGO’s enkel op EU-niveau vormgegeven kunnen worden.

Op 29 september 2008 werd het Groenboek met een appreciate van de regering aan de Kamer gezonden.

4. Nederlandse positie over de mededeling

De mededeling is van bijzonder belang voor het Koninkrijk. Sinds

1 oktober 1964 is het associatieregime van deel IV van het EG-Verdrag van toepassing op de Nederlandse Antillen. Nadat Aruba in 1986 de status van land binnen het Koninkrijk heeft verkregen, is dit associatieregime voor Aruba blijven gelden. Na opheffing van het land Nederlandse Antillen nemen de landen Curac¸ ao en Sint Maarten en de openbare lichamen van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) de rechten en verplichtingen over die horen bij de LGO-status. Onderhavig mededeling is daarom van belang voor alle entiteiten van het Koninkrijk.

Nederland onderschrijft de strekking van de mededeling, in het bijzonder de notie om de relatie met de LGO’s meer te stoelen op een partnerschap dan op een klassieke OS relatie. Daarbij kan Nederland ook de wens steunen om middels het LGO-beleid alle LGO’s aan te moedigen en te ondersteunen om - op vrijwillige basis - hun interne wetgeving op relevante terreinen op te trekken tot het niveau van het communautair acquis, voor zover dat nog niet het geval is. Gezien de beperkte capaciteit van veel van de LGO’s zou echter ingezet moeten worden op een klein aantal voor de LGO’s relevante terreinen en moet rekening worden gehouden met de regionale context en de diversiteit en specifieke kenmerken van de LGO. Behoud van biodiversiteit en vergroening van de economie kunnen eveneens belangrijke aandachtspunten zijn in het toekomstige LGO-beleid.

Concurrentievermogen speelt met name een rol in de regionale context. Dit is goed meegenomen in de mededeling. Stimuleren van verdere diversificatie van de economieën van de LGO en het verbeteren van de toegankelijkheid van de LGO’s door informatie en communicatietechnologieen dienen belangrijke onderdelen te zijn van de geboden steun. Toerisme en de dienstensector zijn andere belangrijke sectoren.

Nederland is voorstander van het heroverwegen van het ondersteuningsprogramma en dit na 2013 eventueel niet meer via het EOF te laten lopen (overigens is Nederland al langer van mening dat het EOF in de EU begroting geïntegreerd dienen te worden). Nederland voelt vooralsnog weinig voor de suggestie van de Commissie om naar de structuurfondsen te kijken als mogelijke inspiratiebron voor toekomstige invulling, aangezien de vormgeving en invulling van het toekomstige cohesiebeleid binnen de EU nog onderwerp is van discussie.

Nederland vindt het in deze fase vooral belangrijk dat algemene uitgangspunten worden geformuleerd voor een nieuw instrumentarium, waarbij het niveau van ondersteuning niet verlaagd wordt en procedures - met het oog op de geringe institutionele capcciteit van de LGO- eenvoudiger worden. Nederland is voorstander van ondersteuning van de LGO om een betere toegang van de LGO tot de horizontale communautaire programma’s te realiseren.

Nederland zou graag zien dat de kwetsbaarheidindex zoals deze voor de Ultra Perifere Gebieden (UPG’s) bestaan ook wordt ontwikkeld voor de LGO’s. Verder wil Nederland de optie van een UPG status openhouden voor de landen die nu LGO status hebben.

Nederland ondersteunt de wens van de Commissie om de oorsprongsregels voor de LGO-producten tegen het licht te houden en waar nodig te moderniseren en te vereenvoudigen.

Op basis van de Raadsconclusies over deze mededeling zal de Commissie de diverse in de mededeling aangekondigde onderzoeken starten. In het

tripartite overleg dat iedere twee maanden plaatsvindt tussen Commissie, relevante lidstaten (VK, FR, DK, NL) en de LGO’s zal de voortgang van deze onderzoeken worden besproken. De mededeling zal ook worden besproken tijdens het jaarlijkse tripartite LGO Forum in januari. Eind 2010 wordt een eerste versie van het nieuwe besluit voorzien dat vervolgens aan de verschillende werkgroepen, comités en uiteindelijk de Raad zal worden voorgelegd. Nederland zal erop aandringen dat eind 2010 de Commissie aan de Raad rapporteert over de voortgang. Het uiteindelijk besluit dient midden 2012 gereed te zijn.

 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.