Debat onverdoofd slachten

Met dank overgenomen van M.H.P. (Martijn) van Dam i, gepubliceerd op donderdag 23 juni 2011, 2:44.

Tot diep in de nacht debatteerde de Kamer over onverdoofd slachten. Hier vind je mijn spreektekst.

Voorzitter,

Ik zit nu al meer dan acht jaar in deze Kamer. Ik geloof niet dat ik ooit eerder heb meegemaakt dat een debat zo veel los heeft gemaakt. Sinds duidelijk werd dat een meerderheid van deze Kamer van plan was het wetsvoorstel te steunen om bedwelming ook bij religieuze slacht verplicht te stellen, heeft er een breed, groot en heftig debat plaatsgevonden. Ik denk niet dat er nog een Nederlander is die geen mening heeft.

Het debat heeft groepen uit de Nederlandse samenleving zeer geraakt. Joodse Nederlanders, maar ook Turkse Nederlanders en Marokkaanse Nederlanders. Niet allen zij die orthodox zijn en vinden dat ze hun geloof naar de letter moeten volgen, maar ook gewone gelovigen en seculieren. Het maatschappelijk klimaat waarin dit debat wordt gevoerd, is verpest geraakt. De mensen die het aangaat voelen zich steeds vaker als groep aangesproken en als groep bedreigd. Joodse Amsterdammers durven niet overal meer met een keppeltje over straat en bewaken hun gebouwen. Turken en Marokkanen, zelfs zij die niet gelovig zijn, worden steeds maar weer op het islamitisch geloof aangesproken en weten dat de macht in dit land in handen ligt van een partij die hen niet goed gezind is. Het is een verklaring waarom dit voorstel zoveel emoties oproept, ook bij hen die niet kosher of halal eten. Mensen ervaren het als een aantasting van wie ze zijn.

Laat ik duidelijk zijn. Mijn partij is vanaf de oprichting altijd een partij geweest die oog heeft voor iedereen in de samenleving. Democratie, zo zei Drees op de oprichtingsbijeenkomst van de PvdA, is niet simpelweg de macht van de meerderheid, maar echte democratie is juist dat minderheden zich beschermd weten tegen de macht van de meerderheid. Dat we rekening houden met elkaar en respect hebben voor elkaar. Dat was, dat is en dat blijft een belangrijk uitgangspunt voor de PvdA.

Dat uitgangspunt van respect is in het debat niet altijd door iedereen opgebracht. Gelovigen voelden zich weggezet als barbaren. Terwijl de gelovige moslims en joden er echt oprecht van overtuigd zijn dat hun manier van slachten het dier juist lijden bespaart. De regels die zij volgen waren ooit bedoeld om zo snel en diervriendelijk mogelijk te slachten. En ik begrijp heel goed, dat als het je diepste overtuiging is dat dieren niet lijden door jouw manier van slachten, het ongelooflijk pijn doet en zeer beledigend is als je door sommigen wordt weggezet als lieden die dieren bewust pijn toebrengen. Voorzitter, geen gelovige die ik de afgelopen tijd heb gesproken wil dat dieren pijn lijden. Niemand.

Maar hoe diep het geloof ook is, hoe diep de overtuiging ook is dat een dier niet extra lijdt van de rituele slacht zonder verdoving, dat betekent niet dat het ook echt zo is. De techniek heeft niet stilgestaan. Wat ooit de meest diervriendelijke methode was om dieren te slachten, hoeft dat nu niet meer te zijn. We eten dieren en daarom slachten we ze. Dat is geen pretje. Maar met goede techniek zijn we in staat de dieren zo min mogelijk van de slacht te laten ervaren. En we weten uit vele onderzoeken dat grotere dieren die geslacht worden zonder verdoving voor, tijdens en na de slacht lijden. Grote stress als het dier wordt vastgezet en ondersteboven wordt gehangen, pijn als de keel wordt doorgesneden en vervolgens een doodsstrijd die in veel gevallen tientallen seconden duurt en soms zelfs oploopt tot minuten. Niemand kan daar de ogen voor sluiten. Die feiten hebben ons allemaal gedwongen een afweging te maken. We kennen een vrijheid voor iedereen om zijn leven naar eigen overtuiging te leven, een vrijheid van godsdienst, maar kunnen we op basis daarvan wel rechtvaardigen wat we nu weten over slacht zonder verdoving? Mijn fractie vindt van niet.

En wij menen dat de regel die met het initiatiefvoorstel wordt ingevuld een gerechtvaardigde beperking is van de vrijheid van godsdienst zoals die in onze grondwet is opgenomen en in het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens.

Die vrijheid is namelijk niet absoluut. Normaal gesproken spreken wij ons in onze vrije samenleving uit. Ook als we iets vinden van de religie van anderen. Maar daar laten we het bij. We dwingen gelovigen niet onze mening over te nemen en andersom. Maar soms botsen godsdienstige overtuigingen met de waarden die wij als samenleving delen. Dan is er ruimte om regels te maken om de waarden van de samenleving te verankeren. Gelijkheid van man en vrouw, gelijke rechten van homo's en hetero's. De laatste jaren is de aandacht voor het welzijn van dieren sterk toegenomen. Dat past ook bij onze tijd. We hebben in de wet staan dat dieren een eigen intrinsieke waarde hebben. Het wordt steeds algemener aanvaard dat dieren een fatsoenlijk leven moeten hebben en dat dieren onnodig lijden moet worden bespaard. Zie de terechte discussies over megastallen, over veetransport, over de nertsenfokkerij, over de misstanden bij de reguliere slacht. Terechte aandacht, want in een beschaafd, ontwikkeld land horen we niet alleen met elkaar fatsoenlijk om te gaan, maar horen we ook dieren een fatsoenlijk leven te gunnen. De waarden van een samenleving veranderen. De waarden in onze samenleving over hoe we met dieren om horen te gaan, zijn veranderd. En dat betekent ook dat we de uitzondering voor onverdoofd slachten die nu in de wet staat, langs een nieuwe meetlat hebben gelegd. Dat is een gerechtvaardigde beperking van de vrijheid van godsdienst.

Toch heeft mijn fractie gemeend dat het niet alleen bij een stem voor deze wet kon blijven. Wij wilden de wet toetsen op zorgvuldigheid en we zijn ook niet doof voor de kritische geluiden zowel uit de religieuze groepen als andere critici. En zoals we al in eerste termijn hebben aangekondigd, zijn wij op zoek geweest naar wegen om de belangen dichter bij elkaar te brengen. VVD, D66 en GroenLinks bleken diezelfde wegen te zoeken. En we hebben samen een weg gevonden.

Met het amendement van onze partijen wordt enige ruimte gecreëerd voor religieuze groeperingen. Maar het doel van de wet staat centraal. Als dieren aantoonbaar niet extra lijden, kunnen we ook niet rechtvaardigen dat iemand zich aan de verplichting tot voorafgaande bedwelming moet houden. Er rust een zware bewijsplicht op de aanvrager van een ontheffing om die te kunnen krijgen. En ik wil niemand knollen voor citroenen verkopen. De huidige praktijk van de onverdoofde slacht van grote dieren als runderen en schapen kan op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten niet zorgen voor net zo weinig lijden van dieren. Maar het amendement biedt wel de ruimte nieuwe wegen te verkennen. En het amendement regelt ook dat religieuze groepen hun eigen bedwelmingsmethode kunnen kiezen, mits deze effectief bedwelmt. Die wordt dan in de AMvB vastgelegd.

Er is nog een reden voor dit amendement. Het maakt de wet sterker. Het principe wordt in de wet vastgelegd. De wet zegt dat slachten zonder verdoving verboden wordt. Maar als je op een andere manier minimaal hetzelfde resultaat kunt bereiken mag dat ook. Daarmee past deze wet beter binnen de mogelijkheden die het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens kent voor beperkingen op de vrije godsdienstuitoefening.

Mijn fractie kan volledig achter het wetsvoorstel staan en wij denken met de vier partijen een goede verbetering te hebben gerealiseerd. De vrijheid van iedereen om je eigen leven in te richten op basis van je eigen overtuigingen is een groot goed, maar iedereen moet dat doen binnen de normen die de samenleving stelt. Die normen veranderen in de loop van tijd, net als godsdiensten zelf. Ook die passen zich aan aan de tijd. Soms vanzelf, soms met wat moeite. Mijn fractie meent dat met dit voorstel de eisen die we in Nederland met zijn allen delen over het vermijden van onnodig dierenleed goed verankerd worden in de wet. En we denken dat het voorstel goed in balans is.