Organisatie van olie-exporterende landen (OPEC)

logo OPEC Organisatie van Olie-exporterende Landen

In deze organisatie zijn een aantal van de belangrijkste olie-exporterende landen verenigd. OPEC staat voor 'Organization of the Petroleum Exporting Countries.' Hoofddoelstelling van de OPEC is het vaststellen van een olieprijs die redelijk is voor consumenten en producenten. Gezamenlijk verzorgen de OPEC-lidstaten zo'n veertig procent van de olieproductie in de wereld.

1.

Geschiedenis

In 1960 werd de OPEC op initiatief van Venezuela opgericht in Bagdad (Irak). De eerste leden van de organisatie waren Irak, Iran, Koeweit, Saudi-Arabië en Venezuela. Het lidmaatschap werd daarnaast opengesteld voor andere landen die meer olie exporteerden dan ze importeerden. De eerste vijf lidstaten verplichtten zich om hun olieproductie met elkaar te coördineren om zo het aanbod en de prijs stabiel te houden en om voor zowel producerende als consumerende landen een redelijke prijs te garanderen.

In de jaren zeventig kwam de OPEC vanwege de oliecrisis van 1973 meer in de belangstelling te staan. De OPEC verhoogde de olieprijzen dramatisch als protest tegen de Jom Kipoeroorlog tussen Israël en de Arabische staten. Gedurende de rest van de jaren zeventig, tachtig en negentig schommelde de olieprijs en had de OPEC hierop weinig grip. Ook een nieuw stabiliteitsmechanisme dat na 2000 ontwikkeld werd, bleek weinig effectief. De financiële en economische crisis van 2008 had ook voor de olieproducerende staten desastreuze gevolgen, waardoor de OPEC een belangrijke factor werd die door een effectief prijsbeleid de olie-industrie in deze landen overeind kon houden.

2.

Lidstaten

Bij de oprichting van de OPEC bepaalden de eerste leden dat alleen landen die meer olie exporteerden dan dat ze importeerden (zogenaamde 'netto-exporteurs') lid konden worden van de organisatie. Het is voor netto-exporteurs van olie echter niet verplicht om lid te zijn van OPEC. Zo zijn Mexico en Canada geen leden van de OPEC. Rusland en Noorwegen, twee andere netto-exporteurs, zijn wel als waarnemend lid vertegenwoordigd geweest bij OPEC-vergaderingen.

Land

Jaar van toetreding

Irak, Iran, Koeweit, Saudi-Arabië, Venezuela

1960 (oprichting)

Qatar

1961-2019

Libië

1962

Indonesië

1962-2008, 2009-20161

Verenigde Arabische Emiraten

1967

Algerije

1969

Nigeria

1971

Ecuador

1973-1992, 2007-20202

Gabon

1975-19943, 2016

Angola

2007

Equatoriaal-Guinea

2017

Congo

2018

1: Indonesië was lid van 1962 tot 2008. In dat jaar raakte het zijn status van netto-exporteur kwijt en moest het uit de OPEC treden. Het land werd in 2009 weer lid, maar trok zich in 2016 weer terug.

2: Ecuador vertrok in 1992 uit de OPEC omdat het land het lidmaatschapsgeld van twee miljoen dollar niet wilde betalen en niet gebonden wilde zijn aan de verplichte hoge productiequota. In 2007 werd Ecuador opnieuw lid van OPEC.

3: Gabon stapte uit OPEC omdat het lidmaatschapsgeld dat het Afrikaanse land moest betalen niet in proportie zou zijn met de bescheiden productie. In 2016 werd het land weer lid van OPEC maar vertrok in 2020 weer.

3.

Organisatie

OPEC is een intergouvernementele organisatie, wat wil zeggen dat de organisatie zelf geen zeggenschap heeft over de lidstaten. Vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten bepalen het beleid van de organisatie in onderling overleg. Voor de uitvoering van het OPEC-beleid bestaat wel een secretariaat, dat gevestigd is in Wenen. Dit secretariaat staat onder leiding van een secretaris-generaal (op dit moment de Iraniër Masoud Mir Kazemi) en voert ook onderzoek uit naar olieproductie en -consumptie om zo tot een beter beleid te komen.

Naast het oliekartel beheert de OPEC ook het 'OPEC Fund for International Development' (OFID), een fonds dat geld investeert in minder-ontwikkelde landen en regio's.