Een week van relativering

Met dank overgenomen van A. (Arie) Slob i, gepubliceerd op zaterdag 12 maart 2011.

We maken ons vaak druk om van alles en nog wat. Deze week waren er in de Tweede Kamer weer onderwerpen te over om dat te doen. Hillen en de marine, Rutte en Europa, Schultz en de 130 kilometer, Hillen en Rutte en de situatie rond de gevangen genomen militairen. Nogmaals, onderwerpen te over om je druk om te maken. Maar alles valt letterlijk in één klap weg als de berichten en beelden uit Japan binnenkomen. Dat relativeert zoveel. Zo niet alles waar je op dat moment druk mee bent.

Wat een ramp. En wat een leed voor zoveel mensen. Ooit heb ik in Thailand gesproken met mensen die daar de tsunami hadden meegemaakt. Ik heb op plaatsen gestaan waar het water met veel kracht had toegeslagen. We denken als mensen veel te kunnen beheersen, maar met enige regelmaat worden we geconfronteerd met onze begrenzingen daarin. Dat maakt ons als mensen klein. Ik hoop en bid dat de hulkpverlening verder op gang mag komen en nog veel mensen geholpen kunnen worden.  Naar ik begrepen heb, heeft ook Nederland hulp aangeboden.

Deze week ben ik zelf vooral met financiële onderwerpen bezig geweest. Maandag een overleg met minister de Jager over de kabinetsreactie op het rapport van de commissie de Wit. Mede vanwege de val van het kabinet Balkenende IV heeft dat debat even op zich laten wachten. Het was geen mosterd na de maaltijd, maar je merkt wel dat het onderwerp al weer minder leeft dan een jaar geleden. Dat is te begrijpen, maar aan de andere kant ook een groot risico. Komende week zullen we het debat in de plenaire vergaderzaal afronden. Ik verwacht nog wel enkele Kameruitspraken.

Woensdag heb ik het debat met minister Rutte en Rosenthal ter voorbereiding op de EU-top gedaan. Voor een deel ging het om de situatie in Libië en voor het andere deel over de situatie in de Eurozone. Met name het tweede deel van het debat was fascinerend. Het kabinet zit namelijk wat klem. Europa beweegt zich langzaam maar zeker steeds meer naar een politieke unie, maar in de Tweede Kamer is een meerderheid van de partijen niet van plan op aangelegen terreinen (denk aan belastingen, pensioenen en lonen) soevereiniteit aan Europa over de dragen. Dat is enkele weken geleden nog een uitgesproken door de aanname van een motie die mijn naam draagt.

Zowel het kabinet als de coalitiepartijen proberen met veel woorden uit te leggen dat er geen sprake is  van soevereiniteitsoverdracht. Ik help het ze hopen. Ik heb de indruk dat de uitkomst van de EU-top van dit weekend nog veel ruimte laat voor lidstaten om hun eigen interpretaties te geven. Dat maakt het er allemaal niet transparant op. Komende maandag zal ik in Brussel eens mijn licht gaan opsteken. Ik ben benieuwd hoe men in het Europees Parlement de situatie beoordeelt.

Deze week heb ik ook gebruikt om veel gesprekken te voeren. Ook dat is onderdeel van mijn werk. Ik heb o.a. met vertegenwoordigers uit de financiële - en de vervoerswereld gesproken. Terreinen waar veel ontwikkelingen gaande zijn. Donderdagavond hebben we afscheid genomen van 'de moeder' van de fractie, onze administratief medewerkster Wil Mulder. Na 19 jaar voor ons gewerkt te hebben is ze met een welverdiend pensioen gegaan. We hebben haar gezellig uitgegeten en gezongen.