Brief Kamer; Parlementair behandelvoorbehoud - EU-Voorstel: Richtlijn Energie-efficiëntie COM(2011)370 - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 3 toegevoegd aan dossier 32823 - EU-Voorstel: Richtlijn Energie-efficiëntie.
Inhoudsopgave
Officiële titel | EU-Voorstel: Richtlijn Energie-efficiëntie COM(2011)370 ; Brief Kamer; Brief aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, i.a.a. de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie inzake het parlementair behandelvoorbehoud van de Richtlijn Energie-efficiëntie COM(2011)370 |
---|---|
Documentdatum | 12-07-2011 |
Publicatiedatum | 12-07-2011 |
Nummer | KST328233 |
Kenmerk | 32823, nr. 3 |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 823
EU-Voorstel: Richtlijn Energie-efficiëntie COM(2011)370 i
Nr. 3
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
In afschrift aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Den Haag, 30 juni 2011
Hiermee stel ik u ervan in kennis dat de Tweede Kamer het voorstel voor Richtlijn energie-efficiëntie COM(2011)370van zodanig politiek belang acht dat zij over de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd.
Met verwijzing naar artikel 4, lid 2, van de Goedkeuringswet bij het Verdrag van Lissabon verzoek ik u onverwijld in de betreffende EU-over-legfora voor Nederland een parlementair behandelvoorbehoud te laten vastleggen. In dit verband verzoek ik u geen onomkeerbare stappen te zetten in het onderhandelingsproces over het voorstel totdat een overleg tussen regering en Kamer heeft plaatsgevonden over het bijzondere politieke belang van dit voorstel.
Voor de goede orde wijs ik u erop dat, conform eerdere afspraken over de wijze waarop in dit verband wordt omgegaan met recesperioden, de in artikel 4, lid 3 van de Goedkeuringswet voor dat overleg gestelde termijn van maximaal vier weken in dit geval gaat lopen vanaf 6 september 2011.
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, G. A. Verbeet