Europese Commissie stelt strategie vast die ervoor moet zorgen dat het Handvest van de grondrechten van de EU wordt nageleefd

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op dinsdag 19 oktober 2010.

De Europese Commissie i heeft vandaag een strategie vastgesteld die ervoor moet zorgen dat het Handvest van de grondrechten i van de EU i - dat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon i juridisch bindend is geworden - daadwerkelijk ten uitvoer wordt gelegd. In elk stadium van het wetgevingsproces - van de eerste voorbereidende werkzaamheden in de Commissie tot de vaststelling van ontwerpwetgeving door het Europees Parlement i en de Raad i en vervolgens bij de toepassing ervan door EU-lidstaten i, zal de Commissie er op toezien dat alle EU-wetgeving in overeenstemming is met het Handvest. De Commissie zal burgers informeren wanneer zij zich kan mengen in kwesties die de grondrechten betreffen en een jaarverslag publiceren over de toepassing van het Handvest waarin de balans wordt opgemaakt van de vooruitgang die is bereikt. De Commissie geeft daarmee gehoor aan oproepen van het Europees Parlement.

"Het Handvest weerspiegelt onze gemeenschappelijke waarden en constitutionele erfenis", aldus vicevoorzitter Viviane Reding i, EU-commissaris voor Justitie, grondrechten en burgerschap. "Het Handvest moet het kompas voor al het EU-beleid zijn. De Europese Commissie, en met name haar departement Justitie, zal er zeer alert op zijn dat het Handvest wordt geëerbiedigd in alle voorstellen voor EU-wetgeving en in alle door de Raad en het Europees Parlement aangebrachte amendementen en ook wordt nageleefd door de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving. De vandaag door de Commissie vastgestelde strategie is een belangrijke stap voorwaarts bij de totstandbrenging van een Europese grondrechtencultuur."

Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon (1 december 2009) is het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie juridisch bindend geworden voor de instellingen en lidstaten van de EU bij de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving. Het Handvest verankert alle rechten die vervat zijn in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, alsook andere rechten en beginselen die voortvloeien uit de constitutionele tradities die de EU-lidstaten gemeen hebben, de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie i en andere internationale instrumenten. Het Handvest is een uiterst moderne codificatie en omvat grondrechten van de "derde generatie", zoals gegevensbescherming, waarborgen inzake bio-ethiek en transparant bestuur.

De Commissie legt in het kader van de strategie de maatregelen vast die zij kan nemen om ervoor te zorgen dat de EU het goede voorbeeld geeft waar het grondrechten betreft en de bescherming van de grondrechten in Europa beter bekend te maken bij het publiek, te weten door:

  • 1. 
    Waarborgen dat de EU niets kan worden verweten waar het de eerbiediging van de grondrechten betreft
  • Alle voorstellen voor EU-wetgeving moeten het Handvest in acht nemen. De Commissie zal daarom haar beoordeling van het effect van nieuwe wetgevingsvoorstellen op de grondrechten intensiveren. Op basis van een checklist in verband met de grondrechten zullen de diensten van de Commissie bepalen op welke grondrechten een voorstel effect kan hebben en systematisch het effect op deze rechten van elke beoogde beleidsoptie beoordelen.
  • Tijdens het wetgevingsproces, met inbegrip van de uiteindelijke compromissen in het Europees Parlement en de Raad, zal de Commissie samenwerken met de medewetgevers om ervoor te zorgen dat de EU-wetgeving met het Handvest in overeenstemming is. De Commissie zal een interinstitutionele dialoog starten om methodes vast te stellen voor de behandeling van amendementen die vragen oproepen over de verenigbaarheid met de grondrechten.
  • EU-lidstaten moeten reeds de grondrechten eerbiedigen die door hun nationale grondwet zijn gewaarborgd. Wanneer zij EU-wetgeving ten uitvoer leggen moeten zij echter ook de grondrechten eerbiedigen. De Commissie zal gebruik maken van alle ter beschikking staande instrumenten, indien nodig zelfs inbreukprocedures, om ervoor te zorgen dat bij de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving het Handvest geëerbiedigd wordt.
  • 2. 
    Verbeteren van informatie voor de burgers
  • De burgers moeten weten tot wie zij zich kunnen richten voor bijstand in geval van schendingen van grondrechten. Vanaf 2011 zullen zij toegang hebben tot informatie over rechtsmiddelen in alle lidstaten via het e-justitieportaal van de Commissie.
  • De Commissie zal uitleggen wanneer zij wel en wanneer zij niet tussenbeide kan komen bij klachten inzake grondrechten wanneer deze buiten de bevoegdheid van de EU vallen. Het Handvest geeft de Commissie geen algemene bevoegdheid om op het terrein van grondrechten tussen te komen. Zij kan alleen tussenkomen wanneer EU-wetgeving in het geding komt (bijvoorbeeld wanneer EU-wetgeving wordt vastgesteld of wanneer een nationale maatregel EU-wetgeving toepast op een wijze die niet verenigbaar is met het Handvest). De lidstaten hebben hun eigen systemen om de grondrechten te beschermen door middel van nationale grondwetten en gerechten en het Handvest vervangt die niet. Het is daarom in de eerste plaats aan de nationale gerechten om ervoor te zorgen dat de grondrechten worden geëerbiedigd.
  • 3. 
    Toezicht op vooruitgang
  • De Commissie zal een jaarverslag publiceren over de toepassing van het Handvest. Het jaarverslag zal de balans opmaken van de vooruitgang op de gebieden waar de EU bevoegd is, en laten zien hoe het Handvest in concrete gevallen in acht is genomen (zoals wanneer nieuwe wetgeving wordt voorgesteld). Het zal de gelegenheid bieden om jaarlijks van gedachten te wisselen met het Europees Parlement en de Raad en een middel zijn om het publiek beter te informeren.

Achtergrond

Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie werd aanvankelijk plechtig afgekondigd door de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie tijdens de Europese Raad i van Nice van 7 december 2000. Toentertijd was het niet juridisch bindend. Artikel 6, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zoals gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon, bepaalt dat het Handvest juridisch bindend is en dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft. Dit betekent met name dat EU-wetgeving die de door het Handvest gewaarborgde grondrechten schendt, door het Hof van Justitie van de Europese Unie nietig zou kunnen worden verklaard. Het Verdrag zegt ook dat de bepalingen van het Handvest geen verruiming inhouden van de bevoegdheden van de EU zoals bepaald bij de Verdragen. Artikel 51 van het Handvest bepaalt dat de bepalingen van dit Handvest gericht zijn tot de instellingen, organen en instanties van de Unie met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, alsmede, uitsluitend wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, tot de lidstaten.

In mei van dit jaar hebben de leden van het College van Commissarissen i voor het eerst een plechtige eed afgelegd dat zij het Handvest en de Verdragen zullen eerbiedigen (IP/10/487).

Voor meer informatie

De mededeling van vandaag is beschikbaar bij de newsroom van het directoraat-generaal Justitie:

http://ec.europa.eu/justice/news/intro/news_intro_en.htm

Homepage van vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie, grondrechten en burgerschap:

http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/reding/index_en.htm


1.

Relevante EU dossiers